BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant
van Maandag 7 Januarij d878, 5.
ii,
Hl,
IV,
V,
VI,
VII,
ST ADS-BER ÏCHTEN.
HER-IJK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den
24»ten December 1877, n". 29/1 Provinciaalblad n°. 90), houdende bepaling van de
tijdstippen van den her-ijk der maten en gewichten in de verschillende gemeenten in
deze provincie, voor het jaar 1878;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verplichting, overeenkomstig
art. 15, lett. a, der wet van den 7en April 1869 Staatsblad n°. 57), tot het
doen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten en gewichtenonder mede-
deeling dat daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het locaal van den
ijk, op de Aalmarkt, naast de Gemeente-apotheeken wel:
voor de gewone gewichten, benevens de maten en strijkers,
voor wijk Iop den 8 Januari
9 en 10 Januari,
11, 15 en 16 Januari,
17, 18, 22 en 23 Januari,
24, 25, 29, 30 en 31 Januari,
1, 5, 6, 7, 8, 12, 18 en 14 Pebrnari,
15, 19, 20, 21, 22, 26en 27 Februari,
VIII, en de buitenwijk, op den 28 Februari, 1, 5, 6, 7en 8 Maart;
voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik bij medicijnbereidersgoud- en
zilversmeden, speciehandelaars en verdere in goud en zilver handelende personen,
voor wijk I, II, III, IV en V, op den 12 en 13 Maart,
VI, VII, VIII en de Buitenwijk, op den 14 en 15 Maart,
telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren
dat voorts gedurende den herijk in de gemeenten van den ijkkring buiten de
standplaats, zitting binnen deze gemeente zal worden gehouden, op den 5, 6, 27
en 29 April, 18 en 20 Mei, 8, 11 en 29 Juni, 1, 20 en 22 Juli, van des mor
gens 9 tot des namiddags 8 uren, en wijders na den 26 Juli, iederen Woensdag
en Zaterdag van 9 tot 1 uur.
Tevens worden dé belanghebbenden er op gewezen:
a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten, behoorlijk droog en schoon, bij
den ijker, op voorschreven dagen, tot het ondergaan van den her-ijk te bezorgen
b. dat zij, die zulks verzuimen of daarin verhinderd worden, voormelde maten en
gewichten vóór den lsteD October nog aan den ijker, op de daarvoor aangege
ven dagen, ter her-ijking moeten aanbieden; en
o. dat, na het eindigen van den termijn van den her-ijkhet gebruiken of voorhan
den hebben van maten en gewichtenniet voorzien van de vereischte stempel-
merken, volgens art. 29 der bovenaangehaalde wet, verboden en strafbaar is.
Vervolgens wordt ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat volgens besluit
van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheidvan den 19den December 1877,
de letter L, in den gewonen drukvorm, schuin gesteld, bestemd is tot goedkeu-
ringsmerk zoowel bij den ijk als bij den her-ijk der maten en gewichtende
Koninklijke kroonbij den ijk van weegwerktuigen voor gewoon gebruik en van
gasmeters; en eene vijfstralige ster, bij den ijk van weegwerktuigen voor fijnere
wegingen-, terwijl het kantoormerk voor de gemeente Leiden is het cijfer t.
