Bron- en Medicinale Wateren,
ADVERTENTIE N.
ROME, 9 Mei. De regering heeft onmiddellijk het vertrek van schepen
naar Salonika gelast.
ATHENE, 8 Mei. Volgens berigten uit Salonika is de orde sedert den op
de consuls gepleegden moord niet meer gestoord.
BERLIJN, 9 Mei. De Duitschc in de Middellandsche zee kruisende korvet
Medusa heeft bevel ontvangen Itn spoedigste van Messina naar Salonika te
vertrekken.
De kabinetten van St. Petersburg en van Weencn hebben evenzoo het zen
den van oorlogsvaartuigen naar de wateren van Salonika bevolen.
OKEZONDEN.
De Catalogus van liet Stedelijk Museum en „Het laatste
oordeel van Lucas van Leyden."
Dat te Leiden het plan bestond een stedelijk museum op te rigtenkon
door niemand als eene onverschillige zaak worden vernomen; het werd
althans door kunstminnaars met ingenomenheid begroet. Men was niet
onkundig dat Leiden nog menig ouden schat bewaarde, die, ofschoon niet
in alle dcelen van de beroemdste meesters afkomstig, toch belangrijk ge
noeg was voor de geschiedenis der kunst. Mr. C. Vosmaer prees dan ook
in de Nederlandse he Spectator van Julij 1873 de zamenstelling van een
stedelijk museum en de plaats waar het werd ingerigt. Twijfelende omtrent
een schilderijtje van Adriaan Brouwer (hetgeen echter geen twijfel bij ande
ren heeft doen ontstaan) maakte hij nog een paar bedenkingen bij veel
waardeering, en dat alles verdiende, naar zijn zeggen, eene naauwkcuriger
studie en een met zorg opgestelden catalogus met de fac-simile's van namen
en merken.
Bij het doorbladeren van den onlangs verschenen catalogus die met
dank is ontvangen komt men tot de erkenning dat er aan het zamen-
stellen daarvan studie gewijd is. Men leert er uit, van waar de meeste schil
derijen afkomstig zijn. daargelaten sommige, die, van elders reeds ver
maardbekendheid hadden. Maar. /.ustdwang is Heldemverck, gelijk er
als randschrift op een groen kruidcrglas [kruiderwijnglas?] te lezen staat;
kwalijk te bedwingen is de lust tot de vraag: is het beschrijven van schil
derijen geen moeijelijk werk? Waarschijnlijk; maar nog iets anders: dragen
de beschrijvingen niet het kenmerk van wat overijld gedaan te zijn? Eilieve,
om eens hier en daar een greep te doen. Daaf is n°. 18, dat een gezigt op
een weg iangs eene dorpsvaart voorstelt, gestoffeerd met eene menigte
beeldjes. "Langs den oever bewegen zich een menigte beeldjes", wordt
daarvan gezegd, "ai varende en wandelende, terwijl [dat //terwijl" komt
zeer menigvuldig voor] anderen zich voor de herbergen bewegen." Wat
mag den beschrijver bewogen hebben zooveel beweging in dat stuk te
brengen Onwillekeurig rijst hier de herinnering op aan de wandelende
varende, springende, visschende, schommelende, zwemmende en dansende,
door kunstige bewegingsleer in beweging gebragte poppetjes van Gebroeders
Ouvrier, die met hunne tent in vroeger jaren de kermis alhier bezochten en
het publiek in de hoogste verrukking bragten. Verder leest menn°. 87
"Christus aan het kruis; ter linkerzijde staat Maria, ter rechter Johannes
en onder aan den voet van het kruis Maria Magdalena geknield;' toch kan
men gerust aannemen dal die vrouw geknield ligt. "Een landschap met
eene rivier doorsnedenwaarin een heer te paard naar de linkerzijde
rijdt, terwijl een blaffende hond vooruit loopt"; waar de heer te paard
en de blaffende hond nog zullen belanden? »ln een bergachtig land
