«(September jl., vragen beeft gedaan die liet antwoord uitlokten, dat de voor- Wan dei' gemeenteraad in de zitting van 14 October jl. heeft gegeven. "Sn wij onvoldaan over den aard enden vorm zijner vragen, zoo zijn wij „er toch dankbaar, want het antwoord van den voorzitter behelsde 'garing van het verhandelde in de besloten vergaderingen van 3 en I de \éroraison van bet antwoord zegt de voorzitter o. a.«Uwe ver- rin? zou z'c'1 bebben 'a,en terrassen door mededeelingen van haren Stiller". Deze woorden bewijzen wel hoezeer de voorzitter de bedoeling den vrager misvatle, en hoe hij bedacht was op eene zelfverdediging die I overbodig was Over het algemeen klonk de rede van den voorzitter «are zij door den minister van binnenlandsche zaken gedicteerd. Ner en door niemand, ook niet door den vrager, is den voorzitter verweten terrassinsen van hem zijn uitgegaan. Wij willen nu alle zonden tegen urmen gepleegd verder met rust laten, vooral omdat het raadslid Seelig uitdeelde reprimande aan haar juiste adres heeft terug bezorgd, fttnand heelt onzen gemeenteraad schuldig gehouden aan verrassingen of 1 ,)e dingen moeten heelen die Leiden noodeloos een ton zullen kosten, i wenschten feiten te kennen en daardoor de personen die de zaken zoo Vrling i" bet belang van de N. R. S. SI. hadden geleid. De openbaring geheimen bevestigde wat men reeds vermoede; er waren als naar gc- nie geen wezenlijke geheimen, wij hadden slechts ofïiciéele erkenning i» van hetgeen ieder wist. De voorzitter van den Leidschen gemeente- j°|iad de eer gehad van den minister van binnenlandsche zaken te ver en dat er geen uitzicht bestond op het verkrijgen van den spoorweg jen - Woerden als de gemeente Leiden niet een ton subsidie toezegde. Imen er nu een gemeenteraad een verwijt van maken dat hij vertrouwen dl in liet woord van een minister van binnenlandsche zaken Wij aarze- niet om neen te zeggen op die vraag. Maar hoe zal 't in de toekomst n met dat vertrouwen na de opgedane ervaring? Jammer dat de zitting van den gemeenteraad dd. 14 October jl. niet «in de met eene motie die aan het subsidie-debat zijn waar karakter zou ten gegeven, b. v.: »De raad gehoord het debat betreurt in den waan dracht te zijn dat de spoorweg Leiden—Woerden niet tot stand zou l»en zonder Leiden's subsidie van een ton". tVij hebben nil over die subsidie-kwestie weinig meer te vragen. Sedert uiu een maand is die zaak en hare aanverwanten aan de orde in groote Dkleine couranten en, tenzij men aan occulte N. R. S. werkingen geloolt, is er al het licht over opgegaan dat men maar kan begeeren. De concessio- tirissen hebben hun nieuw prospectus uitgegeven en tevens verkrijgbaar «sielii: Statuten hunner op te richten naamlooze Vennootschap en hunne «vereenkomst met de N. R. S. M. Ia het prospectus lezen wij, als proeve misschien van der concessionaris- M.. vrijmoedigheid "dat zij, hunne eerste proefneming om geld te p|cn mislukt ziende, onversaagd naar andere middelen zochten om hun joel te bereiken en daarin boven verwachting uitnemend slaagden. De regee- riiig werd overreed zich ten deze het belang van Leiden en de geheele Jijnstreek aan te trekkenen wist de IV. II. S. 1)1. te bewegen het tot Hsnd komen der lijn Leiden—Woerden te waarborgen". Onbeschroomder kan men niet den draak steken met de actionarissen die men in Leiden zoekt na aan Leiden te hebben opgelegd de betaling