van Maandag 08 October ó875N°. 243.
BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsehe Courant
STADS-BËR1GHTEN,
PATENTB1ADEN.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet
te weten dal de ingevulde patentbladen over het dienstjaar 1875/6, voor
wijk V, bij het College van Zetters, in een der vertrekken van het
Raadhuis dezer gemeente verkrijgbaar zijn, dagelijks, des namiddags van
twaalf tot twee uren, en wel tot en met den 23stcn October e. k.;
terwijl na het verstrijken van dien termijn, de onafgehaalde patcntbladen
ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe be
lastingen alhier, die voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zondermeer.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsehe Courant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
Leiden, 16 October 1875. v. d. BRANDELER.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag den 21ste»
October 1875's namiddags te één uur.
Ter Gemeente-Secretarie is in druk, tegen betaling van 50 cents, ver
krijgbaar de Memorie van Antwoord op het Algemeen Verslag van het ver
handelde in de Sectiën van den Gemeenteraad omtrent de begrooting dezer
gemeente voor 1876.
BINNENLANDSCHE BEIUGTEN.
LEIDEN, 16 October.
Bij de voorstelling in den schouwburg op den 20>,{n dezer, te geven
door Mademoiselle Agar, van de Comédie Fran^aise, zullen opgevoerd wor
den: Phèdre, tragédie en 5 actes, de Racine, en Les jeux de I'amour et
du hasard, comédie de Marivaux.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 60 tot 70 volwassen personen en 15 tot 19 kinderen.
De gisteren te 's Ilage gehouden examens voor het lager onderwijs
hadden een zeer ongunstigen uitslag. Van de 4 candidaten voor het teeke- j
nen werd er niet één toegelaten. Van de 15 candidaten voor de hoofd
onderwijzers-acte werden er 13 afgewezen en 2 toegelaten, te weten: de
bh. 3. Appeldoorn, uit Rotterdam, en J. Brands, te Bleiswijk.
Blijkens de jongste bij de regering ontvangen officiële mededeelingen
omtrent de veeziekten in Zwitserland, had aldaar gedurende de tweede
helft van September in den stand van het mond- en klaauwzeer over het
algemeen geene groote verandering plaats gehad. De ziekte was in sommige
kantons [afgenomen, in andere toegenomen of op nieuw uitgebroken. In Bern 1
was het getal der besmette stallen en weiden met 38 vermeerderd, in Schwyz
met 28 verminderd. In het geheel telde men op 1 October 57 besmette
stallen tegen 51 op 16 September, en 36 besmette weiden tegen 50 op 16
September. Nu het vee de bergweiden begon te verlaten verwachtte men
dat de ziekte eer toe- dan afnemen zou.
Bij art. 35 der gemeentewet is aan de ged. staten de bevoegdheid toe
gekend, om ambtshalve nitspraak te doen omtrent de beslissingen der ge
meenteraden aangaande de geloofsbrieven der nieuw inkomende raadsleden,
en van dóar, dat art. 31 dier wet beveelt dat van die beslissingen aan de
ged. staten terstond moet worden kennis gegeven. Zal het collegie van
ged. staten echter in staat zijn, met volledige kennis van zaken te beoor-
deeien, of er termen zijn om gebruik te maken van de boven omschreven
bevoegdheid, dan behoort het bekend te zijn met alle de omstandigheden,
die op de al of niet toelating van de nieuw inkomende raadsleden van
invloed kunnen zijn.
Uit overweging daarvan heeft de commissaris des konings in deze pro
vincie bij circulaire van 6 Nov. 1857, de gemeentebesturen nitgenoodigd, om
voortaan of een afschrift van de deliberatie van den raad, waarbij tot de
al of niet toelating van raadsleden is besloten in te zenden, öf, indien de
kennisgeving bij missive geschiedt, alsdan daarin uitdrukkelijk te vermelden
ol zich omtrent de toelating al of niet eenige bedenking of verschil van ge
voelen heeft voorgedaan enzoo ja, welke besslising daaromtrent is geno
men en de daarvoor door de meerderheid aangevoerde gronden.
Met verzwijzing overigens naar de bovenvermelde circulaire hebben
ged. staten van Zuidholland mitsdien de gemeentebesturen uitgenoodigd, te
willen bevorderen, dat nevens en gelijktijdig met de daarin bedoelde toezen
ding of kennisgeving, evenzeer de bedenkingen, welke omtrent de toela
ting van nieuw inkomende raadsleden in het rapport der betrokken
commissie van onderzoek van de geloofsbrieven mogten zijn vermeldaan
hen worden medegedeeld.
Den 12en is te Turijn het internationaal congres geopend voor hel num
meren van de garens. Bijna alle landen zijn officieel vertegenwoordigd en
een groot aantal industriële delegatiën nemen aan de werkzaamheden deel.
