LEI©$CI!E CfltilMMT, V. 135. 18/0. ZATERDAG 10 JUNIJ. STADS-BERICHT EN. binnenlandsche beidgtem. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f3.franco p. p. f 3 50, met het F er slag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35franco p.p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50 'sjaars. buiten de expeditiekosten. afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco, p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cenls. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten dat aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een op den Gden dezer maand invorderbaar verklaard kohier voor de belasting op het personeel, dienstjaar 1876/7, houdende aanslagen voor de Wijken I en II; terwijl ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 9 Juni 1876. v. d. BRANDELER. LEIDEN. 9 Jnnij. Wij vernemen dat de heer Couvée voornemens is aan heeren inteeke- naren op de Zomerconcerten een buitengewoon groot militair concert aan te bieden, dat, bij gunstig weder, zal plaats hebben op Dingsdag aanst.en zal gegeven worden door de stafmuziek van het 4d' regiment infanterie onder directie van den heer A. Grentzius. Voor heeren inteekenaren op die con certen zal dit zeker eene aangename verrassing zijneen avond op Zomerzorg onder het genot van goede muziek levert toch eene gelegenheid tot ontspan ning op, die men niet ligt ongebruikt zal laten. Dingsdag en Woensdag 6 en 7 Junij had te Katwijk aan den Rijn het vergelijkend examen plaats voor de betrekking van hoofdonderwijzer. Het werd afgenomen door den schoolopziener, prof. de Goeje, met bijstand van de bh. G. Japikse, hoofdonderwijzer der jongensschool lc kl.J. 11. Jen- nes, phil. cand., leeraar aan de meisjesschool le kl. alhier, en K. Boorsma, hoofdonderwijzer te Katwijk aan Zee. Na afloop werd de volgende voor- dragt opgemaakt; n". 1 L. A. E. van der Ley. n". 2 J. Mast I'.E.z., n°, 3 A. A. Caltel, n°. 4 J. van der Hoeve. De ontvangst der sollicitanten door het gemeentebestuur liet niets le wenschen over, en dit, zoowel als de blijkbare zorg. waarmede de belangen van het onderwijs in Katwijk behar tigd worden, heeft hen stellig met een gunstigen indruk van deze gemeente huiswaarts doen keeren. —i De Staatscourant bevat eene nominative opgave (58r vervolg) van Eu- ropesche officieren, onderofficieren en soldaten, overleden na evacuatie uit Atchinvoor zooverre daaromtrent tot op den 3d''" Mei 1876 bij het dep. van oorlog in Nederl. Indië beiigt was ingekomen. Die lijst bevat de vol gende namen: L. J. P. van Dam, V. E; Guillaume, B. Ilijdema, J. D. van den Brekel, R. van Ewijk, P. Oiofsen F. Moolenaar, F. Dunk, A. Kars, F.jLoboda. D. de Vries, A. Ermerins, J. Spithout, 11. Zander, VV. Hamer, F. A. Grauier, P. B Matthijs, A. F. van der Scheer, J. Vlaspoel, A. H. Ilahné, I,. M. Schillingen, H. Goddermain, H. de Vente, G. Spreutels, A. Ordelman, B. A. J. Messelin, II. Veldhuis. Blijkens een bij het dep. van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederl. Indië, heelt de generaal-majoor Wiggers van Kcrchem den 27>t|,D Mei jl. uit Atchin het volgende berigt: De vijand is rustig. De luitenant Six Dijkstra werd bij de dekking der werkzaamheden aan den (sedert voltooiden) post Beloel-Zuid ligt gewond. In den vroegen ochtend van 24 Mei gelukte het aan eene compagnie om den vijand op eene hoogte, waar hij een stuk geschut in batterij had gebragt, te overrompelen en het stuk mede te voeren. Bij die gelegenheid sneuvelde aan onze zijde een inlandsch fuselier en werd een Europeaan ligt gewond. Gezondheidstoe stand ongunstig. Aan het Hbl. wordt gemeld, dat de regering, door Uisschenkomst der commissarissen des konings in de provinciënaan de gemeentebesturen heeft te kennen gegeven, dat zij er geen bezwaar in ziet dat de gemeenten gas fabrieken ten eigen bate exploiteren, en daarvoor meer in rekening brengen, dan juist voor dekking der uitgaven noodig is. Te 's llage is gisteren gehouden de 47ste algemeene vergadering der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst onder leiding van den voorzitter van het hoofdbestuur, den heer F. A. T. Delprat. Alle 13 afdeelingente zamen uitbrengende 51 stemmenwaren door hare afgevaardigden vertegen woordigd. De voorzitter opende de vergadering met een woord van wel kom aan de afgevaardigden, daarbij in de ecrslc plaats wijzende op het gevoelige verlies, hetwelk de maatschappij door den dood van twee harer hoofdbestuurders geleden had; met enkele trekken schetste de voorzitter vooral