BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsehe Courant
van Maandag ó8 Junij 4877, iT". ó4ó.
STADS-BERICHTEIN,
b. de kantoren der Rijksbetaalmeesters;
SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat de alplia-
betische naamlijst van alle personen, die, overeenkomstig de wet van den 11
April 1827, aan de loting voor de Schutterij moeten deel nemen, ter image van de
belanghebbenden zal liggen ter secretarie dezer gemeente, van den 18 loten met den
26 Juni aanst. (de Zondag uitgezonderd), des voormiddags van 9 tot 12 uren, en dat
de loting zal plaats hebben in een der lokalen van het Raadhuis, en wel:
op Woensdag den 27 Juni 1877, 's voormiddags te negen uren.
Wordende zijwelke na de laatstvoorgaande inschrijving zich binnen deze ge
meente metterwoon hebben gevestigd, tot eene naloting opgeroepen, mede
op Woensdag den 27 Juni 1877, 's namiddags te één uur.
Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden opgeroepen, om tot de loting
ter voorschreven plaats op te komen, op den dag en het unr in deze kennisgeving
uitgedrukt; terwijl zij, die verhinderd mochten worden zeiven tot de loting
op te komenzich door een gemachtigde kunnen doen vertegenwoordigenof
geen gemachtigde verschijnende, zal de loting geschieden door een der leden van de
Commissie uit het Gemeentebestuur. Tevens worden de belanghebbenden ver
wittigd, dat bij de genoemde loting aanteekening zal worden gehouden van de re
denen tot vrijstelling, die de ingeschrevenen vermeenen, krachtens het 3de art. der
wet, te kunnen aanvoeren: waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrij
stelling meenen te hebbenvan belang isdoor personeele opkomstof, bij volstrekte
beletselen, door het zenden van een met hunne omstandigheden wel bekenden ge
machtigde, de loting niet te verzuimen.
En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat aan de navol
genden bij de wet regt op vrijstelling is toegekendals
1». die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen tot den wapenhandel, voor
het tegenwoordig oogenblik of wel geheelongeschikt maken
2°. die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el (meter) en vijf honderd zeventig stre
pen (millimeters);
3°. de geestelijken van alle gezindheden, zoo lang zij niet van stand veranderen;
4°. de professoren en lectoren aan de hoogescholenaan de athenaea en de seminariën
5°. de studenten in de godgeleerdheid
6°. die den rang van officier in dienst van den Staat, te lande of ter zee hebben
bekleed, en door eervol ontslag den dienst verlaten hebben of gepensionneerd
zijn, zoo lang zij niet in een gelijken of een hoogeren rang bij de Schutterijen
kunnen worden aangesteld
7°. die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontsla
gen in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in een
hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld
8°. die in militairen dienst ter zee of te lande zijn, waardoor alleen worden bedoeld
zij, die na de inschrijving in militairen dienst zijn getreden, als rustende op
militairen, zoo lang zij in dienst zijn en dus niet voor ingezetenen eener be
paalde gemeente kunnen gehouden worden, de verplichting niet om zich te
doen inschrijven;
9°. den broeder van hem, die in persoon voor zich zeiven bij de Schutterij dient,
met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van
een ongelijk getal slechts de kleinste helft tot den dienst zal worden opgeroepen
strekkende deze bepalingen zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om
welke reden ook, niet meer bij hunne ouders inwonen;
terwijl voorts, in tijd van vrede, van den actieven dienst tevens worden vrijge
steld (met de bepaling nochtans, dal zij tot den werkelijken dienst dadelijk kun
nen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling ophouden, waarom
zij op dealgemeene en bijzondere rollen tevens geplaatst, doch bij de reserve zoo
lang in dienst gesteld worden);
10°. zijdie tot den dienst der nacht- of brandwachtenen tot dien der brandspui
ten, zijn aangesteld, zoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast;
11°. lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personeele belasting wordt
betaald, waaronder echter niet zullen worden verstaan werkboden of zoodanige
bediendendie ter uitoefening van iemands beroep of bedrijf zijn benoodigden
12°. zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armen-geslichlen opge
voed of onderhouden worden.
