Rij de tweede kamer is ingekomen de memorie van beantwoording over hoofdstuk VII li (dep. van financiën) der staatsbegrooting voor 1878. Door den minister worden, ingevolge liet te kennen gegeven verlangenover gelegd de opgaven van de vaste goederen, welke zich in de zoogenaamde doode hand bevinden. Hij zal zorg dragen dat te Lobith bij voortduring aan de billijke eischen van het verkeer behoorlijk worde tegemoetgekomen. De minister verklaart uitdrukkelijk dat het door de regering gedane voor stel Vforshands niets anders wil dan een vertronwenswaardig deskundig onderzoek naar de grondslagen van een weduwen- en weezenfonds voor alle burgerlijke ambtenaren zonder onderscheid. Hij erkent dat de noodzakelijk heid eener vernieuwing der muntbillctlen inderdaad onbetwistbaar schijnt. De minder spoedige invoering der bronzen pasmunt is het gevolg van ver schillende oorzaken. He aanmunting is met 15 October aangevangen. In het gebrek aan 10-ccnlstukken is door aanmunting in de afgeloopen maand voorzien. De minister deelt mede. in welken staal hij de quaestie der van het klooster St. Agatha afkomstige domeinen heeft gevonden. In het laatst dezer ol in het begin der volgende maand zal eene eerste veiling plaats hebben, en wel van Maaswaarden en gerooid dennenbosch. Inmiddels heeft liet klooster der kruishccren te St. Agatha by exploit van 22 October II den staal gedagvaard wegens stoornis door de vei knoping enz. der hoornen loegebragt, in het bezit pro domino, dat liet klooster volgens de dagvaarding beweert te hebben. De minister ontwaarde met genoegen, dal de omwerking van den veengrond in litl llaagsche bosch. door dien te vermengen met zanden het aanplanten van jong hout. bijval vond. Hij vertrouwt dat de uil den genomen maatregel voortvloeiende nieuwe toestand der verjongde takken, in hunne omgeving van oud geboomte, aan de verwachting zal beantwoor den. Hij verklaart dat er alleen sprake was van instandhouding en verbete ring van het Bosch in zijn tegenwoordig karakter. Tot het aannemen van een vast plan heeft hij liet advies ingeroepen van mannenmet de kennis van onzen bodem en van de houtciilluur vertrouwd, en heeft hij reeds de eer ste stappen gedaan, om hun de vraag Ie onderwerpen, naar welk plan voort aan in liet Bosch te werk zal moeten worden gegaan. Blijkens de memorie van beantwoording omtrent het IIId' hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1878 is hel eindcijfer van het hoofdstuk leruige- j hragt tot een bedrag van ƒ641.790 en dus ƒ16382 minder dan dat van het loopende dienstjaar. Hiertoe heeft liet voornemen geleid om uit de verschil- j lende hoofdstukken der staatsbegrooting voor de dienst van 1878, in ver- i band met den tcgenwoordigen toestand van srijks geldmiddelen, alle niet volstrekt onvermijdelijke verhoogingen te doen verdwijnen, echter onder uit drukkelijk voorbehoud van den minister, om, wanneer hij zich, na een gezet onderzoek, waartoe hem tot dusverre de noodige tijd ontbroken heeft, met de daardoor nu vervallen voorstellen geheel of gedeeltelijk zou kunnen ver- ecnigendaarop bij suppletoire of volgende begrootingen terug te komen. De minister zegt verder dat het berigt van de opening der havens van Vela de Coro en Maracaïbo onjuist is; de regering heeft althans daarvan langs officiëleu weg geene mededeeling ontvangen. De opening van die havens kan intusschen, volgens van verschillende zijden ingekomen berigten, vermoedelijk binnen kort worden tegemoet gezien. De Venezuelaansche regering heeft aan hare verpligtingen met betrekking tot de Nederlandsche schuldeischers geregeld voldaan en nog kan als blijk van goede gezindheid van Venezuelaansche zijde •wordt aangevoerd, dat door den afgetreden president, voor de door den storm in Sept. 1876 geteisterde bewoners van Aruba en Bonaire, eene lading met levensmiddelen ter beschikking van den gouverneur van Curaqao is gesteld, liet denkbeeld om den uitvoer van buskruid en wapenen uit Curaqao geheel te verbieden, zal door de regering in ernstige overweging genomen worden. 