de onschatbare diensten, door dp. J. P. llcye aan de maatschappij bewezen. De heer W. F. Loman bragt als algemeen secretaris der maat schappij het verslag uit over den toestand der maatschappij en harer afdee lingen over het jaar, dat 31 Aug. e. k. ten einde loopt. De maatschappij telt 3412 gewone leden' (onder welke 34 donateurs), en 24 leden-kunste naars (2 meer dan het vorig jaar), alzoo 3536 contribuerende leden, (derhalve 85 minder dan het vorig jaar, doch 1402 meer, dan zij in een der eerste 25 jaren harer stichting tellen mogt); wijders: 115 honoraire en 36 cor responderende leden, 28 leden van verdienste, 1 buitengewoon eerelid (Z. M. den koning), te zamen 3716 leden. Wat de afdeelingen betreft, de meeste verloren enkele leden; Haarlem, Alkmaar en Enkhuizen gingen een weinig voorwaarts; behalve Leiden hadden vooral 'sGravenhage en Zutphen belang rijke aanwinst. De muziekscholen der maatschappij wonnen weder 232 leer lingen. .Ofschoon het eindcijfer van de leden der zangvereenigingen kleiner is gewordenbewijst zulks niet voor den algemeenen achteruitgang. Inte gendeel. Door de ontbinding van Maarssen en Zwolle ontvielen 115 leden; doch bijkans tegelijkertijd verrees te Leiden eene zangvereeniging met 70 werkende leden, terwijl ook in de andere afdeelingen de bloei dier inrig- tingen in zulke mate toenam, dat het totaal der leden nagenoeg overeen komt met dat van het vorig jaar. Aan den heer Frans Coenen is voor zijn Maria Magdalena eene donatie verkend. Voorts is een 25-tal eeredukaten aan verschillende meesters toegekend voor in den kring der afdeelingen uit gevoerde werken van levende in- en nitheemsche kunstenaars. Men meldt uit Harderwijk aan de N. R. C.: De persoon, die voor een paar weken bij den logementhouder Éphraïm alhier eenige gouden en zilveren voorwerpen ontvreemdde, was soldaat bij het koloniaal werfdepot. Door het Fransche gouvernement was zijne uitlevering gevraagd wegens oneerbare vergrijpen, doch naar Frankrijk overgebragt wordende, is hij ontsnapt. Ten tweedenmale in burgerkleeding te 'Harderwijk aankomende, heeft hij zich op nieuw aldaar geëngageerd, werd gekleed, doch vóór hij het handgeld ontvangen hadwerd hij door een der onderofficieren herkend. Daarop heeft hij zich uit de voeten gemaakt en schijnt zich eenige dagen nabij Harderwijk te hebben opgehouden met een ander persoon, dien men nog niet op hel spoor is. Na den gepleegden diefstal bij den heer E. schijnt hij naar Amersfoort gegaan te zijn; aldaar heeft hij zich op nieuw aan diefstal schuldig gemaakten eveneens te Larentotdat hij eindelijk onder Zandvoort aangehouden is. Als soldaat zal hij nu te Arnhem voor den krijgsraad leregt staan. De waarde van bet door wijlen jhr. mr. M. J. Gaan van Mattrik aan de herv. gemeente van Mattrik gelegateerde is. naar men verneemt, ge taxeerd op 57299.70. Dezer dagen is te Winschoten een 8-jarige knaap, die wegens diefstal preventief gevangen zat. uilgebroken, door zich door de traliën van een der vensters heen te. wringen en den sprong van de bovenverdieping naar den grond te wagen. Den volgenden féruggebragt. Eergisteren is de conducteur d. R. wagen gevallen van den trein, die 5.40 van Utrecht vertrekt; men heeft hem bewusteloos op de brug gevonden, met vele kneuzingen en verwondingen; nadat hem de noodige hulp was verleendis hij naar Boxtel overgebragt. dag is hij weêr naar de gevangenis op de brug bij Hedel uit den bagage- Thans ziet het licht het verslag der commissie uit de tweede kamer, betrekkelijk de regeringsverslagen over den staat der hooge, middelbare en lagere scholen over 1872-73 en 1873—74. Die commissie bestond aanvan kelijk uit de heeren Jonckbloel, Lenting, Smitz, van Kuyk en Kuyper; daar de heer van Kuyk tot een anderen werkkring werd geroepen, werd de heer de Ruytcr Zijlker in zijne plaats benoemd; de heer Kuyper kon, wegens redenen van gezondheid buiten 's lands, niet tot de vaststelling van het verslag medewerken Wat het hooger onderwijs betreft, meent men dat niet veel belangrijks wordt medegedeeld; toch zou hot feit, dat een groot aantal hoogleeraren de vakken, door iieti te onderwijzen, over verschillende akademiejaren moes ten verdeelen, aanleiding hebben kunnen geven tot overweging van de vraag, ol het aantal hóogleeraren wel evenredig is aan de taak, die op hunne schouderen rust. Tc eer wordt de aandacht op dat punt gevestigd, omdat het hoogslwenschelijk is, dat. bij de reorganisatie onzer universiteiten ten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 1