ADVERTENTIE N. DOCTRINA, AANBESTEDING. liet leveren van Bouwmaterialen enz., AANBESTEDING" t von trok- r zee enoo- itvoe- nent, had, esche rsche 1 be en te rust luilp t dat gt is. l het zijn roor- ip de I sell ings- uden berg ring [ten. een t en l en orilt op loor apel I de •opa 5 is dat ige- nde :rs, om j iite de ïk geloof hij kreeg een betrekking, En ook een echtgenoot; Zij blonk wel niet uil door schoonheid, Maar haar inkomen, zei men, was groot. Ook kocht hij een stel witte dassen, En de wereld riep er van, Hoe hij zich van een zondaar bekeerd had Tot een braaf en fatsoenlijk man. Ja, Ferdinand was ook een braaf en fatsoenlijk man - in schijn. In Hiuis gaf hij zich met gebonden handen over. liet was daar een saaie boel, juist omdat er nooit iels gebeurde, zooals Colombets zuster Pauline zich uitdrukte. Maar de volgzame Ferdinand heeft zijne dagen van vacantie; dan haalt hij zijn sclid in. Dan heet het dat hij naar buiten, naar een klein landgoed gaat, maar in plaats daarvan neemt hij zijn vermaak en be zoekt hij de soirées der elegante Parijsche wereld. Vooral de schoone Mevrouw de Nohan mag hem onder hare aanbidders tellen, en meent dat hij ongehuwd is. Te midden van dien gevaarlijken en ongezonden toestand verschijnt Ce'sar Poligny, de beste vriend van Ferdinanden brengt door zijn komst groote consternatie in de familie Colombet teweeg. Zoo'n verloren zondaar moet zoo spoedig mogelijk verwijderd worden, maar de zondaar wordt juist Fer dinands redder, llij komt achter diens geheimen en weet Ursula, Colombets echtgenoot, aan het verstand tc brengen dal zij anders met haar man moet omgaan, wanneer zij zijn verderf niet verlangt. Zijn woorden vinden ingang, temeer omdat zij de gegrondheid daarvan heeft ondervonden, wanneer zij in het 2e bedrijf, terwijl zij een collecte hondt, Mevr. de Nohan bezoekt en daar Ferdinand ontmoet, dien zij builen waant. Zij voegt zich naar Césars raad gevingen en haar man begint haar nu werkelijk lief en bekoorlijk te vinden. Het rijk van de schoonmoeder en van den heer Mathieu is uit. Het stuk voldeed zeer. en werd dan ook gespeeld zooals wij het van dit gezelschap gewend zijn. Wanneer een Hollander dit onderwerp had behan deld. zouden de toestanden in vele opzichten anders zijn geschetst. Dat geïmproviseerde bal in liet laatste bedrijf, als ook die soiree's van Mevr. de Nohan en andere elegante dames komen een llollandsch toeschouwer wat vreemd voor. Moge soms dit blijspel eenige Fransche lichtzinnigheid ver radendit is meer schijnbaar dan wezenlijk, en de strekking is hoogst zedelijk. Dit laatste komt vooral uit doordat Cesar Poligny de geheime afdwalingen van zijn vriend niet goedkeurt, maar werkelijk Ursula getrouw ter zijde wil staan. Wie meent dat men in dit stuk den godsdienst bespot telijk maakt, zal zich natuurlijk ergeren, maar dit is de bedoeling der schrijvers niet geweest. fPare vroomheid veredelt den mensch, maar een vroomheid die opgekweekt moet worden als een plant in een broeikast, is niets waard. De heeren van Zuylen en Chrispijn vervulden de rollen van Ferdinand en César volkomen naar waarheid, en geen mindere lof verdienen Mevr. Valois en de lieer Haspels als de schoonmama en mijnheer Mathieu. Mevr. Valois heeft voor zulke rollen veel talent en de heer Haspels was in zijne mach- lelooze woede in het 3e bedrijf onbetaalbaar. Mevr. de Vries had, als Mevr. de Nohan, een kleine rol, maar vervulde die met al de daarbij noodige, en haar zoo eigene élegance. Hel naslukje kenden we van vroeger. Het is van echt Fransche soort, dus los en luchtig. Het spel van den lieer v. Zuylen, als den oppasser Lan- dremol, deed het vergaderde publiek hartelijk lachen. Het ware evenwel te wenschen dat men wat nauwgezetter