van een ton tergemoet- loming aan het tekort dat de N. R. S. M. wacht gedurende de eerste jaren van exploitatie, Voor deze tirade welen wij geen naam te vinden die wij zouden willen neerschrijven. Was het dan niet genoeg voor bet jme Leiden om misleid te zijnmoest het nu ook nog lijden onder den spot en satire van hen diegeen vinger hebben uitgestoken om het ran een nadeeligen stap terug te houden. De lijn Leiden-Woerden moest gemaakt worden in 's lands belang, de minister achtte het te Rotterdam opgeofferde landsbelang vergoed door het Leiden—Woerdensche landsbelang. Waarom moest nu Leiden een ton offeren voor het algemeen landsbelang? Je lijn zou er niet komen zonder die ton, zeide de minister aan den voor- littcr van den Leidschen gemeenteraadterwijl Z. Excell. buiten de volks- rertegenwoordiging om de N. K. S. Dl. had weten te bewegen het tol stand komen der lijn Leiden—Woerden te waarborgen. De concessionarissen vertellen ons nu in hun prospectus waarvoor de N. R. S. Jl. - niet zij, die ton zal gebruiken. Concessionarissen hebben met die Ion niels te maken, gelijk zij eigenlijk met de geheele zaak niets te maken Woorden te hebben. Zij komen thans bij de lijn Leiden -Woerden te pas als een knikker onder een deur. Art. 2 der statuten, door den minister tan binnenlandsche zaken bereids goedgekeurd, vermeldt het doel der op te richten naamlooze vennootschap en dat is: De N. R. S. M. zal eeu spoorweg bouwen, ff exploiteeren. Dal bad de minister ook wel gedaan kunnen krijgen zonder twee conces sionarissen waarvan een directeur der a. s. vennootschap zal zijn gelijk is vastgesteld bij de overgangsbepalingen in afwijking al terstond van art. 14 eo 16 der pas gemaakte statutende andere concessionaris is commissaris tan de N. R. S. M. Het was den 30"1"1 Juni 1875 dat hij in de algemeene vergadering van de N. R. S. M. met algemeene stemmen werd uitverkoren. Haar waren vertegenwoordigd 31187 aandeelen, beschikkende over 552 stemmendie uitgebracht werden doortwintig heeren. Uit deze cijfers valt gemakkelijk te berekenen hoeveel of, liever, hoe weinig invloed men voor een ton in zaken N. R. S. M. kan hebben. Wij zeggen dit natuurlijk niet voor Leiden, want Leiden zal de eer hebben haar ton te storten in de kas van de N. R. S. M ter gemoetkoming van het tekort dat die maatschappij wacht gedurende de eerste jaren van exploitatie. Dat het in de tegenwoordige omstandigheden mocielijk is voor de N. R. S. M. om concessionarissen of de naamlooze vennootschap waarin zij hunne concessie gratis staan in te brengen, au sérieux te nemen blijkt uit ver scheiden artikelen van de acte van overeenkomst. Art. 1 litt. bepalende dat de N. R. S. M. haar votum over alle plannen van uit te voeren werken tal geven alvorens die aan de goedkeuring der regeeriug worden onderwor- jen doet al reeds de vraag rjjzcnwaarom of de N. R. S. M. de zaak maar «iel liever alleen doet. De laatste alinea van art. 1 verraadt de bekende prudentie van de N. R. S. M om schotvrij te blijven, dat is: recht hebbend tonder verantwoordelijkheid. Art. 7 en volgenden regelende de rekening 'an exploitatie, die de N. R. S. M. jaarlijks zal doen aan concessionaris sen, brengt ons een beeld uit de kinderkamer voor den geest: de grootere hebben een spelletje waarbij ze de kleinere liefst missen die zich a part laten zetten denkende dat ze met de grootere meêspclen als