BU1TENLANDSCHE BERIGTEN. aanschouwen van honderden belangstellendendie zich op den spoordijk hadden verdrongen. Met het gewapend oog kon men de bewegingen der vaartuigen vrij goed onderscheiden. De ligtcr en de kleine sloepen laadden menschen en vee op, en na eenige uren van bovenmenschelijke inspanning kwamen onze wakkere mannen des avonds ten ongeveer 5 ure de Dieze binnen. Uit den ligter werden 42 stuks vee gelost, terwijl de boot 17 vrouweliike passagiers van allerlei leeltijd aan wal zette, op wier gelaat een diepe wee moed te lezen was en wier blijdschap zich openbaarde in tranen en snikken. Een diep welsprekend zwijgen gaf blijk van den geest van diepgevoeld mede lijden. die alle toeschouwers bezielde. Een lid der redactie van de IV. R, C.. die een logt der Rotterdamsche commissie naar de overstroomde streken heeft medegemaakt, schrijft o. a. het volgende: Vooral bij het gehucht Wild zag het er akelig uit. Van die geheele schoone landouwe met haar betrekkelijk rijken veestapel was niets anders boven water gebleven dan een smal eindje dijk. Daarlangs stonden op gelijke hoogte een tiental huizen waarvan slechts vier in eenigzins be woonbaren toestandte zamen bezet met een vijftigtal personen. Van de overige huizen, lager gelegen, stonden eenige half, andere tot aan den nok in hel water. Ongeveer vijftien stonden heen en weer te waggelen. Naatt- welijks naderde de hootof een aantal personen snelden toe onder het ge roep van: "heeren! heeren! daar komt de nood-heemraad aan!" De nood- heemraad kwam aan boord. Hij verhaalde, dat vele bewoners waren gevlugt en er veel vee naar Aleui was gebragt. Er was evenwel zooveel achtergebleven dat eene schuur van 10 el lengte en 13 el breedte letterlijk stond volgeproptterwijl het overige vee nog altoos op den smallen dijk was opeengehoopt, waar men nu bezig was met het opslaan van loodsen. En dat bij volslagen gebrek aan veevoeder: want hooi, stroo en andere be- noodigdheden, het was alles door den vloed verzwolgen. Ook de menschen leden gebrek; doch opdat de uitdeeling van benoodigdheden met de noodige orde en regtvaardigheid zou kunnen geschieden, gaf de nood-heemraad in overweging, hetgeen men voor het gehucht wilde afstaan, niet aldaar, maar te Alem af Ie geven, alwaar de autoriteiten wel zouden zorgen dat het gehucht dadelijk werd voorzien. Tegen half 2 ure was de boot nabij Alem. Op het algemeen geloop en geroep was ook de pastoor naar buiten geko men. Deze noodigde de heeren in de pastoriealwaar onmiddellijk de wet houders, (de burgemeester was afwezig, zoo wij meenen naar Kessel), een lid van het armbestuur en andere gezaghebbenden bijeenkwamenom met de vertegenwoordigers der Rotterdamsche commissie en den heer de la Court te raadplegen. Daar werd eene verdeeling gemaakt, werden bergplaatsen aangewezen, werd geld bijeengelegd om in dc dringende behoefte aan vee voeder te voorzien, enz. Inmiddels gingen wij den dijk eens rond. Daar bleek het nu, dat ja, vele huizen aan de voorzijde waren vrij gebleven, doch dat zij aan de achterzijde in het water stonden. Ruim twee derde der gezamenlijke huizen was zoo goed als weg. In de school zaten vijftien huisgezinnen; en bij vele ingezetenen was een aantal buren opgenomen. Evenzoo stond het vee in bekrompen ruimte bij 150, 170, 200 en meer stuks overal opeengehoopt. In een der donkerste kleine woningen vonden wij drie gezinnen, met de kalveren, varkens en geiten tusschcn hoopen huisraad bijeen op een vloer, nog vrij wat modderiger dan menige Rotter damsche straat bij het ontdooijen der sneeuw. Zoowel daar als overal trof ons de bedaarde gemoedstemming der menschen. Verder rondwandelende, zagen wij het geheele achtergedeelte van het dorp onder water liggen en niets dan erbarmelijke tooneelen. "En toch", zei een inwoner van Alem, /-toch zijn we er nog gezegend afgekomen in vergelijking bij Maren!" En inderdaad, bij de aankomst te Maren was dit dadelijk zigtbaar. Daar ston den de huizen, namelijk stecnen huizen met rieten daken, bij