den lieer Gnizol verleend, zijn Ihans door de erfgenamen van Gnizot aan de Spaansche regering teruggezonden, liet collier, dat hij ontvangen had was dat, hetwelk Philips II had gedragen. U I T 9 C 18 X M I». Het voorstel der regeringom aan Sleeswijk-Holslein eene som van 1.200,000 m. te verleenen tot dekking der schade gedurende den oorlog van 1864 geleden, is door de provinciale landdag met 45 tegeii 10 stemmen verworpen. De IVordd. Allg. Zeil. berigt, dat het openb. min. in appèl zal komen tegen bet vonnis-von Arnimomdat volgens de overwegingen dier uitspraak een lak van de openbare dienst, en wel de diplomatieke, niet door de strafwet zou beschermd worden. Kardinaal von Simor, primaat van Hongarije, heeft den hoogleeraar Hattala, van de universiteit te Pesih, geëxcommuniceerd, wijl de professor weigerde hel leerstuk aangaande de Pauselijke onfeilbaarheid aan te nemen. OOST-I IV I9IE. BATAVIA, 21 November. De regering ontving van den militairen tevens civielen bevelhebber te Atchin het volgende telegram: Luitenant F. A. Begemann 6 dezer alhier overleden. Den 7den dezer zeven versterkingen in kampong Berauw en West- Lemboch genomendrie punten bezet, [lierdoor is de gcheele Pedir-dijk in ons bezit, Van ons gesneuveld een ofliciersbediende. Gewondoverste Die- penbrock aan linkerarm, zeventien militairen, waaronder vier zwaar, en twee dwangarbeiders. De vijand vluglte met achterlating van circa veertig dooden en drie gewonden. Een twintigtal vijanden sneuvelde bovendien bij vlugt over de Alchin-rivier. De gezondheidstoestand is onveranderd. Dit berigt werd later van regeringswege aangevuld met de mededeeling, dat in genoemde kampongs gevonden werden vier stukken geschuteen groote voorraad ammunitie voor klein geweer en eenige iillakogels. De chef over de geneeskundige dienst rapporteert, dat bij de op 11 October onder behandeling gebleven lijders, ten getale van 453, waarbij met cholera 2, zijn bijgekomen 365. waarbij met cholera 3, te zanten 768. Hiervan herstelden 149, werden geëvacueerd 92 en overleden 30, waarbij aan cholera 2, zoodat op 21 October onder behandeling bleven 497, waarbij aan cholera 3. Onder de overledenen komen voor 18 niet-militairen. De gezondheidstoestand is nog weinig veranderd; dagelijks komen kwaadaardige koortsen voor. De Baton Mackatj is den l7d'B dezer te I'adang van Atchin aangeko men. Aan boord bevonden zich majoor Phafl, (tie overgeplaatst is; verder de luilt. d'Arnaud Gerkens, Tengbergen, van Vuuren, van Veen, Doreman, de luit.-kwartiermeester Soeters. 12 onderofficieren. 133 militairen, vrouwen en koeliesallen geëvacueerden. Omstreeks 30 dezer zal uit Willem I naar Atchin worden gedirigeerd eene batterij artillerie. Door den gouverneur-generaal van Ned.-lndië zijn de volgende beschik kingen genomen: Civiel departement. Verleend; een tweejarig verlof naar Europa, aan den leeraar voor de beginselen der Fransehc, Engelsche en Iloogduitsche talen aan het gymnasium Willem III te Batavia II. Meyll; aan den opzigler 3e kl. bij den waterstaat A. Esinkaan den controleur le kl. bij het biri- nenl. bestuur op de bezittingen builen Java en Madura G. N. Buyn. Ont slagen: op verzoek, eervol, de klerk bij de in- en uitvoerregten en accijnsen te Batavia C. Willems; de hoofdcommies bij het depart, der burgert, openb. werken J. G. Altheer; de koffij-inkooppakhuism. te Poerwodadi (Passoe- roern) 0 W. Donp; de benoemde klerk ter algem. secretarie C. Meelhuyzen; de gewezen klerk ter griffie van de regtbank van omgang in de 2e afd. op Java J. Havinga; de commies ter controle bij de in- en uitvoerregten en accijnsen J. J. Westerkamp. Ingetrokken: hel aan den opzigter 2e kl. bij den waterstaat A. G. de Fisser verleend tweejarig verlof naar Nederland. Benoemd: lot adjunct-controleur bij de in- en uitvoerregten en accijnsen te Soerabaija, F. D. W. Krill holler, thans belast met de waarneming dier be trekking; bij den waterstaat en 'slands burg. openb. werken: lot opzigler le kl.de opzigters 2' kl. A. V. de Calonne, A. G. de Fisser en J. W. Vol- mering; tot opzigter 2" kl., de ambtenaar op wachtgeld H. A. von Neid- schulz, en de opzigter 3e kl. P. de Schrijver en L. P. F. Mafficioli del Uas- telletlo; tot verificateur 5' kl. bij de in- cn uitvoerregten en accijnsen, de gewezen adelborst lc kl. bij de Kon. Ned. marine A. D de Bergh: tot op zigter 3f kt. bij den waterstaat, de gewezen commies op het voorna, bureau van den eerstaanwezend ingenieur chef der 3' waterstaatsafd. C. E. de Jon ker; tot predikant bij de prol. gemeente te Pontianak, de benoemde predi kant bij de prot. gemeente in Ned. Indie P. Heyting: tot commies-arch, op het bureau van hel mijnwezen, de 3e commies bij bet depart, van onder wijs, ccredienst en nijverheid II. G. Fisser, tot 3ltD commies bij het depart, van onderwijs, ceredieust en nijverheid, de klerk C. Been. Departement can oorlog. Verleend: een tweejarig verlof naar Neder land. aan den kapt. der inf. W. J. Vervloet, aan den officier van gezondh. 1* kl. W. J. J. Zuur. Ingetrokken: het aan den 2t0 luit. der inf. P. M. Dusser de Barennc verleend tweejarig verlof naar Nederland. Vergund: op verzoekom naar Nederland terug te kecrenaan den voor den tijd van twee jaren van het ieger aldaar bij dat in Ncd. Indic gedet. I'D luit. der inf. G. 11. Aalders. Bevorderd: tot kapt.-kwartierm. bij de mil. administr. de ie luit-kwartierm. W. Ilorsch; bij het wapen der inf.: tot luit.-kolonel, de uiajoors II. J. van Lilh, thans mei verlof in Nederland, en C. B. van Deulekom; tol kapt., de le luit. J. W. Marckerl.. Departement van marine. Ontslagen, eervol, de le commies bij het I depart, der marine D. J. Bonte. Benoemd: tot lrD stuurman, de 2' stuur man P. L. Soeters; tot 2dt» gezagvoerder, de op zijn verzoek uit Z' M' zee dienst ontslagen bootsman J. Hendriks, thans met de waarneming dier be trekking belast. lisfetjBaoïsisEïs. OPEN BRIEF AAN Regenten en Regentessen van liet Heilige Geest of arme wees- en kinderhuis te leiden. Hoog Geachte Regenten en Regentessen! In den loop dezer week zijn aan de huizen der ingezetenen circulaires bezorgd, waarin door U wordt verzocht om contributie» voor Uw weeshuis. Waarschijnlijk zal dat verzoek een gunstig onthaal vinden. Voor de weezen vraagt men zelden te vergeefs. Vergunt mij evenwel U een middel aan de hand te doenwaardoor niet slechts voor het oogenblik Uwe inkomsten kunnen worden vermeerderd, maar waardoor gij op den duur van de belangstelling en ondersleuning der burgerij verzekerd zult blijven. Dat middel bestaat in grootere openbaarheid ten opzichte van alles wat op het weeshuis betrekking heeft. In de debatten, onlangs in den Gemeenteraad gevoerd, is meer dan eens gezegd, dat Uw weeshuis voortreffelijk werd bestuurd. Wij willen