BHTKNLaNIISCHE QEIÜUTEN.
tc komen, hielp den gekwetste dadelijk met compressen van water en azijn,
en kou gelukkig de verzekering geven, dat de slang niet tot de gifsoorten
behoorde. Artis trouwens bezit geen enkele gifslang.
Omtrent den onder Emmen gepleegden doodslag, meldt de Asser C.
nog dat de verslagene niet dood is gevondendat hijna geslagen en ver
wond te zijn, nog over een afstand van 15 a 20 minuten heeft geloopen,
blijkbaar aan de sporen van bloed; dat hij toen is nedergevallen en 's mor
geus is gevonden, nog levende; dat hij aan degenen, die hem vonden, heeft
verklaard, dal Beute hem had geslagen en verwond en hij den steen niet
door het raam had geworpen. Spoedig daarna is hij overleden. Bij de lijk
schouwing zijn op hel lijk gevonden drie wonden op het hoold, waarvan
twee lot in het been waren doorgedrongen, eene wonde aan den regler
voorarm op de hoogte van de pols, waardoor de ader is doorgesneden, ter
wijl hel been half doorgeslagen en gebroken is, en een steek in den rug
tot aan de ribben toe. Waarschijnlijk zijn de wonden loegebragt door een
bijl. hakmes, sabel of dergelijk werktuig.
Te Tzum, in de gemeente Franckeradeelis in den nacht van 14 op
15 Jnlij, door middel van inklimming, ontvreemd: 8 zilveren lepels, met
verschillende voorletters en datums gemerkt. I dito brandewijnskop, 1 dito
aanstekerskomfoor, een gouden oorijzer, 3 dito vingerringen, 1 paar dito
innlsspeldcn1 kornalijnen vingerring, 1 paar zilveren mutsspelden1 gouden
haarslot met ketting, 1 dito haarspeld, 1 paar kornalijnen oorbellen met
goud. I kornalijnen slot met koralen flacon met gouden slop, 1 zilveren hals-
slot, t dito vork en mes, 1 dito knipbeurs, 1 doosje met 4 aan geld, 1
zilveren reukdoosje, 1 elastiek met koperen gesp, 3 zoo goed als nieuwe
kanlmulsen.
Te Vlissingen is door de policie een dienstmeisje, ongeveer 20 jaren
(Ud, in arrest genomen, wegens diefstal onder verzwarende omstandigheden.
Reeds lang lag zij bij haar mevrouw onder verdenking van geld uit een
kast te stelen, door middel van een valschen sleutel. Men verzon dus een
middel om haar te betrappen en hel gelukte. Mijnheer en mevrouw zouden
een concert Ie Middelburg gaan bijwonen. Voor zij echter derwaarts ver
trokken, voorzagen zij al hel losse geld van een merkbaar teekensloten
toen de kast en slaken den sleutel bij zich. Toen zij des nachts terugkeer
den, werd onmiddellijk de kast gecontroleerd en men bevond, dat een rijks
daalder ontvreemd was. De policie werd van oen en ander onderrigt; na
lang dralen heelt de meid bekend, dat zucht naar praal en opschik haar
tot oneerlijkheid heeft gedreven.
De vier meisjes, weczen van een voormalig gezagvoerder ter zee, voor
wie voor eenigen lijd gillen gevraagd zijn. zijn bij hare bloedverwanten in
Afrika, in den besten welstand, aangekomen. De heer C. P. de Groot, die
zich voor die meisjes veel moeite heeft getroost, meldt nu: Nadat ik eerst
van de ree van Madera, later uil de Kaapstad, vervolgens van Durban (de
havenplaats van Natal) zeer bevredigende berigten ontving, kreeg ik thans
cenen brief van de tante, mij meldende, dat de nichtjes den 3'B Junij waren
komen opdagen. De bric! getuigt van groole blijdschap en dankbaarheid,
maar tevens van een warm hart, zoodat allen, die hebben medegewerkt om
de kinderen daarheen te zenden bij het lezen van den brief zouden zeg
gen: de kinderen hebben we aan goede handen toevertrouwd.
's GRAVENUAGE 26 Jnlij.
Tot consul der Nederlanden te Mobile, voor de stalen Alabama en Flo
rida, is benoemd de heer E. W. Lesser, aldaar.
De officier van gezondheid le kl. U. J. Nieuwkerk, uit O. I. terugge
keerd. is op non-activiteit gesteld.
liet raderstoomschip f'aik wordt builen dienst gesteld en de komman-
danl van dien bodem, de kapitein-luit. ter zee A. Dronkers, op non-activi
teit gesteld.
De minister van oorlog zal Donderdag aanst. geen gehoor verleencn.
