BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsche Courant
van Maandag óO Julij Ó876V°. ó60.
BUITENLANDSCHE BERIGTE1N.
Bij de prov. staten van Overijssel is ingekomen een voorstel van ged.
staten om het getal opcenten op de grondbelasting en personele belasting
voor de dienst van 1877 met 3 pCt. te verhoogen en alzoo op 10 pCt. te
brengen. Voorts is ingekomen een voorstel om in drie termijnen een subsidie
van ƒ100,000 te verleenen in de kosten van overbrenging van het genees
kundig geslicht voor krankzinnigen te Deventer naar het landgoed Brink-
greve.
- Te Zwolle is gisteren morgen de bliksem geslagen in drie verschillende
woningen. Van een woning in de Bitterstraat werd de zijgevel, van de nok
van het dak tot op den zolder, uit elkander geslagen. Op de Nieuwstad is
een gat geslagen in den schoorsteen van een huis. Na eenige schade aan-
gerigt te hebben schoot de bliksem door het raam aan de straat. In het
huis daarnaast werden onderscheiden voorwerpen verbrijzeld. Ook daar is
hij den schoorsteen binnengekomendoor een openstaand luik naar boven
getrokken en heeft daar een koperen sleutel van een kagchelpijp gebroken,
een raampje en zolderluik verbrijzeld en verscheiden gaten in het dak ge
slagen. Ook te Krimpen aan de Lek is op dien morgen eene woning door
den bliksem getroffen. Hij rigtte hier en daar vernieling aan, maar veroor
zaakte geen brand.
De persoon nabij Almelo, wien door een vogelvanger sneden in den hals
waren toegebragt, is aan de gevolgen overleden.
Door het geregtshof te Leeuwarden is uitspraak gedaan in de zaak
van den molenaarsknecht A. S. te Uithuizen, die teregt stond beschuldigd
van diefstal van ƒ1350. Bekl. werd schuldig verklaard aan diefstal in een
bewoond huis met behulp van een valschen sleutel en veroordeeld tot 5 jaar
tuchthuisstraf.
Tc Oude-Pekel-A is de oulangs opgerigte papierfabriek gedeeltelijk af
gebrand. Ook ongeveer 20 dagwerk turf werd door de vlammen verteerd.
Door de prov. staten van Zeeland is tot griffier dier staten benoemd
de heer mr. A. R. Arnlzenius, adjunct-commies ter prov. griffie van Zuid
holland te 'sHage.
Thans is verschenen het afdeelingsverslag der tweede kamer over het
wets-ontwerphoudende regeling der inrigting van het regtsgebied der
arrond.-regtbanken en kantongeregten. Het hoofdbeginsel dezer voordraglen
heeft in alle afdeelingen veel tegenstand ontmoet. Hel uitgangspunt, dat
deze ontwerpen een noodzakelijk gevolg der hoven wet zouden zijn, uitgaande
van het beginsel van vermindering van het aantal regts-colleges en verbete
ring der bezoldiging van de regterlijke ambtenaren, werd niet juist geoor
deeld. Tot verbetering der bezoldiging van de lagere rangen der regterlijke
ambtenaren wilde men, op billijke wijze, medewerken, maar deze voorstel
len tot regeling waren van geheel anderen aard en van veel verder strek
king, door de opheffing tevens van 11 regtbanken en 43 kantongeregten.
Dat alles hangt te veel zamen met de regterlijke inrigting en met het stelsel
van procedure. De opheffing eener reeks lagere regts-colleges is onmogelijk
zonder den toekomstigen wetgever aan banden te leggen. Volgens velen
was tot doortastende verbetering van het regtswezen volstrekt noodig de
opheffing van alle geregtshovenwaardoor de afschaffing der drie instantiën
in burgerlijke zaken alleen bereikbaar ware.
