Ter gedeeltelijke uitvoering van liet onlangs door den gemeenteraad van Groningen genomen besluit, dat door de gemeente jaarlijks ƒ6000 zal worden l>eschikbaar gesteld voor bet geven van onderwijs in dc moderne talen en haar letterkunde aan de rijks universiteit aldaar, hebben burg. en weih., curatoren gehoord, aan den raad voorgesteld, le besluiten: den heer dr. B. Symons, leeraar aan de hoogere burgerschool te Sneek, uit te noo- digen, bij den minister van binnenl. zaken aanzoek te doen om, met ingang van bet studiejaar 1878/79, als privaat-docent voor bet onderwijs in de Duitsche en Engelsche talen en haar letterkunde alhier te worden toegela ten, waarvoor den beer Symons, zoolang bij zich met dit onderwijs blijft belastenjaarlijks een vaste toelage van 3000 uit de gemeentekas zou worden toegelegd. Te Strijen is dezer dagen bij een huissclijken twist de dochter des buizes, die zich daarin bad gemengd, plotseling dood gebleven. Door wijlen den beer J. F. Lips, geneesheer te Breda, is aan hel algemeen armbestuur van Waspik gelegateerd cene som van ƒ3000, met bepaling, dat voor de rente van dal kapitaal jaarlijks gedurende den win ter aan de armen brood en kleedingstukken zullen worden uitgedeeld. Naar men uit Sprang meldt is de branddie aldaar cene boerenwo ning met stal in de asch legde, veroorzaakt doordien een drietal kinderen, van 3 a 5-jarigen leeftijdzich in den stal vermaakten met het aanleggen van een vuurtje van stroo. Onlangs is in den stal van een groot landbouwer te Uden het milt- 'Uir in zulk een hevigen graad uilgebroken, dat al het vee moest worden afgemaakt. Er bestond vermoeden dat de ziekte was overgebragt door cene partij gezouten runderhuiden uil Rotterdam, die ecnige dageti in de nabij heid van den stal hadden gelegen. Bij de overweging in dc aldeelingen der tweede kamer over het wets ontwerp tot wijziging van sommige bepalingen van de wet op het hooger onderwijs van 1876. verklaarden verscheiden leden deze voordragt met ge noegen te hebben ontvangen, in zoover daarin het bewijs ligt, dat de minis ter van binnenl. zaken niet schroomt op eene betrekkelijk nieuwe wet terug te komen, indien daarin leemten worden ontdekt, ol indien blijkt, dat bij de vaststelling van een verkeerd beginsel is uitgegaan Zij hoopten, dat de minister op dien weg zou voortgaan. Zij wezen daarom op de noodzake lijkheid eerter wijziging van art. 64 derzelfdc wet, ten einde de grondig heid der studiën te bevorderen, die lijden zou. indien de studenten van de bepaling van art. 65 konden blijven gebruik maken om niet alle collegiën tot hun vak betrekkelijk, te bezoeken. Bedoelde leden zouden die wijziging reeds bij dc tegenwoordige voordragt wenschen lot stand te zien gebragt. Nagenoeg algemeen was men het daarover eens, dat de regering le regt eene poging tracht le doen om eene hetere regeling van het gymnasiaal onderwijs te verkrijgen. I)c bestaande regeling of althans het uit art. 7 der wet van 1876 voortgevloeid leerplan heelt toch bij de zaakkundigen groolen tegenstand ontmoet en is een hinderpaal voor het spoedig tot stand brengen der gewenschtc hervorming van onze gymnasiCn Dezelfde leden, die het gebeurde in 1876 herinnerden, beweerden, dat nu die regeling ook in de practyk gebleken is niet levensvatbaar te zijn, het de taak der regering is het initiatief te nemen voor cene eigene regeling van dat onderwijs Diezelfde leden betreurden het. dat de regering niet een ontwerp had voor gedragen. waarin zij niet alleen wijzigde wat onmogelijk was gebleken, maar een volledig uitgewerkt beter stelsel van gymnasiaal onderwijs voor droeg. Bepaaldelijk wenschten deze leden er bij den minister op aan te dringen, dat de gymnasiale cursus korter mogt worden gesteld, en de eischen hij de toelating in evenredigheid verhoogd; te gelijk met eene nieuwe regeling voor de toelating van studenten in de genees- en natuurkunde tot de akademischc examens en graden. De meeste leden evenwel, die aan het onderzoek deel namen, stelden zich op een minder algemeen standpunt. Zij beperkten zich tot het beoor- dcelen der door den minister voorgedragen wijzigingen in de regeling van het gymnasiaal onderwijs. Hun hoofdbezwaar was, dat die