BUITENLANDSCHE BERIGTEN. Aan enkele der meest voortreffelijke lagere scholen worden van rijkswege normaallessen verbonden. Dc opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen op de lagere scholen wordt zooveel mogelijk van rjjkswege bevorderd. Door provinciëngemeenten en bijzondere personen knnnen instellingen overeenkomende met die in het eerste en tweede lid van dit artikel ge noemd worden opgerigt en onderhonden. In elke gemeente wordt lager onderwijs gegeven in een voor de bevolking en de behoefte voldoend getal scholentoegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheiddie den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Ter beoordeeling van de behoelte, in de vorige zinsnede bedoeld, wordt onderzocht, of, en in hoeverre, door anderen dan de gemeente voor vol doend schoolonderwijs wordt gezorgd. liet onderwijs omvat de vakken vermeld onder a—g van art. 1daarbij kan worden gevoegd het onderwijs in de vakken onder h—l van dat artikel of in een of meer dier vakken. Aan de scholen kan bovendien onderw ijs worden gegeven in de beginselen van eenc vreemde levende taalin dc beginselen der wiskunde en in de fraaije handwerkenzonder dal zij daardoor ophouden scholen van lager onderwijs Ie zijn. Tw ee of meer naburise gemeenten kunnenmet inachtneming van art. 121 der wet van den 29>l Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), zich vereenigen tot het oprigteu en instandhouden van gemeenschappelijke scholen of tol hel vaststellen eener regeling omtrent de toelating van kinderen uit dc eenc gemeentetot scholen van de andere. liet slaat aan de gemeentebesturen vrij. aan dc scholen in hel voorgaand artikel vermeldrene laagste o voorbcreidingklasse Ie verhindenwaarin kinderen beneden zes jaren, bij voorkeur dcor vrouwelijk personeel, lot het ontvangen van lager onderwijs worden voorbereid. Voor deze klasse wordt een afzonderlijk locaal bestemd Aan den ge meenteraad wordt overgelaten de regeling van al hetgeen lot deze klasse betrekking heeli. De overige bepalingen dezer wet zijn op haar niet toe passelijk. De gemeenteraad bepaalt het getal der scholen alsmede de plaatsen waar zjj zullen worden gevestigd. Zijn besluit wordt aan gedeputeerde staten mede gedeeld. Zoo gedeputeerde stalen hel getal scholen onvoldoende achten, be velen zij vermeerdering. Indien het ons onvoldoende voorkomt kan ver meerdering door ons worden bevolen. liet leerplan en de regeling der schooltijd en vacantiën worden door den gen eenteraad. in overleg met den dislricts-schoolopziencr en den hoofdon derwijzer, voor iedere school vastgesteld. Dc regeling der schooltijden wordt, de leeraren der kerkgenootschappen, waartoe de schoolgaande kin deren belmorengehoord, zooveel mogelijk in verband gebragt inel dc uren op welke die leeraren onderwijs in dc godsdienst geven. Aan het hoold van elke school staal een hoofdonderw ijzer die den leeftijd van 23 jaren heeft bereikt, lie hoofdonderwijzer wordt bijgestaan als volgt: \oor 41 - 80 leerlingendoor 1 hulponderwijzer; n 81-120 II 2 n 121-160 2 en 1 kweekeling; II 161- 200 3 1 II II 201 - 240 3 2 kweekelingen n 241-280 II 3 0 3 II 281 320 II 4 tt n 2 H u 321- 360 4 II 3 n a 361-400 n 5 II II 2 li Wanneer het getal leerlingen op eene school 400 te boven gaat, regelen gedeputeerde staten het vereischle getal hulponderwijzers en kweekelingen. Zij kunnen ook, op grond van te groote bevolking der school, hare split sing of de oprigting eener nieuwe school bevelen. liet schoolonderwijs wordt, onder het aanleeren van gepaste en nuttige kundigheden, dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens der kinderen en van hunne opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. De onderwijzer onthoudt zich van iels te leeren te doen of toe te laten, wat strijdig is met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige ge zindheden. liet geven van onderwijs in de godsdienst wordt overgelaten aan de kerk genootschappen. Hiervoor worden de schoollocalen, op daartoe bepaalde uren, ten behoeve der leerlingen, die er ter school gaan, beschikbaar ge steld wanneer de leeraren der kerkgenootschappenlot welke de school gaande kinderen belmoren, dit verlangen. De beslissing over dit gebruik der schoollocalen blijft echter aan den gemeenteraad. Op zijn besluit zijn de twee