LEIDSCME COURANT. 1875. VRIJDAG 26 FEBRUARI J BIN N EN LAIN DSC HE BE IIIG TEN. W. 47, De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.— franco p. p. 3.B0; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad t 3.35franco p. p. ƒ3.85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'sjaars. binten de expeditie/tosten. Afzonderlijke nornmers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertent iön is van 1— i regels 1.— iedere regel meer 25 cents. LEIDEN, 25'February. Het heeft Z. K. II. prins Alexander der Nederlanden behaagd den heer F. J. van der Togt. horologicmaker alhier, te benoemen tot HDS hofleveran cier, met vergunning IID' wapen te voeren. In de zitting van den gemeenteraad van heden zijn ingekomen dank betuigingen van den senaat der hoogeschool alhier en van dien der Utrecbt- sche hoogeschool, voor de ontvangst van wege het gemeentebestuur genoten op 7 Febr. 11. bij de viering van het derde eeuwleest der hoogeschool. Voorts werd medegedeeld dat van wege hh. curatoren der hoogeschool voor het archief waren ontvangen de medaille ter herinnering van het eeuwfeest geslagen en een exemplaar van het Album studiosorum. Beiden werden onder dankbetuiging aangenomen. Achtereenvolgens werden benoemd: tot onderwijzeres 2C klasse aan de meisjesschool lc kl. mej. S. II. W. van Goor den Oosterlingh; tol lid der plaatselijke schoolcommissie dr. J. M. van Bemmelen; tot onderwij zer 2« klasse aan de school n". 2 voor minvermogenden J. Mast; tot leeraar in de Hoogduilsche taal- en letterkunde aan de gemeente-instellingen voor liooger en middelbaar onderwijs It. Dijkstra, thans leeraar aan de hoogere burgerschool te Sneeken tot controleur van de bank van leening W. de Jongh, thans kassier. Aan J. Brouwer, hulponderwijzer aan de jongens school le kl.en mej. W. M. Vink, hulponderwijzeres aan de school n". I voor minvermogenden, werd, op hun verzoek, eervol ontslag uit hunne be trekking verleend. liet verzoek van H. Veefkind en Zoon, ter bekoming van gemeentegrond, gaf tot eenige gedachtenwisseliug aanleiding De heer Goudsmit zeide dat de bedoelde grond vroeger aan de firma was aangebodenmaar dat zij van dit aanbod geen gebruik had gemaakt. Thans, nu 8 jaren verstreken waren, moest hij zich tegen het verzoek verklaren, omdat de prijs te laag was en omdat, naar hij vermeende, de fabriek der firma in andere handen was overgegaan. De heer du Bieu was van hetzelfde gevoelen. Omdat de fabriek gesloten was en de gebouwen verkocht waren, zou het onbillijk zijn den grond voor den aangegeven prijs af te staan. De heer Hartevelt meende dat de fabriekgebouwen verkocht waren met den grond waarvan thans sprake was. Volgens hem bestond de firma Veefkind niet meer. En wat den grond betreft, een ander industrieel, de heer Schreden, had zich opeene wijze uitgelaten, waaruit bleek dat ook bij dien grond wel zou willen hebben. De heer Dercksen verklaarde, in eene andere quaiileit dan als raadslid, dat de grond, waarvan hier sprake was, niet verkocht was; hij toch zou nooit zijn ministerie leeuen tot den verkoop van grond, waarvan de verkoo- per geen eigenaar was. Als raadslid moest bij er toch op wijzen dat de grond was gegeven op recognitie, met regt van aTkoop, en wel zonder tijdsbepaling. Den heer Buys kwam het ook wel wat hard voor liA ver zoek te weigeren; de afkoop was niet gebonden aan een bepaalden termijn. De bevoegdheid van den raad om het verzoek te weigeren wilde hij niet betwisten. De heer Goudsmit hield vol dat het was eene overeenkomst met een persoon die niet meer bestaathet was ook slechts eene concessie van publiekregtelijken aard. De heer Buys meende daarentegen dat men nog altijd met denzelfden persoon te doen had. en de heer Dercksen geloofde dat, olschoon hij niet wist hoedanig de verhouding was van de firma met de zaak van den heer de Hegcr, er nog altijd eene firma Veefkind Zoon bleef bestaan. In stemming gebragt werd de voordragt van burg. en vveth. strekkende om het verzoek toe-te staan, verworpen met 11 tegen 7 stemmen. Bij het in behandeling brengen der voordragt lot den verkoop der hoo rnen staande op het Rapenburg tusschen de Nieuwsteeg en de Ktoksteeg, stelde de voorzitter voor deze aan le houden tot het najaar. Het was hem meermalen voorgekomen dal het plaatsen hier en daar van jonge boomen in de plaats van oude, die gerooid moesten worden, een misstand veroor zaakte en daarom had hij reeds in vorige jaren in de vergadering van burg. en wetli. voorgesteld op het Rapenburg een geheel nieuw plantsoen te stel len. Met het oog op de feesten die alhier moesten gevierd worden had men gemeend het voorstel le moeten laten rustenomdat hel Rapenburg alsdan op vreemdelingen misschien een minder gunstigen