42depf PER TELEGRAAF.
i om ij
iblin wj.
irdoor ft
verniel!
;ogel vu
oord ra
angen
die iat
ten.
jer vorige maand zag men een dikken officiëlen brief uit Konstantinopel
aan den Kaimakam komendie volgens ieders meening zijn ontslag moest
inhouden. De brief echter hield eene dankbetuiging in voor de goede dien
sten, door den Kaimakam bij het bedwingen van den opstand bewezen, en
eeDe toezegging van eene buitengewone tractements-verhoogingbetaalbaar
in liet volgende jaar. Om zich der Porte dankbaar voor de hem verleende
onderscheiding te betoonenkwam hem nu in den zinin zijn district eene
hoce som als «vrijwillige bijdrage der bevolking tot de oorlogskosten"
bijeen te brengen. Hij zond de gendarmes van huis tot huis om van eiken
'inboedel een inventaris op te maken, waarop zelfs het eenvoudigste huisraad
niet ontbreken mogt, en op grond van deze opgaven stelde hij vast wat
ieder Bulgaar in zijn district «vrijwillig" moest opbrengen. Wie het geld
niet beschikbaar hadzag zijne roerende goederen wegvoerenen wie zijne
kostbaarste eigendommen verborgen had, werd zoo lang geslagen of, geheel
ontkleed, aan een boom gebonden, waar hij aan de verzengende zonnestralen
en aan de beten van duizenden insecten was blootgesteld, tot hij de plaats
opgaf, waar iets te vinden was. Op die wijze is de som bijeengebragt
welke Deli-Nedschis naar Konstantinopel gezonden heelt.
Be aanhoudende strijd rondom Alexinatz, die nu eens werd uitgelokt
door een aanval van de Turken, dan weèr door een uitval van de Serven
kostte ontzaggelijk veel menschenlevens. Zoo moeten de Turken van den
19» tol den 31° Augustus 7 a 8000 dooden en gekwetstenwaaronder in het
oo; vallend veel officieren, gehad hebben. Daar uit gebrek aan doctoren, aan ver-
plegingsbcnoodigheden enz. de Turksclie hospitalen zich in een meer dan be-
klasenswaardigen toestand bevinden, bezwijkt van de gekwetsten een groot
gedeelte door uitputting of verkeerde en ondoelmatige behandeling.
1878
er ondet
'ten gat
nnel tot
d zuil»
rzoek,
lonidsi LONDEü, 11 September. Graaf Derby heeft twee deputaliën bij zich ont-
d Poind ,allgen. lil zijn antwoord verklaarde hijdal de redenen voor het behoud
den of der territoriale onschendbaarheid van Turkije van blijvenden aard zijn.
iet hooit Evenmin als vroeger zou dat behoud thans zonder oorlog kunnen worden
)g gelok terzijde gesteld. Indien de Britsche regering in dat opzigt van gevoelen
veranderde, zon het voor Engeland eene ramp zijn Turkije is geen homo-
stantsé geen rijk en bij ons is niemand tegen eene uitbreiding van de autonomie
om i der Turksclie provinciën, maar daartegen bestaan groote plaatselijke bezwa-
ken vte rel| Verder verklaarde graaf Derby, dat hij nooit zijn naam zou willen
stent verbinden aan eenig oppervlakkig plan. Met de mogendheden moeten alle
overig pogingen worden aangewend om spoedig een wapenstilstand te verkrijgen
S belrti en onderhandelingen over den vrede te kunnen openen. Alles komt hier
neus- aan op eene algemeene overeenstemming. Daar er nog steeds wordt onder
handeld om deze Ie verkrijgen, kon hij zich daaromtrent titans niet verder
uitlaten. Wal betrol de gepleegde wreedheden, zoo verklaarde hij, dat er
middelen zullen worden aangewend om de daders te doen straffen en eene
n Berlj ]RT|ia|mg van dergelijke feilen te voorkomen. Hij verwerpt het middel,
zp tt [strekkende om de Turken uit Europa te verdrijven, liet middel, hetwelk
men met de tegenwoordige agitatie ten doel heeft. Daardoor toch zou een
godsdienstoorlog, een algemeene, een verschrikkelijke oorlog worden te
weeg gebragt, zonder dat de Oostersclic quaeslie er door werd opgelost.
a keitt
on Uit
rende I
persons py |,a(| zjjnc a(||)aesje aan pct Berlijnsche memorandum geweigerd, omdat
ats d«
tng.it
wondt
n die
tlrekki
naari
eer B
'urksd
n 17#
ten.l'.
J in 1
la
irds.
ii in
leeds
gen*
ïhrjjffl
proc
;n
tooit
ropt!
eest!
in k
id ii
leiit
un*
i be
lereni
hij*
in*
taak
vrat
ril
oi
nil
lid*
het hem onuitvoerbaar scheen. Ten slotte verklaarde hij, dat het Britsch
erkader niet uil de wateren van Besika moet worden teruggeroepen.
