PER TELEGRAAF. hetzij afgescheiden van den persoon des maarschalks. Om zoo getrouw mogelijk de loopende geruchten weder te geven, voegen wij hierbij het volgende. Verscheiden zeer invloedrijke leden der uiterste regterzijde heb ben, over 'let hestaan der bedoelde nota ondervraagd zijnde, geantwoord dat dit stuk in hel geheel niet als een manifest mogt beschouwd worden en dat de nota geheel eensluidend was met vele andere, welke door be zoekers van Frohsdorf waren medegebragt. Wat hiervan ook zij, men mag het er thans met zekerheid voor houden dat de constitutionele wetten onder de leden der uiterste regterzijde vinnige tegenstanders zullen vinden. I'rins Napoleon schijnt thans bezield met een feilen haat tegen de ex- keizerin en haren zoon. In zijn orgaan, la Polonté nationaleleest men: De herstelling van het keizerrijk zal, zoo zij dit niet reeds is, veel minder populair, veel meer gehaat worden bij het Fransche volk, dan de herstel ling der monarchie van den graaf van Chambord. Want, zijn beiden gelijk, wal de aanspraken der dynastie, de reactionaire en clericale politiek be leeft, de laatste wordt ten minste gerepresenteerd door een man die zijn verloren zaak verdedigt met een adel en eerlijkheid, welke zekeren eerbied verdienen, terwijl de eerste vertegenwoordigd wordt door mannen, die door bnn geweld, hun onmaglige bedreigingen, hun oproerige bewegingen, niets dan de publieke verachting verdienen. De lessen aan de geneeskundige school te Parijs zijn op 1 December weder hervat. Alvorens Parijs te verlaten, heeft de keizerin van Rusland 5000 fr. doen ter hand stellen aan de inrigling tot hel verleenen van onderstand aan de armen te Parijs. Zondag 11. had te Parijs de inwijding plaats der nieuwe protestantsche kerk de l'Eloile, gelegen in de avenue de la Grande Armée, op den hoek der rue Poisson. De predikant Bersier sprak de openingsrede uil. De heer Clément Duvernois heeft hooger beroep aangeteekend legen bet vonnis, dat hem lot twee jaren gevangenisstraf veroordeelt. SPASiJE. De Carlisten hebben den 25en November de veldwacht van het regiment Afrika op de oostelijke helling der hoogte van San Marcial bij Irun over rompeld. De manschappen, ten getale van 25, lagen in eene boerderij in diepen slaap; het gebouw werd door de Carlisten aan alle kanten in brand gestoken en aan de soldaten het ontvlugten belet, zoodat zij allen in de vlammen omkwamen. De 13 nog herkenbare lijken werden door de Carlis ten op gruwelijke wijze verminkt. De beide volgende dagen ondernamen de Carlisten aanvallen op Renteria maar werden telkens met verlies terugge slagen. Den 27en des middags verscheen ook een Carlislisch balaillon voor Fuentarabia, doch zag zich na een hevig gevecht van twee uren tot den terugtogl genoodzaakt. De Carlisten hebDen den 25sleD. zoo ver bekend geworden is, 127 dooden en omstreeks 200 gekwetsten verloren; de bezetting van Irun 41 dooden en 80-tal gekwetsten. Het gevecht was betrekkelijk een der bloedigste in den geheelen oorlog; hel heelt slechts drie uren geduurd, maar werd groo- tendeels man tegen man gevoerd. -• De agent der buitenlandsche bezitters van Spaansche fondsen heeft aan Serrano eene petitie aangeboden, waarin naleving van het contract van 4 April wordt verzocht. nVITSCHLAAD. Dezer dagen heeft de heer von Seebachminister-president van Saksen- Gotha, zijne vijfentwintigjarige ministeriële ambtsbediening herdacht. De hertog had, in overleg met eene commissie uit den landdag, besloten hem eene in aanbouw zijnde villa met daartoe behoorenden domeingrond in vol len eigendom aan te bieden, terwijl een aantal hooge ambtenaren, geeste lijken en dames, uil Gotha en Cobnrg, het geheele gebouw voor gemeen schappelijke rekening zullen meubelercn. LONDEN, 2 December. De