Een aantal leden was evenzeer tegen de regeringsvoorstellen gekant; zij
traden niet in principiële beschouwingen over de regterlijke organisatie,
maar de voordragten regtstreeks toetsende aan het belang der justitia
belen. kwamen zij tot de slotsom, dat daaruit voor een aanzienlijk deel
der bevolking een groole lastvelerlei ongerief en niet gering stoffelijk na
deel zouden voortspruiten. Het groot algemeen en erkend openbaar belang
om tot opheffiing van zoo vele cotlegien te besluiten, was door de regeling
niet aangetoond en deze schijnt dit ook niet te bewijzen. Dit gold zoowel
de op te heffen regtbanken als, en misschien in nog meerdere mate, de
kantongeregten, hetgeen in bijzonderheden wofdt uiteengezet. Tegenover
deze bestrijding stond het gevoelen van andere ledendie krachtig het
hoofddenkbeeld dezer ontwerpen verdedigenen ze wel degelijk als een
noodwendig gevolg der bovenwet beschouwden. Zij deelden echter sommige
bezwaren omtrent de kantongeregten. Ook deze gevoelens worden breed
voerig uiteengezet en daarna de ontwerpen zelve aan criliek onderworpen.
Drie nota's zijn bij het verslag gevoegd: eene van de heeren
Smitz en van Baar, eene van den heer van Nispen en eene van den heer
Jonckbloet.
Wat betreft het voorstel tot opheffing van de arrondissements-regtbank
alhier zien wij dat van verschillende zijden het behoud der regtbank alhier
werd voorgestaan. Men beriep zich op het adres van den gemeenteraad aan
de kamer gerigt. Er waren leden, die, olschoon in beginsel voer opheffing
van regtbanken gestemd, evenwel het behoud der Leidsche regtbank in het
belang der hoogeschool noodig achtten. Enkelen meenden, dat, moet er in
dit gedeelte van Zuidholland eene regtbank worden ontbondende regtbank
te 's Hage met minder nadeel dan die te Leiden kan worden gemist. Een
grooter aantal leden was gestemd voor de opheffing der regtbank te Leiden,
omdat de argumenten voor het behoud der Leidsche regtbank hen niet
hadden overtuigd. Leiden zeiden zij is op korten afstand van 's Hage
gelegen en de spoorweg door de Rijnstreek zal een belangrijk deel van het
tegenwoordig arrondissement Leiden digter bij dc residentie brengen, liet
argument, dat de gemeenteraad ontleent aan de wenschelijkheid om de stu
denten in de gelegenheid te stellen de zittingen der regtbank bij te wonen,
is niet aannemelijk. De ondervinding pleit daartegenen voldoende stof tot
het opdoen van praktische kennis ontbreekt juist te Leiden.
's GRAVEN HAGE, 8 Julij
Z. M. heeft benoemd tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw den
heer dr. E. A. P. van den Bogaert, te Rosmalen.
Door Z. M. is aan den voor de dienst in Indië bestemden soldaat A.
Schatzl, van het koloniaal werfdepot, vergunning verleend tot het dragen
van het Beijersche herinneringsteeken voor het deel nemen aan den veldtogt
tegen Pruisscn in 1866 en van de Duitsehe medaille ingesteld ter herinne
ring aan den veldtogt tegen Frankrijk in 1870/71.
Aan den heer 11. Ahlers is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als consul der Nederlanden te Bombay, en als zoodanig is benoemd de heer
C. Th. Meili aldaar.
Z. M. de koning zal aanstaanden Maandag ten 6 ure van het Loo
j alhier aankomen.
Z. K. H. prins Frederik is heden middag ten 1 ure uit Neuwied in de
residentie teruggekeerd.
ENGELAND.
LONDEN7 Julij.
In eene bijeenkomst van leden der «Liberal Association" te Birming
ham is de volgende resolutie aangenomen«dat het karakter en de resul
taten van het Turksch bewind in Europa niet van zóódanigen aard zijn
geweest, om ten behoeve er van de verdere verspilling van Engelsch bloed
en geld te billijken." Tevens werd besloten bij de regering aan te dringen
op het geven eener duidelijke verklaring ten opzigle van de politiek, die zij
met betrekking tot de Oostersche quaeslie wil volgen.
FRANKEMK.