KONSTANTINOPEL11 September. De keizerlijke Hal, die in den mini
sterraad is voorgelezen en waarbij de grootvizier en de ministers iu hun
ambt worden bevestigd, bevat eene lastgeving ter invoering van een natio-
nalen raadaan wien de bevoegdheid zal worden verleend tol het ontwer
pen van en toezigt houden op de wetten, alsook tot het uitoefenen van de
controle op de financiën. Voorts bepaalt de Sultan, dat ambtenaren niet
meer zonder deugdelijke redenen mogen worden ontslagen. Hij verlangt
bevordering van liet onderwijs, alsook afdoende maatregelen ten opzigte
van de llerzegowinaServië en Bosnië, opdat er een einde kome aan het
bloedvergieten tusschen de zonen van hetzelfde vaderland. Ten slotte geeft
de Sultan den wenscli te kennen naar de handhaving der vriendschappelijke
betrekkingen met de mogendheden.
KONSTANTINOPEL, 11 September. Volgens bijzondere berigten heeft de
l'urle nog geen antwoord ingezonden betreffende den wapenstilstand en de
bemiddeling Naar men van goederhand verneemt, houdt de ministerraad
zich nog met die zaak bezig.
LONDEN 11 September. Volgens Reuters correspondent te Belgrado wa
ren bij liet diner aan het Russisch consulaat tegenwoordig vorst Milan en de
metropolitaanmaar noch de Servische ministers, noch de andere vreemde
consuls. Vorst Milan stelde een toast in op den Czar, en dankte het Rus
sische volk voor zijne sympathie en hulp; hij noemde keizer Alexander den
beschermer en grooten vriend der Serviërs. De vorst zeide verder dat zijn
jonggeboren zoon zal opgevoed worden in dezelfde grondbeginselen en ge
voelens als welke hij koesterde, nl. eerbied en gehechtheid aan Alexander van
Rusland.
BELGRADO, 11 September. Heden morgen hernieuwden de Turken hunne
aanvallen tegen Tchernaieff' tusschen Alexinatz en Deligratl. Het gevecht
(duurt voort.
I ft E X O NI E X.
Lelden, nu en 25 jaren vroeger.
XL
Opmerkelijk dat ongeveer dezelfde uitdrukkingen voorkomen in de ge
meenteverslagen van 1851 en van 1875 als inleiding tot het hoofdstuk
Armwezen.
"Be toestand van het armwezen was in het algeloopen jaar niet ongunstig
"Ie noemen." (1851)
"Be toestand der behoeftige klasse is niet ongunstiger geworden.'' (1875)
En tocli hoeveel verschil. Immers het aantal bedeelden beliep van de
huiszittende armen:
1851 1875
Onafgebroken4052 3359
Tijdelijk7380 5492
Verpleegd in de gestichten
H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis 483 186
Oude mannenhuis55 68
Minnehuis309 205
R. C. Wees- en Oudeliedcnhuis 288 179
Lutb. 66 43
Walsche 23 10
De uitgaven der gemeentekas:
Subsidiën83422 22725
KrankzinnigenJ» 12347.25
Zieke armenJ2 111752.78
Bedelaars16000 222.355
Werkverschaffing enz12252.29
Twee gemeenteraadsbesluiten hebben op de jaarlijksclie kosten van het
armwezen een merkbaren en blijvenden invloed gehad: 1". de stichting van
een stedelijk werkhuis: 2". de jaarlijksclie vermindering van het bedrag der
subsidiën aan armbesturen en godshuizen.
Het Werkhuis werd 13 December 1852 geopend, verschaft arbeid aan die
zich daartoe aanmelden tegen genot van voeding en loon. Na een tienjarig
bestaanwas in 1862 het aantal opgenomen
Volwassenen 75289 en in 1875 27461
- Kinderen37892 8853
liet subsidie 9000 4000
Voeding 12160.955 441747
Arbeidsloon uitbetaald 4519.925 4080.72
Maar bovendien heelt de invoering der wet regelende liet armbestuur sedert
1855 ten gevolge gehad, dat de ondersleuning der behoeftigen bijna uitslui
tend is overgelaten aan de kerkelijke en bjjzondere liefdadigheid; terwijl de
gemeentekas slechts is belast met de kosten van de zieke armen en van de
behoeftige krankzinnigen.
Door de stichting van een nieuw Academisch Ziekenhuis is de Stads
Ziekenzaal in liet Gaecilia-Gastliuis opgeheven en worden de zieke armen
volgens overeenkomst mei het rijk verpleegd, zoo zij niet aan hunne huizen
door de stads genees- en heelkundigen kunnen worden behandeld. Het aan
tal behoeftige krankzinnigen, die voor rekening der gemeente verpleegd
werden, bedroeg op 31 December 1862 43 en op 31 December 1875 42.
