Gewoonlijk ziet men óm naar het voorwerp waarover men struikelde, men kan het struikelen wel niet ongedaan maken, maar het struikelblok moet uit den weg geruimd, opdat niet nog eens anderen er zich aan stoo- ten. Hel is niet uit enkel nieuwsgierigheid dat wij de eigenlijke bestem ming van die f 100,000 willen kennen, al schijnt het ongelooflijk dat eene arme gemeente als Leiden een ton cadeau doet, maar wij moeten weten hoe Leiden's fmanliën zoo zeer betrokken komen in het ellendige schouw spel waarop de Minister van binnenl. zaken de Ned. natie onthaalt door bij verrassing de Ned. Rijnspoorweg-Maatschappij van hare verplichting lot aan sluiting te Rotterdam aan de Holl. spoor te ontslaan. In November 1874 spreekt de Volksvertegenwoordiging in tweede en eerste kamer zich duidelijk uitzij verlangt dat de N. R. S. M. aan hare verplichting tot aansluiting gehouden blijve. De Minister erkent die aan sluiting als een zaak van nationaal belang en brengt de volksvertegenwoor digers in den waan dat die aansluiting quand même moet geschieden. Zeven maanden later den 29sWn Juni en den 5ieD Juli 1875 teekenen de Ministers van binnenl. zaken en van financiën een contract met de N. R. S. M. dat haar van iedere verplichting tot aansluiting ontslaat, zonder ver dere compensatie dan een simulacre van verbindtenis om den bouw te be vorderen van een spoorweg waarvoor aan zekere lieeren concessie is ver leend. Wij noemen het een simulacre van verbindtenis, want eene volgens het ministerieele orgaan daaraan gegeven uitleg doet ten duidelijkste uitko men dat ook de gehoudenheid van de N. R. S. M. om de lijn Leiden Woerden te maken of het maken daarvan te waarborgenaan een zijden draadje hangt. Met deze twijfelachtige voor allerlei uitleggingen vatbare verbindtenis pretendeert inlusschen de Minister dat Rotterdam tevreden moet zijn, de volksvertegenwoordiging die gedupeerd is moge zich troosten door te stemmen voor de onteigeningswet die eventueel staat aangeboden te worden om de N. R. S. M. de lijn Leiden—Woerden te helpen maken. Toen al deze zaken tusschen de N. R. S. M. en den Minister waren over eengekomen dus nadat de N. R. S. M. zich verbonden had tot den aanleg van den spoorweg Leiden—Woerdentoen kwamen de concessiona rissen Sloet en de Bordes (die men nu rneenen zou dat niets meer met het geval, althans niet meer met den gemeenteraad van Leiden te maken hadden) aan Burgemeesters en Wethouders van Leiden mededeelendat zij de 100,000 die de gemeente hun beloofde wel willen aanvaarden. Thans nu de mise en scène heeft plaats gehad, nu de rollen van held, eerste tweede en verdere dupes zijn toegewezennu klinkt de brief dd. 17 Juni jl. waarmede Burgemeester en Wethouders het concept der acte van schenking bij den Gemeenteraad inleiden, kinderlijk naïef; daar staat: //Door concessionarissen is ons daarbij bericht dat de overlegging van be doelde acte aan de directie van de N. R. S. M. er zeer toe zal bijdragen om de bekrachtiging der lusschen de directie en concessionarissen beraamde schikkingen door de eerlang te houden Algcmeene Vergadering van aandeel houders in die Maatschappij te verzekeren." Het accoord den 19,n Juni tusschen de N. R. S. M. en den Minister van binnenl. zaken geteekend is geen zaak die zoo maar da jour au lendemain in orde gepraat wordt. Wij kunnen wel niet officieel welen wanneer de toeleg tot het accoord be gonnen is en wanneer partijen het eens zijn geworden, misschien al terstond na de kamerzittingen van November 1874; maar er is toch stellig geen mensch die er aan twijfelt of de Minister en de N. R. S. M. wisten reeds lang, reeds heel lang vóór Juni 1875 hoe hunne zaken respectievelijk stonden. Den 26sleo Juni werd in Leidens gemeenteraad behandeld "Ontwerp-over- eenkomst in zake van den aan te leggen spoorweg Leiden—Woerden." die zitting waren 19 leden tegenwoordig. Met 16 tegen 3 stemmen werd het ontwerp-contract aangenomen. Onwillekeurig verwekt deze loop van zaken ergernis en verlegenheid, Immers zooals het geval gelegen was moest de N. R. S. M. de lijn Leiden— Woerden aanleggen en had daardoor Leiden niets meer te maken met con cessionarissen. Waartoe dan een ton weg schenken? Toch niet om inde zaken van de N. R. S. M. een woordje le kunnen meepraten? Wij weten t hoeveel notitie daarvan genomen wordt. De ontwerp-overeenkomst tusschen de gemeente Leiden en de hh. Sloet en de Bordes, waaraan de Commissie van financiën bij missive dd. 22 Juni jl. hare goedkeuring hecht, vermeldt den naam van de N. R. S. M. zelfs niet. Artikel 4 der overeenkomst spreekt slechts van een naamlooze vennootschap die in de plaats der concessionarissen zal treden zoodra deze hunne con cessie aan haar zullen hebben overgedaan. Is die concessie nu aan de N. R. S, M. overgedaan? Aan wien zullen de ƒ100,000 ten slotte present gegeven worden? Wien hebben de Leidenaren te danken voor deze zeldzame gelegenheid tot vor stelijk gunstbetoon? Door buiten de volksvertegenwoordiging om aan de N. R. S. M. haar millioen terug te geven, haar te ontslaan van aansluiting le Rotterdam en haar zeer slapjes te binden aan een lijntje Leiden Woerden heeft de Minister van binnenl. zaken Leiden meè gedrongen in de rol van forte dupe. Maar zonder de welwillende medewerking van de N. R. S. 11, en de hh. Sloet en de Bordes die kennis hadden van feiten welke niet officieel aan de leden van den gemeenteraad bekend waren, zou zooveel geld niet onnoodig en nutteloos uit de gemeentekas behoeven te vloeien, Intusschen schijnt er aan de zaak niets te veranderentenzij Dit he spreken wij misschien nader. Bij vonnis van het Kantongeregt le Leiden, dd. 13 September 1875, ziji ter zake van het in dienst hebben van kinderen beneden den ouderdom van 10 jaren, veroordeeld de heeren Gebroeders K.te Leiderdorp en wel ieder tot betaling eener geldboete a ƒ12 of 4 dagen gevangenisstraf. Wijders zijn op genoemden datum de volgende veroordeclingen uitgespro ken, als: 1 wegens het rijden op de klinkerstraat. 1 wegens het werpen van vuilnis in gemeente-water. 3 wegens het maken van nachtelijk burengerucht. 1 als publieke vrouw niet verschijnen op de geneeskundige visitatie. 2 wegens het baggeren zonder vergunning in Rijnlands water. 1 wegens niet opkomen bij de oelening, en het beproeven der brandspuit in de gemeente Voorschoten. 1 wegens het los laten loopen van een trekhond. 3 wegens het laten Iosloopen van ongemuilbandc honden. Tc Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 6