De stand van de werkzaamheden aan het gedeelte van den Ooster
spoorweg, tusschen Amersfoort en Zutphenis zoodanig, dat, waren de
nog aan te besteden werken op het stations-emplacement Zutphen niet te
groot om nog vóór 1 Mei 1876 gereed te zijn, de lijn reeds in Februarij
voor de publieke dienst zou kunnen geopend worden. Van Zutphen tot
Apeldoorn is de lijn, op eenige niet noemenswaardige kleinigheden na, ge
heel gereed, liet gedeelte Barneveld Amersfoort wacht, om geheel gereed
Ie komen, slechts op den ballast, die van Apeldoorn aangebragt moet wor
den, en waarmede men ijverig bezig is. Het lijdt dus geen twijfel of met
1 Mei is of wordt Amersfoort—Zutphen voor het publiek verkeer open
gesteld.
Het aantal kweekelingen aan de voorbereidende school te Doetinchcm,
lot opleiding van studenten voor de Utrcchtsche hoogeschool, die aldaar
voor het predikambt bij de herv. kerk bekwaamd moeten worden, bedraagt
thans 50; het aantal studenten in de theologie te Utrecht, uitgaande van de
vereeniging, beloopt 20. Het bestuur doet eeu krachtig beroep op de hulp
•Ier welgezinden in ons vaderland.
Te Amsterdam heeft cene dame, die onbekend wenscht te blijven,
eene som van 1000 doen toekomen aan het fonds der maatschappij
"Caecilia".
Door wijlen mej. J. C. Umbgrove, wed. den heer G. Mijnssenis aan
de diaconie-armen der Ned. herv. gemeente te Velp een legaat van ƒ1000
vermaakt.
Een Hollandsch planter in Amerika vraagt llollandsche boerenarbei
ders; hun loon bedraagt ƒ1000 'sjaars, vrije woning met een akker grond
voor eigen gebruik.
Men schrijft aan het U. D.In de laatste maanden heeft de schipperij
uit het noorden, om met hare vaartuigen Holland te bereiken, een geheel
anderen waterweg gevolgd dan dien velen vroeger gewoonlijk van uit Mui
den langs de Vecht en Iveulsche vaart namende reis wordt nu over Gouda
gedaan, ten gevolge van de vele en hooge watertollen, die op den weg over
de Keulsche vaart en Vecht geheven worden. Van p. m. 300 vaartuigen,
die met den jongsten lagen waterstand in de noordsche havens moesten blij
ven, zijn bij de rijzing van het water slechts 50 over Utrecht gegaan;
de waterweg over Gouda biedt minder bezwaren aan en vordert minder
tolgelden.
Te Arnhem loste gisteren middag zekere B., een schipper uit Wezel,
die met zijn schip voor de stad ligt. een pistoolschot op zijne stiefdochter,
met welke hij twist had, deze echter heeft zich nog bij tijds laten vallen,
zoodat zij niet alleen niet door het schot gedeerd werd, maar zich zelfs
dadelijk na het afvuren van het pistool meester maakte, hetwelk haar ech
ter door een zoon van den schipper ontnomen en in den Rijn geworpen
werd. De policie heeft zich in dezen twist gemengd en B. in verzekerde
bewaring genomen.
Te Epe is, naar men verneemt, weder een moord gepleegd. Zekere
J. K. leefde in ongeoorloofde betrekking met de vrouw van P. v. Z. Laatst
genoemde kwam Woensdag avond ten huize van J. K. om zijne vrouw te
halen, die zich daar bevond. J. K. beval hem zijn huis te verlaten, en
namtoen daaraan niet terstond werd voldaaneen geladen geweer en
schoot v. Z. dood. K.die naar men zegt in beschonken toestand ver
keerde, heeft zich zelf bij den burgemeester aangeklaagd en is in hechtenis
genomen.
Voor de arrond.-regtbank te Heerenveen werd eergisteren de zaak be
handeld van G. Simons, lid van den Raad der gemeente Engwirden, te
Tjalliberd, die beschuldigd wordt het been van den hoofdonderwijzer H.
Raadersma, wonende in dezelfde gemeente te Gersloot, te hebben stuk
geslagen. Na het getuigenverhoor eischle de substituut-griffier 1 jaar een
zame opsluiting, ƒ150 schadevergoeding aan den hoofdonderwijzer en beta
ling der kosten. Uit de behandeling der zaak bleek, dat H. Raadersma na
de mishandeling wel twee uur in den regen was blijven liggen, achtergelaten
door den beschuldigde en de beide personen, die er bij waren, toen het feit
plaats bad. Door zijn schreeuwen waren anderen opmerkzaam op hem
geworden, en die hadden hem naar huis gebragt.
