LEIDSCHE COURANT. 1876. Y'. 1C4. VRIJDAG 14 JULI J STADS-BERICHTEN. BUNNENLANUSCHE BEBIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50, met het F er slag der Handelingen van den tiemeenteraad 3.35, franco p. p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50 jaars, buiten de expeditiekoslen. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco, p. p. 6 Cents De prijs der Advertenliën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld de op den lldeo dezer maand invorderbaar verklaarde kohieren der personeele belasting van wijk VI, en van het patentrecht van wijk IV, beide over den dienst van 1876/7; zijnde een ieder verplicht zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidtche Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd. Leiden, 13 Juli 1876. v. d. BRANDELER. Ter gemeente-secretarie is tegen betaling van ƒ1 verkrijgbaar het rap port der Commissie van Fabricage betredende de duinwaterleiding. LEIDEN. 13 Julij. In de zitting van den gemeenteraad van heden werd, nadat de voor zitter mededeeling had gedaan van de ingekomen stukken (waaronder was een briet van C. J. Carrière, houdende kennisgeving dat hij de benoeming lot hulponderwijzer niet kan aannemen, daar hij reeds elders eene benoe ming heelt aangenomen), benoemd tot onderwijzeres in de handwerken aan de scholen n". 2 voor on- en minvermogenden mej. A. M. Sasse, alhier. Voorts werden benoemd tot lijdelijk lid der comm. van financiën de heer Krantz en tot commissaris der bank van leening de heer Cock, die als zoodanig aan de beurt van aftreding was. Een supptetoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving van het H. G. of arme wees- en kinderhuis werd goedgekeurd. Op het verzoek van II. Kret, tot het leggen van een stoep aan de Zrjdgrachtwerd afwijzend beschikt; en dat van D. Straathof, tot bet leggen van een aarden dam in de singelsloottoegestaan. Aan den hulponderwijzer J. D. Kriek werd, op zijn verzoek, eervol ontslag v- rleend, en goedgekeurd de voordragl tot plaatsing van een zoogenaamde zuiirkast ten behoeve van het scheikundig onderwijs in de school op de Boommarkt. De verdere beraadslagingen in deze zitting, die lot ruim vijf ure duurde, liepen over de voordragt betrekkelijk den aanleg van eene duinwaterleiding, waarvan de conclusie reeds werd medegedeeld. De heer krantz rangschikte zich door deze voordragt onder de meest teleurgestelde leden der vergade ring, daar hij vroeger een onderzoek had gevraagd omtrent eene eigene exploitatie. Hij had geen tijd gehad tot grondig onderzoek der zaak. Zijn oordeel zou in deze afhangen van dat van deskundigen. Ilij zou echter nog een lans breken voor eigen exploitatie, want kuellender band bestond er niet dan eene concessie. Voor de eigen exploitatie wees hij op de gasfabriek, waarvan de exploitatie een zoo schoon resultaat had geleverd; alle gemeenten waren naijverig geweest op het succes met onze gasfabriek. Wat was er noodig voor eigen exploitatie: geld, en daartoe had Leiden nog crediet ge noeg; kennis, men had eene ruime keuze onder deskundigen. In meer dan eene gemeente offerde men schatten op om van coiicessiën ontslagen te worden. De raad stond hier voor eene concessie, maar had van geen advies van deskundigen vernomen. Zou het geen ongunsligen indruk maken eene concessie te verleenen, waarvan men de voorwaarden niet kende? De heer Bijleveld was in dien zin niet teleurgesteld, want hij was voor liet verleenen cener concessie. Evenwel had hij gewigtige bezwaren. Ook hem kwam na inzage de aanvrage van de bh. van der Vliet en Bosch Reitz de aannemelijkste voor, maar het bezwaar of dit plan goed was, bestond ook bij hem. Men had een avant-projet ontvangen van den gemeente architect, maar hij zag ook in het rapport van dezen, dat hij zich niet de bekwaamheid toekende om des noods de zaak op zich te nemen. Wist men nu of de plannen van de genoemde heeren kans van slagen hadden in de toekomst? Hij zag er dus gevaar in het voorgestelde maar zoo gaaf aan te nemen; als leek kon hij geen uitspraak doen over het technische. In de voorwaarde miste hij een belangrijk punt hoe controle zou worden gehou den over het financiële, waarbij de gemeente belang had. De lieer Goudsmit betoogde dat de zaak thans liep over twee quaestiën: 1°- de quaestie van eigen exploitatie of concessie, en 2°. de financiële quaestie: strookt het voorstel met de financiën der gemeente? Met den heer Bijleveld was hij tegen eigen-exploitatie; de gemeente moest niet hande laarster worden in