LEIPSCHE 1875. JS°. 240, DONDERDAG 14 OCTOBER. BINNENLANDXCHE BE RIG TEA'. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p, p. f 3.50; met het f er slag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. ƒ3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50 'sjaarsbuiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nomtrters der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents, De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 13 October. Door de commissie voor bet geneeskundig staats-examen is bevorderd tot aris de lieer W. J. J. Zuur, officier van gezondheid le klasse. Door de staats-commissie te Utrecht is het diploma voor het eerste jatiuirkundig examen uitgereikt aan de hh. Polak en Bulner. Wij vernemen dat mademoiselle Agar, bijgestaan door de artisten van de Comédie Irangaise en van het Odéon, alhier op 20 October aanst. eene voorstelling' zal geven, waarbij de "Phèdre" zal opgevoerd wordeu. - Het verslag van het hoofdbestuur der Leidsche maatschappij van welda digheid over het boekjaar 1874/75thans in druk verschenendoet zien dat deze instelling aan haar doel blijft beantwoorden en weder tot nut van velen werkzaam mogt zijn. Gedurende dat jaar was zij in slaat eene som van 4334.55 als ondersteuning uit te reiken aan 164 huisgezinnen en 97 eenloopende personen. Die som was verdeeld als volgt: onderwijs en oplei ding f 329.42geneeskundige hulp ƒ285.52, tijdelijke hulp ƒ106, onder steuning aan oude lieden ƒ890, tegemoetkoming aan schamele armen, we duwen en gebrekkigen 2723.60 SiMet voldoening heeft men mogen zien dat de aanzienlijke som, voor onderwijs verstrekt, goede vruchten had ge dragen. Voor de geldmiddelen der maatschappij 'was het verblijdend een legaat van 500 le ontvangen van wijlen mevr. van Heuke'iomwed. den heer mr. D. Tiebocl Siegenbeek. De afdeeling Arbeid was dit jaar in staat voortdurend werk te ver schaffen aan 250 personen, waarvoor aan arbeidsloon werd uitbetaald ƒ15857.20. Bemoedigend is het le vernemen dat de uitzigten in deze voor n naderenden winter mede gunstig zijn. Omtrent den toestand en de werkzaamheden van de Hulpbank, die haar 13' boekjaar slootworden weder uitvoerige mededeelingen gedaan. Met elk jaar breidt zich de omzetting uit, maar hel bestuur acht hel een ver blijdend verschijnsel dat in verhouding tot de omzettingen de percentage van nalatige en slordige leeners allengs kleiner wordt, waaruit met regt mag worden afgeleid dat deze crediet-instelling heilzaam werkt. In 1874 werd elke honderd gulden uitgeleend kapitaal aan boeten ontvangen ƒ0.104 en voor premiën en restitutie uitgekeerd ƒ0.711. In het geheel werd aan 634 leeners verstrekt 67650, in sommen van ƒ10 lot op ƒ400. lloedanige uitbreiding de werkzaamheden der bank verkregen heeft valt in het oog wanneer men ziet dat in het eerste jaar van haar bestaan slechts aan 42 's eene som van ƒ3200 werd verstrekt. Die uitbreiding had gaande weg plaats onder de leeners van kleine sommen. De gunstige resultaten, waarin de bank zich mag verheugen, worden verkregen zonder opoffering 'an de zijde der maatschappelijke kas, want aan deze werd ruim 5 pCt. uitgekeerd van het verstrekte kapitaal. Moge deze beknopte opgave er toe bijdragen om velen uit te lokken zich nader, door de inzage van het verslag, met de werking der maatschappij bekend te maken. Zij verdient ten volle de belangstelling van heidens in gezetenen en mag wel aanspraak maken op voortdurende en toenemende ondersteuningdie, wij vertrouwen het, haar bij de intrede van het nieuwe niet zal ontbreken. Die algetneene medewerking zal gewis voor die zich zoovele zorgen en moeiten getroosten bjj het voeren van het beheer, de aangenaamste voldoening zijn. 's Lands middelen over de negen eerste maanden dezes jaars hebben opgebragt ƒ65,674,799.19%zijnde ƒ804,227.25 meer dan in hetzelfde tijdvak van 1874. De raming bedroeg 62,822,825.55. Door de prov. commissie te 's Hage werd gisteren de acte als hoofd onderwijzer toegekend aan de hh. G. Adams, uit 'silage; \V Beck, nit Hage; I. Dammers, uit 'sGravesande; J. E. van Duynsveldt, uit 'sllage; Duylsch, uit Vrijenban; J. Evers, uit Delft; G. L. Hansen, uit 's Hage; J.Metzelaar, uit Delft; P. J. Teebaal, nit 'sllage, cn A. W. Vaandrager, uil 'sllage. 