's GRAVENIIAGE 20 November. Z. M. heeft aan W. N. van Bentum, matroos le kl.. dienende aan boord van den monitor Adder, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, wegens de redding van een van de reede te Hellevoetsluis in het water ge- vallen sergeant der marinierstoegekend de bronzen medaille, ingesteld bjj besluit van 22 Sep. 1855, alsmede een loffelijk getuigschrift. Door Z. M. is aan W. C. baron Snouckaert van Schauburg, Zr. M». hofmaarschalk, vergunning verleend tol het dragen der versierselen van ridder-grootkruis der orde van St. Stanislas, hem door den keizer aller Russen geschonken. Aan den heer D. Th. Notlen is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als burgemeester van Ruinen, met dankbetuiging voor de langdurige diensten door hem in verschillende betrekkingen bewezen. Tot ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kanlongeregtcn in het arrond. Amsterdam, voor de kantons Amsterdam (eerste kanton) en Amsterdam (tweede kanton), ter standplaats Amsterdam, is benoemd de heer mr. B. Ort, thans ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kan longeregtcn in het arrond. Middelburg, voor de kantons Ooslburg, Ter Neuzen en Hulst. Bij kon. besluit van 19 dezer zijn benoemd tot commies der posterijen van de 2' klasse H. A. 11. Canter Crcmers, C. van Ghert, A. N. Vellinga, thans van de 3e klasse; van de 3e klasse; F. van Iluben, P. C. N. Eich- holtz, F. Sinninghc, thans van 4e klasse; van de 4e klasse: C. G. van Hout, C. Burgersdijk, D. J. Bekaar, E. D. Rinck, J. J. C. van Leeuwen van Dui- venbode, G. van Rossum, A. A. D. E. van der Marck en T. de Groot, thans surnumerairs. De kapitein W. J. F. van der Blom, van het 7e reg. infanterie, is, op zijne aanvrage, op pensioen gesteld. De luit. ter zee le kl. J. Dalen, dienende aan boord van het wacht schip le Hellevoetsluis, wordt overgeplaatst aan boord van het ramtoren- $chip Koning der Nederlanden en aan boord van gemeld wachtschip vervan gen door den luit. ter zee le kl. L. Backer (lverbeek. Het fregat Evertsen wordt buiten dienst gesteld en de kapitein ter zee C. H. tfogaerl eervol van het be»el over dien bodem ontheven. Z. K. II. prins Fredcrik is heden middag uit Neuwied in de residentie teruggekeerd. -- De minister van koloniën zal Vrijdag aanst. geen gehoor verleenen. De provinciale staten van Zuidholland hebben in hare heden gehouden zitting de aan de orde gestelde onderwerpen behandeld, mecrendeels aan vragen om subsidiën voor het onderwijs. Zij werden deels afgewezen, deels toegestaan ol aangehouden. Door het openb. min. bij dc arrond.-regtbank alhier is lieden, bij monde van den subst.-ofRcier van justitie mr. van der Kemp, conclusie genomen in de onteigeningsprocedures van de spoorweg-maatschappij Leiden-Woerden, waarin jl. Dingsdag de pleidooijen werden voorgedragen. Met de eischende maatschappij was het openb. min. van oordeel, dal verschillende posten door de deskundigen te hoog waren berekend en concludeerde mitsdien dat de regtbank bij haar vonnis zal bepalen, dat drie andere deskundigen zullen worden benoemd, aan wie zal worden opgedragen tot eene andere taxatie over te gaan. De regtbank bepaalde de uitspraak in deze zaken op Dings dag 4 December. Hierna werden bepleit de zaken van de spoorweg-maatschappij Leiden^ Woerdenw aarbij hel de onteigening betreft van perceelen ten name van 1°. P. dc Wil; 2". II. de Boer, wed. Langeveld; 3°. F. Th. Everard en 4°. F. B. Sluylerman van Loo. Ook in deze zaken kwam vooral het oordeel der des kundigen ter sprake. Gisteren namiddag omstreeks half vier ure had in het gebouw van het ministerie van oorlog een allertreurigst ongeval plaats. Een der schoon maaksters, die, op een ladder staande, eenig werk verriglle, viel door eene onbekende oorzaakdaar af, met het ongelukkig gevolg dat zij op een mar meren trap teregt kwamwaardoor zij zich vreesselijk aan hoofd en hals verwondde. De officier van gezondheid Gruis en kort daarop de generaal- majoor inspecteur van de geneeskundige dienst van Hasselt waren al spoedig tegenwoordig om de eerste verbanden te leggen, waarbij de verschrikkelijke bloedstorting bijna niet was te stelpen. Met den raderbrancard van het garnizoens-hospiiaal naar haar woning in het Kikkerstraatje vervoerd, was verdere geneeskundige hulp onnoodig, wijl zij, kort na hare aankomst aldaar, den laatslen adem uitblies. Eene vreeselijke gebeurtenis bragt