MAANDAG 26 APIUL. BINNENLAtNDSClIE BEIUGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. 3.5U; met het Ferslag der Handelingen ran den Gemeenteraad t 3.35, franco p. p. f 3.85. Bet versing afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'sjaars, buiten de expeditiekvsten. Afzonderlijke nomtuers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Gents, franco p. p. 6 Cents. I>e prijs tier Advert entiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. lij deze Courant behoort een Bijvoegsel. LEIDEN, 24 April In de zaal der Vereeniging voor Christelijke belangen had gisteren avond eene uitvoering plaats van eenige zangstukken door de Leidsche Ko- raalvereeniging. Behalve door de leden der vereeniging werd deze uilvoering door een talrijk publiek bijgewoond. Een twaalftal nommers, waaronder acht stukjes van den bekenden Phillips. Gez. 182 vs. 2 en 4 (van Mendels sohn Bartholdy) en Gez. 2 vs. I (van Bastiaans), werd ten gehoore gebragt. De Koraalvereeniging deed zich ook nu weder van eene gunstige zijde ken nen en den aanwezigen den weldadigen invloed gevoelen, die hel godsdienstig gezang in verschillende omstandigheden des levens op het gemoed kan uit oefenen. Dit was ook het denkbeeld, dat d'. de Wolft, die bij deze gelegenheid ter opening van de bijeenkomst en in de pauze het woord voerde, ontwik kelde en waarvan hij de waarheid door voorbeelden uit de geschiedenis in het licht stelde. Nadat de Koraalvereeniging hare taak had volbragt, be tuigde de voorzitter van het bestuur der Vereeniging voor Christelijke be langen aan de zangeressen en zangers, alsmede aan hunnen verdienstelijken leider, den heer K. de Jong. dank voor de genotvolle oogeubiikken, die zij aan allen hadden geschonken. De heer dr. J. T. Bergman mogt heden in goeden welstand zijnen 80™ verjaardag vieren. Onder de blijken van belangstelling, die hem op dezen voor hem zoo heugelijken dag te beurt vielen, mag vermeld worden dat hjj door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde, van welke maatschappij hjj eere-lid is, werd gecomplimenteerd. Heden morgen vroeg heeft men aan de Mare het lijk opgehaald eener vrouw, in de Klaresteeg woonachtig, die, naar wij vernemen, sedert gerui- men tijd aan zwaarmoedigheid lijdende was. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 61 lot 75 volwassen peronsen en 23 lot 30 kinderen. Bij het gisteren te 's llage voortgezet examen voor de acte als huipon- derwijzeres werden 15 candidaten geëxamineerd. 1 trok zich terug, 4 wer den afgewezen en 10 toegelaten, te weten: mejufvrouwen M. L. W. F. Born, E. H. Bulkley, J. M. Egeling. M. W. E. G. Gompertz, A. J. Rosskopf, M. W. Sehepman, E. A. Schill, A. J. Sickens, J. W. van Swielen en M. J. G. van de Watering, alle van 's Gravenhagc. Het stoomschip Koning der Nederlandenvan Batavia naar Nieuwe Diep, is op 22 April het Suez-kanaal ingegaan, en hel stoomschip Prins Hendrik, mede van Batavia naar Nieuwe Diep, is op dien dag Sagres ge passeerd. Het rapport der commissie uit de provinciale stalen van Zuidhollaml belast met het uitbrengen van prae-advies omtrent de voorstellen betrekke lijk de voorziening in den toestand van den Oudelandschen Zeedijkis in druk verschenen. Bij haar onderzoek heeft de commissie de juridische quaestie nopens de grondwettigheid en voortdurende verbindbaarheid van het kon. besluit van December t8l9 geheel afgescheiden van de technische quaestieop welke wijze in den toestand van den Oudelandschen Zeedijk voorziening moet worden genomen. Na gezette en naauw keurige overwe ging van den geest en de bedoeling, zoowel van art. 219 der Grondwet van 1815 als van genoemd kon. besluit van 17 