LEIDSCHE
COURAAT.
1875.
W°. 84.
MAANDAG 12 APRIL.
STADS-BERICHT EN.
Kohier der plaatselijke directe belasting 1875.
BINNENLANDSCHE BEBIGTElN.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. f 3.50;
met het F er slag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. ƒ3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.50
'sjaars. buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
De prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.—iedere regel meer 25 cents.
Bij deme Courant behoort een Bijvoegsel.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, -
Gezien art. 264 der Wet van den 29,len Juni 1851 Staatsblad N°. 85);
Doen te wetendat het Kohier der plaatselijke directe belasting over
1875 op heden voorloopig is vastgesteld-, en van den 6den tot en met dtn
20lleD April aanstaande ter Secretarie der gemeente (Financiële afdeeling)
van 10 tot 4 uren, voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 5 April 1875. E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat
door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 3dcn April 1875,
is vastgesteld de volgende
VERORBENING,
houdende wijziging der verordening op het Brandwezen in de gemeente
Leiden, vastgesteld den 15deD Juni 1871 en gewijzigd den 245,f°
Augustus daaraanvolgende.
De artt. 1 en 6 der Verordening van den 15 Juni/24 Augustus 1871, op
het Brandwezen in de gemeente Leiden (Gemeenteblad n°. 14), worden ge
wijzigd, zoodat zij luiden als volgt:
Art. 1. Aan het hoofd van het brandwezen staat, behoudens het bepaalde
bij art. 189 der gemeentewet, de Wethouder, Voorzitter der Commissie van
Fabricage, en onder diens onmiddellijk bevel staan de volgende ambtenaren
en brandspuitgasten, door Burgemeester en Wethouders op zijne voordracht
aan te stellen:
een directeur van het brandwezen en zijn adjunct
de directeur der stedelijke gasfabriek of, bij onslentenis, de opzichter dier
labriek;
een opperbrandmeester, vier brandmeesters, twee adjunct-brandmeesters enz.
Art. 6. Hij (de directeur van het brandwezen) heeft, in alles wat het
brandwezen betreft, onder zijne bevelen den adjunct-directeur van het
brandwezen de opperbrandmeesters, de brandmeesters, adjunct-brandmeesters
cn spuitgasten, terwijl hem bovendien is toegevoegd de directeur der stede
lijke gasfabriek of, bij onslentenis, de opzichter dier fabriek, ten einde
hem bij te staan in het zooveel mogelijk afwenden van gevaarvoortvloeiende
uit bestaande gasleidingen.
Hij is bevoegd enz.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare ver
gadering van den 3den April 1875.
De Burgemeester, v. d. BRANDELER.
De Secretaris, E. KIST.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 10den April 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 10 April.
Wij achten het niet overbodig hier de aandacht van belanghebbenden
te vestigen op de bekendmaking van burg. en weth. betreffende het kohier
der plaatselijke directe belasting voor 1875. Dat kohier ligt ter secretarie
der gemeente ter inzage tot en met den 208ten April, en tot op dien tijd
kunnen door de aangeslagenenzoo noodig, bezwaarschriften tegen hunnen
aanslag (op ongezegeld papier) aan den gemeenteraad worden ingediend.
Bij de uitgevers Gebroeders van der Hoek is een geneeskundig werkje
in het licht verschenengeschreven door den officier van gezondheid der
2' kl. II. C. F. L. Aalbersbergen dienende tot verspreiding van kennis be
treffende de eerste hulpmiddelen, «die toegepast kunnen worden bij plotse
ling ontstaande ziekte-toestanden" Tal van zaakkundige wenken en nuttige
raadgevingen zijn daarin op bevattelijke en bondige wijze bijeengebragt
die ons toeschijnen zoowel in het burgerlijke als in het militaire leven
foor ieder even behartigenswaardig als'heilzaam te kunnen zijn.
Aan den heer W. C. Blanken, predikant bij de herv. gemeente te
Koudekerk aan den Rijn, is door het provinciaal kerkbestuur van Zuidholland
eervol emeritaat verleend gewordenin te gaan met 1°. Junij e. k.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 67 tot 78 volwassen personen en 20 tot 36 kinderen.
Volgens het Fad. zal ter gelegenheid der viering van het 300-jarig
bestaan der Leidsche hoogeschool, in Junij a. s., door de oud-studenten en
de tegenwoordige akademieburgersde hoogleeraar N. Beetsuit Utrecht,
als feestredenaar optreden.
Tot het afleggen van examen voor de acte als hoofdonderwijzer te
's Hage waren gisteren 13 candidaten opgekomen; 1 trok zich terug, 6
werden afgewezen en 6 toegelaten, als de hh. L. C. J. de Groot, J. Keu-
niphaas, D. A. Walters en I. I. J. Schollmann, uit Rotterdam; I. van Leeu
wen, uit Delfshaven, en J. S. de Groot, uit Numansdorp.