Gisteren voormiddag ten half 12 ure zijn. komende uit Hannover,
alhier gearriveerd Z. K. II. prins Albert van Pruissen, zoon van II. K. H.
prinses Marianne, met zijne gemalin, prinses Maria, dochter des regerenden
hertogs van Saksen-Altenburghun zoontje en een talrijk gevolg. 1111. KK.
1111. werden van Voorburg af begeleid door prinses Marianne en begaven
zich onmiddellijk naar Schcveningcnwaar zij de bcl-ctage in het groot j
stedelijk badhuis hebben betrokken, ten einde gernimeii lijd in de badplaats I
tc vertoeven. De voorname vreemdelingen werden ten 3 ure met een be
zoek vereerd van 11. M. de koningin en Z. K. H. prins Frederik. Prinses
Marianne dineerde dien dag bij IID. zoon.
De wegens valschhcid in een geschrift veroordeelde commissionair in
effecten heeft zich van het arrest van het Zuidhollandsche hof in cassatie
voorzien.
Burg. en welli. alhier hebbenna het advies te hebben ingewonnen
van den inspecteur van net middelbaar onderwijs, ter benoeming van leeraren
aan de hoogerc burgerschool, aanbevolen: o. als leeraar in de wiskunde, de
lib. P. Zeeman Gz., le Goes; C. L. Landré, le Utrecht; b. als leeraar in de
Nederiandsche laai, de till. A. W. Stcllwagenle Zierikzce; H. J. Kievit de
Jonge, te Dordrecht; c. als leeraar in de aardrijkskunde, de hh. L. B. van
der Kolk. te Groningen, en j. C. van den Berg, te Winterswijk.
Ten raadhuizc is heden door burg. en welh. aanbesteed deevering
van ijzerwerken voor de gasfabriek. Hiervoor waren acht billelten ontvan
gen on was het minst ingeschreven door de hh. Schretlen C°.te Leiden,
voor 27500.
Eergisteren. Zaturdag nacht, ontstond er brand op den Houtweg, ten
lmize van den heer Mossclmans. Door de bewoners werd de nachtwacht j
tot hulp ingeroepen. Door gemeenschappelijke inspanning gelukte het den
brand, die in een slaapvertrek was uitgebarsten, spoedig meester tc wor
den. De vier uachlwachts, die tol daL einde waren toegesneld, verdienen
allen lof voor den door hen betoonden ijver. Intusschen is toch nog al
eeuige schade loegebragt. De inboedel was verzekerd.
KXG ELA 3ü
LONDEN 25 Julij.
De dagbladen pleiten hoogst verzachtende omstandigheden voor den
heer Plimsoll, die zich in het lager huis zoo heftig heelt aangesteld, toen
Disraëli aankondigde dal de wet betreffende de zeelieden dit jaar niet in
behandeling zou komen. De heer Plimsoll toch heeft jaren lang gewerkt en
geleefdom de zeelieden le beschermen tegen de beginsellnoze hebzucht van
de mindere soort van reeders Hjj heeft zijn gezondheid voor dat doel op
geofferd; zijn geheelc vermogen er voor beschikbaar gesteld; soms zocht hij
midden in den nacht een der hoofdambtenaren van de Board of Trade, om
een telegraphische orde te verkrijgenten einde het uitzeilen te beletten
van een dier //doodkisten", gelijk hij onzeewaardige schepen noemt. Hij
heeft in de eene pariementszilting na de andere volhard in zijn pogingen,
om wettelijke bescherming der zeelieden te verkrijgen; verleden jaar trok
hij zijn eigen wetsvoorstel in, op belofte der regering dat zij dit jaar zelve
een wel zou indienen; dit geschiedde dan ook, en Plimsoll stemde zelf toe
in een vergelijk op vele punten; hij gaf toe en schipperde, opdat de wet
slechts aangenomen zou worden; de wet werd behandeld schier tot het
einde loe, niet tegenstaande vele reeders in het huis door lange redevoerin
gen te houden de wet opzettelijk tegenhouden, en juist als hij zeker is
van de aanneming, moet hij aanhooren hoe de heer Disraeli op zijn eigen
aardige koele wyze verklaart, dat de regering het maar beter vindt dt
wet te laten rusten. Geen wonder dus dat Plimsoll zijne drilt niet meester
kon blijven.
Het door den heer Plimsoll ingediend protest luidt als volgt: «Ik protes
teer in den naam van God tegen ieder verder uitstel van de koopvaardij-bill.
De bill zeil is een schandelijke bedriegerij, maar er is nog genoeg mensche-
lijkhcid en kennis in het huis, om haar in een goede wel te veranderen.