Mom. Post meldt in een Berlijnsch telegram dat maarschalk von Roon, minister president en minister van oorlog, ernstig ziek is. Een telegram uit Berlijn van gisteren in de Times houdt in: De Russische Invalide zegt dat Engelsche agenten, o. a. kapitein Napier, Yakub-khan hebben welen te bewegen tot het ondernemen van zijne noodlottige reis." Een telegram uit Konstantinopel van gisteren, ook in de Times, luidt als volgt: »ln antwoord op een officiële aanvrage om audiëntie bij den Sultan voor eene deputatie der evangelische alliantie, heeft de regering ver klaard: dat, naardien hare politiek ten aanzien van de christenen niet ver anderd is, zij niet inziet de noodzakelijkheid van zulk eene zending en dus weigert zulk eene audiëntie toe te zeggen." LONDEN, 2 December. De Times meldt uit Washington van gisteren: «De Maandag a. s. in te dienen boodschap van den president zal inhouden een aandrang tol hervatting van de spcciebetaling, een aanmoediging van den scheepsbouw, een aanbeveling tol het vrij of tegen verlaagde reglen toelaten van vreemde grondstoffen in Amerika. De hervatting der specie betaling zal insgelijks in liet verslag van den sekretaris der schatkist aan bevolen worden." PARIJS, 2 December. De nationale vergadering heeft den heer d'Audif- iret-Pasquier tot vice-president benoemd, met 288 stemmen, tegen 261 die op den heer Rampon waren uitgebragt. BERLIJN, 2 December. Volgens hier ontvangen beriglen uil Madrid zal maarschalk Serrano stellig zich weldra naar het leger begeven. POSEN, 2 December. De deken Kryger, te Siemowo bij Gostyn, is in hechtenis genomen, omdat hij den naatn van den aposlolischen delegaat niet wil noemen. LEIDSCHE SCHOUWBURG. «Die Frinzessin von Trapczunt", komische operette in 3 Aclen. Musik von J. Offenbach. Het is voor onzen schouwburg een slechte week, want was het Maandag avond bij de voorstelling der Haagsche looneellisten leeg, de Princes van Trebizonile, mocht zich over geen grooter toeloop verheugen. Nu, het is er dan ook een Princes naar! Een Princes uit een wassenbeeldenspel! Het libretto dezer operette is de muziek waardig. Van al de üffenbachiaansche opera's, die wij zagen opvoeren: //Orphée'aux enfers", //la Belle Helène" en //la Grande Duchesse" is deze wel de minste. In al die andere opera's is nog iets geestigs; in de //Orphée" wel het meest. De parodie der oude helden en mythologische personaadjes is niet onaardig uitgevallen. Hans Styx de prins van Arcadie, zoowel als de generaal Boum hebben een zekere vermaardheid gekregenmaar wat voor geestigs is er nu bijv. in dien gou verneur van Prins Raphael, dien wij gisteren avond zagen, en die alles twee- of driemaal over moest zeggen; die sprak van iiummli-xhe Unschildals het Himmlische Unschuld moest wezen! Een gezelschap straatkunstenaars zijn de hoofdpersonen en eigenlijk hebben ook bijna al de aardigheden, die ge debiteerd worden, het straat-karakter. Cabriolo, de directeur van het gezel schap kunstenmakers, trekt een adelijk slot uit een loterij en wordt nu een groot heer. Zijn clown, die vroeger lakei is geweest, moet hem de manieren van de groote wereld leeren. De familie kan echter haar vroeger metier maar niet vergeten en amuseert zich op haar landgoed van tijd tot lijd met sterke toereu, zooals borden-balans enz. Het is een rare familie en de Vorst, die bij een jachtpartij het landgoed bezoekt, moet wel denken dat hij in een gekkenhuis komt. Trouwens de man schijnt zelf ook niet frisch te zijn en aan dat euvel gaan allen mank. Als de Vorst klaagt, dat er iets in zijn oog zit, haalt de Baron als handig goochelaar er een groote pluim uit. Het geheele stuk wordt gekruid door allerlei dwaze gesticulaties, het trekken van leelijke gezichten enz., aardigheden die in een paardenspel vol