LEI08C1EE COURANT. 1877. o b ZATURDAG 21 APRIL. De Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaart 3.franco p. p. 3.50, eiet het Ferslag der Handelingen van den Gemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 's jaart, buiten de expediliekosten. Afzonderlijke nouimers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Adverlentiiin is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. STADS-BER 1CHTEN. Beschrijving van het patentrecht en de personeele belasting voor het dienstjaar 1877/78. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN duen le weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Knnings in de provincie Zuid-Holland, van den 14<len Maart jl.Provinciaalblud n°. 29, houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het patentrecht voor het dienstjaar 1877/78, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit, van dezelfde dagteekening Prwinciualblad n'. 28, betrekkelijk de beschrijving der personeele belasting voor het dienstjaar 1877/78; dat op den lsten Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentplichligen, bedoeld bij n°. 37 40 van tabel n°. 14, zijnde de slijters, tappers, kroeg- en kolHehuishouders, waarvoor de declaratoircn aan de hnizen zullen worden rondgebrachten na verloop van drie dagenvan wege den ontvanger der directe belastingentegen re<;u worden afgehaalden wordt dien patentplichtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der Wet van den 24!tM April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1877/78 hebben voldaan, en nadat bet verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zul moeten blijken, alvorens de akten van patent aan ben kunnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbiljetten zul len worden bezorgd, de palenthladen in gereedheid gebracht, en die dadelijk moe ten worden afgehaald dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel n'\ 16 der Wet van dsn 22'Us April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen en- uitbreidingen van de ordonnantie op bet recht van patent, van den 21steD Mei 1819 Staatsblad r.°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentplichtigen in te vullen verklarin gen van aangifte, voorden jare 1877/78, wordt vastgesteld op den 7Jen Mei aanst., en dat de wederinzamcling tegen reeudoor den ontvanger of zijn gemachtigde geteekendacht dagen na de uitgifte zal geschieden dat de registers der patentplichtigen uiterlijk op den 31sle" Mei aanslaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor den aangenomen wordende ieder patentplichtige bij deze herinnerd art. 18 der Wet op het recht van patent, van den 2tsle" Mei 1819, inhoudende: »dal zij, die bij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij bel terugbalen van die, «mochten zijn voorbijgegaan zich niet mogen beroepen opeen of ander begaan verzuim, ainnar integendeel gehouden zijn om zorg le dragen, dat de bij de Wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den «ontvanger der direcle belastingen verkrijgbaar zijn, door ben in persoon of door «hunne gemachtigden, behoorlijk ingevuld, op den daarbij bepaalden tijd, ter zelvcr «plaatse moeten worden ingediend al-mede art. 37 der gemelde wet, inhoudende: «de aan bet recht van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte «bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door val-ehe, onnauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verplichtingen ten aanzien dier aan- «giflen te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding wordt ontdrkt, vervallen in een' boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden:" dat, n et betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n°. 16 der Wet van den 22sten April 1852 Staatsblad n°. 61) voorkomende, de eige naars, va le huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn oin zich van behoorlijk patent te voorzien; dattol de door ben daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd in een der vertrekken van het Raadhuisvan 1 Mei eerstkomende tot uiterlijk den 1 ölJe" Mei daaraanvolgende, des namiddags van 1 tot 3 uren, de zon- en feestdagen uitgezonderd, voor zooverre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; zij worden tevens uitgenoodigd, om de meetbrieven hunner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen betrekkelijk de vaartuigen zullen worden gevorderd, terwijl er na den 16d<!n Mei voormeld geene verklaringen inecr worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurrecren de boete, bepaald bij artikel 37 der Wet van 21 Mei 1819, biervoren omschreven; dat voorts alle patentplichtigen, bij tabel n°. 7 der wet van den 16dcn Juni 1832 hedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels •enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker missen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende «n als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ten verkoop, betzij in 'tklein, hetzij in 't groot, tc water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n°. 