PER TELEGRAAF. 's GRAVENHAGE, 20 April. Door Z. M. zijn de kolonel E. A. Del Campo, genaamd Camp en de luil.-kolonel A. J. C. de Bruyn, beiden van het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs, kommanderende respectivelijk in de le en de 8e stelling der genie, eerstgenoemde op zijne aanvrage, op pensioen gesteld. Voorts zijn benoemd: bij den plaatselijken staf, lot kolonel, plaalselijken kommandant 2® kl. te 's Bosch, de luit.-kolonel J. A. Ilalfmouwvan het 1® reg. infan terie; bij het wapen der infanterie, hij den staf van het wapen, tot kolo nel, de luit.-kolonel F. J. Pfeiffer, van dien staf, chef van het bureau «Personeel en Militaire Zaken" bij hel departement van oorlog; bij het 1® reg., tot luit.-kolonel, de majoor A. C. J. de Favauge, van het 6® reg.; bij het 2® reg., tot kolonel, de luit.-kolonel P. J. de Vassy, kommandant van liet corps; bij het 4® reg., lol 1®° luit., de 2® luit. J. G. A. IngenluyfT, van hel corps; bij het 6® reg., lot majoor, de kapitein Y. Riethagen, van het corps; lot kapitein 2® kl.de 1® luil. G. T. C. Callenfels, van het reg. grenadiers en jagers; hij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs, tot kolonel, de luit.-kolonels F. A. Vaillant en J. P. lloltzschue, van het corps, laatstgenoemde chef van het bureau "Materieel der Genie" bij het departe ment van oorlog; tol luit.-kolonel, de majoors II. L. de Wijs en H. van Assendelft de Coningh, van het corps; lol majoor, de kapiteins jh®. L. J. van Teylingcn en F. 11. Ampt, van het corps; lot kapitein 2e kl., de le. Iuilt. A. E. Andre de la Porte en H. van 'tSant, van hel corps; tot l®11 luit., de 2® luitt. C. J. Snijders, P. de Bruin en K. F. B. van Nouhuys, allen van het corps, eerstgemelde thans voor den tijd van 2 jaren gedetacheerd bij het leger in Nederl. indië. Door Z. M. is vergunning verleend aan den heer R. W. Bolton, Nederl. vice-consul te Narva, tot het aannemen der betrekking van vice-consul van Zweden en Noorwegen en van Denemarken aldaar. De heer A. Cohen is erkend als Britsch consul in Suriname, en de heer T. Zurmiihien als con sulair agent van Griekenland te Nieuwe Diep. De tweede kamer heeft heden hare werkzaamheden hervat. Behalve de reeds bekende ontwerpen zijn nog ingekomen een wels-ontwerp tot nadere lijdelijke voorziening omtrent het Nederlandsch muntwezen. Na de trekking der afdcelingen zijn daarvan lol voorzitters gekozen de hh. Jonck- hloetWintgens, Begram, Fransen van de Putte en Kappeyne van de Coppcllo. Van de verschillende regimenten huzaren is alhier aangekomen het bepaald getal wachtmeesters, ten einde gedurende zes weken bij de nor maal-schietschool te worden gedetacheerdter bijwoning van den cursus. BUlTENEAiNDSCIIE BEBIGiEN. FRANKRIJK. De Rép. Prang, heeft in de houding van den heer Buffet in de per manente commissie aanleiding gevonden om alle vriendschap met hem afte snijden en hem op dezelfde lijn te plaatsen als den heer de Broglie. De reden is dat de heer Buffet de verdediging heeft op zich genomen van den prefect van Vaucluse, die ongestraft had toegelaten dat een royalistisch blad den titel van republiek vergeleek met een brandmerk, De Gaulois meldt dat aan de mogendheden, die de suiker-conventie van 1864 onderleekend hebben, Engeland, Nederland en België, door den Franschen minister van builenlandsche zaken eene nota is verzonden, waarin wordt voorgesteld op een tot dat einde te houden congres een nieuwe con ventie te ontwerpen. Het blad voegt er bij dat die nota ook aan Dttilsch- land, Oostenrijk en Italië is gezonden, welke mogendheden uitgenoodigdzijn aan die conferentie deel te nemen. De minister van financiën houdt .zich onledig met de memorie van toe lichting bij de begrooting. Naar men verzekert acht de heer Say het in voeren van nieuwe belastingen niet mogelijk, en hoopt hij het evenwigt lusschen inkomsten en uitgaven te vinden door het hooger cijfer van de opbrengst der belastingen en door cenige financiële operatiën. Voorts zon luj het privilegie der Fransche bank, dat in 1877 afloopt, willen