laatste zinsneden van art. 20 toepasselijk. Elke gemeente voorziet in de kosten van haar lager onderwijs, voor zoo ver die niet komen ten laste van anderen of op andeie wijze worden gevonden. Ter tegemoetkoming in deze kosten wordt eene bijdrage voor ieder school gaand kind tol eea naar den toestand der gemeente billijk bedrag geheven. In gemeenten, waar geen opcenten op dc grondbelasting en het personeel, geen hoofdelijke omslag noch verbruiksbelastingen worden geheven, kan de heffing van schoolgeld worden nagelaten, bedeelden en zij. die. ofschoon niet bedeeld, naar hel oardcd van burg. en well). onvermogend zijn school geld te betalen, worden niet aan de heffing onderworpen, liet gemeente bestuur bevordert zooveel mogelijk het schoolgaan van kinderen van be deelden en onvermogenden, zonder hen. wanneer zij gelegenheid hebben tot keuze tussehen openbare en bijzondere scholenin het doen dier keuze te belemmeren. Indien wij, na onderzoek door gedep. stalen en de prov. staten gehoord, oordeelen dat eene gemeente of een barer afdcelingen. bedoeld bij art. 217 der wet van den 29tD Junij 1851, waar schoolgeld, tot een naar haren toe stand billijk bedrag wordt geheven, door de uitgaven, hetzij gewone of buitengewone, tot eene behoorlijke inrigting van haar lager onderwijs ver- eischl, te zwaar zou worden gedrukt, wordt hetgeen ten laste der gemeente ol der afdeelirg zal blijven door ons bepaald, en in het overige door de provincie voor een derde en door hel rijk voor twee derden voorzien. liet is aan de provincie niet geoorloofd de gemeente ol eene barer afdec- lirigen op andere wijze in voormelde uitgaven te gemoet te komen. Bijzonder onderwijs. Aan het hoold van iedere school staal een hoofd onderwijzer. Bijzondere scholen, in welke, behalve de vakken genoemd in art. 1 of eenige daarvan, ook onderwijs wordt gegeven in de beginselen van eene vreemde levende taal, in de beginselen der wiskunde en in dc fraaije handwerken, houden daardoor niet op scholen van lager onderwijs te zijn. Met bel toezigt op het onderwijs zijn, onder het opperloezigt van onzen minister van binuenlamlsche zaken, belast: a. plaatselijke schoolcouimissiën b. districis-schoolopzieners; e. provinciale inspecteurs. In gemeenten beneden 3000 zielen zijn de werkzaamheden der plaatselijke schoolcommissie aan den burgemeester opgedragende gemeenteraad kan hem twee ingezetenen tot bijstand toevoegen. De onderwijzers en onderwijzeressenzoo openbare als bijzonderede huisonderwijzers en hnisonderwijzeressen en kweekelingen, die, op het tijdstip van het in werking treden dezer wet, wettig in die betrekking zijnbehoeven geen herbenoeming ol erkenning om in hunne betrekking te blijven of om zoodanige te aanvaardeu ol waar te nemenals waartoe zij op genoemd tijdstip bevoegd zijn. Gedurende het eerste jaar na hel vermede tijdstip, knnnen kweekelin gen op 14 jarigen en gedurende de eerste twee jaren na dat tijdstip kun nen kweekelingen op 15 jarigen leeftijd worden aangesteld. In afwachting dat door de wet tot regeling van het middelbaar onderwijs anders zal worden beslist, worden tot lager onderwijs gerekend mede te belmoren: dc beginselen der kennis van vreemde levende talendie der wiskunde en die der landbouwkunde, liet onderwijs in die vakken kan aan de scholen van lager onderwijs worden gegeven. Gedurende een termijn van zes jaren mag in hetzelfde schoollokaal aan zoovele kinderen gezamenlijk onderwijs worden gegeven, dat voor ieder minstens 60 vierkante decimeter oppervlakte en 3 kubieke meter ruimte aanwezig zij. Tot het in werking brengen der voorschriften betrekkelijk den bijstand in het onderwijs aan den hoofdonderwijzer te verleenenwordt een ter mijn toegestaan van acht jaren. Bijzondere scholen die in hel genot zijn van subsidie door de gemeente of de provincie verleend, kunnen gedurende de eerste vijf jaren in hel ge- nol van subsidie blijven. 