eergisteren middag tegen 4 uur niet weinig ontsteltenis in dc Paulus-Pollerstraat alhier te weeg. Door huiselijke oneenigheid tot razernij gebragt, bedreigde een werkman zijn vrouw met mishandeling en nam zij de vlugt. Om zijn woede te koelen, greep de man zijn hond en scheurde dit dier als het ware vaneen, zoodat het hem dood in de handen bleef; ook dat was hem niet genoeg; hij doodde daarna zijn kanarievogel en ten slotte wierp hij zich, steeds met een mes gewa pend, op zijn kind. Gelukkig was juist op dat oogenblik een buurman toegesnelddie den ontaarden vader belette zijn kind te doodenmaar het slagtoffer van zijn prijzenswaardige daad werd. De woesteling stiet hem het mes in den buik, zoodat de man bewusteloos neerviel. Spoedig was de policiedie ontboden werd, toegesneld en bragt den razende met veel moeite naar het commissariaat, waarheen kort daarna ook de gewonde per bran card werd gedragen, om vervolgens naar het gasthuis te worden vervoerd. Een bende jonge deugnieten (tien in getal) zag men dezen morgen van het bureau van policie op de Nieuwe Haven in de gevangenwagen naar de gevangenis overbrengen. Zij hadden zich in onderscheidene winkels aan diefstal van worst, spek, brood, gebak, vijgen, amandelen, tabak, pjjpen en sigaren schuldig gemaakt. Drie hunner waren reeds wegens diefstal ver oordeeld. De oudste moet, naar men zegt, den ouderdom van 14 jaren nog niet bereikt hebben. BUiTENEAiNDSCllE BElUGTEiN, ENGELAKIi. LONDEN, 19 November. Bij het comité voor dc noodlijdenden in Britsch-Indië komen nog steeds gelden in, niettegenstaande van den gouverneur-generaal berigt is ontvangen, dat de ingekomen bedragen reeds voldoende zijn tot leniging van den nood. De ingekomen giften bedragen nu ruim 464.000 Volgens berigt uit Chicago heeft aldaar weder een hevige brand ge woed. Het groole manufacturen-paleis van de hh. Field en Leiter is een prooi der vlammen geworden. Het verlies wordt op een millioen dollars geraamd. FRANHHIJH. In de Maandag gehouden zitting van den senaat heeft de heer Arago, naar aanleiding der door den heer de Kerdrel aangekondigde interpellatie de prcalable quaestie gevraagd, daar hij die interpellatie inconstitutioneel achtte en er eene inbreuk op de regten der andere kamer inzag. De senaat heeft de prealable quaestie verworpen met 155 stemmen legen 130. Dc heer dc Kerdrel was daarna aan het woord. Hij verklaarde eerbied te hebben voor het beginsel van juiste scheiding der bevoegdheid van dc verschillende staatsmagten. De kamer heeft het regt eene enquête in te stellen. Hij wilde alleen weten, welke maatregelen de regering dacht te nemenom te voorkomen dat de enquête inbreuk maakt op de regten van de uitvoerende magt en de magistratuur. De hertog de Broglie antwoordde, dat de enquête geen juridiek karakter draagt en ook niet het karakter van onpartijdigheid. Zij is eene inbreuk van de wetgevende op de regterlyke en de uitvoerende magt. Hij beriep zich verder op de meening van liberale ministers onder de restauratie. De heer Dufaure verklaarde, dal de kamer doör het aannemen der enquête hare regten niet was te buiten gegaan. De considerans van hel enquête-voorstel was niet gevaarlijk. Om eene botsing lusschen de beide kamers te voorkomen, moet men verzoenend te werk gaan en de prikkelbaarheid der andere kamer niet kwetsen door eene motie als de voorgestelde, die zonder eenig nut was; want de inslructiën, die deze ministers aan de ambtenaren gaven, zijn volstrekt niet verbindend voor hunne opvolgers. In plaats van zulk een verbitterende motie voor te stellen, ware het beter dat de voorzitter en de begrootings-commissie van den senaat in overleg traden met den voorzitter en de begrootings-commissie van de kamer, ten einde dc financiële dienst regelmatig te verzekeren vóór 1 Janna rij. Om dat doel te bereiken, was er verzoening noodig. De door de linkerzijde voorgestelde eenvoudige orde van den dag was hierna verworpen met 153 stemmen legen 136. De hertog de Broglie liet zich toen aldus uil: »De enquête is een parle mentair en geen juridiek onderzoek. De ambtenaren blijven voor die enquête onderworpen aan hun eigen superieuren. Bij dezen moeten zij bevelen en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 2