gedeelte van kampong Blalaijoe en een deel van kampong Wadjo is in de asch gelegd, is vermoedelijk ontstaan door het inslaan van den bliksem in een bamboezen huis: althans nadat ten 1 ure 's nachts zulk een felle storm was losgebroken dat alle praauwen van wal moesten steken en zelfs de schepen maatregelen moesten nemen om niet van hunne ankers te slaan, werd ten half twee ure van de schepen een bliksemstraal waargenomen, die in kampong Wadjo moet zijn neergeslagen, en ook inlanders beweren omtrent dien tijd een vuurstraal in het bamboezen huis van eene iniandsche vrouw te hebben zien inslaan: terwijl er geene bewijzen gevonden zijn, dat de brand aan kwaadwilligheid of onvoorzigtigheid toe te schrijven zou zijn. Door den hevigen wind, die de vlammen naar het zuiden joeg en als het ware een vuurregen over Makasser deed nederstorten, had de brand in weinig tijds zulk eene uitbreiding verkregendat de van alle kanten toe snellende brandspuiten weinig meer tot onderdrukking van het vuur vermogten en zich zelfs van de plaats, waar zij post gevat hadden, moesten terugtrekken. Reeds warenniettegenstaande de ijverige pogingen der schutterij die de spuiten bediende, eenige honderden bamboezen- en ettelijke stccnen huizen verbranden liet het zich aanzien dat het geheele Chinesche kamp met al de daarin aanwezige Europesche handelskantoren en pakhuizen eene prooi der vlammen zou wordentoen gelukkig met het aanbreken van den dag de wind begon te bedaren. Op datzelfde oogenblik kwam ook de militaire kommandant (die niet vroeger het fort had durven verlaten, omdat ook daar bamboezen gebouwen aanwezig zijn) met de beschikbare manschap pen en eene pomp op het terrein aan, waardoor het mogelijk werd den brand, die reeds in liet Chinesche kamp was doorgedrongen, krachtdadiger te bestrijden, dan tot dus verre had kunnen geschieden. Tegen 10 ure des morgens konden de troepen aftrekkenomdat het grootste gevaar geweken was; maar de stadsbrandspuiten moesten dien dag en den daarop volgenden nacht bij tusschenpoozen nog doorwerkendewijl in twee huizen aan den ingang van het Chinesche kamp eene menigte brandbare stoffen, als rotting, koffijlijnwaden en was, nog smeulden en er bij het geringste windje de vlammen weder uitsloegen. Zelfs duurde liet tot den 7dt0 November, eer men met zekerheid kon zeggen dat het vuur overal uitgedoofd was en de brandspuiten konden gemist worden. Met uilzondering van eene vrouw, die niet meer uit haar brandend huis te redden was en met den vloer in het daaronder vlammende vuur viel en omkw amheeft men geene menschenlevens te betreurenintusschen be kwamen verscheiden personen brandwonden. Het getal der afgebrande bamboezen huizen bedraagt 717, dat der geheel of gedeeltelijk vernielde huizen 57, zoodat in het geheel 774 huizen geheel of gedeeltelijk verbrand zijn. De schade, ten gevolge van dezen brand aan huizen, goederen enz. ge leden, wordt opgegeven te bedragen 1,288,335. Aau de huisgezinnendie door den brand hunne woniHgen hebben ver loren, zijn plaatsen aangewezen waar zij bamboezen woningen kunnen opslaan. Ook in de v: rdere ten gevolge van de ramp ontstane behoeften wordt zoo veel en zoo spoedig mogelijk voorzien. 's GRAVENHAGE, 11 Januarij. Z. M. heeft vergunning verleend aan den generaal-majoor-tilulair? van het leger in Nederl. Indie J. C. J. Smits, kommandant van het koloniaal militair invalidenhuis op Bronbeek, lot het dragen der versierselen van kom manden!' der orde van de Roos, hem toegekend door den keizer van Brazilië, en aan den Oosl-Indischen ambtenaar J. II. Roduner, laatstelijk hoofdonder wijzer aan de openbare lagere school te Ternate, thans met verlof hier te lande, tot het aannemen der onderscheidingsteekencn van ridder 2a« klasse van de hertogelijke Saksische Ernestinische Huisorde, hem door den hertog van Saksen Cobuig-Gotha geschonken. Bij kon. besluit van 8 Jan. is de heer mr. J. W. van Lansbcrge eervol teruggeroepen als Zr. Ms. buitengewoon gezant en gevolmagtigd minister bij het hol van Belg ie, onder dankbetuiging voor de diensten door hem in die betrekking bewezen. Door Z. M. is aan den heer jhr. mr. F. van Panhuys, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als substituut-officier van justitie bij de arrond.