LfilDSCHE
COtRAMT.
1875.
1°. 48.
ZATURDAG 27 FEBRUARI J.
STADS BE RICH TE N.
NATIONALE MILITIE.
BINNENLANDSCI1E BKRIGTEN.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p. 3.50;
met het Verslag der Handelingen van den (iemeenieraad f3.35, franco p. p. f 3.35. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50
'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommcrs der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. C> Cents.
l)c prijs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.—iedere regel meer 25 cents.
SSZSEEHKBBS
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
te wetendat de
eerste zitting van den Militieraadvoor deze gemeente, overeenkomstig art. 86 der
Wel van den 19den Augustus 1861 Staatsblad n°. 72), wordt gehouden
Op Maandag den 88ten Maart 1875, des namiddags te één uur, voor de lolelin-
gen die de nommers gelrokken hebben van 1 tot 150;
.Op Dinsdag den 9leB Maart 1875, des namiddags te half tweevoor hen die
getrokken hebben van n®. 151 tot n°. 180;
Op Woensdag den 10dcn Maart 1875, des namiddags te één uur, voor hen die
getrokken hebben van n®. 181 tot n®. 250;
Op Donderdag den tldcn Maart 1875, des namiddags te één uur, voor hen die
getrokken hebben van n®. 251 lot n®. 324;
en zulks in een der vertrekken van liet Raadhuis dezer gemeente.
Zij herinneren voorts dat in gemelde zitting voor den Militieraad moeten ver
schijnen
1°. dc vrijwilligers voor de Militie;
2®. de loteüngen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid of gebre
ken, of gemis van de gevorderde lengte;
dat de lotelirigen, die voor dien Raad niet zijn verschenen, gebonden worden geene
redenen tot vrijstelling te bobben en voor den dienst worden aangewezen, terwijl
het niet ontvangen van een. oproepingsbiljet niet ontheft van de verplichting tot het
verschijnen voor den Militieraad of lot bet indienen van de tot staving der redenen
van vrijstelling gevorderde bewijsstukken.
Eu geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsclie Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden 26 Februari 1875. v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. RIST, Secretaris.
LEIDEN, 26 Februari]
In de gisteren avond gehoudene vergadering van liet departement Lei
den der maatschappij tol Nu! van 't Algemeen werd iiet ontwerp van wet,
door de commissie voor de weisherziening zamengesleldaangenomen.
Slechts enkele amendementen warennadat het ontwerp gedurende den be
paalden tijd voor de leden tér visie had gelegen, bij de commissie ingediend.
Deze werden achtereenvolgens door den voorzitter in behandeling gebragt.
liet eerste, betrekking hebbende op de verkiezing van bestuursleden, werd
met groote meerderheid aangenomen, zooda! de benoeming voorlaan op de
gewone wijze zal blijven plaats hebben. Een ander amendement, waarbij
de oude bepalingen omtrent belgeen bij eene eventuele liquidatie der spaar
bank zou moeien geschieden worden gehandhaafdwerd afgestemd, terwijl
eindelijk een amendement op art. II dier inrigling, waarbij aan commis
sarissen meerdere ruimte in bet vaststellen van lijd en plaats der zittingen
werd aangeboden, wegens de ernstige bestrijding van de zijde der spaar
bank, door den voorsteller werd ingetrokken. Met een woord van dank
aan de commissie voor de vele zorgendoor baar aan de herziening der
wet en reglementen besteedsloot de voorzitter de vergadering. De nieuwe
wet, die thans voor het eerstvolgend tiental jaren verbindende kracht beeft,
treedt éénc maand na hare goedkeuring in werking. Aan elk] der leden
wordt daarvan een exemplaar toegezonden.
-- Bij kon. besluit van 18 Febr. ji. is bepaald dat de ligling der militie
van bet jaar 1875 11000 man bedraagt, waarvan 000 voor de dienst ter
zee te bestemmen. Het aandeel voor de provincie Zuidholland is bepaald
op 2114 man. Het aantal ingeschrevenen beliep 30710.
Gedeputeerde stalen dezer provincie hebben bepaald dat de verkiezing
van een lid der staten van de provincie Zuidholland, in het hoofdkiesdistrict
Gorinchcm, ter vervanging van den lieer A. F. Visser van Yzendoorn, die
in het jaar 1880 als zoodanig moest aftreden, zal plaats hebben op Dings-
•dag den 16dfn Maart 1875; en dat de herstemming, zoo die noodig mogt
zijn, zal plaats hebben op Dingsdag 30 Maart daaraanvolgende.
Aan den heer W. H. Stoffels, emeritus predikant, is toezegging van
beroep gedaan te Reeuwijk, bij Gouda.
Te Utrecht is overleden de gepensioneerde vice-admiraal i'. A. Mat-
tbijsen.
