PER TELEGRAAF. ling loebelioorende, ten gebruike afgestaan aan de oud-katholieke gemeente te dier stede. Met het oog op de gevaren, welke Duitscbland bedreigen door het invoeren van aardappelen uit de Vereenigde Staten, heelt de rijkskanselier een ontwerp bij den bonsraad ingediend; het strekt om den invoer van die aardvrucht en den afval daarvan in Dmlschland te verbieden. Men vreest namelijk, dat de zoo gevaarlijke Colorado-kever, die de velden in Amerika sedert cenigen tijd verwoest, daardoor tevens overgebragt zal worden. De burgerschap te Hamburg heeft dezer dagen met eenparige stemmen het voorstel aangenomen, om een industrieel scheidsgeregt in het leven te roepen. Daarbij is tevens de zamenslelling en de bevoegdheid van bedoeld college geregeld. Het scheidsgeregt zal zijn zamengesteld uit 15 patroons en 15 werklieden, met een reglsgeleerde als voorzitter. In den regel zal uitspraak worden gedaan door den voorzitter en twee leden van het scheids geregt. Komen moeijelijke vraagstukken ter behandeling, dan staat het aan den voorzitter, om te bepalen hoe vele regters zullen worden opge roepen. Telken male dat de regters vergaderen om over een zaak te be slissen, moet het ge'al patroons en werklieden even groot zijn. Het scheids geregt is bevoegd kennis te nemen van alle geschillen, ontstaan tusschen patroons en werklieden, fabrikanten en het personeel in hunne dienst en uitspraak daarin te doen. Te Moskou zijn vijf danseressen, bij de opvoering van het ballet Kotscheïdoor het in vlam raken van een larletan-kleed in een der kleed kamers deerlijk gebrand. De toestand van twee der meisjes boezemt groole bezorgdheid in. BERLIJN, 19 Januarij. In de zitting der kamer van afgevaardigden heeft minister Camphausen de begrooting ingediend. De inkomsten worden voor 1875 geraamd op 694.422,613 mark, de gewone uitgaven op 613,830,050, de buitengewone op 80,592,563 mark. De begrooling voor eeredienst is 502,000 mark hooger dan ten vorigen jare; ten behoeve van de hoogescho- len is 2 milliocnvoor de verbetering der tractementen van geestelijken een half millioen, ten behoeve van de onderwijzers bij het lager onderwjjs 3 millioen uitgetrokken. Bij keiz. besluit is de kapitein ter zee Werner tot schout-bij-nacht bevorderd. LONDEN, 19 Januarij. Prins Leopold lijdt weder aan bloedverlies; hij is zeer zwakdoch in den toestand is geen merkbare verandering gekomen. BERLIJN, 19 Januarij. Uit goede bron geputte particuliere berigten uit Santander bevestigen dat de kommandant der Spaansche oorlogschepen voor Zarauz een voldoend hooge schadeloosstelling van de Carlistcn cischen zal, zoodat deze niet slechts de lading der brik Gustavmaar ook hel ten ge volge van het vuur der Carlisten gestrande schip vergoeden en bovendien eventueel een genoegzame geldboete inhouden zal. Door den Spaanschen bevelhebber zal aan de Carlisten een naar den stand der zaak berekende termijn gesteld worden; is na afloop daarvan de genoegdoening niet gege ven, dan zal de operatie beginnen door het beschieten van de openbare gebouwen en van position ter kuste die de Carlisten bezet houden. BERLIJN, 19 Januarij. De rijksdag heeft heden de tweede lezing van het ontwerp van wet op bet burgerlijk huwelijk ten einde gebragt, en een additioneel artikel aangenomen, waarhij de regering van iederen bondstaat gemagtigd wordt de wet eventueel vóór 1 Januarij 1876 in te voeren. MADRID, 18 Januarij. De koning zal morgen naar Saragossa vertrekken, Woensdag te Logrono vertoeven, en daarna op de vlakte van Tafalla het leger inspecteren. Castelar heeft verklaard dat hij een mandaat voor de Cortes niet wil aan nemen wanneer de afgevaardigden den eed van trouw aan den koning moeten zweren. ROME, 19 Januarij. De rector van het Belgische collegie alhier heeft gis teren den Paus 110,000 francs ter hand gesteld, als opbrengst van inzame lingen te Luik. Verwaarloosde verkoudheid, chronische bronchites, tering, rationele behandeling door de Teer-Capsules de Guyot. Depóts in de