grieven le gemoel Ie komen, eene kwade bedoeling te worden gezocht om het bijzondere ten koste van het openbaar onderwijs te bevoordeelenen dit niettegenstaande hare uitdrukkelijke verklaring dat naar haar oordeel de reglslreeksche zorg der overheid zich niet verder mag en kan uitstrekken dan tot de openbare school, dat de eisch om uit openbare kassen offers te brengen, ten einde de mededinging der bijzondere scholen te steunen, haar noch billijk noch grondwettig voorkomt, terwijl .ij een verpligt subsidie- of restilutiestelsel met administrative orde en goed beheer niet bestaanbaar acht. Dat zich de regering hierover meent te moeten beklagen, is niet uit eigenliefde of ingenomenheid met eigen werk, maar omdat zelfs de behoefte niet schijnt gevoeld te worden om eene schoolwetherziening tol stand te brengen, waarhij meerderheid en minderheid zich zouden kunnen nederleggen. De meerderheid schijnt alle grieven der minderheid le ontkennen, en er geen bezwaar in te vinden eene volstrekt eenzijdige wet te maken; de minderheid schijnt tot leus le kiezen: alles (d. i. het volstrekt onbereikbare) of niets. Onder deze omstandigheden had de regering hare poging, om eene ge- wensehte overeenstemming tusschen de verschillende rigtingen op onderwijs gebied tot stand te brengen, als geheel mislukt kunnen beschouwen, en van eene verdere behandeling der voordragl af zien. Het is haar echter, na rijpe overweging voorgekomen, dat eene beantwoording van hel verslag en eene beraadslaging omtrent het wets-onlwerp in de staten-generaal nog altijd kans op toenadering zouden kunnen openen. Zij heeft daarom aan dachtig nagegaan in hoeverre aan bedenkingen zou kunnen worden lege- moet gekomen en een nader onderzoek ingesteld; zij heeft gecne ingrijpende wijzigingen in haar ontwerp gemaakt en geeft in haar uitvoerig antwoord de gronden op, waarom zij het door haar ingenomen standpunt blijft handhaven. Die gronden worden in volgorde in hel voorloopig verslag breedvoerig uiteengezet, met bestrijding tevens der ingediende nota's. In de opvatting van hetgeen de Grondwet eischt en bedoelt nopens de verhouding van het openbaar en bijzonder onderwijs, stemt de regering met de meerderheid in en ontkent dal van eoncessiën of schijneoncessiën sprake zou zijn. Wijziging van art. 194 der Grondwet acht zij niet noodig en splitsing van de open bare school naar de gezindheden is niet wel vereenigbaar met de Grondwet. Dat het kabinet is opgetreden met eene bepaalde laak ten opzigte van het lager onderwijs, kan niet worden toegegeven. Dat beoogd is eenzijdige rig tingen te verzoenen, is waar; niet evenwel door een zwak en weifelend geven en nemenmaar wel door aanvulling van de leemten in de wet. Schoolpligtigheid acht de regering niet raadzaam. De meerderheid der kamer wil noch openbare gezindheidsscholen, noch restitutiestelsel. Maar waarom verklaart zij zich dan onvoldaan over den arbeid der regering? De memorie van beantwoording behandelt wijders, op het voetspoor van het verslag, de daarin voorkomende beschouwingen en licht eenige wijzi gingen nader toe. Een gewijzigd ontwerp is aan de memorie toegevoegd. 'sGRAVENIIAGE, 5 September. Z. M. de koning heeft HDs. oud-ondersecretarisden heer A. G. L. Tros- sarello, van ridder lot officier in de orde der Eikenkroon bevorderd. Z. M. de koning heeft, als blijk van tevredenheid over de orde en nelheid, die Z. M. bij de inspectie van de Oranje-kazerne heelt aangetroffen, een kostbaar gouden rcmontoir-horlogie met dito ketting doen ter hand stellen aan den adjudant-onderofficier-vaandeldrager A. P. van Beekom, de adjudant-onderofficieren J. Sprenger, W. J. A. van Zant, J. Loois, M. Nceteson en II. Koen, terwijl een fraai zilveren horlogie werd overhandigd aan de 22 sergeanten-majoors. Tot burgemeester der gemeenten Hoogwoud en Opmeer is benoemd de heer J. C. Albrechtte Wassenaar. Aan den heer dr. J. C. Hallhes is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Groningen. De