En zullen dientengevolge degenen, welke op vrijstelling, uit hoofde van een der
bovengemelde redenenaanspraak mochten vermeenen te kunnen maken, zoowel als
zij, die zich in den dienst willen doen vervangen, de bewijzen daartoe vereischt,
moeten overleggen en, in het laatste geval, de personen, met welke zij van nom-
mer willen verwisselen kenbaar maken aan de Commissie, op Maandag den
2 Juli aanstaande, des vooriniddags tnsschen 9 en 12 uren, op het Raadhuis, ten einde
daarvan de noodige aanteekening te doen, voor zooveel zulks bij de loting niet
mocht zijn geschiedzullende op de reclameszoowel als over de goed- of afkeu
ring der personen, door welke men verlangt zich te doen vervangen, nader door de
Commissie van onderzoek uitspraak worden gedaan.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de Leidsehe Courant
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. BR ANDELER, Burgemeester.
Leiden, 16 Juni 1877. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien dc circulaire van den Commissaris des Konings in deze Provincie
vaii den 4Jt° dezer maand, A, li". 925 (3e afd.) Provblad n". 48);
Brengen bij deze ter openbare kennis een uittreksel, zooveel dit Gewest
betreft, van de circulaire van den Minister van Financiën van den l,len dezer,
houdende bepalingen omtrent de inwisseling van Nederlandsche koperen en
bronzen muntspeciën tegen standpenningen, luidende als volgt:
De Minister van Financiën,
Maakt, naar aanleiding van het Koninklijk besluit van 20 Mei 1877, n°. 38,
genomen ter uitvoering van de Wet van 28 Maart 1877 Staatsblad n°. 43),
het navolgende bekend:
1°. Als kantoren waar de Nederlandsche koperen- en later ook dc Neder
landsche bronzen pasmunt, mits voor niet minder dan eene waarde van tien
gulden, tegen standpenningen inwisselbaar zal zijn, zijn aangewezen:
o. de Nederlandsche Bank, als agent van 's Rijks schatkistle Amsterdam-,
c. de navolgende kantoren der Directe Belastingen en der Directe Belas
tingen en Accjjnsen:
In de provincie Zuid-Holland: Alblasserdam, Alphen, Atncide, Üud-Beijer-
land, Bodegraven, den Bommel, Brielle, Charlois, Delfshaven, Delft (dir.
bel.), Gorinchem, Gouda, 's Gravendeel, 's Gravesande, Hazerswoude, Helle-
voeisluis, llillegersbergKatwijk, Kralingen, Leerdam, Leiden (dir. bel),
Maassluis, MiddelharnisNieuwesluis, Nieuwkoop, Numansdorp, Oegstgeest,
Oudewater, Overschie, Ridderkerk, Schiedam (dir. bel.), Sliedrecht, Schoon
hoven, Vianen, VlaardingcnVoorburg, Woerden, Woubrugge, Zwijndrecht.
d. de navolgende kantoren der registratie en domeinen
In de Provincie Zuid-Holland: Noordwijk, Sommelsdijk, IJsselmonde.
2". De aanwijzing der kantoren onder n°. 1 litt. c en d hierboven be
doeld, geldt slechts, voor zoover de vereischte standpenningen aldaar voor
handen zullen zijn.
3". De bij n°. 1 hierboven gemelde kantoren zijn voor de bedoelde inwis
seling opengesteld:
dat, gemeld bij lett. a des Maandags en des Donderdags (mits geen
feestdag) van negen tot half een uur;
die, gemeld bij lett. b, van den 16den tot en met den 25sten van elke
maand (zon- en feestdagen uitgezonderd) op de gewone kantooruren;
die, gemeld bij letters c en d, den tweeden werkdag van elke week, of
indien hij op den eersten dag der maand valt, den derden werkdag, en
indien hij op den laatsten dag der maand valt, den vierden werkdag dei-
week, op de gewone kantooruren.
4°. De hierboven genoemde bepalingen, welke uitsluitend ten doel hebben
aan de ingezetenen gelegenheid te geven zich van de te groote hoeveelheid
koper ol bronzen munt te ontdoen en ze weder elders te verspreidentreden
in werking met 1®. Julij 1877.
De Minister voornoemd,
'sHage, 1 Junij 1877. (get.) H. J. v. d. HEIM.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsehe
Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 16 Juni 1877. E. KIST, Secretaris.
Door de staats-commissie voor de geneeskundige examens te Amster
dam is bevorderd tot arts de heer T. M. van Deventer, med. doctorandus,
en is het getuigschrift voor het eerste gedeelte van het examen uitgereikt
aan de hh. A. Geyl, med. doctorandus en G. Poolman, cand.-arts.
Het stoomschip Torrington is op 14 Junij van Batavia naar Rotter
dam vertrokken.