1 candidaat trok zich terug en 3 candidaten werden afgewezen. Het stoomschip Prinses Amaliavan Nieuwe Diep naar Batavia, is °P 11 October Gibraltar gepasseerd. Met het stoomschip Voorwaarts, van Batavia naar Nieuwcdiep, zijn 10 October te Suez aangekomen 50 man der «quipage, door genoemd stoomschip gered, van het op Parkins Rocks ge strande Engelsche stoomschip Medina. De Voorwaarts kwam den 1111,11 teer 's avonds te Port-Saïd en vertrok den volgenden dag naar Napels. Be Koning der Nederlanden is te Nieuwediep aangekomen. In het tijdperk van vier weken5 September tot 2 October 1875 zijnblijkens bij het dep. van binnenlandsche zaken ingekomen ambtsberig- ten. door longziekte aangetast; in Noordbrabant 3 runderen, in Zuidhol land 85, in Noordholland 2, in Utrecht 10, in Friesland 31; totaal 131 runderen. In het vorige tijdperk van vier weken waren 119 runderen door die ziekte aangetast. Te Arnhem is Zaturdag 11. de negende algemeene vergadering van het aardrijkskundig genootschap gehouden; zij werd door ongeveer een 50-tal leden, waaronder vier dames, bijgewoond. De voorzitter, prof. P. J. Veth, wees in zijn openingstoespraak op den steeds toenemenden bloei van het genootschap, op de onderscheiding, die op het congres te Parijs er aan was te beurt gevallen, op de vele belooningen, op de tentoonstelling aldaar door Nederlanders verworvenop de werkzaamheden der tegenwoordige en ook der volgende vergadering, op welke laatste de bekrooningen zullen uitgereikt en de ontworpen Sumaira-expeditie zal behandeld worden, en op den stand der Noordpoolqnaestie. Hierna deed mr. H. A. L. Hamelberg uitgebreide, maar belangrijke mededeelingen omtrent het tegenwoordig zooveel besproken Zuid-Afrika. Na een korte discussie, waaraan door verschillende leden werd deelgenomendeed prof. P. J. Veth mededeelingen over de nieuwe ontdek kingen met heirekking tot de Javaansche oudheid in het Diëng-gebergte. Door den heer Sloet v. d. Beele, die tijdens zijn gouverneur-generaalschap in gezelschap van den bekenden reiziger Junghuhn het Diëng-gebergte bezocht had. werden hierop een aantal kaarten en photographiën van die landstreek vertoond. Aan het algemeen verslag over den staat van het instituut van doof stommen te Groningen, dat dezer dagen in het licht is verschenen, ontleé- nen wij het volgende: De financiële toestand van het gesticht over het afgeloopen jaar was gunstig te noemer.de ontvangst bedroeg 73238.59; de uitgaaf ƒ73129.06, zoodat de rekenisg een batig saldo aanwijst van 109.53. Die vrij aanzienlijke vermeerdering van ontvangsten in vergelij king met het vorige jaar heeft haar ontstaan te danken aan het hooge cijfer, dat in 1874 aan giften en legaten ontvangen werd, hetgeen niet minder dan 15962.34 bedroeg. Het ledental echter verminderde met 151. Er werden 175 kweekelingen in het afgeloopen jaar in het instituut onder wezen; 97 jongens en 78 meisjes, als: uit Noordbrabant 2, Gelderland 22, Zuidholland 10, Noordholland 45, Zeeland 7, Utrecht 9, Friesland 37, Overijssel 15, Groningen 20, Drenthe 8. Van hen werden er 100 doof gebo ren. Gedurende het 85-jarig beslaan van het instituut werden 1162 kwee kelingen onderwezen en opgevoed, van welke 922, als bekwaam om in de maatschappij te verkeeren, werden ontslagen. Tot predikant bij de Ned. herv. gemeente te Utrecht is beroepen dr. J. Riemens, pred. te Driebergen. Zondag middag vond men op den Cogerdijk, gemeente Alkemade, lig gen zekeren Jan Wesselman, bijgenaamd Jan Boontje, wonende te Nieuwe Wetering. Deze persoon was bijna geheel met brandwonden bedekt; al de kleèren aan zijn ligchaam waren verbrand, zelfs het gras waarop hij lag. Men zegt, dat hij in beschonken toestand verkeerde, terwijl het ongeluk is ontstaan door een brandende sigaar. Hij is nog levend naar zijne vrouw en 3 kinderen gebragt; maar voor zijn behoud vreest men. (N.v.d.D.) Eene daad van verregaande baldadigheid is in de vorige week te Poel dijk bedreven. De tuinier van Ruyven aldaar had o. a. een tros blaauwe druiven hangen van ruim een kilo zwaarte en tien schoone perzikenzoo groot dat zij een zoogenaamd vierdepartsmandje vulden. Zij waren voor eene tentoonstelling bestemd en men was het er vrij algemeen over eens, dat hij daarmede de eerste prijzen zou behalen. Óp een morgen vond hjj echter al deze vruchtenin beschadigden toestand, op den grond liggen. Men had ze des nachts moedwillig afgerukt. Door het prov. gcreglshof in Noordholland is W. de Rooy, kaaskoo- persknecht uit Hoorn, beschuldigd van poging lot mocdwilligen doodslag, door het onder het uiten van bedreigingen in hel water duwen van een kameraad, met wien hij worstelde, overeenkomstig de conclusie van den verdediger mr. E. van Lier. vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, aangezien het hof niet de overtuiging had, dal beklaagde den persoon in het water had gegooidmet de bedoeling om dezen van het leven te beroo- ven. Wegens hel toebrengen van slagen en stoolen werd beklaagde veroor deeld tot een cellulaire gevangenisstraf van drie maanden en een geldboete van ƒ8.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1