wijzigingen zoo karig zpn toegelicht; dat de minister zich daarvan als met een penne- streek afmaakt, en dat dientengevolge omtrent de eigenlijke strekking, de ware beteekenis van heigeen wordt voorgesteld, vrij wat onzekerheid beersclit. Daarbij werd in de eerste plaats op het nieuw vast te stellen algemeen le*rplan gewezen; vervolgens op de progymuasia, waaromtrent men meer licht verlangde; ten andere, op het doen vervallen der splitsing fusschen de leerlingen van hel gymnasium na hel vijfde jaar van den cur sus. Daar de ondervinding omtrent die splitsing nog geen uitspraak heeft kunnen doen. vroeg men. of het oogenhlik tot deze wijziging reeds geko men was? Men vroeg algemeen, wat de minister wil. nu hij de opheffing der splitsing voordraagt? Moeten dc toekomstige natuur- cn geneeskundi gen z. i in het vervolg met de overige leerlingen den zesjarigen cursus van het gymnasium geheel en onveranderd afloopen? 's GRAVENI1AGE 28 Maart. In de zitting van de tweede kamer van lieden verklaarde dc regering, naar aanleiding van de interpellatie van den heer de Casembroot, omtrent de toestand van Suriname, dat de welvaart van Suriname afhangt van den ondernemingsgeest van particulieren, niet van de ondersteuning van staats wege, die alleen verstrekt kan worden als het gebleken is dat de krachten van particulieren te kort schieten. Daarna werd het verslag van de com missie van enquête nopens de besmettelijke longziekte behandeld. Na uit voerige discussie is de conclusie der commissie onveranderd aangenomen. Morgen zijn verschillende ontwerpen aan de orde gesteld. Het geregtshol heelt heden tot zes jaren tuchthuisstraf veroordeeld den persoon van J. P. O., laatst wonende te Zierikzce, ter zake van hoogst onzedelijke handelingen met gewelddadigheid, nitgevoerd jegens een meisje van 15 jaren en een van 5 jaren. De wel-eerw heer B. van Buuren. pastoor van de kerk aan den Sta tionsweg alhier (toegewijd aan den II. Joseph), is wel zeer ernstig onge steld, maar niet overleden, zooals gisteren het gerucht in omloop was. UIJITKMAM>SCIIIiKKif.TKN Aan de l'all }/a!l Ga 16 N W E ï- 4 ti. LONDEN, 27 Maart. wordt gemeld, dat er nog steeds cene leven dige wisseling van depêches plaats heeft tusschen de Engelsche en Russische regeringen. Het gevoelen heerscht dat Rusland waarschijnlijk zal toegeven, althans op enkele punten waaraan Engeland vasthoudt; en zoo Engeland wilde toestemmen in de uitsluiting van de bepalingen belrellende Bessa- rabiê, welke naar men beweert eerder Oostenrijks dan Engelands belangen rakendan gelooft men dat eene schikking gctroflen zou kunnen worden, Het lijdt geen twijfel, dat Engeland vasthoudt aan de beoordeeling der be palingen omtrent de oorlogsvergoeding, en, met het oog op de financiële positie der Porie, verwacht men dal verdere eischen tol afstand van grond, gebied of schepen als aequivalent voor betalingen in geld gesteld zullen worden, tenzij dit punt door de mogendheden geregeld wordt. In hela], gemeen bestaat er nog een flaanwe hoop op het bijeenkomen van het con gres. daar, ondanks de vinnige uitvallen van de Russische pers, het als een uitgemaakte zaak tusschen de verschillende regeringen schijnt te gelden, dat zonder Engeland geen congres mogelijk is. De correspondent van de Daily !\ews te Konstanlinopel wijst op de leugenachtige berigten die van daar naar Engeland gezonden worden met het blijkbaar doel om de gemoederen in Engeland nog meer legen Rusland te verbitteren en alzoo de kans op hei uitbreken van den oorlog te ver- grooten. Zoo is dezer dagen melding gemaakt van eene nieuwe beweging der Russische troepen in de rigling van Bojukdere. en hij kan verzekeren, dat er hoegenaamd gecne verplaatsing van Russische troepen is voorgevallen. Genoemd blad gelooft ook dat er in Engeland niet weinigen zijn, die de hoop vasthouden van alsnog dien staal in een oorlog legen Rusland gewik keld le zien. *Er zijn de zoodanigen in ons midden", zegt dat blad, «en er zijn er ook, die niet in ons midden verkeeren. Naar men zegt, zijner nog Engelsche diplomaten te Konstanlinopelis er ten minste één Engelsch diplomaat aldaar, volkomen doordrongen van de in de meeste Turksche boezems uitgedoofde overtuiging, dat