LMftSCUE COURANT. X0. 84. ZATURDAG 8 APRIL. STADS-BERICHTEN. B1NNENLANPSCHK BEHIGTEN. Kohier der plaatselijke directe belasting 1876. De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijt der Courant it per vierendeel jaars f 3.franco p. p. 3.50 met het Ferslag der Handelingen van den <jenteenternad f 3.35, franco p. p. ƒ3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 't jaars, buiten de expeditiekotten. Afzonderlijke nemmert der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentie» is van 1—4 regels 1.—iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 7 April. Bij kon. besluit van 6 April is benoemd tot 2de luitenant bij de dienstd. schutterij alhier C. C. Mauve, vroeger 2de luit. bij de dienstd. schutterij te Arnhem. Bij de heden in het genie-bureau bij de Doelen-kazerne gehouden aan besteding waren minste inschrijvers: 1°. voor het eenjarig onderhoud van de kazernegebouwen enz. alhier S. van Leeuwen 6349 2°. voor het ver beteren en herstellen van het oud gebouw der kazerne in den Doelen |alhier P. van der Kamp ƒ5750; 3". voor eene verwing van kazernegebouwen alhier J. Sterk, te Bodegraven, ƒ1274. De minister van binnenlandsche zaken heeft ter kennis van belangheb benden gebragt, dat in de maand Julij e. k. gelegenheid zal gegeven wor den tot het afleggen van het examenbedoeld in artikel 16 det wet van 8 Julij 1874. gewijzigd bij de wet van 4 April 1875. Zij, die, zonder een diploma als veearts le bezitten, vóór 1 Februarij 1875 als veearts gepa tenteerd zijn, of vóór dien dag aanvrage om palent als veearts hebben gedaan en een bewijs van toelating tot uiloefening der vcearlsenijkunst na 1 Januarij 1877 wenschen te verkrijgen, zijn uitgenoodigd zich vóór 20 Junij e. k. schriftelijk te wenden tot den minister van binnenlandsche zaken ten einde tot bovenvermeld examen le worden loegelalen. lil de algemeene vergadering van hel Zeeuwsch Genootschap der We tenschappen zijn tot leden benoemd de hh. 11. G. Hartman Jz.gemeente secretaris van Goes; mr. M. Jacq. de Wilt Hamer, procureur, te Goes; mr. B. C. Can, lid. der prov. staten van Zeeland, te Zierikzee; Th. Jorissen, hoogleeraar, te Amsterdam; dr. D. J. Steyn Parvé, inspecteur over het mid delbaar onderwijs, le Leiden; dr. Jan Ten Brink, letterkundige, ie 'sllage; mr. J. A. Fruiii, hoogleeraar, te Utrecht; dr. J. B. Dompeling, med. dr., te Utrecht; dr. L. J. Egeling, inspecteur over liet geneeskundig slaatstoezigt, te 'sGravenhage; dr. A. W. Bronsveld, pred. te Haarlem; A. Moens, inspec teur over het lager onderwijs, te Utrecht: P. Leendertsz Wz.pred. te Me- demblik; jhr. J. E. H. Hooft van Iddekinge, te 'sGravenhagedr. T.. C. Winkler, conservator bij het Teyler's genootschap, te Haarlem; dr. D. Lu- bach, inspecteur over het geneeskundig slaatstoezigt. te Kampen; Désiré Oel- croix, chef de bureau aan het ministerie van binnenl. zaken, te Brussel; dr. Paul Fréde'ricq, hoogleeraar, te Gent; dr. C. J. Hansen, stads-bibliothecaris, te Antwerpen; mr. T. P. Burgers, president der Zuid-Alrikaansche republiek. Men leest in de Standaard: Ter beantwoording van de menigvuldige aanvragen om inlichting betreffende den toestand van dr. Kuyper deelen wij mede, dat naar luid der berigten, die ook wij zeer spaarzaam ontvangen, die toestand nog weinig verandering heeft ondergaan. Wel zijn de chronische koortsen minder hevig, en minder aanhoudend, maar de zieke is niettemin nog zeer zwak. Volkomen rust en onthouding van allen intellectuelen arbeid blijft nog steeds gebiedend noodzakelijk. Alleen daarvan is onder Gods zegen eene volkomen betersehap te wachtenwaaraan de geneesheeren dan ook volstrekt niet wanhopen. Naar wij vernemen heeft de heer G. O. Veenstra. hoofdonderwijzer te Oldeberkoop, reeds een begin van succes behaald op zijne pogingen om het meermalen besproken middel van den heer Brals. te Wapserveen, tegen de gevolgen van een dollen-hondsbeet algemeen in gebruik te brengen. Naar aanleiding van een door hem tot den minister van binnenl. zaken gerigt verzoek, om het middel aan een ernstig onderzoek te onderwerpen, is de BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 264 der Wet van den 29"tn Juni 1851 Staatsblad N". 