water, omdat dit niet behoort tot de taak, roeping of pliglen eener gemeente. De oogen waren verblind door de exploitatie der gasfabriek. De heer Eigcman verklaarde zich mede tegen eigen exploitatie. Meer en meer moest men strijden tegen het beginsel om gemeentebesturen als in- eustriëien te doen optreden. Ilij zou zich neerleggen bij de aangevraagde concessie. De heer van Itcrson had met genoegen kennis genomen van de uitge- bragte rapporten. Door de opgelegde geheimhouding werd niemand geschaad dan de commissie van fabricage, daar zij, bjj de openbaarmaking van haar rapport, niets dan lof zon ontvangen. Hij was tegen eigen exploitatie. De aangevoerde bezwaren berustten op eene verkeerde opvatting. Drie maanden later zouden eerst de plannen ingediend worden en die zouden, naar hij geloofde, onderworpen worden aan het oordeel van burg.cn weth., die daarover deskundigen zouden liooren. Het zou in eene vergadering als deze onmogelijk zijn de plannen vast te stellen, die loopen over een watertoren, de wijdte der buizen enz. Er was nog geen plan ingediend, dan wat be treft het financiële. De lieer Bijleveld had gelijk dat er geen controle was voorgesteld bijaldien de concessionarissen zeiven de exploitatie op zich namen. De heer Juta gal zijn spijt te kennen over de geheimhouding, die omtrent de stukken was opgelegd. Dit baarde hem moeijelijkheid in hel uiten zjjner gedachten. Burg. en weth. behandelden alleen het financiële, al het tech nische was buiten gesloten. Een der aanvragers had het meest gunstige financiële plan voorgesteld, maar als nu later het technische verkeerd was, dan zou men onbillijk zijn tegenover de andere aanvragers. Men moest eerst deskundigen raadplegenalvorens aan een der aanvragers de concessie te verleenen. De heer Goudsmit was van meening dat men een verkeerden weg opging. Eerst later, wanneer de plannen zouden zijn ingekomen, worden deskundi gen gehoord en nadat dezen hun oordeel hebben uitgesproken, de concessie verleend. Wat controle betreft, blijkens art. 11 der voorwaarden zou er een commissaris van wege de gemeente worden benoemd. Bestrijders zou den moeten aantoouen dat de andere aanvragers betere voorwaarden hadden gesteld, maar zoolang dit niet het geval was, hield hij de aanhangige voor de aannemelijkste voor de gemeente. De heer van der Lith meende uit de stukken te moeten opmaken dat men stond voor het verleenen eener concessie, en dat de raad er dan af was. De heer llartevelt stelde voor de opheffing der geheimhouding. De heer de Laat de Kanier was daartegen, uithoofde de industriëlen niet gezind zijn hunne plannen publiek te maken; men had als hel ware eene morele ver- plig ing tegenover hem. Op de vraag van den heer Cock of zij geheimhou ding verzocht haddenantwoordde de heer de Kanier ontkennend. Het voorstel tot opheffing der geheimhouding werd daarop aangenomen met 17 tegen 5 stemmen. De beraadslagingen over de voordragt werden daarop voortgezet. Onder scheiden leden voerden hel woord, waarbij ook ter sprake kwam de be- teekenis van het woord .'gemeentebestuur", dat in de voorwaarden herhaal delijk voorkwam. De lieer de Laat de Kanier wederlcgde verschillende bedenkingen door vorige sprekers gemaakt. Hij stelde de moeijelijkhcden in het licht van eigen exploitatie. Het hooren van deskundigen kwam eerst later te pas. Wat betre! t de controle bij eigen beheer door concessionarissen (dat.geloofde hij, niet in hun plan lag), kon men wijziging in de voorwaarden maken. Het plan van den architect, dat bestaat, had alleen gediend om, voor de grondtrekken, belanghebbenden in kennis te stellen met de zaak. De hh. van der Vliet en Bosch Reitz hadden reeds jaren de zaak bij de hand ge had, zijn dus mannen van ondervinding, en zullen niet komen met een reservoir dat te klein is ol buizen die te naanw zijn. De heer Cock drukie in hoofdzaak zijne goedkeuring uit over de plannen van de commissie van fabricage. Ook hij kende de hh. van der Vliet en Bosch Reitzen geloofde dat zij, meer dan anderen, goede waarborgen zouden kunnen geven. De heer Dercksen deed het voorstel de beslissing over de voordragt nog acht dagen uit te stellen, ten einde, nu de geheimhouding was opgeheven, aan de publieke opinie gelegenheid te geven zich te doen hooren. Dit voorstel werd met 18 tegen 4 stemmen verworpen. De uitslag der verdere discussie was dat men overeenkwam, ten einde de verschillende gevoelens tot een te brengenaan de geheele concessie een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 1