deze hun nu en dan een afgebeten koekje brengen. De N. R. S. M. zal dc lijn Leiden— Woerden opnemen in exploitatie en beheer met hare eigen lijnen, en dan uit de algemeene rekening zal door een lastige cijferpartij een fragment woiden geligt om den concessionarissen hun eigen rekeningetje te geven "aarover ze dan een eigen algemeen vergaderingetje kunnen houden. Ongetwijfeld zal deze rekening zoo nauwkeurig mogeljjk worden opgemaakt, maar tochhoevetd gelegenheid tot vergissingen en fouten en verschillen. De concessionarissen krijgen in art. 7 de bevoegdheid om de nauwkeurig heid der boeking door één persoon te laten vergelijken. De N. R. S. M. beeft bewezen dat zij goed beheer voert, hare bekwaamheid en eerlijkheid ten aanzien van actionarissen is boven alle bedenking verhevenmaar de artikelen 7—12, acht bladzijden gewoon 8", zijn vol van bepalingen die ge schilpunten kunnen worden, en hoe zal dc naamlooze vennootschap Leiden Woerden daar dan slaan in de algemeene vergadering van de N. R. S. M. waar twintig heerex op 30 Juni jl. over 31183 aandeelen en 552 stemmen beschikten Nu komen daar nog ongeveer 12500 aandeelen bijwant wij houden het er voor dat de N. R. S. M. de drie millioen of zooveel meer gulden als zullen blijken noodig te zijn, grootendeels in eigen boezem zal plaatsen. De vennootschap Leiden - Woerden zal daar dan staan als een ougezeggelijk knaapje tegenover zijn vader die hem 't leven en 't levens onderhoud schonk. De vader zal zeggen: foei! deugniet, wat verstout gij tl, zijt gij niet mijn creatuur, heb ik niet voor u betaald, exploiteer ik u niet, is niet mijn commissaris uw eere-vader, wat waart gij zonder mij? Welke knaap is legen soortgelijke argumenten opgewassen Onder zulke omstan digheden is het niet te verwachten dat men ooit art. 17 regelende arbitrage bij geschil, zal moeten toepassen. Maar dit alles en nog veel meer moet den lust temperen om in de naam looze vennootschap Spoorweg maatschappij Leiden - Woerden aandeelen te nemen. Hoe geheel anders zou het zijn als b. v. de N. R. S. M. een leening uitschreef om voor hare rekening de lijn Leiden - Woerden te ondernemen? Dat zou een gezonde locstand wezen, terwijl zooals de zaken nu op touw gezet zijn men van het plan kwalijk wordt. Het is echter nog maar een plan, twee der hindernissen die zich kunnen voordoen zijn bekend, het eerste de onteigeningswet, het tweede het amen dement van den Berch van Heemstede. Over de kansen daarbij te loopen valt nog niets te zeggenalleen willen wij opmerken dat het voor Leiden ongetwijfeld beter en aangenamer zou zijn wanneer het door een staats spoor direct met Utrecht werd verbonden dan door den kronkelweg die in plan is, via Woerden. Hoe de minister van binnenlandsche zaken zich dan met al zijn gecom promitteerde landsbelangen zou reddendat is zijn zaak. net onbeantwoord laten, of liever gezegd, het niet weerspreken van /'het ingezonden stuk in het «Lcidsch Dagblad" van Dinsdag, 19 dezer, getee- kend «een oud-lid van Caeciiia", is prijzenswaardig, vooral met het oog op het Bestuur der gereorganiseerde Zangvereeniging "Caeciiia", want: "Qui s'excuse, s'accuse." Dat stilzwijgen wil ook schrijver dezes eerbiedigen, maar kan niet nala ten te wijzen met een paar woorden op eene klaarblijkelijk verdichte zin snede, voorkomende in bovengenoemd artikel. Er slaat: "Ofschoon door enkele leden krachtig