85); Doen te weten, dat het kohier der plaatselijke directe belasting over 1876 op heden voorloopig is vastgesteld en van den 7den April tot en met den 20"'™ April aanstaande, ter Secretarie der gemeente (financiëele afdee- ling), van 9 tot 4 uren, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 6 April 1876. E. KIST, Secretaris. directeur van 's rijks veeartsenijschool te Utrecht gemagtigd, aan die instel ling het middel en zijne uilwerking te onderzoeken. Dientengevolge heeft de heer Brals de zamenstclling en de aanwending van het middel aan den directeur medegedeeld. Een proef zal genomen worden, zoodra de directeur in het bezit is van een dollen hond. (/V. v. d. D.) De uit de cellulaire gevangenis te Tiel ontvlngte gevangene is in een tj boscli onder Oosterbeek gevonden en aangehouden. Naar men uit Harderwijk meldt is de eerste Carlist als soldaat voor het Indische leger geëngageerd. Blijkens zijn papieren is hij sous-lieutenant bij het Carlistische leger geweest en was laatstelijk geïnterneerd te Pau (Frankrijk). Volgens zijne verklaring, zouden nog vele zijner landgenooten, die evenals hij geen gebruik willen maken van de verleende amnestie, bovengenoemd voorbeeld volgen. Naar men verneemt hebben dezer dagen te Westervoort ernstige onge regeldheden plaats gehad. Na afloop van de feestviering van den pastoor van dat dorp waren eenige muzikanten uitgenoodigd daar muziek te maken. Bij het einde schijnen zij met de aldaar aanwezige rijksveldwachters quaestie te hebben gekregen, welke zoo hoog liep, dat de brigadier der rijksveld- wacht K. ernstig gewond werd. Als verdacht van brand te hebben gesticht ten huize van den landbou wer C. N. Tanja te Franekerradeel, is een 16- a 17-jarige knaap gevangen genomen en naar Leeuwarden gevoerd. Hjj zou de misdaad reeds hebben bekend. Uit 's Hertogenbosch meldt men dat Dingsdag avond aldaar een moord aanslag heeft plaats gehad op de echlgenoote van een der ingezetenen, door een persoonnaar men zegt afkomstig uit Groningen. Na zich vergewist te hebben, dat de heer des huizes afwezig was, meldde die persoon zich aan de woning aan, met verzoek mevrouw te spreken. Naauwelijks was deze onder zijn bereik, of hij loste op haar een pistoolschot, dat door een tweede en derde gevolgd werd. Gelukkig zijn de daardoor veroorzaakte wonden niet doodelijk. Na getracht te hebben zich zeiven door een schot in de borst van het leven te berooven, is de dader aangehouden en in het huis van verzekering overgebragt. Men vermoedt, dat eene vroegere liefdes betrekking met de bedoelde dame tot deze daad heeft geleid. De gekwetste dame was eerst sedert eene maand getrouwd. Ter genoemde plaatse is het lijk opgevischt van den aldaar omstreeks vier weken geleden verdronken schippersknecht, die, tijdens den hoogeu waterstand, bij stormachtig weder en niettegenstaande de raadgevingen van andere schippers, het waagde een persoon over te brengen van sluis n°. 1 der Zuid-Willemsvaart naar den Rijksweg en door het omslaan der boot 1 deze roekelooze daad met den dood moest bekoopen. Men schrijft ons uit Orange: Dezer dagen ontving onze stad het be zoek van de koningin der Nederlanden, die Frankrijk niet heeft willen ver laten zonder zich eenige oogcnblikken op te honden te Orange, aan welk plaatsje voor II. M. zoo vele herinneringen zijn verbonden. Naar men weet hebben de voorouders van haar koninklijken gemaal, alvorens het souverein gezag, in de Nederlaudsche gewesten te aanvaarden, over het vorstendom Orange geregeerd. De titel van prins van Orange behoort dan ook ten huidigen dage aan den koning der Nederlanden. Een schitterend onthaal was H. M bereid. Reeds ten 10 uur in den morgen had de menigte, die van Hr. M'. komst tegen 12 ure vernomen had, zich in den omtrek van het slation geposteerd en toen H. M. het station binnenreed weêrgalmden luide hoerahkreten door de lucht. De koningin werd door de autoriteiten ont vangen, en begeleid door al de equipages uit de stad en door de geheele bevolking reed 11. M naar het Hótel des Princes, van waar zij in den loop van den dag uilstapjes deed ter bezigtiging van de voornaamste monumen- teu en merkwaardigheden. De triomfboog van Marius en de interessante ruïnen van ons Romeinsch amphitheater trokken in het bijzonder Hr. Mr. aandacht. 's GRAVENHAGE, 7 April. Tot procureur bij de arrond. regtbank te Goes D. Margadant, cand.-notaris le Rotterdam. De le luit. R. A. T. Wijgersma en de 2e luit. W. D. Hubner, beiden van het 8e reg. infanterie, zijn voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het wapen der infanterie van het leger in Nederl. Indië. Tot consul der Nederlanden te Gent js benoemd de heer V. de Meule- ineester aldaar. is benoemd de heer P.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 1