r. 21 ZATURBAG 18 SEPTEMBER BINNEN L A NDSCHE BEIÜGTEN. I)e Courant verschijnt dagelijks, Zonen f eestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p. f 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35franco p. p. f 3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'tjaars. buiten de expeditickosien. afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advcrtenlifin is van 1—4 regels ].- iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 17 September. Boor de commissie voor het geneeskundig staats-examen zijn gisteren tot arts bevorderd de heeren P. K. Pel, med. doctorandus, en A. I. Moens, ito, en heden de heeren dr. H. de Cock en L. C. Proot, med. doctorandus. Uit een officiëlen staat blijkt, wat betreft het goud en zilver, in staven, baren en klompen, stofgoud en muntspeciën, dat in 1874 de algemeene invoer daarvan in .Nederland heeft bedragen eene waarde van j 20.126.620; de algemeene uitvoer 1.237.600. De invoer was hooger dan in de beide vorige jaren, maar nog niet de helft van dien in het jaar 1870; de uitvoer was 14.400.550 minder dan in 1873 en 18.355.740 minder dan in 1872. Door den Nedcrlandschcn gedelegeerde bij den oppersten gezondheids raad te Konstantinopel is aan Zr. M8. minister-resident aldaar, bij een rapport van 2 Sept., mededoeling gedaan van de berigten betreffende de cholera- epidemie in Syrië, welke tot den laatsten Angustus bij den gezondheidsraad waren ingekomen. De hoofdinhoud van dat rapport komt op het volgende neder Sedert 13 Augustus, waarop de epidemie te Damascus als geheel geweken kon beschouwd wordenwaren aldaar geene ziektegevallen meer voorgeko men, tnet uitzondering van drie bij personen die van elders waren aangekomen. Te Aleppo bleef de ziekte verminderen; het aantal zieken had in de laatste week aldaar 197 en dat der overledenen 126 bedragen. Ook te Beyrut nam de ziekte af; daarentegen bleef zij met dezelfde hevigheid heerschen te Aintab, te Djeblehte Kiliz en te Lattakieh. Te Tripoli bleef zij op dezelfde hoogte, terwijl zij zich laatstelijk ook te Karagalsch, eene kleine zeehaven nabij Alexandrette, geopenbaard had. De gezondheidsraad had dan ook, bij den weinig geruststellenden gezond heidstoestand van Syrië en bij de menigvuldige bewijzen van het verspreiden der besmetting door troepenbewegingen, met groote bevreemding vernomen dat de Turksche regering bevel had gegeven om te Beyrut een den 30nt" Augustus aldaar aangekomen corps troepen in te schepen en naar Bosnië en de Herzegowina over te brengen. De gezondheidsraad had terstond een verloog de dier zake aan den grootvizier ingediend en hem verzocht ten spoedigste tegenbevel af te zenden, opdat de bedoelde troepen niet inge scheept zouden worden. Hierop was het geruststellende antwoord ontvan gen dat de grootvizier nooit bevel tol het verplaatsen dier troepen naar Bosnië gegeven had, en dat de geruchten dienaangaande slechts verzinsels van kwalijkgezinden waren. Het stoomschip Conrad, op reis naar Batavia, is op 15 September Malta gepasseerd. - De tentoonstelling van vee en pluimgedierte, gisteren door de Holl. maatschappij van landbouw te Zaandam gehouden, heeft mede aan de ver wachting voldaan. Van het vee waren ingezonden 317 nommers en van liet pluimgedierte 66 nommers. Aan de tentoonstelling in liet geheel werd een druk bezoek gebragt. - Volgens de N. R. C. heeft de moeder van Jut zich wel aan het par ket van den officier van justitie te Botterdam aangemeld, met verzoek om tol haren zoon te worden toegelaten, maar is haar dit geweigerd. -Omtrent Jut wordt ons, meldt liet D. v. 'sGr., nog het volgende medegedeeld; Bij den diep gevallen misdadiger zijn geschriften gevonden, waarin hij vele bijzonderheden van zijn buitenlandsche reizen heeft opge- teekend. De stijl getuigt van veel meer beschaving eti belezenheid, dan men bij personen van zijn levenskring zou verwachten. Behalve hetgeen ons door twee geachte ingezetenen over de moordzaak werd gemeld, kwamen wij verder nog te weten, dat de persoon, door wien de naamlooze brief was geschreven, waarin de aandacht op de personen der daders werd gevestigd, en wel in verband tot de vele goederen die zij bezaten, zonder dat de bron kon worden vermoed, zich bij de policie heeft bekend gemaakt, [lij doel zijn aanspraak gelden op de 1000, indertjjd door de familie uitgeloofd voor de ontdekking der moordenaars. Doch ook de oude naaister, die, door hel produceren van een ander geschreven exem plaar van hetzelfde vers, dat in het bezit van Jut werd gevonden en als van de hand van wijlen den heer van der Konwen herkend, het do,eument p verschatten, om de gevangenneming van Jul Ie rcgtvaardigciiacht zich tot hel ontvangen der toegezegde