devoorsleller is, op het ontwerp van wet voor hel liooger onderwijs nog i onderscheiden afzonderlijke amendementen ingediend. De hoofdstrekking is de volgende: De zorg voor de oprigting en de instandhouding der gymnasia blijft hoofd- zakelijk overgelaten aan de gemeentebesturen. Bij uitzondering kunnen 1 rijks-gymnasia worden opgcrigt, wier inrigting bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur wordt geregeld. Bij elke universiteit kunnen, in het belang van de wetenschap, doctoren :j tijdelijk met den titel van buitengewoon hoogleeraar worden aangesteld, en j nog eenige andere bepalingen, ter vervanging van art. 50 van hel ontwerp, j Bij elke universiteit behooren wetenschappelijke mannen aangesteld te kunnen worden, wier taak het is zich aan de beoefening der wetenschap te wijden, slechts tijdelijk, evenwel met vaste jaarwedde. Tot het geven van hoogcr onderwijs aan universiteiten kunnen doctoren als privaatdocenten worden toegelaten tot wederopzeggens toe. Gewijzigde bepalingen omtrent de toelating tot de universiteit, in het be lang van het peil van het onderwijs; getuigschrift van rijpheid als voor waarde voor de toelating van hen, die het onderwijs in zijn geheelen om vang wenschcn te volgen met het doel om een akademischen graad te verwerven. Vervroegde indiening van het algemeen regeringsverslag over het onder wijs; afschaffing der assessoren. De bijzondere scholen van voorbereidend hooger onderwijs te beschou wen als dezulke, waar voortdurend de meerderheid der leerlingen tot de kennis der klassieke oudheid wordt opgeleid, ter voorkoming van ontdui king der wetten op het lager en middelbaar onderwijs. Aan bijzondere universiteiten, alle faculteiten omvattend, kan, onder wet- tcljjke voorwaarden, het regt toegekend worden om doctorale titels te ver- leenen, waaraan dezelfde regtsgevolgen verbonden zijn als aan die, welke door rijks-universiteiten worden verleend. Thans ziet het licht het voorstel van den heer Moens tot wijziging van enkele bepalingen der wet van 13 Augustus 1857 betreffende het lager onderwijs. Dit voorstel is van eene uitgebreide memorie van toelichting voorzien. In den aanhef daarvan legt de voorsteller de redenen bloot, waarom hij zich verpligt acht, dit voorstel aan te bieden. De voorname grond daarvan is gelegen, dat hij vreest, dat, zoo men op de afdoening van de wet op het hooger onderwijs wacht, de gelegenheid tot herziening dei- wet op het lager onderwjjs voor geruimen tijd zou geweken zijn. Diar hij nu van oordeel is, dat er periculum in mora bestaat, mogt hij de aanbie ding niet langer uitstellen. De voorstellen, die hij doet, bepalen er zich toe in het wettelijk voorschrift den waarborg te leggen'/1°. dat er een vol doend aantal goed ontwikkelde onderwijzers worde gevormd; 2°. dat het onderwijs in iedere school door een voldoend aantal onderwijzers worde ge geven; 3". dat de behoorlijke bezoldiging der onderwijzers bij hen, die zich aan dat ambt hebben gewijd, den lust en de geschiktheid beware, èn den lust om zich daaraan te wijden hij steeds meerdere, en meer geschikte jon gelingen verhooge; 4". dat voor elke school, ook de kleinste, dezelfde acte van bekwaamheid zal worden geëischt van hen, die aan het hoofd daarvan worden gesteld; 5®. dat de kosten van het onderwijs, naar vaste regelen, voor een gedeelte door den staat worden gedragen." 