December J8I9, is de com missie, wat de juridische quaestie betreft, lot de slotsom gekomen: dat de grondwettigheid van laatstgenoemd besluit boven allen twijfel verheven is «n dat aan de voortdurende geldigheid van dal besluit evenmin te twijfelen valt. Ten aanzien van de technische quaestie is de commissie, na nogmaals S tien hoofd-ingenieur van den provincialen waterstaat geraadplaagd te heb ben, eenstemmig van oordeel dat op dit oogenblik althans geen van de i (j twee groote plannen behoorde te worden uitgevoerd. Eene zeer sterke minderheid verklaarde zich voor de voorstellen van gedep. staten (verlen ging van de noodkade en onderhouden van den dijk naar zijn tegenwoor- digen aard). De meerderheid had echter bezwaar in dien zin eene conclusie jül'voor te stellen, daar zij wilde constateren dat h. i. krachtige voorzienings- maatregelen op den duur niet zouden kunnen uitblijvenofschoon zij ook niet geloofde reeds nu dadelijk daartoe te moeten overgaan. Zij weuschle dat de prov. staten zich wendden tot de hooge regering om aan deze te bennen te geven, dat zij overeenkomstig de verpligting van hel besluit van 1819, die zij nog altijd als verbindend blijven erkennen, den Oudelandschen Zeedijk hebben onderhouden; dat hel echter om de gevaren af te snijden, die voortspruiten uit de verzakkingen waaraan die dijk bloot slaat, noodig zou zijn geheel nieuwe werken aan te leggen (het liefst een aangesloten /lil steenen bezinking vóór de kruin van den dijk en langs zijne geheele uitge- sirektheid); dal dergelijk werk echter aan den vroeger opgelegiien onder- houdslast geheel vreemd is en buiten alle verhouding groote geldelijke offers schet van de provincie zou eischcn; waarom zij zouden wenschen dat de hooge "gering overeenkomstig art. 1 van het kon. besluit van 1819 dit werk met zijne baten en lasten bij het rijk terugbragt; en zoo dit verzoek niet mogt bunnen worden toegestaan, de hooge regering zich in elk geval mogt ver binden de voorwaardenwaarop het onderhond van den Zeedijk w erd over gedragen, te wijzigen door een belangrijk subsidie uil de staatsfondsen ten behoeve van dit ook voor het rijk uitnemend nuttig werk toe te zeggen en de bijdragen van belanghebbende waterschappen lot het jaarlijkse!) onder houd aanmerkelijk te verhoogen. De meerderheid meende dat intusschen dadelijk tot de voorgestelde ver lenging van de noodkade behoorde te worden overgegaan. De conclusie waartoe de commissie aan het slot van haar rapport komt is het voorstel aan de provinciale staten: 1°. om uitdrukkelijk in te stemmen met hare verklaring, dat het kon. besluit van 17 December 1819, houdende overdragt van waterstaatswerken, aan de verschillende provinciën, op zich zelf volkomen grondwettig, ook nog na de invoering van de provinciale wet zijne verbindende kracht behouden heeft; 2». gedep. staten uit te noodigen namens de staten een schrijven te rigten aan de hooge regeringnaar inhoud en strekking overeenkomende met het geen hierboven werd aangestipt; 3°. gedep. staten te magtigen lot verlenging van de noodkade achter den Oudelandschen Zeedijk op de wijze in hun briet van 2 April voorgesteld. 