meeste apotheken. INGEZONDEN. Aan de Redactie! liet schijnt dan toch waar, wat de Nieuwe Kotterdamsche Courant eerst niet kon gelooven, dat op het feest van het driehonderdjarig bestaan der leidsche hoogeschool. zegge der leidsche hoogeschoolde eerste hoogeschool van Nederland, de feestrede zal worden gehoudenin het hollandsch! //Het staat op het programma! Op het eeuwfeest dezer roemruchtige school, eene redevoering in het hollandsch!" De N. R. C. wordt door dit berigt weemoedig gestemd. Zij wordt er melodramatisch onder. Het is alsol zij »dc schimmen der Scaligers, der Valckenaers, der Ruhnkeniussen mismoedig »het hoold ziet schudden, liet is alsof het Leiden van Bake en Cobct reeds »tot de geschiedenis behoort.'' Ik weet niet, of aan de N. R. C. bekend is wat hier bijna iedereen weet, dat het besluit om de feestrede in het hollandsch te houden in den akademischen Senaat, waarin al de hoogleeraren zitting hebben, is geno men met overgroote meerderheid, schier met eenparigheid van stemmen, en dat o. a. de hoogleeraren in de zoogenaamde klassieke talen krachtig tol dit besluit hebben medegewerkt (Prof. Cobet dit strekke lot kalmering van de geschokte zenuwen der Nieuwe Rotterdamsche behoort nog niet tot »de geschiedenis", niet althans tot die van den verleden tijd). Nu zal toch, dunkt mij, zelfs de N. R. C. wel willen toegevendat de hoogleeraren, die de leidsche hoogeschool uitmaken, in de eerste plaats zullen weten wat de eer van de //roemruchtige school" eischt, misschien nóg beter dan de hecren die de N. R. C. schrijven. Die taak kunnen zij gerust aan //het "Leiden van", om als de N. R. C. te spreken, Cobet, Dozy, Pluygers, Fruin,"Goudsmit, Buys, Kuenen enz. enz. enz. overlaten. De N. R. C. zou wauneer men het hoogdravende en opgeschroefde van haar sensatie-berigt daarlaat grond hebben voor hare kritiek wan neer het leest een feest ware gegeven aan de vreemdelingen en ten hunnen behoeve. Doch dit is volstrekt het geval niet. Het feest ter viering van het driehonderdjarig bestaan van Nederland's eerste universiteit is een uit sluitend nationaal, niet een internationaal, feest. Men heeft vreemde ge leerden uilgenoodigd daarbij tegenwoordig te zijn, maar hel feest wordt niet aan hen en niet voor hen gegeven. De aanwezigheid van stel het getal uiterst hoog een honderdtal vreemdelingen maakt van een nationaal feest geen internationaal. Hel latijn, trouwens, is zelfs niet meer wat het vroeger was, de inter nationale taal der geleerden. Engeland misschien uitgezonderd, is het, zelfs voor de geleerden, eene doode taal geworden, eene taal die men, voor enkele vakken, noodig heeft te leeren om de fontcs, b. v. van het romein- sche regt, te kunnen naslaan, maar die als spreektaal en schrijftaal niet meer beoefend en, behalve door de docenten er in, niet dan moeijelijk en gebrekkig verstaan wordt. De N. R. C. schijnt alleen gelet te willen hebben op het kleine troepje geleerden uit het buitenland, dat ons nationaal feest komt bijwonen. Ware het niet rationeler, vooral te letten op de massa der genoodigden? Negen tienden van de genoodigden kunnen zelfs niet ondersteld worden latijn te verstaan. Is het b-leefd, is het welvoegelijkdeze geheel te ignoreren? eerst hen uit te noodigen en dan hen te onthalen op eene redevoering, waaraan zij juist evenveel hebben alsof die in het russisch of het chineesch uitgesproken ware? Van het resterend één tiende, dat ondersteld wordt latijn te verstaanzijn stellig weder negen tienden die het (zoo zij het ooit verstaan hebben) vergeten hebben en, voor zoo ver de vreemdelingen be treft die het niet verstaan zoo als het door ons Hollanders uitgesproki n wordt. De N. R. C. zegt wel apodictisch, dat moet worden gesproken //in //de taal die allen verslaan, in de taal van de republiek der letteren", maar deze stoute, door de ondervinding gelogenstrafte, verzekering, dat zij allen het gesproken latijn verstaan, baat niets aan hen die het toch niet verstaan. Die algemeene bekendheid met