Naar wij vernemen, meldt hel Vad., hebben nagenoemde dames,
alphabetisch gerangschikt, van het dep. van koloniën aanschrijving gekre
gen. dat zij binnen weinige dagen ter dispositie van den gouverneur-generaal
zullen gesteld worden, om als hnlpondcrwijzeressen in Ned.-Indië bij dc
gouvernem ntsscholcn te worden aangesteld: mejulvrouwcn Boerema, te
'silage; Daverveldt, te Dordrecht; A. M. E. Keyser, te Amsterdam; M. F.
der Kinderen, te Londen; Lefeber, te Noord-Scharwoude; van der Meyden,
te Haarlem: Mikkers, te Vianen; van Schootente Deventer; van der Steeden
en Syriër, te Amsterdam; Thissen, te Roermond; Verwohlt en Zaalberg,
te 's H age.
Naar men verneemt., bestaat bel voornemen de werving van manschap
pen van liet leger hier te lande voor het Indisch leger, even als reeds voor de
rijdende art. geschiedde, geheel te sluiten. De klaglen van verschillende
corps-kommandanten over het gebrek aan manschappen hebben hiertoe aan
leiding gegeven.
De uitgezonden wervers uit de verschillende garnizoensplaatsen voor de
aanwerving van militairenbestemd voor bel Indisch leger, hebben in het
geheel 26 manschappen aangebragt, waaronder die bchooren van de gestich
ten te Veenbuizen. De meeste wervers zijn geheel zonder manschappen in
hun garnizoen teruggekeerd.
De heer J. A. van Beek. Ie Amsterdam, beeft magtiging gevraagd tot
het aanleggen van telegraaflijncndie de beurzen, vcilingslokalen en andere
middelpunten van den handel te Amsterdam en te Rotterdam met elkander
en met de particuliere kantoren, die het mogten verlangen, in verbinding
zullen brengen.
Woensdag avond heeft er te Haarlem eene gas-ontploffing plaats gehad
in den winkel van den behanger O., in de Kleine Houtstraat. Er was een
lek ontslaan in een gangetje achter den winkel, en de ontploffing beeft
in den winkel nog al schade veroorzaakt.
Onder Amerongen is dezer dagen een jongeling, als jager in dienst
bij den heer Harmsendoor het onverwacht afgaan van zijn geweer, doo-
delijk in het hoofd getroffen.
Voor de arrond.-rcgtbauk te Arnhem stond Dingsdag 11. te regt een
leerling van het instituut van Kinsbergen te EIburg, die, gelijk men zich
zal herinneren, onlangs een zijner makkers onder het spelen dood schoot.
Hij stond lercgl beklaagd van manslag door onvoorzigtigheid en onbedre
venheid. Uit het. getuigenverhoor en de volledige bekentenis des beklaagden
is gebleken, dat deze, met overtreding van het uitdrukkelijk op dit punt
op school bestaande verbod, in het bezit was van een pistool, die hij op
20 Jantiarij mede had genomen om er mede te schieten op vogels gedurende
de wandeling, welke hij wegens zijn leeftijd (17 jaar), met andere jongens,
zonder opzigt mogt maken. De pistool was geladen met hagel, maar wei
gerde zesmaal af te gaannadat er een percussion was opgezet. De beklaagde
nam er daarna de percussie af en, te huis gekomen maakte hij gebruik
I van een korte afwezigheid van een ondermeester uit de leerzaal, om uit
speelschheid aan te leggen en af te drukken op een zijner beste vrienden,
Tot zijn nameioozen schrik ging thans het schot af; zijn vriend werd a bout
portam gewond, en hoewel de beklaagde zelf en de inmiddels toegeschoten
directeur van het instituut ijlings geneeskundige hulp haalden, overleed de
gewonde nog denzelfden avond aan de gevolgen van het schot, dat hij vlak
in het gezigt had ontvangen. Een getuige a décharge verklaarde, dat het
tol de bijna nooit voorkomende zeldzaamheden behoort, dat het schot op
een percussiewapen afgaat, wanneer er geen dopje op zit, dat dit echter
kan geschieden, wanneer eerst de percussie heelt geweigerd, maar zich
eenig donderpoeder door den veroorzaakten druk heeft losgelaten en op het
schoorsteentje van de pistool is blijven zitten, hetgeen in dit geval waar
schijnlijk was geschied. De directeur van het instituut verklaarde, dat de
beklaagde vooral in het laatste jaar een uitstekend leerling was geweest.
De substituut-officier van justitie heioogde dat hier volgens de bewezen
omstandigheden was gepleegd een doodslag uit onvoorzigtigheid en onbe
drevenheid. Hij noemde het betreurenswaardig, dat men, niettegenstaande
de talrijke ongelukken, welke met vuurwapenen geschieden, toch altijd
weêr mcnschen aantrof, die met die hoogst gevaarlijke instrumenten onvoor-
zigtig omgaan en daardoor de grootste onheilen Ie weeg brengen. Hij
meende daarom, dat deze beklaag e niet al te ligt moest gestraft worden,
maar mernde toch aan den anderen kant, dat zijn jeugdige leeftijd, zijn
overigens goed gedrag en de wezenlijk ongelukkige omstandigheden, welke
zijne daad hadden vergezeld, verzachtende omstandigheden waren. Hij
eischte een cellulaire gevangenisstraf van een maand. De heer mr. Scheiditts
trad als verdediger van den beklaagde op en stelde een aantal verzachtende
omstandigheden in het licht. Hij hoopte dat de regt bankzoo zij straf