15 genoemd, voor zooverre al die patentplichtigen in de algemeene beschrijving voor 1877/78 moeten wor den begrepengehouden zijn zich gedurende dc maand Meiter bekoming van hun patent, aan te melden in een der vertrekken van liet Raadhuis, des middags van 1 tot 3 uren, de zon- en feestdagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien; dat ook op den 7JeD Mei aanstaande een aanvang zal worden gemaakt met dc beschrijving der belasting op het personeel voor bet dienstjaar 1877/78. Zijdie bij bet bezorgen der biljettenof ook bij het terughalen daarvan zijn overgeslagenmogen zich in geen geval beroepen op zoodanig ver zuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en behoorlijk ingevuld» verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de biljetten ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand verklaart niet te kunnen schrijven zal de ontvanger of zijn ge machtigde, desgevraagd, de invulling in zijn naam, en zonder daarvoor eentge betaling te kunnen eischenverrichten met vermelding der redenen waarom en zal de aangifte door den ontvanger of zijn gemachtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met en benevens dezen, worden geteekend, na voorafgaande, voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door lien in betrekking tot dc belasting op hek, personeel te doene aangiften, iu hel algmeen behooren in te leveren iu dte ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Hun echter, wier belasting-voorwerpen naar dc vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die waarin zij hun verblijf hebben, zal het vrijstaan de aangifte voor allen, mits alsdan voor elke gemeente afzonderlijk ter plaatsing hunucr woning of van hun verblijf te bewerkstelingen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten word-n gehoudenzal hij in elk van deze het aldaar ge houden wordende aantal behooren aan tc geven. Voorts worden belanghebbenden in bel bijzonder aandachtig gemaakt op de wijzi ging welke vooreerst eene der vrijstellingen van vrouwelijke bediendenbij art. 5 van de Wet van den 94.° April 1869 Staatsblad»59) heeft ondergaan, zijnde daarbij bepaald dat de belasting niet is verschuldig wegens: «De eenige vrouwelijke bediende, overigens naar de eerste, derde of vierde klasse «belastbaar, in dienst van den helastingplichtigéwelke geene andere bedienden «houdt en vier of meer eigen of aangehuwde kinderen, kindskinderen of pupillen «bij zich heeft inwonen, die op den eersten Mei des jaars waarover de belasting «loopt jonger dan eenentwintig jaren zijn." ten andere in de twee eerste paragraphen van art. 27 der Wet van den 298,el1 Maart 1833 Staatsblad n". 4) bij art. 7 derzclfde Wet van 1869 zijn gebracht, ten opzichte van het in gebruik nemen van een perceel na den 15<t.o Mei of het verlaten daarvan in den loop van het dienstjaar en ingeval van overlijden. Voorts worden belanghebbenden herinnerd aan de verplichting om hij bezwaar schriften zoo wat patent- als personeele belasting betreft over te leggen een duplicaat van hel aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents bij den ontvanger der directe be lastingen verkrijgbaar. Eindelijk worden de ingezc'.cnen verwittigd, dat tot tcgenscbatters voor meerge noemde belasting zijn henoemd dc navolgende personenals: HENDRIK FiblPPO, PI ETER GEORGE HOUTHUYSEN JAN VAN LITH, JOHANNES CORNELIS RIJK, GERARDUS RIETBERGEN, ADRIANUS VERHOOG. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd v. D. BRANDEI.ER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden 20 April 1877. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEIDEN, 20 April. Het ontwerp tot droogmaking van een deel der Zuiderzee, in verbin ding door een kanaal van Amsterdam met Duilscltlandbjj de tweede kamer ingekomenstrekt om voor staatsrekening droog te maken het zuidelijk deel der Zuiderzeevan Blokkershoek tot bezuiden den Ketelmondin ver binding met den waterweg van Amsterdam naar de Waal door de Gelder- sclie vallei over Gorinchem. De kosten worden geraamd op 46 millioen, te vinden door eene leening. De termijn van uilvoering is gesteld op 16 jaar. Naar wij vernemen is bij den raad van state ingediend een wets-ont- werp tot wijziging der successiewet, houdende invoering van de successie belasting in de regie lijn. Ook de heer Nierstrasz heeft, naar men verzekert, het stellig voor nemen opgevat zich hij de periodieke aftreding in Jttnij niet meer als lid der tweede kamer verkiesbaar te stellen. -- Men schrijft ons uit Warmond: Dingsdag avond jl. viel den heerll.de Ilaay, hoofdonderwijzer alhier, eene aangename verrassing ten deel. Door eene commissie uit de ingezetenen, beslaande uit de heeren J. M. Koning, J. T. Kouwcuhoven, J. A. Meiman, Jolt. Schoiievcld, J. van der Yoort Cz. en J. van der Wilk Jr., werd hem. bij gelegenheid vau zjjn aftreden als hoofdonderwijzer, een cadeau aangebGdcn, bestaande in eene pièce de milieu en twee karaffen, vervaardigd in de fabriek van den heer J. M. van Kempen, le Voorscholen, benevens een album, bevallende de namen der gevers, keurig net bewerkt door uwen stadgenoot, den heer J. van der Schouw. Wij hopen dat de waardige grijsaard, die gedurende ruim 40 jaar zjjoe beste krachten wijdde aan de ontwikkeling van Wartuouds jeugd, uog vele jaren ccne welverdiende rusl moge gcnielen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 1