LEIDSCHE A AT. 1875. A0. 24. VRIJDAG 29 JAJNUARIJ. STADS-BERICHTEN. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars 3.franco p. p. 3.50; met het Fer slag der Handelingen van den Gemeenteraad ƒ3.35, franco p. p. f 3.85. Liet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.50 'sjaars, binten de eirpeditiekosten. Afzonderlijke nomtuers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents, De prijs der Advertentie», is van 1—4 regels 1. iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat in gevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belasting op de honden, iedere houder van een of meer hondendie aan de belasting onderhevig zijn, verplicht is daarvan Jaarlijks vóór of op den 315ten Januari bij den Gemeente-Ontvanger aangilte te doen door inlevering van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet; dat bedoelde invullingsbiljetten voor het dienstjaar 1875 van heden al kosteloos ten kantore van den Ontvanger verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd v. d. BRANDELER, Rurgemeester. Leiden, 31 December 1874. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 28 Januarij. In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad is ingekomen ecne missive van den heer dr. P. J. Norlier houdende kennisgeving van het overlijden van zijnen zoon mr. A. Nortier, onlangs benoemd tot leeraar aan de hoogerc burgerschool alhier, alsmede een adres van J. Brouwer, hou dende verzoek om outslag als hulponderwijzer alhier; voorts een verzoek van C. C. Stegerhoek, directeur der rijschool, tot het verder verleenen van de toelage van ƒ800, tot hiertoe aan die instelling toegekend, en een adres van eenige hh. studenten tot ondersteuning van dat verzoek. Aan óe orde was de benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de meis jesschool 2* klasse. Met 18 stemmen werd daartoe benoemd mej. S. Win kler, van Gouda; op mej. J. J. van der Weyde alhier werd eene stem uitge- bragt. Voorts kwam iu behandeling eene voordragt betrekkelijk de aanbe steding van de vernieuwing der Oude Marepoortsbrug en der brug bij het Leiderdorpsche hek. De minste inschrijvingssom voor het eerstgenoemde werk was beduidend honger dan de raming en daarom verzochten burg. en weth. magliging van den raad om lot de gunning over te gaan. Door den voorzitter werd nader medegedeeld dat de commissie van fabricage voor stelde voor dat werk eene herbesteding te doen plaats hebben, maar dat zij dan ook tevens magliging verzocht om het werk te gunnen, zonder nader overleg met Jen raad. Onderscheidene leden verklaarden zich in zooverre daartegen dat zij wel lot eene herbesteding wilden overgaan maar ook eerst den uitslag daarvan wilden afwachten, alvorens een nader besluit te nemen, liet zou, meenden zij, ongunstig op die aanbesteding kunnen werken, bijaldien men vooraf bekend was met de zienswijze van den raad. De heer Seelig gaf als zijne meer.ing, ook die van den architect, te kennen dat, wanneer men bij het bestek toestond dat de Mare bij de Oude Vest afgesloten werd, dit wel van invloed op de aanbesteding zou zijn; de aannemers hadden waarschijnlijk tegen het afdammen opgezien en eene beduidende som daarvoor gerekend en daaraan was zeker het verschil toe te schrijven tus- schen de raming en den prijs der besteding. De heer Hartevelt meende dat, bijaldien er op die wijze eene verandering werd gebragt in het be stek, eene vrije herbesteding allezins was aan te bevelen. Op verzoek van dien heer werd nog mededeeling gedaan van de verschillende prijzen waar voor was ingeschreven, Ioopendc van ƒ29000 tot ƒ24000. Ten slotte werd, overeenkomstig het door den heer Eigeman, bij den aanvang der discussie, gedaan voorstel, besloten, met 14 tegen 5 stemmen, tot eene herbesteding over te gaanen later omtrent de gunning een besluit te nemen. De heer Seelig vroeg of in dit beslnit ook lag opgesloten de vrijheid om het bestek in bovenbedoelden zin te wijzigen, hetgeen door den voorzitter toestem mend werd beantwoord. Ingevolge zijn verzoek werd aan N. P. J. YVocnsdregt eervol ontslag ver leend als onderwijzer aan de school n°. 