Het aantal bijzondere instellingen van weldadigheid is in den iaatsten tijd
zeer toegenomen. Onder alle godsdienstige gezindten vindt men vereenigin-
gen lot ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen, tot het verleenen
van onderstand aan schamele armen gedurende den winter, tot verzor
ging van verwaarloosde kinderen, lot het verschaffen van godsdienstig onder
wijs, tot zedelijke verbetering van gevangenen, tot het verschaffen van
werk. in een woord: tot bevordering van sloffelijken en geestelijken wel
stand onder de lagere standen. De Leidsche volkskeuken en hel kosteloos
verschaffen van duinwater zijn hoogst nuttige instellingen. De Leidsche
maatschappij van weldadigheid met haar hulpbank, werkverschaffing en ar
beiderswoningen strekt lol voorkoming van armoede. De Vcreeniging tot
bevordering van geregeld schoolbezoek oefent een onberekenbare!) invloed
uit door de verschillende middelen, waarmede zij haar doel tracht te
bereiken.
De Stads Rank van Leening, die geteld wordt onder de instellingen ter
voorkoming van armoede, verkeert iu een kwijnenden toestand, blijkens de
volgende statistiek:
1852. 1875.
Beleende panden90551 46209
Geloste 84613 53142
Verkochte 4543 2311
Beleend kapitaal278,358 75 ƒ213,805.25
Kosten van beheer7,271.475
Kapitaal van geloste panden «265.950.00 232.846.25
In tressen12,641.67s 8,828.31
Verkochte panden1.577.155 1,112.23s
Onafgehaalde meergelden 476.74s 442 06s
Winst8,154.35 3.929.94s
«De stellige conclusie, dat juist liet armste gedeelte van de bevolking in
«1875 veel minder dan vroeger de hulp van de Bank heeft ingeroepen"
faalt, zoo men in den waan verkeert, dat dit deci der bevolking geen
andere gelegenheid tot heleening van panden heeft gevonden. De weg naar
de Bank is bemoeilijkt en bezwaard, omdat tijd en moeite geld zijn. De
reorganisatie van de Bank eene instelling van noodzakelijk kwaad is
nadeelig voor de gemeente en verderfelijk voor de bevolking, «die de kost-
«bare en gevaarlijke hulp van de verkoopkantoren verkiezen moet boven de
«vrij wal minder dure hulp, welke de gemeente hun aanbood vóór 1»
«Januari 1875". Het oprichten van hulpkantoren in verschillende deelen
der stad en vooral in die wijken waar de arme klassen wonen, zou minder
kostbaar zijn dan de uitbreiding van het bestaand banklocaal, dat te ruim
voor de behoefte, te ongelegen levens is om cenigermatc tegemoet te komen
aan de billijke eischen der pandgevers.
En toch beslaat er veel grond, om aan te nemen dat de langste standen
over het algemeen het heter hebben dan vroeger en nog meer welvaart
zouden kunnen genieten, indien minder aan sterken drank, meer aan goed
voedsel werd besteed, want dc arbeidsloonen zijn hooger geworden en
onderscheidene levensmiddelen voor hen niet duurder. Hel groote kwaad
in de mindere standen is de zucht om zich hooger op te heffen in kleeding,
levenswijs cn uitspanningen. De middelstanden zijn niet vooruitgegaan,
omdat de inkomsten niet in verhouding staan lot levenswijze en levensbe
hoeften en het aantal der meervermogenden neemt niet toe, terwijl verschil
van stand grootendeels wordt uitgewischt en liet zoogenaamde «mevrouw
schap" niet meer naar oud-ltollandscheii trant bestaat, maar op het vreemde
«madame" en «Frau" gelijkende, de vroegere bakens of grenzen niet meer
eerbiedigt. Het ruim debiet van koek, gebak, likeuren en wijnen, de heer-
schende weelde en neiging om den aanzienlijken stand in levenswijze en ver
toon na te bootsen de lust en zucht naar loterijspel en beursspeculatiën en
wat niet al dat daarmede op eene lijn staat, is in de laatste 25 jaren toe
genomen. Teleurstellingen en verliezen hebben in den gegoeden burgerstand
menigeen getroffen. Toch is die stand onder dc nering- en winkeldoen-
den vooruitgegaan en blijkt in menig opzicht een welvaart te heerschen,
vroeger niet gekend daar waar men die thans vindt. Moge dan al het aan
tal patriciërs gaandeweg verminderen, de burgerij kan gezegd worden in
welvaart Ie zijn toegenomen, daar de personeele belasting aan liet rijk in
1865 opbracht 111,000 en in 1875 ƒ127,000, zonder dal de grondslagen
der heffing zijn verhoogd.