Eindelijk dat aangezien bij sommige, vooral ijzeren weegwerktuigendoor roest
en andere oorzaken, de indruk van den overgangsstempel spoedig wordt uitgewisclit
op de dagen waarop de herijk plaats heeft, gelegenheid wordt gegeven, die balan
sen, waarvan bedoeld stempel onduidelijk is en dreigt te verdwijnen, ter overstem-
peling aan te bieden.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaat
sing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leiden, 3 Januari 1878. v. d. BRANDELER, Burgemeester-
E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat
ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke
belasting op de hondenieder houder van een of meer hondendie aan
die belasting onderhevig zijn, verplicht is, daarvan jaarlijks vóór of op den
319,en Januari bij den Gemeente-Ontvanger aangifte te doen, door inlevering
van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet; dat
bedoelde invullingsbiljetten voor hét dienstjaar 1878 kosteloos ten kantore
van den Ontvanger verkrijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 5 Januari 1878. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN roepen bij deze op alle
leveranciers, werkbazen enz., welke over het afgeloopen jaar 1877 ten laste
BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN,
Herzien de openbare kennisgeving omtrent de verplichting lot het doen van aangifte
voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1878, voor hen die op den Ist™
Januari van dit jaar hun 1 ït(il' jaar zijn ingetreden, en alzoo de personen, geboren
in het jaar 1859, alsmede voor hen die eerst na bet intreden van hun 19dejaar,
doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zijn geworden, geplaatst in de
Leidsche Courant van den 17dl'1124steD en 319ten December 1877;
Doen te weten
dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raadhuis, van des voor-
middags 10 tot des namiddags 3 uren,
op Maandag den 14 Januari, voor de bewoners van de wijken 1 2 en 3,
Dinsdag 15 4 en 5
Woensdag 16 6
v Donderdag 17 7
Vrijdag 18 8 en 9 of de
buitenwijk,
en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de inschrijving, onder opgave
der woonplaats van den ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks, de Zon
dag uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer gemeente (afdeeling B urger-
lijke Stand), van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens
voor hen, die hier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan wor
den gedaan.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant en bij aanplakking
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leiden, 5 Januari 1878. v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST Secretaris.
der gemeente eenige vordering hebbenom hunne rekeningen ten spoe
digste, uiterlijk vóór uit". Januari e. k.ter Gemeente-Secretarie (afdeeling
financiën) in te leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden 5 Januari 1878. E. KISTSecretaris.
Vergadering van den Gemeenteraad, op Donderdag 10 Januari e. k.
De justitie te Maastricht heeft zich naar Nijswiller begeven, waar een
persoon op zoodanige wijze is mishandeld, dat men voor het behoud van
zijn leven vreest. De vermoedelijke dader is aangehouden.
Het kindje, dat op Nieuwjaarsdag te Maastricht bij ongelük door een
pistoolschot aan het hoofd gewond werd, is overleden.
De firma Ziegelaar C°.die heden 55 jaar geleden werd opgerigt en
sedert vier jaren veranderd in een naamlooze vennootschap "de Nederland-
sche Fabriek van Lcderartikelenheeft in dien tijd van haar bestaan niet
minder dan 5,650,000 paren laarzen en schoenen afgeleverd, waarvoor aan
arbeidsloon alleen ruim ƒ6,000,000 werd uitbetaald. (Hbl.)
's GRAVENHAGE, 5 Januarij.
Tot burgemeester der gemeente Zaandam is benoemd de heer H. J.
Versteeg, met toekenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeen
ten Wormerveer en Westzaan, en aan den heer H. W. Wierda is, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Winsum.
Door den minister van binnenl. zaken is tot chef van het bureau der
secretarie en expeditie bij zijn departement benoemd de adjunct-commies
bij dat departement A. Belinfante.
Aan den generaal-majoor van het leger in Nederl. Indie A. J. Die-
mont is, met ingang van 4 Febr. 1878, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend uit de militaire dienst, met behoud van aanspraak op pensioen en
onder dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hem aan den
lande bewezen.
De luit. ter zee 2« kl. B. T. W. van Hasselt is, ter zake van in en
door de dienst ontstane ligchaamsgebrekenop pensioen gesteld.
Tot baas der lijnbaan is benoemd G. Stout.