premie geregtigd. In liet Fad. leesl men: Nog eenigc belangrijke bijzonderheden kunnen wij omtrent het leven der moordenaars na het plegen van de misdaad mede- deelen: Vóór hun vertrek naar de Kaap de Goede Hoop woonde Jut en zijn vrouw hij een zuster der laatste in de Jacob-Catsstraat eenigen tijd in. Ook de moeder van Christina Goedvolk was daar in huis. De kotters, waarin de gestolen waarden geborgen waren, stonden daar gedeeltelijk en werden dus ook van daar verzonden; maar moeder en zuster hadden toen nog geen kwaad vermoeden. Welwas het haar dikwerf opgevallen, dat Jut, die niets voor den kost deed, ruim in het geld was, maar ze durfden hem in den be ginne althans niet naar de herkomst er van vragen en de vrouw sprak maar altijd van //een onverwacht geluk." Later over zijn onbekrompen levenswijze onderhouden zeideJut, dal hij zooveel geld kreeg van een graaf, dien hij aan het badhuis te Scheveuingeu als kellner iiad leeren kennen. Het duurde niet lang, of men vernam zeer kwade geruchten, en toen Jut en zijn vrouw nu van de Kaap terugkeerden, wilde de zuster van Chr. Goedvolk beu niet meer huisvesten. Zij togen toen bij vrouw Haffher (moeder van Jut) in doch een kistje met goederen en kostbaarheden vroegen ze bij de zuster in de Jacob-Catsstraat te mogen bergenomdat het daar beter bewaard was. De zuster had daar geen bezwaar in en ontdekte eerst later, toen de inspec teur van politie Merlz het kwam liaien en ze gaf het dadelijk over dat de zaak niet iu orde was. Weinige dagen te voren waren zij nog in de Jacob-Catsstraat geweest om Christinels m cder te bezoeken, die ziek en in levensgevaar was. Christine Goedvolk, die dacht dat haar moeder zou gaan sterven, vroeg haar: /moe der, vergeeft ge mij wat ik in mijn leven heb misdaan?" //Ja, kind," was het antwoord. //Maar zeg liet mij: heb je waarlijk geen de ïhinste schuld aan den moord, waarvan vrouw Haflner je belicht?' //Moeder," gaf ze zeer koel en ernstig ten antwoord, //leg daarop gerust uw hoofd neer." Drie dagen later werd ze met haar man in hechtenis genomen. Sedert dien tijd heeft ze haar moeder niet weêrgezien, doch wel haar zuster, die jl. Vrijdag in de cellulaire gevangenis bij haar werd toegelatennadat zij van den regter-conimissaris had vernomen, dat Jut en zijn vrouw alles hadden bekend. Toen de zuster, in zwijm gevallen, was bijgebragtstond zij voor Christine, die haar met onbegrijpelijke kalmte toevoegde: //Ik heb niet op gehouden met bidden, tot dat ik hel ware licht heb gekregen. Daardoor ben ik aangespoord om te bekennen en alles te zeggen wat ik wist." En toen haar zuster dit prees, vervolgde zij even kaim: »Nu ben ik ook vol komen gerust. Zorg alleen voor mijn arm kindje. Dit is alles wat gij nog voor mij kunt doen." In den verderen loop van het gesprek vroeg zij een portret van haar kind, een nieuwe blouse en een omslagdoekje. De regter van instructie stond toe, dat haar liet een en ander zou worden gezonden. En hij gaf zelfs vergunning een tweede portret van het kindje te zenden, voor den vader, op wien hij hoopte dat dit een kalmerenden invloed zou hebben. Ten slotte nog dit betreffende de vermoedelijke aanleiding tot den moord. Zij, die Jut van nabij kennen, beschrijven hem als een wild en opgewon den persoon; hij had sleeds een ontembare zucht naar weelde, pracht en grootheid; rijkdom en genot en werkeloosheid waren altijd zijn ideaal. Dit schijnt hem ook ten val tc hebben gebragt; want behoeltc had hij niet. Toen hij buiten betrekking geraakte, bezat hij, zoo men ons mededeelt, nog ƒ200, genoeg om in zijn stand le kunnen trouwen en te leven, tot dat hij een andere betrekking zon hebben gevonden. Te Sassenheim is bij den landbouwer P. Ciggaar eene koe, als aange tast door de besmettelijke longziekte, onteigend, afgemaakt en begraven, zijnde het vleesch volgens oordeel van een deskundige, schadelijk voor de eonsumtic. De arrond.-regtbank tc Rotterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van den commissionair D. K. Ten aanzien der coupons cn een deel der prolongaties sprak zij hem vrij. Voor een ander deel echter overwoog zjj, dat hij ten onregtc de prolongatie hij zijne correspondenten had opgezegd, dat hel onvoldoende zijner geldmiddelen genoegzaam was bewezen, en dat zijue kwade trouw daaruit bleek, dat hij de saldo's niet dadelijk had uit gekeerd. De regthank veroordeelde hem tot eene gevangenisstraf van 1 maand en eene geldboete vari ƒ12.50. Te Dordrecht is het aan de policie gelukt den dader van de inbraak aan liet kantoor der maatschappij tot dienslverrigtiug aldaar op te sporen en hem tot bekentenis zjjner daad tc nopen. Het blijkt een klerkje te zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1