te werk ging in de keuze der naslukjes. Men zou er toch wel een voldoend aantal kunnen vindendie geestiger zijn dan dat «Snorken". Leiden, 30 Jan. 77. INGEZONDEN. Jat mt en let ut ile ve :r- ïa n- in n 'j n jj DE MULTAPATIOR-BOND Het aantal genootschappenvereenigingen. verbonden en bonden, dat onze eeuw ziet geboren worden (en dikwijls ook spoedig sterven) is legio. En geen wonder. Hoe meer de ontwikkeling van het menschdom toeneemt, hoe sterker ookj de behoefte wordt gevoeld, om zich te vereenigen in den Kampt urn 'sDasein, den Kampl urn 's Hecht, den Kampf um die Kunst en zoovele Kampfe meer. Al is het niet bewezen en wellicht ook niet bewijsbaar, dat onze tijd geweldiger is dan te voren, dal de hartstochten heviger woeden dan vroe ger, zeker is het althans, dal er meer gevoeld en gedacht wordt, dat de onderscheiding van goed en kwaad sterker is dan voorheen. Men wil het kwaad bestrijden, men wil de woekerplanten van onzen socialen akker uit rukken, doch men gevoelt zich zwak, men bemerkt, dat een vox clamans in deserlo zich nutteloos inspant. Daarom wil men de handen ineenslaan. Men richt vereenigingen op ter bestrijding van een kwaad of ter bevorde ring van iels goeds. Zeer zeker hebben die vereenigingen dikwijls veel tegen. Tijd, geld en moeite worden vaak verspild, en het woord van Bil- derdijk wordt nog menigmaal bewaarheid: «Zij kwamen bij paren «Om te vergaèren «En ze dronken een glas «En lieten de zaak zooals ze was." Doch -- die vereenigingen hebben een goed doel, en reeds dit moet men erkennen en waardeeren. En hier en daar wordt het doel, zooal niet ge heel, dan toch ten deele bereikt. Op den 12Ü®D September 1875 werd te Amsterdam de eerste afdeeling ge constitueerd van een nieuwen bond, de Mullapatior-Bond. Het doel der vereeniging is: Tegengaan hel misbruik van bedwelmende dranken. Wij achten het overbodig, dit doel te verdedigen. Wij bepalen ons er toe, een paar woorden van den stichter, den lieer -L. Philippona. aan te halen, door hem geuit in een verslag van den Bond, uitgegeven in 1876. «Er moet. op de eene of andere wijze, paal en perk worden gesteld aan de uitbreiding van dat misbruik; we slaan hier voor een staathuishoud kundig vraagstuk, waarmede ons eigenbelang nauwer is verbonden dan velen wel denken. De jenever speelt in ons land een grooter en meer verraderlijke rol dan men algemeen wel inziet. Godsdienst, zeden, beschaving, volksontwikke ling, staathuishoudkunde, politiek, nationale welvaart en nationaal ver mogen volksgezondheid en vclksvrijhedendie alle hebben met den jenever rekening te houden. Wie liet aanbelang dezer zaak niet vat, heeft voorzeker geen wijd dra- genden blik in het maatschappelijk leven. De overweging van deze en andere beweeggronden bracht ons, leden van den Bond, tot eene vereeniging te zamen. In vereeniging van krachten toch, denken wij, is de grootste macht te zoeken en te vinden. Maar zal de Bond doortastend en met goed gevolg werken, dan moeten zich niet hon derden, maar duizenden nog bij ons aansluiten." «Gelooft mij, uwe toetreding zal ons allen aanmoedigen, uwe toetreding zal die van anderen uitlokken, en de toetreding van velen verhoogt de kracht van ons allen en van ieder onzer in 't bijzonder. Multapatior wil echter niet alleen tegengaan het misbruik van bedwel mende dranken, zijn doel strekt zich verder uit. Hij wil in 't algemeen de volksgezondheid, hel volksleven ontwikkelen en verbeteren. Als midde len hiertoe wenscht hij o. a. te bezigen: 1». de oprichting van volksbadhui zen; 2° de oprichting van bondshuizen, waar zuivere dranken zullen wor den verkocht en waar de man van hel volk lectuur zal hebben; 3°. de oprichting van volksbibliotheeken, waartoe de Maatschappij tot Nul