komen op haar plaats zijn. De Vorst blaast bijv. zijn wangen op en dan klopt zijn zoon hem op de ééne wang en de gouverneur op de andere. Zoo iets moet zeker heel geestig zijn! De zoon van den Vorst is verliefd op de dochter van Cabriolo .de zoogenaamde Princes van Trebizonde, en wordt natuurlijk ook met haar vereenigd. In het 3' bedrijf, in het welk de Baron de ridderorde van den zilveren haring om zijn hals krijgt, en den jongen prins met een groote nijptang een kies wordt getrokken, is de historie zoo verward, dat wij er het fijne niet meer van begrepen. De muziek heeft ook niet veel karakteristieks en airs, die in het geheugen blijvenzooals het air van //le sabre" of #le mari de la reine" zal men er te vergeefs in zoeken. Aan de uitvoering willen we gaarne hulde brengen, want waarlijk de artisten hebben van dit product gemaakt, wat zij er van maken konden. Fraulein Syrée was allerliefst als Raphael en zong hare airs uitstekend. De dames DangI, Ney en Mennle, ofschoon niet zulke talentvolle zangeressen, toonden in hare respectieve rollen, dat zij vlugge en geoelende actrices jvaren. Ook de heeren Berger als de vorst, Weiss als de gouverneur, Berla als de directeur van het koordendansersspel en Cornelli als de clown, heb ben ruimschoots medegewerkt om het publiek te amuseeren. Bij zulke opera's moet men van den zang niet veel verwachten, want men kan toch niet eischcn, dat een acteur overal in excelleert! Leiden, 3 December 1874. INGEZONBEN. Mijnheer de Redacteur! Met eenige regelen voor mij in te ruimen in uw alhier zooveel gelezen blad, zoudt gij mij een zeer groot genoegen doen, le meer daar het mij grootelijks verwonderde in het vorig nommer niet een enkel woord te hebben gelezen omtrent eene indrukwekkende plegtigheid, die alhier den 21*'" Decem ber heeft plaats gehad op de begraafplaats aan de Groenesteeg. Ik bedoel de begrafenis van den heer La Rivière, een man die langer dan 25 jaar aan het hoofd had gestaan van het gercf. weeshuis en die zware taak zoo in alle deelen naar behooren heeft vervuld, getuigen de tranen der weezen die de kist begeleidden en op het kerkhof aanwezig waren ten einde den dierbaren overledene de laatste eer te bewijzen, en die zoo schoon en gevoel vol een gezang aanhieven. Schoon, ja zeer schoon waren de woorden van den hoogleeraar Prinsdie in kernachtige taal het leven schetste van den man, wiens stoffelijk overschot aan den schoot der aarde zou worden toe vertrouwd. Het ware moeijelijk geweest onder de talrijke schaar, die er bij tegenwoordig was, iemand te vinden die niet een traan stortte bij het vernemen van zooveel pliglgevoel en zelfopoffering als waarvan de heer La Rivière in zijn werkzaam leven zooveel blijken had gegeven. Ja! wat de hoogleeraar zeide is waar: //Ga! Ga naar de bedroefde weduwe cn zeg haar: uw echtgenoot is wel is waar dood, doch zeg haar ook: neen, hij leeft! hij leeft daar waar hij u wacht". Ook mag niet onvermeld blijven dat alstoen een weesburger optrad, om hem die voor hem een vader was almede een laatst vaarwel toe te roepen en hoe de broeder van den over ledenede heer La Rivière uit Dordrecht, in recht warme woorden den hoogleeraar en allen die er bij tegenwoordig waren dank betuigde voor zoo vele blijken van belangstelling. Ja, vader La Rivière was een vader in den volslen zin des woords. Lang zal deze dag hun die er bij tegenwoordig waren in het geheugen blijven en doen denken aan het woord van den hoogleeraar: La Rivière is dood, maar ook tegelijkertijd: Hij leeft. A O VtiKTEKTlJBi Ondertrouwd: CHARLES DANIEL DOELEMAN en SOPHIA WILHELMINA CATIIARINA HENRIETTE JOHANNA RAUCII. De IIaag, 3 December 1874. Receptie Zondag 6 December, Hotel //Zcerust", Scheveningen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 3