luit. ter zee 2' lel. W. B. J. van Eyk wordt geplaatst aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis. Z. K. II. prins Hendrik is heden middag weder naar HD. buitenverblijf Soestdijk teruggekeerd. De minister van binnenlandsche zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor verleencn. Gisteren is alhier, na eene kortstondige ziekte, overleden de heer m'. M. F. Lantsheer, sedert 1874 raadsheer in den hoogen raad der Nederlan den. Gedurende een en dertig jaren lot zijne benoeming in den hoogen raad, verwierf hij zich een schal van kennis, in zijne geboortestad, zoowel als advocaat, als secretaris der gemeente Middelburg, als lid van den ge meenteraad aldaar en van de prov. staten van Zeeland, gelijk in reglerlijke betrekkingen, eerst bij dc arroml.-regtbank te Middelburg, daarna als raadsheer in het prov. geregtshof van Zeeland. Ondanks zijn bedrijvig leven in die onderscheidene functiën, bleef hij zich aan de wetenschap wij den. Zrjne veelzijdige kunde en practicale ondervinding deden op hem de keuze vallen bij de vacature, ontstaan door de benoeming van den heer mr. J. Heemskerk Az. tot minister van binnenl. zaken, Slechts drie jaren mogt hij dien zetel in den hoogen raad vervullen. -- In deze maand, den 23'", valt voor den directeur der kon. kapel van het reg. grenadiers en jagers, den heer Dunkier. een belangrijk feest, namcljjk zijn gouden dienslfeesl bij de militaire muziek. Volgens het Dbl. worden reeds maatregelen beraamd om dit feest niet onopgemerkt te doen voorbijgaan. Ongeveer 1200 inwoners van Arnhem en Utrecht zijn dezen ochtend met een pleiziertrein van den Rijnspoorweg alhier aangekomen. Dezer dagen vermaakten zich op de duinen te Scheveningen eenige knapen met het afsteken van vuurwerk, toen een der jongens een lading brandend kruid in de oogen kreeg en blind te huis moest worden gebragt. Men vreest dat hij zijn gezigtsvermogen onherstelbaar verloren heeft. BülTENI.Ai\DSCIiE BEKIGTEN. S M E A ÏS ES. LONDEN. 4 September. lie lord-mayor heeft een telegram ontvangen van den gouverneur va( Madras, naar aanleiding van de bewering dat in Indië meetings zullen ge. houden worden om op groote schaal inschrijvingen te openen ten behoei; van de door hongersnood geteisterde bewoners. De gouverneur berigt, dal, na een conferentie te dier zake met den onderkoning gehouden te hebben, het niet raadzaam werd geoordeeld meetings tot dat doel hijeen le roepen, daar waarschijnlijk van de geheele bevolking een hooger bedrag aan bel» ting zal geheven worden om in den nood van dc bevolking te voorzien. Tevens werd in die depêche de wensch kenbaar gemaakt, dat al de it Engeland ingezamelde gelden door een comité beheerd zullen worden, dal geheel onafhankelijk van het gouvernement zal optreden. fic H A Si 13. ÏJ Éi. De dood van den heer Thiers heeft, gelijk te begrijpen is, allerwegc hier te lande een diepen indruk gemaakt. Niet alleen zijne vrienden, man ook zijne vijanden, zullen erkennen dat Frankrijk een groot man verlorei heeft. De diensten, die hij in het laatst van zijn leven, onder de moeijelijksti omstandigheden, nog aan zijn vaderland mogt bewijzen, liggen nog te verscl in het geheugen, om niet met erkentelijkheid te worden herdacht. In 4 omstandigheden, waarin het land thans verkeert, is zijn overlijden voord) republikeinsche partij, waarbij hij zich met zooveel warmte had aangesloten, een gevoelige slag. Wie toch zal den man vervangendie haar met gen» tigdheid binnen de juiste grenzen wist le houden en den aandrang dei nltra's met goed gevolg kon wederstaan? In de tegenwoordige omstandig heden mogten dc verdedigers der republiek zich met eere scharen rondom den man, die de banier der vrijheid steeds met fierheid wist op le houden, Het is dan ook niet zonder reden dal er wegens dit overlijden een naiionetl rouwbetoon wordt verwacht. Woensdag zal het stoffelijk overschot van den heer Thiers naar de hoofd stad worden overgchragt. De Temps deelt omtrent het overlijden van den heer Thiers de vol gende bijzonderheden mede; llij had den Zondagavond met vrienden zeer opgewekt doorgebragt en eene goede nachtrust genoten. Na vroeg le zijn opgestaanarbeidde hij tot half acht in den morgendaarop ging hij eene kleine wandeling maken en naar zijn paarden zien. Ten acht ure keerde hij naar huis. Ten twaalf ure ontbeet hij. Tegen het einde van den maal tijd hoorde men hem eenige woorden stamelen. 