van 'l Algemeen reeds zooveel beeft bijgedragen, 4". de instelling eencr rijks commissie van toezicht op de bereiding van den jenever (wijder uitgestrekt op alle levensmiddelen): 5". sterke verhooging van de patentbelasting van kroeghouders, tappers en slijters; 6". verhooging van den accijns op het gedistilleerd; 7". ondersteuning van vereenigingen, die hetzelfde doel be oogen, en vele andere middelen meer. Men werpt ons wellicht tegen, dat Multapatior te veel in eens wil om vatten. Eenigzins stemmen wij hiermede in; doch wat te veel bewijst, be wijst niets. Indien slechts iets van het verlangde wordt verkregen, dan zijn tijd en geld niet verspild, 't Is onmogelijk, altijd rekening te houden tusschen poging en resultaat. Deed men dit, dan zou op die klip elke jonge onderneming stranden. Door zoo te handelen, doodt men elk streven naar verbetering en wikkelt zich in den chamber-cloak van Jan Salie. Reeds bestaan van den Multapatior-bond afdeelingen te Amsterdam, Haar lem. Hoorn. Utrecht, Hilversum. Leeuwarden en Jotire. Ook in onze academie-stad hebben op initiatief van M. eenige ornalissimi de hand aan 't werk geslagen. Een twintigtal beeft eene afdeeling geconstitueerdwaarna waarschijnlijk Multapatior (de heer L. Philippona te Uden) in Leiden eene vergadering zal houden. Ook wij, toekomstige leden der maatschappij, behooren protest aan te teekenen tegen den kanker die ons volksleven doodt, ook wij moeten met nadruk onze stem verhellen tegen de volksramp die liet leven onzer natie doet kwijnen, en wij kunnen veel door moreelen en flnancieelen steun. Nadere inlichtingen zullen bereidwillig worden verleend door het bestuur der afdeeling. Meent niet. dat uw steun onbeduidend zal zijn. Elk nieuw lid is een nieuwe krijgsmakker in den strijd voor onze nationale welvaart, voor het welzijn van ons volksbestaan. In naam der menschheid roepen wij uwe hulp in; in naam der humani teit roepen wij u toe: wordt leden met ons! Namens het Bestuur, Leiden, Januari 1877. II. F. OVERHOFF (p. p.), President. C. A VAILLANT. Secretaris. AKADEMIE-NIEUWS. PROMOTIE AAN DE LEIDSCIIE HOOGESCIIOOL. Den 30,leD Januarij de heer A. C. M. Leesberg, gcb. te 'silage, in de regten, met stellingen. De LEZING van Dr. J. C. VAK DOOltEMAAL zal Donderdag 1 Feb., des avonds ten 8 ure, plaats hebben in de Loge op het Steenschuur. J. W. II. M. VAN IDSINGA. Op Maandag den 5<,r0 Februari 1877, des middags te twaalf uren, zal door Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden, op het Raadhuis aldaar, aanbesteed worden: IN ACHT PERCEELEN. Vuren, grenen, eiken, ypenhout en Wijburger planken. Spijkers en klein ijzerwerk. Stccnkalk, tras en portland cement, baantegels en heelbakken. 8ckulpkalk en tras. metselsteen. Verfwarenkwasten en glas. Kolkroostcrs. Bezems en boenders. Het bestek ligt ter inzage enz. aan de Stads-Timmerwerf, op eiken werk dag de besteding voorafgaande, van 's morgens te 10 uren lot 's namiddags te 4 uren, alwaar het ad 0.10 verkrijgbaar is gestild. Verlangde ophelderingen enz. zijn bij den Gemeente-Architect te bekothen. ZEGT HET VOORT.- i». 2». 3». 4". 5». 6\ 7'. 8". Op Maandag den 12'1"1 Februari 1877, des middags te twaalf uren, zal door Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden op het Raadhuis aldaar, aanbesteed worden: liet maken van vier ijzeren omkastingen voor urinoirs. Het bestek en de teekening liggen ter inzage enz. aan de Stads-Timmer werf, op eiken werkdag de besteding voorafgaande, van 's morgens Ie 10 uren lot 's namiddags te 4 uren, alwaar het eerste ad ƒ0.10 verkrijg baar is. Yerlangde ophelderingen enz. zijn bij den Gemeente-Architect te bekomen. ZEGT HET VOÜRT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1877 | | pagina 3