Te Grouw had Woensdag 11., in tegenwoordigheid eener groote me
nigte uit alle oorden van Friesland zamengekomenonder welke zeer vele
leden van //'t Selscip for Frlske tael en skriftenkennisse", de plegtige ont
hulling plaats van den gedenksteen "for de Frlske Dichter en Folksskriu-
wer" dr. Eeltsje Halbertsma, aldaar geboren 8 October 1797 en gestorven
22 Maart 1858. Vooraf was in het kerkgebouw der Doopsgezinden eene
feestrede uitgesproken door den heer J. Troelstra. De gedenksteen, ge
plaatst in den voorgevel van het huis waarin hij geboren is, is van zandsteen.
Boveen leest men de jaarcijfers 17971858. In het middeu bevindt zich de
buste "en profil", omgeven met een krans van eikenblaren. Aan de 4 hoe
ken zijn symbolische figuren aangebragt, terwijl onderaan in vergulde letters
te lezen staat; "De Friezen oan Dr. Eeltsje Halbertsma."
's GRAVENHAGE, 16 October.
De officier van gezondheid 2' kl. dr. T. Abrahamsz, behoord hebbende
tot de rol van het schrocfstoomschip Prinses Mariais overgeplaatst in de
rol van het wachtschip te Hellevoetsluis.
Door den consul-generaal te Londen is als vice-consnl te Limerick
(Ierland) aangesteld de heer J. R. Tinsly aldaar.
Volgens het in de zitting der tweede kamer van gisterenbij de be
handeling van het wets-ontwerp tot '"opheffing van de prov. geregtshoven
en de jnstelling van nieuwe, in het belang der procureurs aangenomen
amendement van den heer Bredius, wordt art. 12 van die wet aldus gelezen:
"De procureurs bij de ontbonden provinciale geregtshoven worden geacht
te zijn aangesteld bij het nieuwe geregtshof, welks regtsgebied dat van het
ontbonden provinciaal geregtshof omvat, waarbij zij hunne bediening uit
oefenden.
"Zij die niet wonen ter plaatste waar het nieuwe geregtshof zijn zetel
heeft, zijn niet verpligt hunne woonplaats derwaarts over te brengen, doch
stellen aldaar eene ter griffie bekend te maken woonplaats.
"Openvallende plaatsen van buiten den zetel van het geregtshof wonende
procureurs worden niet vervuld."
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
S2 W Cr K JL A H i>.
LONDEN15 October.
De Times toont zich zeer ontevreden over de uitspraak van de admira
liteit betreffende de vernieling van de Vanguard. De admiraliteit erkent
dat de vicc-admiraal, eer men zich in den mist begaf, het goede signaal
niet gegeven heeft om de schepen van zijn eskader bijeen te houden. Toch
verklaart zij hem niet schuldig aan het ongeluk. Het gevolg daarvan is
echter geweest, dat de Vanguard en de Iron-duke zich niet aan dezelfde
gedragslijn hielden. De luitenant, die op het dek van de Iron-duke was en
bevel gaf, dat deze hare vaart moest versnellen, wordt nu gesjraft, terwijl
de kapiteindie niet op het dek was, wordt vrijgesproken. Inderdaad kon
hij niet schuldig verklaard worden, als de vicc-admiraal gespaard zou wor
den. De gevolgtrekking ligt voor de hand, dat, zoo de kapitein van de
Vanguard, die nu afgezet is, ook niet op het dek geweest was. hij ook
ongestraft zou gebleven zijn. Het vonnis, gebo.ren uit de zucht om den
vice-admiraal onschuldig te verklarenacht de Times zeer onbillijk. De
admiraliteit beeft hare populariteit, die pas door de slaven-circulaire zeer
geleden heeftdoor deze uitspraak niet hersteld.
rRANKRMS.
Het ontslag van den heer Menu de St. Mesmin, als directeur van de
normaalschool te Auteuil, door den minister van onderwijs gegeven, wordt
druk besprokenomdat men dit toeschrijft aan de bemoeijingen van den
aalmoezenier der school en er eene toegeeflijkheid in ziet ten gunste der
clericale partij. De minister heeft, in een //communiqué" aan de XIX'
Siècle, gezegd dat het besluit noch met eene persoonlijke, noch met eene
godsdienstige quaestie in verband staat, liet gold hier een administrative!!
maatregel. De heer Menu de St. Mesmin is vervangen geworden op eenpa
rig advies van den secretaris-generaal, van den vice-rector en van den direc
teur bij het lager onderwijs in het depart, der Seine. De heer Menu de St.
Mesmin beweert dat hij wel degelijk in botsing kwam met den aalmoe
zenier. Deze wilde zekere gebruikendie op seminariën gevolgd worden
in de school ingevoerd hebben; doch hiertegen heeft hij zich steeds verzet,
daar zij niet te pas kwamen in de onder zijn beheer staande inrigling,
waar slechts leeken voor het onderwijs gevormd worden. Zoo heeft hij