bestreden, werd het voorstel enz." Welnu, dat krachtig bestrijden kan alléén worden verstaan door de tegen- stemming van vjjf leden, van wien slechts één openlijk in de vergadering zijne meening durfde uiten, en de vier overigen daarentegen volkomen heb ben stilgczwegen, waaronder één, die bovendien op onbeleefde, belagche- lijkc manier de vergadering verliet. Ziedaar die "krachtige" strijd door enkele leden. Meer te repliceeren ware dwaasheid en daarom laat schrijver de beoor deeling daarvan en van een voorstel, dat met 34 (ongerekend het Bestuur) legen 5 stemmen werd aangenomenaan den onpartijdigen lezer zeiven over. N. Burgerlijke jStanb. ONDERTROUWD: J. Haspers, jm. 25 j. en G. Lulh.jd. 20 j. J. Verbrugge. ,jm. 57 j. en A. H. Pickee, jd. 35 j. P. Carbaat. jm. 29 j. en H. van Duren. jd. 20 j. J. Nieuweuburg, wcdr. 51 j. en G. Pels. wed'. 51 j. J. de Haas. jm. 25 j. en J. E. M. G. Deelen, jd. 25 j. J Kersten, wedr.28j. en W. Broere, jd. 36 j. L. Nieuwenburg; jm. 25 j. en J. C. Heimans, jd. 21 j. J. J. Lezwyn, jm. 22 j. en M. Gerritse, jd. 33 j. A. Koert, jm. 32 j. en T. Ruys. jd. 27 j. J. C. Bender, jm. 22 j. en S. J. Wagemaker, jd. 29 j. J. F. Esser.jm. 32 j. en J. Boekec. jd. 22 j. D. Robbertse. jm. 23 j. en M. Spaa, jd. 25 j.B. te Lintelo, jm. 37 j. en F. P. A. Goscli, jd. 30 j. G. A. de Rook, jm. 25 j. en F. van Mourik.jd. 26 j. A. W. J. van Driesten, jm. 23 j. en J. J. Peltenburg, jd. 26 j. Gewezen vonnissen in strafzaken door het Kantongeregt te Leiden dd. 16 October 1875. 1 wegens het in dienst hebben van kinderen beneden den vcreischten leeftijd. 1 wegens het op straat laten van een ongemuilkorfden hond. 2 wegens het buiten eene openbare waterplaats (urinoir) verrigten van datgene, waartoe die inriglingen bestemd zijn. 1 wegens het los en onbeheerd op straat laUn staan van een paard. Gehouden Verkooping van onroerende goederen, in het Heeren-Logement aan den Burg, Zaturdag 23 October. Notaris Mr. H. Obreen. Een Woonhuisje, aan de westzijde van de gedamde Vestgracht, bij de voormalige Wittepoort, n°. 3, Sectie A, n°. 112. Kooper W. F. van Hartrop. ƒ1053. - Een Stalling, voor 24 paarden, thans Fourage-Magazijn, naast het vorig perceel, n°. 1, Sectie A, n°. 113. Kooper K. C. Feun qq. 3360. Diverse Magazijnen, Stallen, Koetshuis en Erf, aan de oostzijde van de ge damde Vestgracht. aldaar, n,s. 10. 12, 14 en 16, Sectie F, n°s. 878, 231, B 232 en 649. Kooper de firma Iluysman Lankhuyzente Raamsdonk. Ge combineerd. ƒ7021. OPGAVE VAN BRIEVEN, welke in de maanden JulijAugustus en September door het postkantoor te Leiden naar het buitenland zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wien zij geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren. Geadresserd aan: Noord-Amerika: J. de Mooy, te Beaver Block. Belgie: Wahlen en C°.te Brussel. Duitschland.- H. H. Holle, te Bad-Ems; Duister, te Cöln; mej. Dietz, te Crefeld; Wisboogh, te Koningsleele; mej. B. Brou wer, te Kreuznach; Kittisch, te Leipzig; H. C. Harlevell, te Mainz; P. G. Beukers, te Marburg; J. 11. Plath, te Munchen; B. H. Carp, te Schwelmen L. C. van Heukelom, te Trèvcs. Engeland: VV. van Bijlandt. L. Sacsionie, beiden te Londen; Louise Meijer, te Eestbourne. Frankrijk: wed. P. A. Beguin van Zeyl, te Lourdes; j. de Bruin, du Pont en C"., H. Modderman, allen te Parijs; N. Taverne, te Pan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 3