tientallen, roet gescheurde muren tot het dak onder water, bij eiken slag van den stroom heen en weer schuddende. Overal hetzelfde schouwspel als te Alem, eene ruïne in een onoverzienbaar watervlak, doch op vele punten nog erger. Rij den ruslenden pastoor, die vooraan bij den dijk woont, was tot op de zolders alles vol. Meer dan CO menschen hadden bij hem eene toevlugt gezocht. Ook de noodlijdenden te Maren worden ruim van het noodige voorzien, en maatregelen werden genomen om hetgeen voor Kessel bestemd was langs den dijk te vervoeren daar Kessel per boot onmogelijk te be reiken was: 's GRAVENHAGE21 Maart. Tot kantonregter te 's Herlogenbosch is benoemd de heer mr. A. J. Abbema, thans substituut-griffier bij het gereglshof aldaar, en tot procureur bij dc arrond -reglbank te Hoorn de heer n:r. M. E. Booy, advocaat aldaar. Door Z. M. zijn benoemd: tot commissaris van politie en commissaris van rijkspolitie te Gorinchem. de heer J. G. van Schoonhoven, thans com missaris van politie Ie 'sGravenhage (Scheveningen); tot commissaris van politie bijzonder belast met het loezigt in de 3e afdeeling der gemeente 'sGravenhage (Scheveningen), de heer L. G. Vemée, thans commissaris van politic te Amsterdam; en tot commissaris van politie Ie Amsterdam, de heer J. D. Stork, thans commissaris van politie en commissaris van rijkspolitie te Gorinchem. Tot schoolopziener in het zevende schooldistrict van Overijssel is be noemd de heer nr. J. W. J. baron de Vos van Steenwijk, te Zwolle. Dc luit. ter zee 2e kl. J. A. P. van Dorth, behoorende tot de rol van het wachtschip te Willemsoord en gedetacheerd bij de torpedodienst, wordt op non-activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zee le kl. J. van Herwaarden. De minister van oorlog heeft benoemd; tot voorzitter der commissie, ten overstaan van welke dit jaar, te Breda, het examen tot toelating als kadet aan de kon. militaire akademie zal worden afgenomen, den kapitein der art. W. C. Hojel, directeur der studiën bij die inrigling; tot leden: den kapitein der art. 11. J. Krantz den kapitein der inf. J. H. Verschoor, den heer B. P. Korleweg en den heer dr. L. Aronstein, allen werkzaam bij voornoemde inrigling: de lib. dp. G. van llennekeler, leeraar aan dc rijks- li. burgerschool te Middelburg; M, J. A. MasthofT, leeraar aan de gemeente lijke h. burgerschool te Delft mr. L. de Harlogleeraar aan de rijks- h. burgerschool te Utrecht; A. S. Kok, leeraar aan de rijks- h. burgerschool te Roermond, en L. M. Baale, leeraar aan de rijks- h. burgerschool te Gro ningen; en tot lid en secretaris, den len luit. der art. J. C. Gaillard. werk zaam bij de kon. militaire akademie. De minister van financiën heeft bekend gemaakt dat bij hem van on bekenden ontvangen zijneen bankbiliet groot ƒ25, ingezonden onder het postmerk Leiden, van 18 dezer, tot voldoening van te weinig betaald suc- cessieregt, en een bankbiliet groot ƒ1000, ingezonden onder het postmerk 's Graveuhage van 19 dezermet de aanwijzing //voor 's rijks schatkist". Het geregtshof alhier heeft heden arrest gewezen op het hooger beroep van een vonnis der regtbank te Dordrecht, waarbij de stationschef van den staatsspoorweg aldaar en twee zijner onderhoorigen wegens mishandeling zijn veroordeeld. Hel hol heeft dat vonnis vernietigd en ten aanzien van den chef overwogen dat hij, op grond zijner mecning, dat hij bevoegd was proces-verbaal op te maken en den bewusten persoon daartoe aan te hou den in ruime mate verzachting van straf verdient. Derhalve werden de 15 dagen celstraf in eene geldboete van ƒ50 veranderd. De twee andere be ambten werden vrijgesproken. In de zitting van de tweede kamer van gisteren, bij de verdere behan deling der wet regelende het hooger onderwijs, stelde de heer Jonckbloet voor, het door den heer Godelroi voorgestelde art. 32a aldus te lezen: //Art. 32a. Aan de gemeente Amsterdam wordt door ons toegestaan het Athenaeum Illustre tot universiteit in te riglenzoodat deze voldoet aan al de eischen, bij de wet ten opzigle