LEIDSCfflE
COURANT.
H°. 10.
1875.
WOENSDAG 13 J A NU A RIJ.
STADS-BER 1CHTEN.
MNNENLAN DSCIIE BEIUGTE N
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50;
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad t 3.35franco p. p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk ts verkrijgbaar voor 2.50
'8jaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents,
De prijs der Advertent iën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 7 der Algemeene Polilie-Vcrordening, vastgesteld den 24sUn
October 1867;
Doen te weten, dat door hen, ingevolge Art. 6 dier verordening, is be
noemd lot Raad der gebuurte N°. 12 of N°. 4 van Wijk IV de HeerPIETER
JACOB GROEN AJz., in plaats van den Heer C. C. van Rusbekgbn, die uit
de Gemeente vertrokken is.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 11 Januarij 1875. E. KIST, Secretaris.
LEfDEN, 12 Januarij.
Bij kon. besluit van 9 Januarij 11. is benoemd tot lid van de commissie
van administratie over de gevangenissen te Leiden de heer J. J. Krantz,
fabrikant aldaar, en het vice-praesidium der genoemde commissie opgedragen
aan het lid mr. J. van Outeren.
De typographische vereeniging Lourens Jansz. Coster alhier vierde
gisteren avond naar gewoonte haar jaarleest in de stads-gehoorzaal dat
ook nu weder werd vereerd met de tegenwoordigheid van haren bescherm
heer. den heer burgemeester, eenige bh. patroons en donateurs; welk blijk
van belangstelling door de leden steeds op hoogen prijs wordt gesteld. Na
het houden van een feestelijken optogt door de zaal, onder het spelen van eenen
feestmarsch, gecomponeerd door den heer A Grentzius, opende de voorzitter
de bijeenkomst met eene korte toespraak, waarin hij het doel en de werking der
vereeniging schetste en wat betreft het afgeloopen jaar met voldoening weesop
hetgeen de vereeniging, met andere, had verrigt lof opluistering van het in
October II. alhier gehouden jubelfeest. Voorde ondersteuning, die de veree
niging steeds mogt ondervinden, bragt hij hartelijk dank en beval haar bij
voortduring in aller belangstelling aan. Uit het daarop door den secretaris
uitgebragt verslag bleek verder in bijzonderheden hoezeer de vereeniging
voor velen bij ziekte of overlijden lot steun was geweest.
Nadat vervolgens door de leden een welkomstgroet was gezongen en de
muziek eene feest-ouverture had ten gehoore gebragt, had de opvoering
plaats van twee tooneelstukjes: De eerste huwelijksweek of de adelijke
klompenmaker, blijspel in 2 bedrijven, van A. Ruyseh, en Een uurtje in
eene dorpsschool, blijspel in 1 bedrijf, van J. Dekker Cz. De uilvoer
ders, negen leden der vereeniging, welwillend bijgestaan door drie jongejuf-
vrouwen, kweten zich zeer goed van hunne taak en mogtea wegens
hun spel de algemeene goedkeuring wegdragen. Ook het jeugdige volkje
in de dorpsschool hield zich uitmuntend. Voor de uitvoering van het
tweede stuk werd door het lid W. J. de Rooy op verdienstelijke wijze ge
zongen het bekende /'Mijn land," woorden van G. B. Lalleman, muziek van
Joh. J. Eggers. Ook hem viel eene wel verdiende toejuiching ten deel.
Na den afloop der tooneelvoorslelling was zang en dans aan de orde,
waaronder men nog enkele uren bijeen bleef. Het gcheele feest kenmerkte
zich door broederlijke eensgezindheid, zoodat velen er nog met eene aange
name herinnering op zullen terugzien.
De gewone dienst op den staatsspoorweg tusschen Dordrecht en Rot
terdam is hervat.
Het door de regering toegezegde wets-ontwerp houdende herziening
der wet op de nationale militie is, naar men verneemt, aan den raad van
state toegezonden.
Naar wij vernemen, meldt de N. R. C., zal binnenkort eene nieuwe
ljjn van stoomschepen onder Engelsche vlag tusschen Rotterdam en Java
via het Suez-kanaal in werking komen. De daarvoor in aanbouw zijnde
schepen naderen hunne voltooijing; omstreeks Maart zal de geregelde vaart
daarmede geopend worden.
Door het kiescollegie der Ned. herv. gemeente te Amsterdam is, ter
vervulling der bestaande vacature, ontstaan door het emeritaat van ds. Pos
thumus Mcyes, het volgende drietal gevormd, dd. Brummelkamp, te Vecnen-
daal; van der Flier, te Delft; de Hartog, te Rotterdam.
De Schiedamsche vereeniging "Aeschylus" heeft een wedslrijd van voor
dragten uitgeschreven en ter deelneming uitgenoodigd alle beoefenaren der
uiterlijke welsprekendheid in Nederland. De wedstrjjd zal plaats hebben
op Woensdag den 3df0 Februarij 1875, des avonds ten 7% ure, in hel ge
bouw "Musis Sacrum" te Schiedam. Er zullen vier medailles worden uit
gereikt, twee voor ernstige en twee voor luimige voordragten.