het gaarne gelooven, maar, om de waarheid le zeggen, wij, de Leidsche bur gers. wij weten er niets van. Nu en dan hooren wij iets van de buiten wacht over hetgeen er achter de poort van het weeshuis voorvalt, verande ring van personeel, maatregelen over schoolgaan en catechisatie en derge lijke, meer in het oog vallende, bijzonderheden. Wat wij zoo bij toeval vernemen, maakt op ons den indruk, dat er bij het Bestuur een ernstig streven bestaat om de inrichting van het weeshuis en de opvoeding der kinderen te verbeteren. Maar des le meer betreuren wij het. dat wij daar van niet meer weten. Hel zou ons een waar genoegen zijn. als wij van lijd tot tijd van U mochten vernemen, hoe het in bet weeshuis gaat. welke verbeteringen door U zjjn ingevoerd, welke uitkomsten gij door Uwe op voeding hebt verkregen, in één woord, wat gij ons maar wilt mededeelen om ons op de hoogte te brengen van den stand van zaken aldaar. Gelooft vrij, dal de burgers daarvan met de meeste belangstelling kennis zullen nemen, en dat er niets is. wat hen meer zal dringen om Uw bestuur met ruime bijdragen te ondersteunen. Zoudt gij niet kunnen besluiten om jaarlijks een uitvoerig verslag over het weeshuis openbaar te maken? Vraagt gij, wat wij daarin opgenomen zouden willen zien, ik ant woord: van alles, wat de belangstelling van het publiek verdient. Bijv..- antwoord op vragen als deze: wat was het getal Uwer verpleegden, en hoe waren zij naar het verschil van leeftijd verdeeld? welke waren de suppoosten en welk deel van de verpleging was aan ieder van hen toevertrouwd? hoe was de gezondheidstoestand in het gesticht? hoe was de voeding ingericht en wat kostte ieder kind gemiddeld aan onderhoud? hoe was het onderwijs geregeld? hebt gij moeite gehad met de handhaving der orde? wat is Uw stelsel van straffen geweest? in welke ambachten hebt gij de werkjongens geplaatst? wat was Uwe ervaring ten opzichte van de werkbazen? hoe was de arbeid op de naaiwinkels geregeld? hebt gij meisjes in dagdiensten besteed en met welk gevolg? hoeveel verpleegden zijn in het algeloopen jaar ontslagen in welke be trekkingen zijn zij geplaatst? hoe maken zij het daar aanvankelijk? kunt gij ook iets mededeelen over Uwe vroegere verpleegden? of het blijkt, dat zij in staat zijn hun eigen brood te verdienen? ol zij zich goed blijven gedragen? doet gij ook iets om voortdurend met de ontslagen verpleegden in be trekking te blijven? is er gedurende dit jaar ook eenige belangrijke wijziging in de inrich ting van het huis of-in de manier van opvoeding gebracht? lubt gij mogelijk plannen van hervorming, die gij reeds kunt mededeelen? Zietdaar slechts enkele vragen maar zoo zijn er honderd bijzonderhe- 'den, wier bekendmaking algemeen zou worden toegejuicht en met ver hoogde belangstelling in Uw werk zou worden beloond. Daarbij moest deze voorwaarde vastslaan, dal gij evenzeer het ongunstige als het gunstige medc- deeldet. Als het gebouw ongeschikt is, als gij tegenspoed hebt gehad, als niet alle verpleegden goed zijn geslaagd zegt het vrij uit. Niemand zal U daarvan een verwijt maken. Wij herinneren ons de «Arme Marie" van den Heer Tillema nog te goed, dan dat wij zouden verwachten, dal gij van ons weeshuis in een paar jaren een model-weeshuis zoudt hebben gemaakt. Hel zal ons veel meer-vertrouwen geven, wanneer wij zien, dat gij niet blind zijt voor de gebreken