Het stoomschip Prins Hendrik is den 7d,n dezer te Suez aangekomen.
Den 20CD Maart jl. des avonds is te Rotterdam in eene brievenbus ge
stoken een brief geadresseerd aan M. D. te Brussel, gesloten in een enveloppe
behoorlijk digtgemaakt, waarin 3 geaccepteerde wissels getrokken door
M. D. te Molenbeek St. Jean en geëndosseerd aan A. W.respectivelijk groot
3000 fr.500 fr. en 469.28 fr.welke brief niet aan zijn adres is bezorgd.
Ook door D. B. A., goudsmid te Arnhemis 25 Maart jl. in de bus van het
postkantoor aldaar een brief bezorgd met het adres //den heere G. N. te
Amsterdam", inhoudende: 2 bankbilletten, ieder groot 100gemerkt H. H.
6688 en P. 1375. Ook die brief is niet teregtgekomen.
Naar luid van de verschillende bekendmakingen der justitie zijn te Alk
maar in de laatste helft der vorige maand uitgegeven: te Alkmaar een gulden
"met de beeldtenis van koning Willem III en het jaartal 1863 en een halve
gulden met die van koning Willem II en het jaartal 1847; te Brielle een
25-centsstuk, beeldtenis koning Willem III en het jaartal 1849. Al deze
stukken zijn door het muntcollegie valsch verklaard.
In de gisteren te Haarlem gehouden vergadering van aandeelhouders
der Haarlemsche bankvereeniging werd het verslag over het jaar 1874 uit-
gebragl en de rekening goedgekeurd. Tot commissarissen werden benoemd
de hh. mr. S. Vissering, jhr. G. F. van Tets en mr. C. J. F. Mirandolle,
welketer vergadering tegenwoordigdie betrekking hebben aanvaard.
Uit Amsterdam meldt men dat Z. M. de koning gisteren de tentoon
stelling van schilderijen in //Arti et Amieitiae" heeft bezocht. H. M. de
koningin vereerde de tentoonstelling des middags met een bezoek. Voorts
heeft Z. M. bezocht het ooglijdersgesticht in de Spinozastraatde gouden-
kettingenfabriek van den heer Citroen en de fabriek van goud- en zilver
werken van de heeren Voort en Verschuur. Door II. M. de koningin is
nog een bezoek gebragt aan het depót Tesselschade op de Leidscheslraat
eene inrigting, waar handwerk wordt verstrekt aan behoeftige vrouwen
en meisjes.
Men meldt uit Amsterdam: Het gerucht, heden morgen in de stad
algemeen verspreid, dat op onderscheidene plaatsen alhier, als o. a. in de
Halvemaansteeg, op de ReguliersbreêstraatRokin, Doelenstraat, Staalstraat,
spiegelruiten waren ingeslagen, is gebleken volkomen juist te zijn. De op
heldering is deze: een krankzinnige, voor weinige dagen uit een der ge
stichten ontslagen, heeft in een nieuwe vlaag zijner ziekte deze feiten
bedreven.
Van het Nieuwe Diep meldt men dat het stoomschip Egeron de reis
naar Batavia op nieuw zal aanvaarden, na het aanbrengen van eenige kleine
voorzieningen en vernieuwing van proviand. Men prijst zeer de flinke en
vastberaden houding van den gezagvoerder Vetter, die, toen het schip hevig
werkte en stamptewaardoor een der patrijspoorten werd ingedrukt en het
water met kracht in het voorschip drong, geen oogenblik zijne kalmte ver
loor en. lot geruststelling zijner passagiers, terstond de meest gepaste mid
delen van veiligheid aanwendde.
In eene buitengewone vergadering van de prov. staten van Noord-
Brabant heeft de meerderheid zich verklaard tegen het door gedep. staten
gedaan voorstel, tot heffing van 2% opcenten op personele en op de grond
belasting, tot dekking van het tekort, ontstaan door de afstemming van de
verhooging der provinciale belasting op paarden en trekdieren. Een tweede
voorstel van gedep. staten tot wijziging van het reglement op de invordering
der belasting op paarden en trekdieren werd mede niet aangenomen. De
staten hebben vervolgens besloten tot dekking van het tekort voor dit jaar
eene geldleening aan te gaan van ƒ40000 en gedep. staten uit te noodigen,
om nog in de zomerzittiiig van 1875, tot eene blijvende vermeerdering van
(provinciale inkomsten, omtrent een en ander nadere voorstellen te doen.
(Zie verder het Bijvoegsel.)