- regtbank te Appingedam, en is benoemd lot substituut-officier van justitie hij de arrond.-regtbank te Appingedam de heer mr. F. G. II. Reitsma, advo caat en commies bij de provinciale griffie te Groningen. A~an den heer P. van Leeuwen is vergund zijne notariële standplaats over te brengen van Schoorldam naar Alkmaarvoorts zijn benoemd tot notaris te Schoorldam de heer A. Vonk, candidaat-notaris te Alkmaar, en te Oterleek de heer J. van der Tang, candidaat-notaris te Zuidscharwoude. Bij beschikking van den minister van koloniën is de hulponderwijzer J. Julius gesteid ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl.- Indie, om te worden benoemd tot onderwijzer 3dc klasse voor de dienst daar te lande. De ministers van justitie, van financiën en van oorlog zullen in deze week geen gehoor verleencn. De minister van binnenlandsche zaken heeft het werk van de draai brug te Amsterdam, waarvan den J04c" December 11. de aanbesteding plaats had, gegund aan de firma D. A. Schretlen en C°. te Leiden voor 13908. Het minste was ingeschreven voor ƒ11761 door eene Belgische firma. Burg. en weth. hebben bepaald dat de heer Valois de concessie voor 1 de exploitatie van den Hollandschen schouwburg hier ter stede voor j 1875—70 slechts zal kunnen verkrijgen, indien bij een volledig looneelge- zclschap zal hebben zamengesleid. liet tablcaü van het gezelschap moet worden opgemaakt in overleg met de heeren dr. M. P. Lindo en mr. A. M. Blaas Geesteramis, bestuursleden der Ilaagsche afdeeling van het tooneel- verbond. Op de begraafplaats Eik en Duinen is heden het stoffelijk overschot van wijlen ds. van den Broek ten grave gebragt. Door d». Bioll werd eene treffende toespraak bij hel gral gehouden. Nog nooit zag men op dezen doodenakker eene zoo talrijke schaar zamengevloeid als bij deze treurige plegtigheid. BUIT EN LAN DSC HE BED! GTE N K €i EGA KT B. LONDEN. 10 Jannarij. Door lord Derby is afwijzend beschikt op het verlangen van den heer W. W. Mundy, dat Engeland van de Chinesche regering schadevergoeding zal eischen voor de hem tcegebragte wondendie hem voor goed voor een werkzaam leven ongeschikt maken. De heer Blundy ontving die wonden in een gevecht tegen Chinesche zeeroovers, die den 22 Aug. jl. op de Canton-rivier een kleine stoomboot, met een gemengde bemanning en onder bevel van een Amerikaanscheh kapitein, aanvielen. Allen die trachtten het vaartuig te verdedigen werden vermoord of zwaar gewond en de boot geplunderd. Lord Derby grondt zijn weigering tot interventie op het feit dat de Chinesche regering sedert alles gedaan heelt wat zij kon om de schuldigen op te sporen en te straffen. Daardoor is zij haar verpligting als bevriende mogendheid voldoende nagekomen. Op den Grooten Westgr-spoorweg, dezelfde maatschappij op wier lijn het ongeluk te Sheplon voorviel, ontsnapten de reizigers aan een groot ge vaar. De middensle raderen van een stel waggons liepen uit het spoor, ongeveer 12 el van een moeras, dat veertig voet onder de spoorlijn lag. Het was ongeveer half zeven en alzoo donker. De reizigers verschaften licht door nieuwsbladen in vlam te steken en ontdekten dat een op de lijn verdwaald rund aan stukken gereden was. Volgens berigten uit de Vercenigde Staten heeft er nabij Washington eene botsing tusschcn twee sneltreinen plaats gehad, gevolgd door brand, waarbij de postpakketten en een aantal banknoten, ter waarde van 700,000 dollarsverbrand zijn. F It A V H li IJ Et. In verschillende kringen acht men de optreding van een kabinet, met den heer de Broglie aan het hoofd, de meest waarschijnlijke oplossing van de tegenwoordige crisis. Van den