's GRAVENHAGE, 2 Maart. Z. M. de koning-groothertog heeft benoemd tot kommandeur der orde van de Eikenkroon, baron T. Linden, kapitein-kommandant van het le reg. guides en behoorende tot het militair huis van Z. M. den koning der Bel genen tot ridder dier orde ridder Albert de Menten de Home, te Brussel. Door Z. M. zijn benoemd: tot griffier bij bet kantongeregt te Wou- brugge de heer tnr. N. C. H. van Daalen Wetters, advocaat te Voorburg; tot griffier bij het kantongeregt te Raalte jhr. mr. R. 0. A. van Ilolthe tot Echten, advocaat te Assen, en lot deurwaarder bij het geregtshof le Arnhem de heer M. Mensens, aldaar. Tot leerling-consul is benoemd de heer H. S. J. Maas, te Amsterdam. Aan den len lnit. M. C. van Vooren en aan den 2en luit. J. L. B. E. Tellegenbeiden van de infanterie der landmagt in West-Indië, is eervol ontslag verleend uit de militaire dienst. De luit. ter zee le kl. M. F. Reeringh, dienende aan boord van bet j wachtschip te Hellevoetsluis, en de luit. (cr zee 2' kl. H. Velthuyzen, die nende aan boord van het wachtschip te Willemsoord, worden, eerstge noemde onder overplaatsing in de rol van laatstgemeld wachtschip, gede tacheerd bij de torpedodienst. Voorts worden de luit. ter zee le kl. W. C. A. Ziegenhirt von Rosenthal en de luit. ter zee 2e kl. A. Voormolen ge plaatst respectivelijk aan boord van het wachtschip te Hellevoetsluis en te Willemsoord. De tweede kamer heeft in hare zitting van heden het wets-ontwerp tot het verleenen van vrijdom van grondbelasting voor het stichten van wonin gen voor de arbeidende klasse, na beraadslaging, verworpen met 34 tegen 21 stemmen. De vice-president van den raad van state, baron Mackay, bevond zich heden in een hoogst zorgelijken toestand. Uit het zestal predikanten ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van ds. van den Broek, heeft het kiescollegie van de Ned. herv. gemeente alhier het volgend drietal opgemaakt: dd. Guldenarnij te Oosthem; Mossel, te Renkum; Smeding, te Haarlem. Het geregtshof te 'sGravenhage behandelde gisteren eene strafzaak, welker aanleiding indertijd te Rotterdam groot opzien gebaard heeft en waarin een paar allergevaarlijkste menschen voor eene handelsstad als Rot terdam betrokken zijn. Het was nl. die van de valsche wissels, waarvan de bijbank der Nederlandsche bank de dupe is geworden en die de firma Schaay Ledeboer een belangrijk verlies bezorgde. De oudste beschuldigde L. J. B. v. d. B. vestigde zich, nadat bij op naam van verschillende firma's handel had gedrevenwaaronder van zeer solide bekendheid, in October van het vorige jaar te Rotterdam onder den naam van de firma L. S. Hij vervaardigde in overleg met zijn eerste medebe schuldigde C. G. J. II. eene disconto-aanvrage, disconto-quitantie, promesse en endossement, daartoe gebruikende de namen van met de bijbank bekende handelaren en deed vervolgens door den derden beschuldigde in deze zaak i gemengdE. K. H.het bedrag van ruim 4000 bij de bijbank ontvangen waarvoor deze van elk zijner medebeschuldigden 25 ontving. De beide overigen wenden het overige der verkregen som voor hun levensonderhoud I en het betalen van schulden aan. Dit feit werd vóór de eigenlijke vestiging, in Julij jl.bedreven, en al spoedig werd door de directie der bank bespeurd, dat zij het slagtoffer van opligting was geworden, zoodat men voor het vervolg op zijne hoede was. In October was eene grootere som noodig en werden door de twee eerste beschuldigden wederom valsche disconto-aanvragen, quitanties, promessen en endossementen gemaakt en een jongste bediende aangenomen om de aan vrage te laten fiatteren. Door deze verrigting rolden zij heen, maar den 12den October, toen de derde beschuldigde het bedrag van ruim j 13000 had bemagiigd, trad de justitie te voorschijn en de 18-jarige broeder des twee den beschuldigde, die thans voor zijne bemoeijingen ƒ3000 zou bekomen, werd geleid naar het koffijhuis, waar de twee andere beschuldigden zijne komst verbeidden. Het drietal werd in verzekerde bewaring gesteld. Een derde feit, dat de reeds medegedeelde voorafging, betrof eene quï- tantie in blanco, die de eerste beschuldigde, tijdens hij bij den koopman R. werkzaam was, tot zich nam, invulde, onderteekende en in overleg met den tweeden door een besteller, tegen betaling van 10 cent, deed incasse ren. Dit bedrog bragt hem eene som van ƒ3500 in den zak en ook deze gelden werden besteed tot betaling van schulden en vonden hun weg naar koffij huizen. Een 17-tal