van de inschrijving, den omvang van het onderwijs, de promotiën, de examina en de toelating daartoe voor de rijks-universiteiten gesteld en bovendien de aanstelling der hoogleeraren aan onze bekrachtiging worde onderworpen. Bij voldoening hieraan heeft deze universiteit ten aanzien van de door haar te verleenen doctorale graden en af te nemen examina gelijke regten als de rijks-universiteiten. Art. 326. Het besluit van den gemeenteraad, waarbij het Athenaeum Illustre wordt ingerigt op den voet in het voorgaande artikel bedoeld, wordt aan ons medegedeeld, en niet ten uitvoer gelegd, vóór dat gebleken is, dat daartegen geen bedenking beslaat. Dit laatste wordt geacht het geval te zijn indien binnen twee maanden na ontvangst van het besluit door ons niet is beslist. Art. 32c. Het gemeentebestuur van Amsterdam doet jaarlijks vóór 1 Sep tember aan onzen minister van binnenlandsche zaken een beredeneerd ver slag omtrent den toestand der in art. 32a bedoelde universiteit in het alge- lcopen studiejaar. Art. 32tf. Op de bijdragen in de kosten van de gemeentelijke universi teit zijn toepasselijk de arlt. 232—236 der wet van 29 Jttnij 1851 Stbl n°. 85). De invordering wordt geregeld door eene plaatselijke verordening, overeenkomstig de bepalingen van artt. 258-262 dier wet." De heer des Amorie van der Hoeven stelde voor, als sub-amendement op het naar de redactie van den heer Godefroi gewijzigd amendement der heeren Kappeyne van de Coppello c. s.en mede op de gewijzigde redactie van dal amendement, voorgesteld door den heer Jonckbloet, om aan het nieuwe art. 32a toe te voegen eene laatste alinea van dezen inhoud: «Aan athenaea in andere gemeenten kunnen, bij voldoening aan dezelfde eisc en, bij afzonderlijke wet dezelfde regten worden toegekend." Nadat dc toelichting van de voorstellen der heeren Jonckbloet en des Amorie van der Hoeven had plaats gehad werd beraadslaagd over de vol gende vragen: of, daar in de amendementen sprake was van athenaea. niet eerst over het bestaan van dergelijke inrigliiigen zou worden beslist, en de behandeling van art. 4, dat nog niet behandeld was. vooraf zou gaan, en of het voorstel van den heer des Amorie van der Hoeven als sub-amende ment zon worden toegelaten. De eerste vraag werd met 64 tegen 8 stem men ontkennend, dc laatste met 62 tegen 10 stemmen toestemmend beant woord. Vervolgens werd de beraadslaging over de verschillende amende menten voortgezet. In de zitting van heden is, na discussie, het subamendement van den heer van der Hoeven verworpen met 49 tegen 24 stemmen en het amende ment van den heer Kappeyne (gelijkstelling van het Amslerdamsche athe naeum met dc universiteiten) aangenomen met 41 tegen 32 stemmen. FRANKRIJK. De heer Waddington, minister van onderwijs, heeft de hoogleeraren bij de verschillende staatsfaculteiten te Parijs ten gehoore ontvangen. Hij zou bij die gelegenheid het volgende gezegd hebben: //Ik wil u myn pro gramma ten opzigte van hel hooger onderwijs mededeelen. Ik wil de vrij heid van dat onderwijs; zij kwam my steeds noodzakelijk voor, en ik denk er thans nog evenzoo over. Maar wat het regt tot het verleenen der acade mische graden aangaat, ik wil het onherroepelijk aan den staat teruggeven. Alléén de staat moet academische graden kunnen toekennen. Omtrent dat punt heb ik nooit eene andere gedachte gehad. Ik verzoek u aan die mede- deeling de meest mogelijke openbaarheid te geven. De afgevaardigde Naquet heeft een zitplaats onder de leden der uiterste regterzijde gekozen. De uiterste linkerzijde is hem nog niet radicaal genoeg en op deze wijze heeft Naquet ook willen toonen, hoe groot de breuk is tusschen hem en de overige radicalen. Vrijdag II. heeft de maarschalk de Mac-Mahon met gevolg St. Denis, Asnière, Clichy en Courbevoie bezocht en den burgemeesters gaven uitge reikt voor de noodlijdenden door de overstrooming. Hetzelfde deed mevr. de Mac-Mahon in Issy, Auteuil en andere wijken der hoofdstad. Honderden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 2