's GRAVENHAGE28 December. Z. M. heeft vergunning verleend aan C. van Beveren, J. Jumelet en II. de Koning, allen te Bruinisse, tot het dragen der medaille 2' kl. voor menschlievende dadenaan ieder hunner door den koning der Belgen geschouken. Dc commies der posterijen 4f klasse J. A. Slroband is uit 's rijks dienst ontslagen. Aan den adspiranl-ingenieur voor het stoomwezen A. Ph. Kapiteyn is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend. Door Z. M. zijn benoemd tot le» luitenant: bij den grooten stafZr. M'. ordonnance-ofïicier, de 2C luit. R. baron van llecckercn van Molecaten, van dien staf; bij den plaatselijken staf, de 2' luit. P. J. II. A. Janssen, pl. adjudant 2' kl. te Venlo; bij het wapen der infanterie, de 2" luitt. E. A. Pols en A Berends, van het wapen: eerstgenoemde op non-activiteit en laatgemelde gedetacheerd bij het leger in Nedcrl. Indië; bij den staf van het wapen, de 2' luit. VV. P. A. Broexvan dien staf, werkzaam bij de kon. mil. akademie; bij het reg. grenadiers en jagers, de 2' luittJ. 11. Boisse- vain eu E. K. J. V. van Muiken. van het corps; bij het le reg., de 2' luit. C. G. Kamerling, van hel corps; bij hel 2' reg., de 2e luilt. J. A. Suringar, van het corps, C. P. de V'cer, van het 4' reg., A. E. van Diilleman, van het O' reg., en J. E. Oltmans, van het 4' reg.; bij het 3' reg. dc 2' luitt. M. II. Damme, van bet corps, 11. A. Kantelaar, van het 8e, en G. Sterk, van bel 6* reg., J. W. F. 11. Tissot van Patotvan het corps, W. J. F. Bouwers, van bet 6', als ook A. G. van Trichtvan het 8C reg.; bij het 4e reg., de 2' luitt. G. K. Hooghwinkel en II. A. Brouwer, van het corps; bij het 5' reg.de 2' luitt. \V. A. T. de Meester en J. E. C. A. Timmer man van het corps; bij het 6' reg., de 2luilt. F. W. VVeve en F. II. A. Sabron, van het corps; bij het 7' reg., de 2e luitt. G. J. de Ballbian van Doorn, \V. J. A. de Keuipenaer en M. Schrek. van het corps, eerstgenoemde adjudant; bjj het 8' reg., de 2' luilt. J. M. Obreenvan het corps en J. W. Draaijer, van het 3C reg.; bij het inslructic-bataillonde 2' luit. J. 11. A. Nierstraszvan het corps. II. K. 11. prinses Mariannedie in de laatste maanden in Duilschlaiid heeft vertoefd, wordt morgen op lilt. buitenverblijf bij Voorburg terug verwacht. De eerste kamer heeft heden al de laatstelijk ingekomen wetsontwerpen onderzocht en deze, met de hoofdstukken I. VII II. en de wet op de mid delen tegen morsen aan de orde gesteld. Dan zijn levens aan de orde de ontwerpen betredende de verwisselbaarheid van munlbilielten en de Indische muntwet. Door hel kiescollcgic der Waalsche gemeente alhier is tot predikant bij die gemeente beroepen d'. Bourlier, te Vallaincourl. Met hem stonden op de nominatie dd. Monod, le Parijs; Martin-Dupont. te llyères; Pozzy, Ie Bordeaux; dr. van Maasdijk, le Haarlem; en Rochcdieu, te Brussel. KStiEILAND. LONDEN 27 December. Dc nieuwe onderkoning van Britsch-lndië heeft op pleglige wijze zijn intogt le Delhi gehouden. In den stoet, die vier uren lang was, vertoonde zich een duizendtal olifanten. De Pall Mal. Gaz. deelt mede over Athene het bcrigt te hebben ont vangen dat de Porte aan de eischen der mogendheden niet wil toegeven. Midhad-Pacha had dit besluit aan lord Salisbury medegedeeld en gezegd: wij zijn van plan groote hervormingen toe te staan aan al onze onderdanen, zelfs aan de Turken, om wie gij u niet bekommert. Europa vraagt ons, of wij ons zeiven den strot willen afsnijden, wij moeten Europa lastig vallen met de vraag dit voor ons te doen, indien wij werkelijk onthalsd moeten worden. De pokken hebben te Londen eene uitbreiding gekregen zooals zjj sedert 1871 niet gehad hadden. Verleden week zijn er 75 menschen aan gestorven de vorige week 67 de daaraan voorafgaande week 50. In de jongste week zijn er 696 gevallen aangegeven. De tegenwoordige wet op de vaccinatie is zoo streng, dal de overheid, die haar toepassen moet, er voor kan instaan, dat 95 pc. der kinderen gevaccineerd worden. Doch er zijn onder de volwassenen thans nog zeer velendie niet gevaccineerd zijn, FHAIHKIJk. De Gaz. des Trib. zegt dat het berigt, volgens hetwelk de heer De- vienne, eerste voorzitter van het hof van cassatie, zijn ontslag zou inge diend hebben, van allen grond ontbloot is. De branddie Dingsdag namiddag in de vergaderzaal van de kamer van afgevaardigden werd ontdekt, was ontstaan doordat gasvlammen het vuur hadden medegedeeld aan het houtwerk van hel dak. Onmiddellijk werd de gasaanvoer afgesloten en in een half uur tijds was de brand ge- bluscht. Onder de leden der kamer was niet weinig schrik ontstaan. Over het algemeen is het Kersfeest te Parijs gevierd in eene veel opge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 2