Men schrijft ons uit Stolwijk: Den 9den dezer vierde de vereeniging: "Door
Inspanning Uilspanning" alhier haar zilveren jubilé. In het rijk versierde school
lokaal kwamen des avonds de leden met hunne dames bijeen. De heer J.T.Kroon
oud-president en oprigter dier vereeniging, hield eene feestrede, die ieders
aandacht ten zeerste boeide. Het overige van den avond ging voorbij in
gepaste vrolijkheid. Laat in den nacht was het, toen men scheidde en ieder
hoogst voldaan de plek verlietwaar men zoo genoegelijk was bijeen geweest.
Te Wageninger. had Zondag 11. een treurig ongeluk plaats. Twee
knapen hadden de onvoorzigtigheidzich op het ijs der stadsgracht te wagen.
Zij zakten er spoedig doorheen en zouden waarschijnlijk verdronken zijn,
toen een jongeling van circa 18 jaren hun ter hulp snelde. Doch ook deze
verdween in de diepte. De broeder van dezen laatste, oud 20 jaar, het
gevaar ziende, waarin de drie drenkelingen zich bevonden, begaf zich ook
op het ijs, om ten minste zijnen broeder te redden; maar ook hij verdween
in het water. Onderiusschen had e'én der twee knapen het geluk, den wal
te bereiken en kwam er nieuwe hulp opdagen. Twee andere personen
begaven zich te water en haalden met eigen levensgevaar de drie ongeluk-
kjgen op het drooge. De beide broèders, die het eerst als redders waren
o-getreden, waren echter reeds lijken. De ongelukkige ouders, die uit
de kerk tehuis kwamen, vonden hunne zonen, die voor een groot deel den
kost voor hen verdiendenlevenloos weder.
De groote boerenplaats van den heer E. Huisman, te Helium (pfov.
Groningen), is afgebrand. Behalve de hoeveelheid granen, hooi en slroo,
zijn 33 stuks hoornvee, 11 paarden en 2 varkens in de vlammen Omge
komen.
In het journaal van den militairen en civilen bevelhebber in Atchin,
loopende tot 14 November II.komt o. a. het volgende voor: Op 7 Novem
ber, des morgens om 4 uur, rukte van Kotta-Radja eene lcolonne uit, be
staande uit de regter en linker halve 3de bataillons infanterie, drie sectiën
mineurs en sappeurs en twee officieren van gezondheid, met het benoodigde
ambulance-personeel en materieel, om te trachten Lemboeh te nemen en
twee a drie punten aldaar te bezetten. De luitenant-kolonel A. J. Diepen-
broek commandeerde de colonne, de majoor II. E. L. Prins den hoofdlroep,
de kapitein G. A. II. van Steenvelt de voorhoede, terwijl de militaire,
tevens civile bevelhebber de leiding der operatie op zich genomen had. De
intanlerie werd verdeeld in vijf compagnies-colonnes en bij Langkroek-west
werd stelling genomen, om met vier compagnies-colonnes in linie, de drie
sectiën kanons geplaatst in de intervalles van ruim 100 pas, vooruit te
tukken, terwijl de vijfde dier colonnes als reserve op 300 pas achter deze
linie plaats nam, waarbij ook de ambulance gevoegd werd. Bjj het avance
ren dezer linie tegen Lemboeh werd uit Pinang, Lo-ek en van de heuvel-
benting veel geschoten, maar de projectilen bereikten haar niet; nit de in
den noorderrand van Lemboeh aan den Pedirdijk gelegen Renting werd
nagenoeg niet gevuurd. Zonder een schot te doen bereikten de troepen den
door bamboedoerie-stokken zwaar versperden kampongrand, en zoo spoedig
mogelijk drong de infanterie in de kampong binnen, waar een paar ben-
tings verlaten gevonden werden. De voorhoede, welke thans de regter
colonne vormde en met eene sectie kanons aan de westzijde van den Pedir
dijk was geplaatst, kwam hel eerst met den vijand in actie en nam na
een scherp gevecht de Renting te Berouw; vervolgens werden de overige
langs den dijk aangelegde, goed versterkte en van blinderingen voorziene
bentings genomen; de vijand hield goed stand, maar werd toch genoodzaakt
zijne stellingen te verlaten. Vooral de aan de zuidzijde van den Pedir-dijk gelegen
benting werd met woede verdedigd. De vijand trok in zijne vlugt de Atchin-rivier
over en hield aan den linker oever stand in eene benting, binnen Lampoe-Idjoe
gelegen. Binnen en om de veroverde versterkingen werden een veertigtal
gesneuvelde vijanden gevonden, terwijl bij het doorwaden der rivier nog
ongeveer twintig hunner werden nedergeschoten. Van onze zijde kregen
wij aan gesneuvelden 1 officiersbediende en aan gewonden den luit.-kolonel
A. J. Diepenbroek en 17 mindere militairen (waaronder 4 zwaar), alsmede
2 dwangarbeiders. De colonne rukte nu oostwaarts in de kampong in,
welke geheel verlaten was. Voorloopig werden drie punten bezet, te welen:
de aan de rivier gelegen benting, de benting te Berouw en eene benting,