De Jewish Chronicle, melding makende van het verlies, dat de Israë
lieten in het bijzonder geleden hebben door den dood van H. M. de koningin,
die voor hen een zoo edele weldoenster was, voegt er bij dat de Israël,
gemeente te Londen een afgevaardigde naar Nederland heeft gezonden om
de teraardebestelling van het stoffelijk overschot der vorstin bij te wonen.
Te Rotterdam is, naar men aan de N. R. C. mededeelt, door een
rijks-ambtenaar, terwijl hij werkzaam was aan de Willemskade, een levend
exemplaar van den Coloradokever op de straat gevonden.
Uil Amsterdam meldt men dat het monumentdoor oud-leerlingen op
het graf van hunnen overledenen leermeester en vriend Andriessen geplaatst,
aanstaanden Dingsdag 19 Junij 1877, des morgens ten 10 ure, op de be
graafplaats aan de Weespervaart nabij de Diemerbrug zal worden onthuld.
Te Amsterdam zal zich eerstdaags in het Park als violist doen hooren
de heer Hermann Unthandie, beide handen missende, met de voeten zijn
instrument bespeelt.
Voor de prov. geldleening in Friesland van ƒ114,000 a 4% pCt., is
ingeschreven voor een bedrag van ƒ365,000
Onder de gemeente Halsteren is dezer dagen eene in den polder staande
bergplaats voor gedorschte granen en landbouwwerktuigen geheel in de ascli
gelegd. De schade wordt geraamd op ƒ4000, waaronder 2500 aan ver
brand en vernield graan.
's GRAVENHAGE16 Junij.
Door Z. M. is vergunning verleend aan jh'. mr. R. W. J. van Pabst
van Bingerden, Zr. M». kamerheer, tot het dragen der versierselen van kom-
mandeur 2e kl. der orde van Frederikhem door den koning van Wurtem-
berg geschonken; aan de hh. F. 's Jacob, directeur-generaal der maatschappij
tot exploitatie van staatsspoorwegen te Utrecht; N. Th. Michaëlis, directeur
voor de spoorwegen te 's Gravenhage, en A. J. van Prehn, hoofdingenieur
bij de staatsspoorwegen te Amsterdamtot het dragen der versierselen van
ridder van het Legioen van Eeraan ieder hunner door den maarschalk
president der Fransche republiek geschonken, en aan G. L. M. baron Taels
van Amerongeu van Natewisch te 's Gravenhageen aan W. F. baron van
Reede van Oudtshoornbeiden kamerheer van Z. M.tot het dragen der
versierselen van ridder le kl. met de kroon der orde van de Kroonhun
door den koning van Wurtemberg geschonken.
Aan den heer mr. F. 11. G. van der Hoeven is, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend als kanlonregter-plaatsvervanger te Hoorn.
Aan den heer C. J. Stakman is eervol ontslag verleend als ontvanger
der directe belastingen 4° kantoor te Amsterdam.
De majoor W. C. Hojelvan den staf der artillerieis op zijn verzoek
eervol ontheven van de functien van directeur der studiën bij de kon. mili
taire akademie en in zijnen rang overgeplaatst bij het 3e reg. vesting-artil
lerie, en de majoor M. C. F. Simon, van den staf der artillerie, is eervol
i ontheven van de functien van voorzitter der commissie van proefneming en
j belast met de leiding der studiën aan de kon. militaire akademie.
Aan den 2e" luit.-kwartiermeester F. G. E. Frar.ssen, van het 5° reg.
infanterie, is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit de militaire dienst.
- In de heden gehouden zitting van de tweede kamer hebben de hh.
Patiju en van der lvaay zitting genomen. De voorzitter deelde mede dat de
commissie van redactie gereed was met haar gewijzigd ontwerp-adres van
rouwbeklag. Hij stelde voor het terstond in behandeling te nemen. Daartoe
werd besloten en vervolgens het ontwerp vastgesteld en met eenparigheid
aangenomen. Hel adres zal Z. M. door eene commissie worden aangeboden.
Dc kamer is hierop tot nadere bijeenroeping gescheiden.
In het hotel Paulcz zullen de volgende liooge personen, afgevaardigden
van vreemde hoven bij de begrafenisplegtigheid van H. M. de koninginin
trek nemen, te welen van: Engeland: Z. D. H. de hertog van Teek, gemaal
van prinses Marie Adelaide van Engeland; België: luit.-generaal graaf van