2 voor minvermogenden. De Staatscourant bevat eene opgave omtrent het verkeer en de op brengst der onderscheiden kantoren van den rijkstelegraaf over het jaar 1874. In het geheel zijn verzonden 1,633,472 en ontvangen 1,674,528 betaalde berigten, waarvan verzonden naar binnenlandsche kantoren 1,340,832 en ontvangen van binnenlandsche kantoren 1,340,832 berigten. De opbrengst was: binnenlandsch verkeer ƒ422,809.75, internationaal verkeer 228,305.47% totaal ƒ651,115.22%en met de opbrengst van 118,312 doorloopende berig ten (ad /26682.09%) ƒ667,797.32. Van het kantoor Leiden zijn verzonden 23314 en ontvangen 22189 be taalde berigten, waarvan verzonden naar binnenlandsche kantoren 22199 en ontvangen van binnenlandsche kantoren 20893. De opbrengst was: binnen landsch verkeer 6768.19, internationaal verkeer ƒ828.72, totaal ƒ7596.91. De wis- en natuurkundige afdeeling der kon. akademie van weten schappen te Amsterdam zal Zaturdag aanst. aldaar eene gewone vergadering houden. liet stoomschip Madura, van Nieuwe Diep naar Batavia, is op 26 Januarij van Porl-Saïd vertrokken. De Koning der Nederlanden is in den morgen van 27 Januarij te Port-Saïd aangekomen. Blijkens de uit Zwitserland bij de regering ontvangen officiële mede- deelingen aangaande den stand der veeziekten daar te lande, loopende tot 19 Januarij jl.was het mond- en klaauwzeer gedurende de laatste weken zoodanig afgenomen, dat men zich vleijen mogl het meerendeel der kantons binnen kort geheel van die ziekte bevrijd te zien. Ook de nog in het kanion Wallis heerschende longziekte scheen weldra geheel verdwenen te zullen zijn. De laatste in Zwitserland uit Oostenrijk ontvangene officiële berigten vermelden eenige verbetering in den stand der veepest in het Kustland en Gallicie; daarentegen bleef die ziekte in de Hongaarsche landen voortdurend in vrij hevige mate heerschen. De Hollandsche maatschappij van landbouw heeft aan den heer P. Heyman, onderwijzer te Purmerend, haar gouden medaille toegezonden, ten bewijze van erkenning zijner verdiensten als de eerste geëxamineerde voor het landbouwonderwijs. Den 13dtn Februarij zullen te Nieuwe Diep gaan. aan boord van het via Suez naar Java vertrekkend stoomschip Voorwaartsde 2C luitt. der infanterie van het O. I. leger A. W. StadnitskiW. StoutjesdijkJ. C. C. S. Dijkstra, J. W. van den Broek, C. T. H. Campen. de 2e luit.-kwartier meester van dat leger A. L. Dijkman en de apotheker 3« kl. van gemeld leger W. J. Cowan. Door den laatsten storm is de spoorweglijntusschen Amsterdam en Zaandam, welke voor rekening van den slaat werd gemaakt, beschadigd en voor het grootste gedeelte weggeslagen. Op sommige plaatsen is van den dijk, welke aan de kruin een breedte had van 8 meter, slechts 1 meter overgebleven. Naar men uit Almelo meldt is Bet tusschen de fabrikanten en de arbeiders nog niet tot eene schikking gekomen. Dezer dagen slingerde men een fabrikant een steen naar het hoofd, die in den muur teregtkwam, zon der den fabrikant te treffen. Te Enschedé heelt de uitbetaling aan de fabriek der firma L. ten Cate Zoon plaats gehad iu Hollandse!) geld, hetwelk tot dusver half en half geschiedde. Aan den machinist bij den staatsspoorweg C. de Wijs is door eenige belangstellenden, als een bewijs van achting, een zilveren remontoir met gouden randen en ketting uitgereikt, voor zijn flinke houding in het spoor weg-ongeval te Dedemsvaart. De N. Tielsche C. bevat onder het opschrift »On ne peut contenter tout Ie monde et son père!" een stuk, get. Nil admirari", waarbij de schrij ver, naar aanleiding van de aanmerkingen, die in sommige bladen voorko men op de ontworpen feestviering bij gelegenheid van het 300-jarig bestaan der Leidsche hoogeschoo!in herinnering brengt dat ook bij het vorige eeuw feest, in 1775, nagenoeg hetzelfde plaats had. Ook toen verhieven zich vele stemmenwel niet zoozeer in de dagbladendie nog niet gewoon wa ren overal den neus in te steken zooals tegenwoordig, en over alles, en nog iets meer, mede te praten, maar in onderscheiden vlugschriften, om afkeu ring over de wijze van feestvieren uit te drukkenVoor de aardigheid deelt hij mede, wat daaromtrent nog 20 jaren later, voorkomt in het be roemde Vita Buhnkenii van Wyttenbach, omdat daarbij de wensch uitge drukt wordt, dat de nakomelingschap, dat is dus het tegenwoordige ge slacht, zich voor de toen begane fouten wachten zal. De vertaling luidt als volgt: »Nu volgde het 2de eeuwfeest der Leidsche hoogeschool. Er werden twee feestdagen gevierd, op den 5d™ en 6dfn Februarij. Het mag eenige bevreem ding wekken, dat Ruhnkcnius, schoon hoogleeraar in de welsprekendheid, daaraan, noch als redenaar, noch met de pen deelnam; alleen had hij mede toezigt over het vuurwerk. Doch hij zelf erkende, dat bij het bepalen van tijden, personen en handelingen veel verkeerds had plaatsgehad, waartegen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 1