tegenwoordigen minister van financiën is thans een overzigt van 's lands financiën in het officiële blad verschenen. Daarin wordt opge geven dat de uitgaven voor den oorlog van 1870 bedragen 9886 millioen, waardoor eene verhooging op de begrooting van uitgaven van 775 millioen werd veroorzaakt. Daar echter tegenover dez»? laatste som slechts eene verhooging der ontvangsten ten bedrage van 719 millioen stond, moesten de hulpbronnen vermeerderd worden, ten einde dit tekort te dekken. Ilct overzigt meldt, dat het werkelijke tekort op de begrooting var. 1872 166 millioen beloopt, dat van 1873 209 millioen en dat van 1874 52 millioen. Het budget van 1875 sluit met een tekort van 24 millioen in plaats van 64 millioen, omdat bij de betalingen aan de bank van Frankrijk 40 millioen wegvallen. Voorts worden voor het budget van 1876 de ontvangsten op 2528 millioen en de uitgaven op 2616 millioen geraamd, derhalve een tekort van ca. 88% millioen. De minister verklaart, uil aanmerking van den be kenden tegenzin der nationale vergadering in het opleggen van nieuwe belastingen, dat hij trachten zal de verhooging der ontvangsten te vinden in eene betere verdeeling der beslaande belastingen. Er worden verscheidene verbeteringen bij de heffing der indirecte belastingen medegedeeld; zij heb ben vooral betrekking op de concessiën aan de wijnhandelaars, op de ver- valsching van wijnen en op het bedrijf van distilleerderij, raffinaderij en brouwerij. De minister ziet daarvan eene hoogere ontvangst van 42% millioen te gemoet; evenzoo verwacht hij van de inschrijvingskosten een hoogere opbrengst van 24% millioen, bij de douane van 17 millioen, en bij de directe belastingen van 8% millioen, in het geheel derhalve 93 millioen meer. Het bedrag der vlottende schuld wordt op 840 millioen aangegeven. De minister van builenlandsche zaken heeft op het bureau der kamer de diplomatieke stukken nedergelegd, die Frankrijk met den onderkoning van Egypte gewisseld heeft aangaande het nieuwe regtswezen in dat land. Bij de overeenkomst, die ten gevolge dier onderhandeling is gesloten, is bepaald dat de jurisdictie der Fransche consuls over de Fransche onderdanen in Egypte voorloopig voor vijf jaren in stand zal blijven. In dien tusschen- tijd zal men lot eene meer doortastende regterlijke hervorming zien te gera ken. Deze overeenkomst is den l0din November geteekend. De heer Cazeattx. de Bonapartistische candidaat, die in de Ilaules- Pyrcne'es bij de eerste stemming de meeste stemmen heeft bekomen, heeft eene nieuwe circulaire tot de kiezers gerigt. Hij verklaart het gezag van Blac Malton te willen handhaven en hem de middelen te willen verschaffen, om de eeuwige vijanden van den eigendom, van het familieleven, van de godsdienst in toom te houden. De heer Alicol heeft insgelijks eene nieuwe circulaire uitgevaardigd. Mijn programma, zegt hij tot de kiezers, is ook het uwe: mijn programma is verzoening lusschen alle ware Franschcn die het algemeen belang boven het partij-belang stellen; handhaving van het gouvernement van den beroemden maarschalk; bevestiging van zijn gezag; vaststelling der constitulioneele wetten. De inwijding der nieuwe opera te Parijs geeft aan den heer Lemoinoe Journdes Déb.) aanleiding tot de volgende opmerking: Welken indruk zal de lord-mayor van Londen van Parijs en zijne zonderlinge inwoners medenemen? Naast deze opera, Babyion cn Ninive waardig, zal hij de zwart geblakerde muren der Tuileriën en van het stadhuis hebben opgemi rkt. Wij zingen en dansen op vulkanen. Men geloove niet, dat de feestviering, de galavoorstelling van üingsdag, ons in de oogen der wereld bijzonder tot eer strekt. In de lijden, waarin wij leven, na de kastijdingen en dc schrik kelijke lessen, welke ons hebben neergebogen en waaronder nog, ik weet niet hoevele, geslachten zullen gebukt gaan, welk eene bittere spotternij is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1875 | | pagina 2