LEID8CI1E COURANT. 1875, N°, 104. WOENSDAG 5 MEI. STADS - BERICHTEN. HINNENLAINDSCHE BERIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p. f 3.50; met het Ferslng der Handelingen ran den ieineenteroad t 3.35franco p. p. ƒ3.85. üet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'sjaars. buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nomuiers der Courant zijn verkHjgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Adverlentiën is van .1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. Uithoofde van den Hemelvaartsdag zal Honderdag avond gécne Courant worden uitgegeven. Beschrijving van het patentrecht en de personeele belasting voor het dienstjaar 1875/76. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vin LEIDEN doen te weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland, van den IS11"1 Maart j 1Provinciaalblad n°. 23, houdende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het patentrecht voor het dienstjaar 1875/76, alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit, van dezelfde dagteekening Provinciaalblad n°. 22, betrekkelijk de beschrijving der personeele belasting voor het dienstjaar 1875/76; dat op den lsteo Mei eerstkomende een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der patentplichtigenbedoeld bij n°. 3740 van tabel n°. 14, zijnde de slijters, tappers, kroeg- en koffiehnisbouders, waarvoor de declaratoiren aan de buizen zullen worden rondgebrachten na verloop van drie dagenvan wege den ontvanger der directe belastingentegen re^u worden afgehaalden wordt dien patentplichtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 24stc" April 1843 Staatsblad n°. 16), dat zij ban beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van bunnen aanslag over het dienstjaar 1874/75 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, aliorens de akten van patent aan ben kunnen worden afgegeven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbdjetten zul len worden bezorgd, de patentbladen in gereedheid gebracht, en die dadelijk moe ten worden afgehaald dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel n°. 16 der Wet vau den 22"™ April 1852 Staatsblad n°. 61), houdende wijzigingen cu nitbreidingen van de ordonnancie op bet recht van patent, van den 21slen Mei 1819 Staatsblad r.°. 34), de tijd der uitgifte van de door de palenlplichligen in te vullen verklarin gen van aangifte, voor den jare 1875/76, wordt vastgesteld op den 7deD Mei aan9t., en dat de wederinzaineling tegen re§u, door den ontvanger of zijn gemachtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dal de registers der patentplichtigen uiterlijk op den 31stcn Mei aanstaande tallen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor den aangenomen wordende ieder patcntplichtige bij deze herinnerd art. 18 der Wet op het recht van patent, ».?n den 21sttn Mei 1819, inhoudende: «dal zij, die hij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook hij hel terughalen van die, «mochten zijn voorbijgegaanzich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim «[naar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat de hij de Wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke Ier invulling aan het kantoor van den «ontvanger der directe belastingen verkrijgbaar zijn, door hen in persoon of door «hunne gemachtigden, behoorlijk ingevuld, op rlen daarbij bepaalden tijd, ter zeiver «plaatse moeten worden ingediend alsmede art. 37 der gemelde wet, houdende: «de aan het recht van patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte «bepaaldbevonden zullen worden zich nietof door valsche, onnauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verplichtingen ten aanzien dier aan- «giften te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding Wordt ontdekt, vervallen in een' boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden:" dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel n". 16 der Wet van den 22sten April 1852 Staatsblad n°. 61) voorkomende, de eige naars, vaste hnurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn om zich van behoorlijk patent te voorzien; dattot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd in een der vertrekken van het Raadhuisvan 1 Mei eerstkomende tot uiterlijk den 16den Mei daaraanvolgende, des middags van 12 tot 2 urende zon- en feestdagen uitgezonderdvoor zooverre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangenzij worden levens uitgenoodigdom de meetbrieven hunner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijfjaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen betrekkelijk de vaartuigen zullen worden gevorderd, terwijl er na den 16de" Mei voormeld geene verklaringen meer «orden aangenomenen de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurreeren de boete, bepaald bij artikel 37 der Wet van 21 Mei 1819hiervoren omschreven dat voorts alle patentplichtigen, bij tabel n°. 