Met den 16den dezer worden de navolgende officieren en scheepskler
ken geplaatst; aan boord van het wachtschip te Willemsoord, de luit. ter
zee 2° kl. W. L. baron van Verschuer; aan boord van het scliroefstoomschip
Zilveren Kruis, de luit. ter zee 2e kl. F. M. Mathon en de scheepsklerk
C. C. Hammaeher; aan boord van het ramtorenscliip Koning der Nederlan
den, de scheepsklerken H. J. Verveen, C. L. Vernee en A. P. W. Immink;
aan boord van het scliroefstoomschip Leeuwardende scheepsklerk J. van
Heumenen aan boord van het wachtschip te Amsterdamde lnit. ter zee
2' kl. jhr. R. W. J. van Pabst van Bingerden.
Het geregtshof te 'sGravenhage heeft heden een bejaarde vrouw tot 5
jaren tuchthuisstraf veroordeeld, die in de maand October van het jaar 1875
zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal Van onderscheidene gouden voor
werpen, toebehoorende zoowel aan haar meester, den heer S. alhier, als aan
haar mededienstbode, terwijl zij nog eene gevangenisstraf van gelijken dunr,
haar door de regtbank te Rotterdam wegens diefstal sedert opgelegd, heeft
te ondergaan.
Eene gelijke tuchthuisstraf sprak het liof nit over zekeren schippersknecht,
die in October jl. ten nadeeie zijns meesters te Rotterdam en van zijn oom
te Alkemade, toen hij bij deze eene visite bragt, sommen geld van een vrij
groot bedrag zich heeft toegeeigend.
Heden stond o. a. voor het hof een Scheveningsehe knipersknecht van 19
jaren teregt, die zich, hoewel hij 10 a 12 's weeks verdiende, in twee
nachten der maand October jl. van het erf van den reeder d. D. te Scheve-
ningen, telkens drie vaten haring, ter waarde van 20 per stuk, wist toe
te eigenen. Hjj verkocht het gestolene aan een ouden vischhandelaar ver
beneden de waarde en maakte van de opbrengst goedé sier. Adv.-gen. mr.
van der Hoeven requireerde voor dezen veeibelovenden jongeling eene gevan
genisstraf van 3 jaren. De verdediger verzocht den hove eene ligtere straf
in eenzaamheid op te leggen. Uitspraak aanstaanden Zaturdag.
BUfTENLANDSCHE BER1GTE1N,
m m k jl a Sr si,
LONDEN, 4 Januarij.
De verklaring van lord Carnarvon, dezer dagen afgelegd, was hoofd
zakelijk van den volgenden inhoud: De omstandigheden zijn natuurlijk in
den loop van den oorlog veranderd, als altijd, maar in het wezen der zaak
is weinig veranderd. Plewna is gevallen, maar ieder, die op de hoogte
was, kon dit voorzien en Engelands houding blijft dus wat zij is geweest;
waakzaam ten aanzien van alle wezenlijke Engelsehe belangenvriendschap
pelijk tegenover alle andere natiën en onzijdig ten aanzien van de oorlog
voerenden. Al zijn wij volstrekt ongenegen Turkschen belangen als
zoodanig weder voor eenigen tijd schijn van leven te geven, wij zijn thans,
als altijd, vastelijk voornemens, bij de eindregeling van dit vraagstuk,
zoodra het daartoe komt. eene stem in het kapittel te hebben. Wij heb
ben thans niet, zooals ondersteld werd, gepoogd te bemiddelennoch min
der tusschen beiden te komenin de gewone beteekenis van het woord
interventie. Wij hebben eenvoudig openingen, voor het verkrijgen van den
vrede, van den een overgebragt aan den ander. Het daarop ontvangen ant
woord heeft velen niet bevredigd en men kan daarover verschillend oordee-
len. Maar ik ben het volstrekt oneens met degenen, die daarin eene be-
lecdiging voor Engeland zien. Het is volkomen ongegrond en onredelijk,
zoo iets te onderstellen. Nu ik dit heb gezegd, wil ik ook verder gaan
en er bijvoegen, dat er op dit oogenblik aan weerszijden een ernstig gevaar
is. Vooreerst hoop ik niet, dat wij in dit land ons zenuwachtig zullen