4°. de beslissing van de vraag, wat verder in het belang van den Oude landschen Zeedijk zou belmoren gedaan te worden, aan te houden totdat antwoord op het sub 2 bedoelde schrijven zal zijn gekomen. Bij den gemeenteraad van Rotterdam is ingekomen een voorstel van burg. en welli. tot het verleenen van een voorloopige concessie voor den lijd van zes maanden aan den heer G. Maréchal, architect te Brussel. Deze lieer heeft een plan ingediend, door hem genoemd //Projet d'assainisse- meul et d'embellisscment des abords de la Bourse a Botterdam", strekkende tot verfraaijing van het centrale gedeelte der stad. In dat plan wordt voor gesteld om iu de digt bebouwde wijk, gelegen benoorden de Wijnhaven, tusschen den staatsspoorweg, de Groolekerk en de Keizerstraat, met behoud van de pleinen en de publieke gebouwen een net van ruime straten aan te leggen, waartoe enkele bestaande, als de Keizerstraat, verbreed, maar voor het meerendeel geheel nieuwe door de thans bebouwde gedeelten getraceerd en de verder bestaande naauwe stralen en stegen opgeruimd zouden moeten worden; voorts, om een gedeelte van die nieuwe straten tot overdekte ga lerijen te maken bn dan langs die straten, pleinen en galerijen gebouwen te zetten met facades, zooals thans in de beste wijken der grootere buiten- laudsche sleden worden gevonden. Te Amsterdam is, na eene kortstondige ongesteldheid, op 64-jarigen leeftijd, overleden de heer C. Outshoorn, die als bouwkundige een geves- tigden naam had. Hij was o. a. de bouwmeester van hel Volkspaleis en van het Amslelhotel aldaar. De oppasser van de beeren in het kon zoöl. genootschap te Amster dam. meldt het N. v. d. D., heeft in zijn ongemakkelijk en door hem nog gevaarlijker gemaakt beroep een arm verloren. Terwijl hij dezer dagen met iemand voor een der hokken stond te praten, trok een beer met zijn klaauw den arm des oppassers naar zich toe en verminkte dien zoozeer, dat hij afgezet is moeten worden. -- Te Wapeningen heeft zich eene commissie gevormd, die eene proeve wil neinen lol verdelging der meikevers, die binnen weinige dagen in over- groote massa te wachten zijn. Zij stelt zich voor om binnen de grenzen der financiële krachten, die te barer beschikking zullen worden gesteld, kevers te doen vangen, dooden en verwerken tot mest en tot veevoeder, om deze weder te verkoopen en de opbrengst percentsgewijze te verdeeleu onder lien, die gelden hebben verstrekt. Het door den gemeenteraad van Zwolle genomen besluit tot verkoop van eene 3 pCt. inschrijving op het grootboek nominaal ƒ115,700, ter voor ziening in de uitgaven voor nieuwe bruggen, pelrolcumbergplaats enz., is door gedeputeerde staten niet goedgekeurd. Thans stellen burg. en weth. voor het aangaan eener geldleening groot 82000. Te Leeuwarden is tot directrice der aldaar op te rigten school van middelbaar onderwijs voor meisjes benoemd mej. 11. l'laal, op een tractc- ment van 2400; tevens is haar eene personele toelage van 600 verleend. Men meldt uit Hoogeveen: Noordwestelijk van deze gemeente, tusschen Pesse en het gehucht Fluitenberg, ligt eene strook heideveld, gewoonlijk genoemd de //zeven heuvelen'' naar eenige hoogten, die zich daarop bevin den. Naar veler vermoeden waren deze heuveltjes niet hel werk der na tuur, maar van menschcnhanden, en hadden sommigen wel lust de zaak te onderzoeken; het kwam niet tot de daad. Ongelukkigerwijze heeft dit on derzoek onlangs plaats gehad, van zeer onbevoegde zijde. Een boer, die niet ver van deze heuveltjes woont, had huplichtjes (dwaallichten) gezien, en waargenomen, dat deze bij voorkeur flikkerden op en om den grootsten heuvel. Huplichtjes, nu, wijzen de plaats aan waar schatten verborgen lig gen, en alzoo loog de man aan het graven. Als ligt te denken is, vond hij geen schatten, maar wat asch en beenderen, gesloten in aarden grafurnen liet vermoeden dat deze hoogten werkelijk //tumuli" zijn, is nu gebleken juist te zijn, en voor zooverre een vlugtig onderzoek regt mag geven op deze onderstelling, schijnen zij van eene constructie te zijn cenigszins afwijkende van de gewone soort. De urnen toch, er moeten er twee of drie geweest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1