Op dit oogenblik zijn er 2654 schepen, die niet meer aan de vereischlei
voldoen en toch mogen op dit oogenblik reeders, kapiteins, stuurlieden,
cousignaliehouders enz. zonder regterlijk bevelschrift Britschc onderdanen
gevangen nemen, die onbedacht, zich verbonden hebbende op die schepen le
varen, te laat inzien, dat zij geen andere keus hebben dan dood ol gevan
genis. Ik beschuldig hel gouvernement, dat het deels bewust, deels onbe
wust in het belang der maritime moordenaars in en builen hel huis een
instandhouding van hel tegenwoordig moordsyslecm bevordert. De mensclit-
lijkheid cischt, dal verrotte schepen gesloopt of gerepareerd worden; dal
schepen niet overladen worden; dat ladingen koorn niet los ingenomen
worden, zoodal bet leven van hen, die aan boord zijn, het grootste gevaar
loopt en dat dekladingen, de oorzaak van lijden en dood voor velen, verbo
den worden. In geen van deze punten voorziet de gouvernementsblik; q
verzwaart alleen de slraffen voor onze ongelukkige landgenoolendie ge
dwongen zijn naar zee te gaan. Ik wil de schurken ontmaskeren, die ia
dit huis zitten, waardige vertegenwoordigers van de talrijker, maar niet
grooter schurken buiten het huis en in naam der algcmecnc menschel-
liefde, verlang ik, dat met deze bill onmidellijk voortgegaan zal worden,
daar het rapport over de landbouwbill dozijnen plattelandsleden zal be
wegen de stad te verlaten, die allen de zaak van menschlievcndlieid ei
regtvaardigheid zouden verdedigen, zoodat het gouvernement en de reedert
den vreeselijken toestand, die thans beslaat, zouden kunnen verlen
gen. In den naam van den God der gcregtigheid en der genade protes
teer ik tegen verder uitstel. Ik verlang, dat met de koopvaardijbill on
middellijk voortgegaan worde en zoo niet, dan kome over het hoofd van
den eersten minister en zijne medestanders het bloed van al die mannen,
die in den aanstaanden winter zullen sterven door oorzaken, die men hal
kunnen voorkomen, en ik roep over hen de wrake in van den God, die
gezegd heelt: »gij zult geene weduwe noch wees bedroeven; indien gij hen
eenigzins bedroeft en indien zij eenigszin^ tot mij roepen, ik zal hun geroep
zekerlijk verboomt en mijn toorn zal ontsteken en ik zal ttlieden met bel
zwaard dooden en ttwj vrouwen zullen weduwen en uwe kinderen vveezei
worden Hoeveel sterker zal dan zijn toorn zijn tegen hen die ongeluk
kige vrouwen en kinderen in dien erbarmelijken toestand brengen en hunne
onschuldige medcmenschen aan een gewelddadigen en plolselingen dood prijs
geven."
- De //Birmingham Liberal Association" hield den 23,n eene vergadering,
waar besloten werd een openbare bijeenkomst le houden op aanst. Woens
dag, om den heer Plimsoll le ondersteunen in zijn pogingen voor de beman
ningen der koopvaardijschepen, en het gedrag der regering ten opzigte van
de //Merchant Shipping Act" te overwegen.
In de dagbladen wordt verslag gegeven van een gesprekdoor den
minister van builenlandsche zaken met afgevaardigden van de kamers van
koophandel van Yorkshire gehouden over de handels- en scheepvaarlverdragen
tnsschcn de regeringen van Europa gesloten. De afgevaardigden hadden
zich aangemeld ten einde bij den minister de noodzakelijkheid te beloogen
dat de Britsche regering het oog hield op hetgeen tusschen de buitenlandsclie
regeringen voorviel betreffende de hernieuwing of opzegging van handels
verdragen, en op de daarover gevoerde onderhandelingen; bij de bevriende
regeringen behoorde er op le worden aangedrongen dat bij die onderhande
lingen, ook al was de Britsche regering daarbij niet reglstreeks betrokken,
de belangen van den Britschen handel niet werden geschaad of onbillijk
bejegend. De afgevaardigden verzochten dat, bijaldien in cenig land de toeleg
mogt bestaan lot verhooging der tariven, de Britsche regering al het mo
gelijke zou in het werk stellen om die verhooging te voorkomen. Men bal
daarbij hoofdzakelijk het koningrijk Italië op het oog, hetwelk alle han
delsverdragen had opgezegd met het kennelijke, en trouwens openljjk
erkende, doel om de tariven teverhoogen, eene politiek, welke de afgevaar
digden niet slechts voor Italië zelf gevaarlijkmaar vooral onbillijk acht
ten voor andere landen welke, zoo als Grool-Britannië, de producten van