De republikeinsche unie heeft eene bijeenkomst gehoudenom over de
gemeentewet te beraadslagen. Zij heeft het voorstel der commissie van de
kamer verworpenstrekkende om voorloopigtotdat er eene organieke
gemeentewet zal vastgesteld worden, de benoeming der maires in de depar-
tements-, arrondissements- en kantonnale hoofdplaatsen aan de uitvoerende
magt over te laten, onder voorwaarde dat de maires gekozen worden uit
den gemeenteraad. Slechts 11 leden van de 75 hebben voor het voorstel
j der commissie gestemd.
De Courr. de France deelt met ingenomenheid mede, dat de heer
Carré-Kérisouetvan de republikeinsche linkerzijde, zijnen mede-afgevaar
digde, den Bonapartist Robert Mitchell, wegens zekere door dezen tegen de
geheele republikeinsche partij in de zitting van Maandag gebezigde uitdruk
kingen, tot een tweegevecht heeft uitgedaagd. Tot zijne getuigen heeft hij
de afgevaardigden Laisant en Corentin-Guyho gekozen. Die van den heer
Mitchell zijn de heer Sarlonde en de baron de Bourgoing.
Onlangs liep het gerucht dat de zamenzweerder Blanqui, die te Clair-
vaux in verzekerde bewaring wordt gehouden, door toedoen van invloedrijke
betrekkingen op vrije voeten zou worden gestelden werkelijk zijn hiervoor
ook de noodige stappen gedaan. Doch aangezien de veroordeelde hardnekkig
weigert door het teekenen van een verzoekschrift daaraan te gemoet te ko
men, zal er waarschijnlijk van de zaak niets komen.
De Estafette deelt mede dat een soldaat onder de bevelen van den
hertog van Chartres. broeder van den graaf van Parijs en majoor van het
negende regiment jagers te paard, op den hertog heeft geschotendoch
zonder hem te treffen.
BIIITICHLAND.
Naar men verneemt zal de keizer den 10den dezer niet naar Homburg,
maar naar Wiirzburg vertrekken, alwaar alsdan ook prins Bismarck tot
bijwoning eener conferentie zal aanwezig zijn. De bijeenkomst van keizer
Wilhelm en keizer Franz Jozeph zal den 19drn te Ischl plaats hebben.
Volgens de Weser Zeit. is het thans bepaalddat de verkiezingen
voor den landdag in de eerste helft van October zullen geschieden, terwijl
de rijksdag tot aan den uitersten termijn van het mandaat der leden zijn
werkzaamheden zal voortzetten.
Uit Keulen meldt men dat de heer Melchers, dezer dagen uit zijne be
trekking van aartsbisschop van Keulen ontzet door het kerkelijk geregtshot,
het aartsbisschoppelijk vicariaat, aldaar gevestigd, heeft ontbonden. Hij heeft
verklaard daartoe over te gaan, uithoofde van de tegenwoordige omstandig
heden.
In de vorige maand werd te Witten, in Westphalen, toen de oud
katholieken voor het eerst aldaar eene godsdienstoefening in het kerkge
bouw zouden houden, vooraf het orgel onbruikbaar gemaakt. Thans zijn
vier jongelieden, waarvan drie beneden de 18 jaar oud, wegens dat feit
veroordeeldde oudste tot vier en de overigen tot drie weken gevangenis
straf. Zekeren Boudondie hen tot de vernieling had aangespoordis ver
oordeeld tot zes maanden gevangenisstraf.
De Hongaarsche zoowel als de Weener bladen blijven zich sterk aan
kanten tegen het stichten van een grooten Servischen staat. Het officiële
Hongaarsche blad deelt eene circulaire mede door den minister van binnen-
landsche zaken tot de staatsambtenaren gerigt, waarin gelast wordt elk te
doen in hechtenis nemen, die regtstreeks of zijdelings hulp verleent aan hen
die op de Oostenrijksche grenzen strijden tegen eene mogendheidwaarmede
Hongarije in vrede verkeert.
De Oest. Corr. meldt, dat de Hongaarsche ministers eene conferentie heb
ben gehouden met graaf Andrassy, en dat tusschen dezen en de Hongaar
sche regering omtrent het einddoel der buitenlandsche politiek volkomen
overeenstemming heerscht.