vernieu wen op den bestaanden voel; daarentegen zou de bank reeds nu aan de schatkist 300 millioen renteloos voorschieten, voor een betrekkelijk lang tijdverloop. De gedwongen koers zou onverwijld opgeheven worden. De oud-minister Deseilligny is Zaturdag II. overleden. Men schrijft aan den minister van justitie het voornemen toe om eene commissie te beuoemen tot hel ontwerpen eener nieuwe wet op de drukpers. De admiraal la Roncière le Noury is tot kommandant van het evolutie- eskader in de Middeltandsche zee benoemd, en de kapitein ter zee Du- perré, vroeger adjudant van den keizerlijken prins, lot chef van den staf bij bedoeld eskader. De benoeming van twee erkende Bonapartisten heeft weder kwaad bloed gezet. De Moniteur zegt: In gewone tijden zouden die benoemingen natuurlijk zijn; maar in de tegenwoordige omstandigheden staat de politiek met alles in verband en zij verwikkelt aangelegenheden, die anders ten eenenmale vreemd aan de staatkunde zijn. Het is ligt le begrijpen, dat men den wensch koestert en ook de behoefte gevoelt, om de conservative!! gerust te stellen. Maar de conscrvativen geruststellen wil niet zeggen: de Bonapartistiscbe partij versterken. In La France schrijft dc heer Emilc de Girardin het volgende: Frank rijk reorganiseert zijn in verwarring gebragt leger; Frankrijk, dat geen kanonnen meer bad, giet geschut; Frankrijk, dat geen geweren meer had, laat ze vervaardigen. Het is ook waar, dat Frankrijk, nadat het eerst Mainz en Landau en nu Mclz en Straatsburg verloren heeft, een verdedi- gings-syslecm zoekt, dat de in dc jaren 1814, 1815 en 1870 ontnomen liniën vergoeden kan. Maar het is ten eenenmale onwaar, dat Frankrijk toebereidselen maakt, om zijne revanche le nemen en Elzas en Lotharingen te bevrijden, welker verlies het betreurt. Wil dit zeggen, dat Frankrijk voor altijd de hoop laat varen, zijn natuurlijke grenzen terug te nemen? Neen! Frankrijk erkent nederig, dal het noch op het genie zijner gene raals, noch op de dapperheid zflner soldaten rekent, om zich uil zijn neder lagen weder op te heffen; het rekent op de eerzucht van Duitschlanddie geen grenzen meer kent. Waaraan heeft Pruissen, welks leger bij Jena vernietigd is geworden, die positie te danken, welke hel tegenwoordig in neemt? liet dankt die aan de onverzadelijke veroveringszucht van Napo leon I, die eindelijk geheel Europa legen zich in het harnas joeg. Wat wij le vreczen hebben, is niet de eerzucht van keizer Wilhelm, welke vorst Bismarck dient, het is integendeel zijne gematigdheid. Wanneer Duitsch land zich matigt, wanneer de roes der overwinning het niet verblindt, dan kunnen wij nog lang Elzas en Lotharingen betreuren. De heer Tissandier, de eenige der reizigers met den ballon.Ie Zenith, die het leven heeft behouden, heeft aan de maatschappij voor luchtscheep vaart een brief gezondenwaarin hij verslag van het gebeurde geeft. Toen men een hoogte van 5000 meter had bereikt en de ademhaling moeijelijk werd, ademde men zuurstof in, welke men daarvoor had medegenomen, hetgeen een goed gevolg had. Te 1 u. 20 m bevond men zich 7000 meters hoog. Sivel en Crocé, schrijft Tissandier, zijn bleek en ik gevoel mij zeer zwak. Ik adem zuurstof in, die mij een weinig doet herleven, wij klim men steeds. Sivel wendt zich lot mij en zegt: Wij hebben veel ballast, zal ik wat wegwerpen? Ik antwoord: doe wat gij wilt. Hij wendt zich naar Crocé en doet hem dezelfde vraag. Crocé buigt het hoofd zeer krachtig, ten teeken van toestemming. Er werden drie zakken ballast uitgeworpen. Ik voel mij eensklaps zóó zwak, dat ik zelfs mijn hoofd niet kan omwen den, om naar mijn makkers te zien, die naar ik meen zijn gaan zitten. Ik wil de bus met zuurstof nemen, maar het is mij onmogelijk mijn armen op te heffen. Mijn geest was nog zeer helder, ik hield de oogen op den baro meter gevestigd en ik zie dat hij tot boven 270, tot boven 280 stijgt. Ik wil schreeuwen: wij zijn op 8000 meiers, maar mijn tong is bijna als ver lamd. Eensklaps sluit ik de oogen en zak ik bewegingloos ineenverlies