getuigen, waaronder twee deskundigen voor het schrift, beves tigden in bijzonderheden het boven kortelrjk medegedeelde. Alle drie beschuldigden, jongelieden met een goed uiterlijk, de beide eer sten reeds gehuwd, legden eene volledige bekentenis af. Advocaat-generaal mr. Gregory, namens het openb. ministerie het woord voerende, bragt hulde aan den doortastenden ijver van het Rotterdamsche parket en de polieie, aan wie het gelukt is deze drie beschuldigden te bren gen daar waar zij behooren en een handelshuis te vrijwaren voor eene aan zienlijke schade. Niets doen en royaal leven was het streven der beschul digden geworden. Niet-bestaande firma's werden gecreëerd en het argeloos publiek werd zand in de oogen gestrooid. Wanneer dit ziekteverschijnsel zich openbaart in de handelswereld, is het, zeide spreker, wenschelijk en noodzakelijk daaraan paal en perk te stellen en dezen personen een zware straf #p tc leggen. Z. E. G. A. eischte de schuldigverklaring van den eersten beschuldigde aan drie valschheden, van den eersten en tweeden aan zeven valschheden en van den eerstentweeden en derden beschuldigde gezamenlijk aan tien valschheden in geschriften van koophandelvan den eersten en tweeden bovendien aan eene valschheid in geschrifte van koophandel en allen aan het desbewust gebruik maken van de valsche stukken, en hunne veroordeeling: L. J. B. v. d. B. en C. G. J. II.tot tuchthuisstraf van 5 tot 15 jaren en E. K. 11., tot gevangenisstraf van 6 maanden tot 5 jaren, be nevens de eerste in 22de tweede in 18 en de derde in 10 geldboeten van ƒ50. Als verdediger voor de beschuldigden trad op mr. Kraeutler. De uit spraak is op aanstaanden Zalurdag bepaald. BUlTEiNLAiNl)SCHE BEDIGTEiN. ENG E 5- A IS its. LONDEN 1 Maart.. 11. M. de koningin zal den 256D Maart naar Duitschland vertrekken en het eerst naar Baden-Baden gaan. In het lagerhuis is door een der leden ter sprake gebragt de zonder linge wijze, waarop nog steeds in sommige gemeenten de financiële zaken worden bestuurd. Hij haalde daarvan verschillende voorbeelden aan. Eenige personen, die zich zelven hebben gekozen, verpachten de landerijen die aan de gemeente toebehooren en beschikken over de soms zeer aanzienlijke inkomsten der gemeente, zonder dat zij aan iemand rekening en verantwoording doen. In een aantal gemeenten oefenen diezelfde personen tevens de regtspleging. Het openbaar eigendom wordt op die wijze roekeloos verspild of gestolen. De minister van binnenlandsche zaken verzocht hem nog eenig geduld te hebben; spoedig zou een einde gemaakt worden aan misbruiken, die reeds te lang geduurd hadden. t RiX HKUK. Het linkercentrum beeft in eene nota, door den Temps medegedeeld, zijnen wensch te kennen gegeven omtrent de zamenstellmg van het kabinet. Het wil dat men 1°. zich bepale tot eene wijziging van het bestaande ka binet, door nl. alleen te doen vervangen de hh. BuDet en de Meaux; of, wil men dit niet, 2°. dat dan aan de nieuwe republikeinsche meerderheid in de twee kamers alle voldoening en waarborg gegeven worden, waarop zij regt en aanspraak heeft. Volgens genoemd blad zou ook in den laatst gehouden ministerraad aan n". 2 boven n°. 1 de voorkeur geschonken zijn door een der voornaamste leden van het kabinet, vooral met het oog op den aard der jongste verkiezingendie als een plebiscit ten gunste van de republiek zijn aan te merkenen uit overweging dal tuans aan de eischen van den toestand eerlijk moet voldaan worden. Als aanstaand minister van binnenl. zaken wordt thans ook genoemd Victor Lefranc, die ook onder Thiers minister is geweest. Volgens de berekening van de Opinion Nat. zijn bij de laatste ver kiezingen in het geheel uitgebragt: op de republiek 3,673,000, op het kei zerschap 1,413,000, op het Orleanistische en legitimistische koningschap 1,394,000 stemmen. De republiek verkreeg mitsdien 433,000 stemmen meer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1876 | | pagina 2