Engelands arm op eene of andere wijze tusschenbeide zal komen om Turkije te ondersteunen. In elk getal begint het nu duidelijk genoeg te worden, dat geene mogendheid buiten Engeland het minste denkbeeld koestert van ten aanzien van de vredesvoor waarden, door Rusland aan Turkije opgelegd, tusschenbeide te treden an ders dan door middel van discussie en verloog. Geenc woorden kunnen le sterk zijn om het feil onder de aandacht van het publiek te brengen, dat, indien staten als Oostenrijk geene noodzaak zien om mei deze schikkingen meer regtstreeks zich le bemoeijen Engeland daarvoor bij geenc mogelijk heid eenige verontschuldiging hebben kan. Er is reden om te vreczen.dat wij te doen hebben met eene zamenzvveringwaaraan dc Britsche ambasse- deur te Koiistautinopcl voorzeker niet medepligtig is, maar waardoor lijj zich maar al le waarschijnlijk laat misleiden." Het comité voor hongersnood in Indië heeft zijn balans opgemaakt. Hel totaal van de verschillende collecten bedroeg 514 000 Van deze som bleven slechts 14000 over. Deze balans zal zoo spoedig mogelijk naar Indië worden verzonden. Gisteren morgen ten 5 ure brak plotseling brand uil in //the Elephant and Castle Theatre" alhier. Na verloop van nog geen half uur, stond liet reusachtig gebouw in volle vlam. Ten acht ure in den ochtend was de vlam eindelijk gebluschtdoch van het schoone gebouw bleven slechts de naakle muren over. liet vlak daarover slaand spoorweg-station heeft even eens vrjj groote schade geleden De schouwburg was, evenmin als de in boedel, tegen brandschade verzekerd. De oorzaak is onbekend Zondag avond werd bij den heer Cunnigham alhier een stoute diefstal gepleegd. Terwijl het gezin in een achterkamer aan het middagmaal zat, braken dc dieven door een venster den winkel binnen en namen een hoe veelheid juweelen, ter waarde van ongeveer 4000 mede. Berigten uit de Vereenigde Staten melden dal er Maandag-avond le Philadelphia een hevige brand heeft gewoed, waarbij vijf-en-dertig huizen verwoest zijn. De schade wordt op 1 millioen dollars begroot. Fit «NKKtJ h In eene vergadering van de tentoonstellingscommissie heeft de heer Kraniz over den slaat der werkzaamheden verslag uiigebragt en op nieuw de verzekering gegeven, dat op den openingsdag, den lslt" Mei, allesgereed zal zijn. Genoemde lieer heeft voorts met den minister Teisserenc de Bort over de vraag, of de toegang lot de tentoonstelling des Zondags kosteloos zal worden opengesteld, met de commissie der kamer, aan wie een daartoe strekkend voorstel in overweging gegeven is, van gedachten gewisseld. Bei den verklaarden zich tegen het denkbeeldzoowel op grond van de daaraan verhonden geldelijke nadeelen als van de moeijelijkheid om den toevloed der bezoekers in zoodanig geval in dier voege le regelen, dat orde en veilig heid geen gevaar liepen. Zij stelden voor, op vaste dagen den toegangsprijs te verminderen en met milde hand vrijkaarten aan handwerkslieden uit te deelen. Omtrent kapitein Garcin, die tciegt slaat wegens moord gepleegd op de generaals LeconUe en Element Thomas, tijdens de Commune, deelt de Triiips o. a. het volgende mede: Garcin was een Parijsch handwerksman. In 1825 nam hij vrijwillig dienst, doch vertiet in 1830 het leger om achter de barricades ie strijden. Daarna nam hij wcêr dienst en werd sergeant- majoor, doch wegens insubordinatie w erd hij ontslagen. Gedurende het be leg van Parijs diende hij bij hel 169e bataillon cn werd door generaal Ta- missier tot kapitein bevorderd. De wijze waarop hij bevel voerde, was echter van dien aard dat hij weldra weer werd afgezet. Na de nederlaag van de Commune verborg hij zich te Parijs en leefde daar zeven jaren onder allerlei namen, zonder dat men hem in handen kou krijgen. Bij hel eerste verhoor ontkende Garcin alles, wat hem ten laste werd gelegd. Thans ver dedigt hij zich met de bewering, dat hij geen ander doel had, dan den generaal le bescherm*]) tegen de woede van hel volk en dat hij hem om die reden gevangen nam. Dc getuigen a charge zijn echter talrijk; onder hen bevinden zich o. a. de officieren Jurie, Franck en Reugnot, en de hh. MoretMaver en Clémenceau.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1878 | | pagina 2