ik geheel en al het geheugen. Het was ongeveer half twee. Acht minuten over tweeën werd ik een oogenblik wakker; de ballon daalde snel; ik sneed een zak ballast los om die snelheid le maligen en schreef op het register: Wij dalen. Temperatuur 8°. Ik werp ballast uit. Wij dalen, Sivel en Crocé nog bezwijmd op den bodem van het schuitje. Wij dalen zeer snel. Naauwe- lijks heb ik die woorden geschreven of ik begin te beven en op nieuw val ik in zwijm. Ik voelde een sterken wind, waaruit bleek, dal wij zeer snel daalden. Eenige oogenblikken later voel ik mij bij den arm schudden en herken ik Crocé, die weer bijgekomen is. Gooi ballast uit, roept hij, wij dalen. Doch ik kon te naauwernood de oogen openen en ik heb niet gezien of Sivel bijgekomen was. Ik herinner mij, dat Crocé den aspirateur losge maakt en over boord geworpen heeft en dat hij ook ballast, dekens, enz. wegwierp. Dit alles herinner ik mij zeer verward. Ik zakte weer bewe gingloos neer en het scheen mij of ik insliep voor den eeuwigen slaap. Wat is er gebeurd? Ik vermoed, dat de ballon, bijna zonder ballast, ondoor dringbaar als hij was en zeer warm, nog eenmaal naar de hoogere lucht streken is opgestegen. Ongeveer le kwart over drieën open ik weer de oogen; ik gevoel mij zeer verbijsterd, zeer verslapt, maar herkrijg het ge bruik mijner geestvermogens. Met verschrikkelijke snelheid daalt de ballon, het schuitje wordt heftig heen en weer geslingerd. Ik lig op dc kniën en trek Sivel en Crocé bij den arm. Sivel! Crocé! roep ik, wordt wakker! Mijn beide makkers zaten neergebukt in het schuitje, met het hoofd onder hun mantel verborgen. Ik verzamel al mijn krachten en tracht hen op te tillen. Het gezigt van Sivel was zwart, zijn oogen stonden wijd open, evenzoo zijn mond, die vol bloed was. De oogen van Crocé-Spinelli waren gesloten; ook zijn mond was vol bloed. Wat er toen in mij omging, kan ik u onmogelijk zeggen. Ik voelde een verschrikkelijke luchtslrooming, van beneden naar boven. Wij waren nog 6000 meters hoog. In het schuitje waren nog twee zakken ballast, die ik wegwierp. Spoedig naderde de aarde. Ik wil mijn mes grijpen om het louw los te snijden, dat het anker hield, maar kon het onmogelijk terugvinden. Ik was als krankzinnig en bleef roepen: Sivel! Sivel! Gelukkig vond ik een mes, en kon ik op het gewenschte oogenblik het anker losmaken. De schok tegen den grond was zeer sterk. De ballon scheen ineengedrongen te wordenen ik dacht dat hij zou blijven liggen, maar de wind was zeer hevig en sleepte hem voort ij Het anker hield niet en het schuitje werd plat over de akkers gesleurd De lijken mijner ongelukkige vrienden werden heen en weer geslingerd en ik vreesde elk oogenblik, dat zij uit het schuilje zouden vallen. Eindeljjk kon ik het touw van de veiligheidsklep grijpen en spoedig was de ballon 1 geledigd en bleef hij tegen een boom liggen. Het was vier uur. Toen ik vasten grond onder de voelen kreeg, raakte ik in een toestand van zeer D hevige, koortsige opgewondenheid, maar spoedig stortte ik weer in en li meende ik, dat ik mijn makkers in de andere wereld ging opzoeken. Toch si ben ik langzamerhand weer bijgekomen. 8' DVITICHliAKD. 31 Naar men uit Posen meldt heeft dc policie het spoor van den onbf- kende, die in de kerk van Rwilez den pauselijken banvloek heeft uitgespro ken over den proost Kick, reeds gevonden, en wordt het ijverig vervolgd Men hield den proost Beyer, le Kwilez, die tijdens de gebeurtenis in de kerk de biecht afnam, voor medepligtig of althans als van de zaak onderrigt. J( De tegenwoordige redacteur van de Germania. de heer Ernst Thiemt wordt geregtelijk vervolgd, wegens een artikel, waarin majesteitschennis wordt gezien. Hij is voorloopig aangehouden met het oog op liet vermot- w den, dat hij op het voorbeeld van zijn voorganger aan ontvlugting denken. ®ri ver BERLIJN, 19 April. Het huis van afgevaardigden heeft het ontwerp F' j. opheffing der artt. 15, 16 en 18 der grondwet bij derde lezing aangenomd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2