'Men bragt hem te bed. en de geneesheeren zagen dadelijk hel ernstige van zijn toestand in. Mosterd pleisters werden hem aan de beenenbloedzuigers aan den nek geplaatst. Dc lijder scheen geheel gevoelloos. Nadat hij twintig minuten aldus gelegen had, werd doctor Barthe ontboden. Een bulletin meldde het bedenkelijke van den toestand. Ten 6 ure 10 minuten was alles voorbij, liet lijk is in den salon op een bed gelegd, met ontbloolen hoofde, de regterhand op de borst, den linkerarm langs de zijde. Nog zijn de trekken niet veranderd, De doode schijnt te slapen. Meissonnier, de schilder, maakt eene schets voor eene schilderij van het doodsbed. De Ind. Beige noemt den 3len September 1877 voor al de Franschen een dag van nationale rouw, want Thiers was in dc oogen van Europa de uitstckendstc vertegenwoordiger van Frankrijk. Ten allen tijde wilde hij, zegt het blad, voor zijn land de vrije regering der natie door zich zelve. Deze regering had hij meenen te vinden in dc constitutionele monarchie, Toen hij de monarchie onmogelijk achtte, verklaarde hij zich voor de re publiek. Aan de zaak der republiek was zijne laatste gedachte, waren zijne laatste pogingen gewijd. Hij heef! hijgedragen tot de vestiging van de repu bliek. llij was haar eerste overheidspersoon. Hij regeerde haar met voor- zigligheid, met bekwaamheid, met toewijding. Het hoogste staatsambt, waartoe zijne talenten en zijne diensten hem geroepen hadden, legde hij neder om geen- andere reden dan omdat hij niet wilde genoodzaakt zijn kuiperijen le dekken die den sotivereinen volkswil dreigden te bedwingen. In de beproevingen welke men thans doorslaatwendde de openbare meening zich gaarne tol hem. als een opperhoofd, een leider, op wien zij vertrou wen kon. Men kan zeggen «lat de loophaan van dezen doorluchligen burger plotseling is afgebroken. Frankrijk had hem nog noodig, en was zeker hem te vinden. De Figaro, een der hevigste tegenstanders van den heer Thiers, kan niet nalaten, bij de vermelding dal zijn stoffelijk overschot op staatskosten zal begraven worden, er bij te voegen dat Frankrijk die hulde schuldig is aan den man, die het regeerde en die, ondanks zijne dwalingen, een groote geest is geweest en een plaats in het Pantheon van 's lauds uitstekende mannen verdient. Ten aanzien der internationale tentoonstelling van 1878 heeft de pre sident der republiek de toe te kennen onderscheidingen geregeld. Daarbij wordt eene som van 1% millioen fr. beschikbaar gesteld en eene jury in gesteld, welke bestaat nil 350 vreemde en 300 Fransche werkelijke leden, terwijl bovendien 175 vreemde en 150 Fransche plaatsvervangende leden zullen worden benoemd. Voor de afdeeling kunstwerken worden beschik baar gesteld: 17 eeremedailles en kunstwerken van Franschen oorsprong; 32 medailles van de eerste, 44 van dc tweede en 88 van de derde klasse. Voor die afdeeling bestaat de jury uit 63 leden; de verhouding tusschen de Franschen en vreemden wordt door den president der republiek, op de voordragt van den minister van landbouw en koophandel, vastgesteld. Voor de inzendingen van landbouw en fabrieknijverheid worden beschikbaar ge steld: 100 groote medailles voor bijzondere onderscheidingen; 1000 gouden, 4000 zilveren en 8000 bronzen medailles, alle op denzellden stempel gesla gen 8000 eervolle vermeldingen. De verdeeling dezer onderscheidingen over de verschillende onderafdeelingen geschiedt door dc algemeene tentoon-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 2