7 der wel van den 1G''1'" Juni 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker missen uitstallen, mitsgaders de dehitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ten verkoop, hetzij in tkleinhetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel n°. 15 genoemd, voor zoo verre al die patentplichtigen in de algemeene beschrijving voor 1875/76 moeten wor den begrepengehouden zijn zich gedurende de maand Meiter hekoming van hun patentaan te melden in een der vertrekken van het Raadhuis, des middags van 12 tot 2 uren, de zon- en feestdagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hon beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, «elke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang vqn patent te voorzien; dat ook op den 7den Mei aanstaande een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der belasting op het personeel voor het dienstjaar 1875/76. Zij die, hij het bezorgen der biljetten, of ook bij het terughalen daarvan, zijn overgeslagen, mogen zich in. geen geval beroepen op zoodanig ver zuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en hehoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar dc biljetten ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn. Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand verklaart niet te kunnen schrijven, zal de ontvanger of zijn ge machtigde, desgevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischen, verrichten, met vermelding der redenen waarom, en tal de aangifte door den ontvanger of zijn gemachtigde, in tegenwoordigheid v.n een' derden persoon en met en benevens dezeworden geteekendna voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot dc belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Hun echter, wier belasting-voorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij hun verblijf hebben, zal het vrijstaan de aangifte'voor allen, mits alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze het aldaar ge- houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk worden de ingezetenen verwittigd, dat tot tegenschatters voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: HENDRIK F1L1PPO, PIETER GEORGE HOUTHUYSEN, JAN VAN LITH, JOHANNES CORNELIS RIJK, GERARDUS RIETBERGEN, ADRIANUS VERHOOG. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing ra de Leidsehe Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leiden, 30 April 1875. v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 4 Mei. De zwem- en badinrigting Rhjjnzigt zal, blijkens eene bierachter voor komende aankondiging, morgen geopend worden. De nuttige strekking j dezer inrigting en haar weldadige invloed op de gezondheid worden geree- delijk door ieder erkend, in dat opzigt spreekt zij voor zich zelve. Dat ook de ondernemer, de heer Kramer, zich steeds beijvert om die inrigting aan haar doel te doen beantwoorden en levens er zich op toelegt om het den bezoikers aangenaam te maken, heeft de ondervinding ruimschoots J>e- wezen. Meer en meer moge aan deze inrigting de sympathie te beurt val len, die zij zoo zeer verdient. De ondernemer heeft ook het plan gevormd om in de volgende maand eenen zwemwedstrijd te doen plaats hebben. Natuurlijk zal dit afhangen van den bijval, dien dat plan onder deleden vindt, maar het mag toch wel verwacht worden dat de ondernemer ook hierin zal slagen. Ten behoeve der noodlijdenden door den watersnood op Java is in de gemeente Leiderdorp gecollecteerd de som van ƒ51.54, met inbegrip der bijdragen door de leerlingen der openbare en der bijzondere school. Te Stolwijk heeft de collecte voor den watersnood op Java opgebragt de som van f 50. Z. M. de koning heeft de keuze bekrachtigd, welke door de afdeeling voor de taal-, letter-, geschiedkundige en wijsgeerige wetenschappen der koninklijke akademie te Amsterdam den 12 April jl. is uitgebragt op dr. M. F. A. G. Campbell te 's Gravenhage. Door de prov. commissie te 's Hage werden gisteren geëxamineerd 8 candidaten voor de Engelsche taal; 6 werden toegelaten en 2 afgewezen. Toegelaten werden: mej. E. H. Bulkley, A. Coenen, F. 11. Dauby, E. H. G. van Hoogstraten en E. A. Schilt, uit 'silage, en M. C. Meijer, uit Rotterdam. Voor de handwerken waren 14 candidaten opgekomen, 1 werd afjgewe- zen, toegelaten 13, te weten: mejnfvrouwen W. F. van Campen, voor smaak; C. H. Elzerman, voor nut en smaak; J. Ensemeier voor nut en smaak; M. H. Friedhoff, voor nut; A. van Gelderen, voor nut; L. E. A. Krull, voor nut en smaak; M. C. Lokermans, voor nut en smaak; M. van Schaik, voor smaak; C. A. Vergalen, voor nut en smaak; A. J. Warendorff, voor smaak; J. C. Warendorfl. wed. G. H. Dercksen, voor smaak, en O.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1