indruk zou maken. Thans was het voor de planting reeds te laat en daarom stelde hij voor de zaak aan te houden tot het najaar. In het volgende jaar zouden ook de boomen aan de overzijde van de thans bedoelde plaats moeten weggenomen worden. Met algemeene stemmen werd met de aanhouding genoegen ge nomenofschoon enkele leden, de hh. le Poole, Driessen en Dercksen, te kennen gaven dat zij tegen de uitvoering van het plan van den burgemeester wel eeuig bezwaar hadden. De voordragt betrekkelijk het bezwaar van L. Zegers Veeckens. tegen zijnen aanslag op het derde kohier der plaatselijke directe belasting, strek kende tot handhaving van den aanslag, werd met algemeene stemmen goed gekeurd. Alleen bleek daarbij van een verschil in zienswijze tusschen de hh. Goudsmit en Buys. De eerste meende dat hier geen sprake kon zijn van niet opkomen tegen het kohier, daar dit nooit betrekking kon hebben op iemand die geen belastingschuldige is. De heer Buys merkte daarop aan dal hier sprake was van een suppletoir kohier, waarop de aangeslagene teregt geplaatst was. De bepaling van de gemeentewet, waarop hij zich beriep, sloeg alleen op tijdelijk verblijf. De voordragt lot hel afsluiten van de Moer-Annasteeg en die om- de uit gifte van de Handelingen van den gemeenteraad wederom op le dragen aan den tegenwoordigen uitgever werden goedgekeurd. Over het verzoek van C. C. Stegerhoek, om in het genot te worden gesteld van eene toelage als directeur der rijschool, welk verzoek door een aantal studenten werd ondersteund, liepen de gevoelens zeer uiteen. Burg. en weth. waren voor het toestaan van dal verzoek; de commissie van financien adviseerde daartegen. In den raad vonden beider gevoelens weer klank. De heer Krantz ondersteunde het verzoek niet alleen in het belang van de studenten der hoogeschool, maar ook in dat van de ingezetenen, die van de rijschool gebruik maakten. De voorzitter deelde zijn gevoelen. Al mogten de studenten de rijschool behouden, dan zouden de ingezetenen er geen gebruik van kunnen maken. De heer Goudsmit was van eeu ander gevoelen. De studenten zouden zich zeiven wel helpen en diegenen uit de burgerij, die rijden wilden, moesten dan ook daartoe een anderen weg inslaan, even als men deed bij het rijden met voertuigen. Hij zag geen verschil in het hier bedoelde rijden en in het rijden met rijtuigen, en op die wijze voortgaande zou men ook moeten hebben een stads- stal. Het was hier eene geheel andere zaak dan die van den schouw burg. De heer Krantz achtte de rijschool noodig voor de physique ont wikkeling van kracht en voor de gezondheid; met den schouwburg was zij niet te vergelijken. De heer Verster sprak ook ten gunste van het subsidie; de rpjschool was eene traditionele inrigting, voor de studenten van veel belang. Hij geloofde niet dat zij zonder subsidie zou kunnen bestaan. In stemming gebragt werd het afwijzend advies van de commissie van finan ciën meL 11 tegen 7 stemmen verworpen, en het voorstel van burg. en weth., tof het toestaan van hel verzoek, aangenomen met tl tegen 7 stemmen. Voorts werd nog aangenomen de voordragt betrekkelijk den aankoop van gaskroonen voor de gehoorzaal, welke kroonen waren gehuurd en in die zaal waren aangebragt bij de jongste feestviering. Op de aanmerking van den heer du Rieu, omtrent de ongelijkvormigheid van de midden-kroon met de overige en de wenschelijklieid dat hel bleek een volledig stel le zijn, deelde de voorzitter mede dat het plan bestond daarin te voorzien. Ten slotte werd nog goedgekeurd een suppletoire staat van begrooling van de dienstdoende schutterij voor 1875. Gisteren avond werd hel stoffelijk overschot van den heer J. Warn- sinckin leven le luitenant-kwartiermeester bij het 4e regiment infanterie, dezer dagen in nog jeugdigen leeftijd alhier overledennaar het spoorweg station vervoerd ten einde naar Arnhem te worden overgebragt. Daar de overledene steeds in ruime mate de achting zijner mede-officieren had geno ten, kon het geen bevreemding wekken dat velen hunner, die van het over brengen van liet lijk kennis droegen, zich aan bet station bevonden, om op die plaats de laatste eer te bewijzen aan hunnen afgestorven makker. De majoor W. A. baron Mulert tot de Leemkule voelde zich gedrongen bij die gelegenheid een woord te sprekenhet was eene hulde aan de verdiensten van den overledene en de regtschapenheid van zijn karakter, die allen zijn verlies zoozeer deden betreuren. Hij bragt ook een woord van dank aan de officierenvoor de blijken van vriendschap den overledene steeds geeeven en voor de diensten, hem bij zijne ziekte bewezen, alsmede voor de sym pathie, waarvan zij nog op dit oogenblik blijk gaven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1