schap een groep jagers, een paard en honden waarbij een dame;" toch is
de dame niet zoo ver van de jagers verwijderd om haar, als eene bijzaak
en niet zeer galant, achter het paard en de honden te schuiven. Onder
«Noodmunten en penningen", nota bene!, komt voor, n°. 14, //Een steenen
medaillon van aarde gebakken"nu ja, het zal wel hel eene of het
andere zijn, een van aarde gebakken voorwerp kan anders vrij wel voor een
steenen voorwerp doorgaan en dan volgt de beschrijving wat het voor
stelt. Dat gaat goed. Maar dan volgt, n°. 15, "Een biddend kind met het
hoofd op een kussen liggende" waarna de weetgierige lezer verneemt dal
dit een steenen beeldje is. Dat schilderijen iets voorstellen en op bokalen
iels voorgesteld wordt, is aannemelijk. Toch vindt men onder //Bokalen",
•een heele reeks nominerstelkens: bokaal of wijnglas voorstellende dit of
dat. De vermakelijkste bokaal is zeker die, welke voorstelt"hel uildeelen van
broeken en rokken in hel Weeshuis". Hoeveel hoofdbreken het dikwijls
koste bij de toenemende verscheidenheid der spelling te weten, hoe eenig
woord eigenlijk behoort geschreven te worden, werd eikenhout tot nog toe
geen verandering waardig gekeurd door het steeds aangroeijend, vliegend
legertje der taaireuzen. Toch vindt men in genoemden catalogus overal
ijken hout vermeld. Op welk gezag deze, blijkbaar met den ijk verbroe
derde, sierlijke verandering steunt, ligt in het duister. Over het verhaspelen
van namen, waarvan het //voorwoord" ook niet vrij is, zon nog wel een
nawoord kunnen gesproken worden. Hel laatste woord te willen hebben
staat echter niet hupsch.
Niemand, die eenigen zin voor kunst heeft, is het kwalijk te nemen dat
hij zooveel mogelijk op waarheid wcnscht onthaald te worden. Nog geen
kwart eeuw geleden werd voor goed uitgemaakt waar Rembrandt geboren
is, dien men, het kostte wat het wilde, steeds naar den korenmolen te
Koudekerk had teruggedrongen. Dat derhalve in het vorige jaar niet zonder
belangstelling een boek werd ontvangen, getiteld: //Het laatste oordeel van
Lucas van Leidendoor W. P. Wolters", laat zich hooren. Maar het bleek
eene novelle te zijn. Dat is nog niets. Maar het bleek dat de schrijver,
in stede van eenige verrassende bijzonderheden uit een zoo merkwaardig
tijdvak der ontluikende schilderkunst aan hel licht te brengen, met het his
torieblad niet getrouw was te rade gegaan. Dat blad, luchtig en vluglig
opgevatmoest blijkbaar voor effectbejag onderdoen. De schrijver hielp mede
om slechts hel historisch-romantisch en dito novellen lievendlezenden ver
slindend publick te bevredigen. Is de vraag onbillijk, waarom, terwijl het
historieblad telkens voor de hand lag, daarvan geen gebruik gemaakt werd?
Dat had in het oog van den kunstgragen lezer de waarde van de novelle
doen rijzen, want menige bladzijde is boeijend geschreven. Eilieve, ook hiel
en daar een greep gedaan, wat de geschiedenis betreft. //Het groote altaar
stuk" van Cornelis Engelbrechtsz. heet, volgens den schrijver, te zijn op
Abspoel. Lucas van Leyden wandelt tot aan de Hoogewoerdspoort//die toen
ongeveer aan het begin der Heerengracht lag", en slaat daar een der ach
terstraten in naar de woning van Aartje van Leyden. Uel altaarstuk «Het
laatste oordeel" was bevestigd in den muur boven een der kleine altaren aan
de noorderdeur der St. Pieterskerk waar zal de lezer verzeild raken?