en het algemeen verstaan van het latijnis eene loutere fictie geworden, en er is niets //onbeleefds",niets //onwellevends" in, (de N. R. C. heeft geen gebrek aan groote woorden, gelijk men ziet.) de gasten niet te onthalen op eene voor hen onverstaanbare taal, uitgaande van de fictie dat zij het verstaan, of althans gerekend worden het te moe ten verstaan. Erkent men dat het latijn eene verouderde, ook voor de wetenschap doode en voor spreektaal geheel onbruikbare taal is geworden, dan was er geene keus meer, en sprak het van zelf dat men deed, wat men elders, in DuilsclilandFrankrijk enz. doet, en de landstaal bezigde, de taal die, op misschien een honderdtal na, alle genoodigden tot hel nalionale feest ver staan. Het zou eene laffe gedienstigheid jegens de vreemdelingen geweest zijn, wanneer men, om het driehonderdjarig bestaan te vieren van onze oudste hoogeschool, zoo innig met onze nationaliteit verbonden, zich van eene moderne taal bediend had. Het alternatief was: óf latijn, óf hollandsch. Al verslonden deze honderd uitgenoodigden inderdaad latijn en al verstonden zij het in de hollandsche uitspraak, dan nog zouden deze 100 niet meer gewigt in de schaal kunnen leggen dan de meer dan 1000 die het volstrekt niet verstaan. Dat de Hollanders, wannéér zij het nationale feest hunner oude, roemrijke hoogeschool vieren, het in het hollandsch, in de taal van het land en het volk vieren, zal hun, in de oogen van verstandige vreem delingen, wel tot eer maar niet lot schande strekken. Fier te zijn op zijne nationaliteit en haar te handhaven waar het pas heeft slaat goed aan kleine volken zoowel als aan groote, en men behoort daarom den akademischen Senaat dankbaar te zijn voor zijn flink besluit, om op een uitsluitend hol landsch feest zich de taal van zijn land niet te schamen. Q. N. Burgerlijke Van 14 tot cn met SO Januarij 188?. BEVALLEN A. J. C. Schouten, geb. Duchaltel, D. A. M. Lombert, geb. Bieg- straaten, D. S. Roosendaal, geb. du Mortier, D. G. van den Nieuwendijk, geb. Oudshoorn, Z. M. Nieboer, geb. Verver, D. M. Wallaart, geb. van Leeuwen, D. A. M. de Vink, geb. Stiva, D. M. A. Heuzen, geb. van der Linden, Z. M. Verboom, geb. Laven, D. W. J. de Graaf, geb. Gerïenaar, D. M. Blans- jaar, geb. Teljeur, Z. J. Nieuwenburg, geb. Bekooy, Z. A. Verbrugge, geb. de Graaf, D. H. E. Hakkaart, geb. Hoefnagel, D.I. C. van der Zeeuw, geb. All, Z. J. Montague, geb. Sloos, Z. J. VVeygers, geb. Satter, 1). M. J. J. van Vliet, geb. Boom, D. - - M. C. Verplancke, geb. Ouwerkerk. Z. J. W. Vroom, geb. Cornelisse, Z. L. Singerling, geb. van der Meer, D. J. B. van der Iley- den. geb. Lasschuit, Z. G. Slakenburg, geb. Pieket, Z. J. Oostenrijk, geb. Sprokrief, Z. C. de la Rie, geb. Sinteur, Z. E. van der Waals, geb. Lugtig- hcid, Z. T. C. W. Roukens, geb. van der Does de Bye, D. J. A. Boon, geb. Fortrie. Z. J. E. van Biezen, geb. Geytenbeek, Z. J. van Weerlee, geb. Hen- sen, Z. M. J. van Es, geb. Planje, Z. G. Braxhovcn, geb. Lepelaar, D. M. Arnoldus. geb. van der Wallc, Z. C. Planjer, geb. Klinkenberg, D. C. van den Berg, geb. Koreman, Z. L. Oudshoorn, geb. Pillekers, Z. P. van der Kloot, geb. Rijnsburger. Z. M. II. Heinrich, geb. Justman, Z. OVERLEDEN: W. Iluner, Z., 2 m. D. Guley, 52 j. W. Nolet, geb. Rijgers- veer, D. levcnl. S. de Winter, geb. Roos, 25 j. L, Vunderink, Z1 m. II. Weckwert, geb. Luyken, Z. Ievenl. J. Goedee, Z., 20 j. E. C. M. Meijer, Z., lij. - E. W. T. Leune, D., 2 m. II. Rijgersveer, D„ 2 m. G. Carton, geb. Wallaard, 50 j. G. C. Sanders, Z., 2 j. .1. Nieuwenbuizen, geb. Zaalberg, D. Ievenl. P. II. J. Kettenis, Z., 14 d. C. Gonzaal, 67 j. G. Overdijk, D„ 3m. W. F. Koppeschaar, 78 j. J. N. Tcgelaar, Z., 3 m. T. B. Bekkering, Z., 30j.— J. de Vrind, wedc. J. Bey. 84 j. J. Teskc. Z., 20 m. J. J. van Rooy, D.,27j. J. Nieuwenhuyzen, geb. Arbon, 64 j. J. Loeber, 74 j. A. C. II. Lambert, D., 6 d. C. Hartveld, Z., 20 j. N. Stouten, Z., 2 j. A. de Leur, 59 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 3