van Uw geslicht, dan wanneer wij niets anders van U ontvingen dan algemeenc verzekeringen, dal alles zoo goed gaat, als een mensch het maar wenschen kan. Is er eenig wezenlijk bezwaar tegen het geven van zulk een jaarlijksch verslag aan het publiek? Algemeene gewoonte is het bij de weeshuizen nog niet Juist, bij de weeshuizen nog niet. Dal komt, omdat de wees huizen ome instellingen zijn, die eerst langzaam zich naar de eiscben van den nieuweren tijd beginnen te voegen. In vroeger dagen zou zulk een vraag als de mijne door Regenten als ten hoogste ongepast zijn beschouwd. Nu toch niet meer, hoop ik. Ik hoop het, want mogelijk is er niets wat meer kwaad aan de weeshuizen heelt gedaan dan de majesteit van de Regentenkamer. Maar ik hoop het niet alleen, ik vertrouw het ook, want duidelijk wilt gij. Regenten en Regentessen, vooruit, en dal is met andere woorden, dal gij de belangen van het publiek ouder de oogen van het pu bliek wilt behandelen. Zoo verstaan bel de beste philanthrope!!. Ziet het aan een meester als onzen Heldring. Ilij maakt alles publiek en de versla gen van zijne stichtingen leveren bet afdoend bewijs, hoe dat kan gescliie den zonder dat er ooit aan de kieschheid wordt tekort gedaan. En zeker is het geen gewaagde onderstelling, dat die leerrijke inededeelingen het krachtigst middel zijn om de belangstelling zijner vrienden steeds zoo le vendig te houden. Onbekend maakt onbemind, - ook hier. Hoe meer de burgerij haar weeshuis kent, zooveel te meer hart zal zij daarvoor krijgen en zooveel te liever zal zij daarvoor hare gaven schenken. Nog iets zou ik daarbij willen vragen. Ik zou bij het jaarlijksch verslag ook een overzicht wenschen van de ontvangsten en uitgaven, beschreven naar de verschillende posten waarover zij verdeeld zijn. Dal doen bijna alle liefdadige instellingen, waarom zou ook een weeshuis het niet doen? Voor de controle behoeft het zeker niet. Daarvoor zorgt de gemeenteraad en, al ware dat niet zoo, dan nog zou niemand er aan denken, het daar voor te vragen. Maar weder in het belang van het weeshuis is het te wenschen dat de burgerij door de jaariijkscbe rekening in verband met het verslag overtuigd worde van de noodzakelijkheid om voor bepaalde be hoeften, telkens als het noodig is, bij te springen. Vraagt gij ons een vaste jaarlijksche contributie, dan willen wij die wel geven, en het is zeker ook goed, dat gij vaste inkomsten hebt. waarop gij kunt rekenen, maar gij weet het ook wel, zulk een contributie is eigenlijk een lastpost en men geeft die uit plichtgevoel zonder dat men daardoor liefde krijgt voor de zaak. Kan men daarentegen geven voor een bepaald doel, dan is het geheel anders; dan komt er dadelijk lust om daarvoor hel noodige bijeen te bren gen. Gesteld eens. -- ik weet niet of het zoo is, maar gesteld eens, dat ook bij u, evenals in zoovele weeshuizen, nog de slechte gewoonte be stond om twee kinderen samen in één krib te laten slapen, dan zoudt gij zeiven zeker de eersten zijn om daarin verandering te wenschen, maar waarschijnlijk zouden U de middelen daartoe ontbreken. Wanneer na zulk een dringende behoefte in het verslag werd bekend gemaakt, en het tevens uit de rekening voor ieder duidelijk was, dat de inkomsten alleen de ge; wone uitgaven konden dekken, dan is er geen twijfel aan, of de burgerij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2