Want immers geen groot altaarstuk of triplychon hoegenaamd, van Cornelis
Engeibertsz.was te zien op //Abspoel" kent de schrijver den oorsprong
van dat voormalig buitenverblijf, Abts-poel dan toch, als stichting van heer
Jan van Matenesse, abt van Egmond? maar te Mariënpoel, zelfs wel
twee altaarstukken. Of echter de schrijver in de meening verkeerde dat
Lucas van Leyden en Albert Durer door de nonnen daar niet zouden toege
laten worden en daarom die kunstenaars maar liever naar Abtspoel liet rijdenis
mogelijk. Verdedigd kan echter niet worden de vermelding dat de Hoogewoerds
poort lag ter genoemde plaatse, ook niet ongeveer, en is het stellig uitgemaakt
dat Aartje woonde aan de Zijdgracht, waarschijnlijk aan het einde, bij den
vestwal. Dat de schrijver zijn tafereel zoo digt bij de noorderdeur plaatstekan
misschien ontstaan zijn om den lieden hel wegloopen met de beide deuren van
"Het laatste oordeel" gemakkelijk te maken, zooals in de novelle wordt
voorgesteld. Het in den muur bevestigde middenvak van die schilderij blijft
tot later gespaard, voor Jan van Hout, die het redde. Gelukkig intusschen
is werkelijk in zijn geheel en nog vóór 1574 gered geworden «Het laatste
oordeel", dat geplaatst was boven het hoofdaltaar in de Sl. Pieterskerk. Zoo
zou er over het een en ander, over kerkbouw van dat schilderachtig verle
den en over plaatsing, inrigting en versiering van altaar nog wel een
boekje kunnen worden opengedaan. Want geschiedboek of kronijk, gra
veerstift ol teekenpen hebben den navorscher niet geheel in den steek gela-'
ten. Zulk eene beschrijving of kronijk is droog en mist al het smakelijke
van eene novelle best mogelijk; maar is zij niet natver?twee
dhagen eer hy slarf," zegt Orlers van Lucas van Leyden. //was hy lustich
om noch eens de Hemelsche locht, oil den Hemel, des Heeren werek te
sien, waeromsyn üienst-maecht hem buy teil heeft gebracht voor de leste
reys, en is den tweeden dagh daer nae overleden. Anno 1533. out wesende
maer 39. Jaer. Hy leefde noch op eenen daglt, die bij den Ouden noch wel
in ghedachtenis is, te weten, den dagh van den heeten ümgangh van
Leyden: wantter in desen Omgangh volck van hitten nederviel, en starf."
A. J. KOUWELS.
Getrouwd: G. H. MAAT
en
S. C. 11. VAN 11REE,
die, ook namens wederzijdsclie familie, hunnen dank betuigen voor de vele
bewijzen van belangstelling, bij hun huwelijk ondervonden.
Voorspoedig bevallen van een Koon J. M. VAN TIEL REYST.
Leiden, 8 Mei 1876.
1
Heden overleed, in den ouderdom van 72 jaren, mijne innig geliefde
eenige Zuster ARNOLDINA URSULA SNOUCK. VAN LOOSEN.
Enkhüizen, 0 Mei 1876. M. M. SNOUCK VAN LOOSEN.
yolstrekt eenige kennisgeving.
Voor de vele bewijzen van deelneming, ons betoond hij het overlijden van
ons jongste kind, betuigen wij onzen harlelijkeii dank.
L. J. F. DUMORTIER.
Leiden, 9 Mei 1876. A. C. DUMORTIER, Cobnelisse.
VULLING 1876, zijn te verkrijgen bij de
Wed. FISCHER C., Oude Rijn, 10.
Vlii'llt'k'ViianiVn'ïï'JITAiir.EiWMICVlIFMglIXg^aAIAI^IfeUl—IMimmg:;-. j
Deze beroemde pap ol' soep (potage) is het uitstekrndste voedsel der kleine zwakke
kinderen, zwangere vrouwen ter versterking der hersenen de zenuwen, de tanden en
andere organen. De planten die de KLÉIilSS zamenstellen zijn sedert eenwen in Cir-
cassie beroemd. De verschillende klinische- vergelijkende analysen zijn oorzaak dat
zij door de beroemdste eeneesheeren wordt voorgeschreven tegen zwakheid der organen
bij de kinderen in koude en vaak vochtige landen, tege hleeke gelaatskleur en als de
eenige zekere hersteller der zwa ke hersenen en zenuwenhetzij die aangeboren of wel
onstaan zijn door overspanning van werken, zware zorgen of verdriet. De KLEBISS
is verre te verkiezen boven alle andere dergelyke preparaten.
A lie zukjes, waar van de prijs zoo billijk mo
gelijk gesteld is, dragen hel woord KLEBISS
tot opschrift in de stof zelve geweven. Ue bussen
mceten voorzien zijn van nevenstaande hand-
teekening.
Hoofd depót voor Nederland bij II H. UL/OTII te Amsterdamte Leiden bij
NT. K. SIVEMKR en bij REYST. Verder bij alle Apothekers, Droogisten
en Kruidenierswinkels,