1 PER TELEGRAAF. sprekers op nieuw velerlei jiiridieke punten en vragen van wetgevingorga nisatie, regtspleging en codificatie, meer of minder uitvoerig besproken, ter wijl de lieer Kuyper o. a. heeft aangedrongen op de wetgevende regeling der arbeiders-quaestie. Maandag voortzetting. BUITKNLANDSCIIE BERIGTEN. FRANKRUK. De loopende geruchten, schrijft men uit Versailles aan het Journ. des Déb., houden in dat de gematigde regterzijde en het regter-centrum tot overeenstemming gekomen zijn omtrent de wenschelijkheid dat de constitu tionele wellen in behandeling worden genomen, doch tevens dat die behan deling werd uitgesteld tot de eerste week van Januarij 1875, ten einde voor handel en nijverheid de gevaren te verminderen, die van eenige bij de discussie te verwachten incidenten de gevolgen konden zijn. De maand December zou alsdan worden besteed aan de behandeling van eenige wets ontwerpen van niet-politicken aard, dat op de officiers- en onderofficiers- kaders bij hel leger en dergelijke, waarover geene harlstogtelijke debatten kunnen verwacht worden. Volgens de Gaz. des Trib. is het juist, dat de hh. Rouher en de Ca- sabiancia gedagvaard zijn. om te verschijnen voor den heer Delahaye, regler van instructie in de zaak van het geheim comité voor het beroep op het volk. Maar zij zijn enkel gedaagd als getuigen, niet als beschuldigden. De heer Grandperret is niet voor den regler van instructie geroepen. Naar men verneemt heeft het ministerie ten aanzieu van het geschil in de hervormde kerk besloten het gezag der synode te handhaven en aan de liberale partij over te laten een nieuw kerkgenootschap te stichten, welks erkenning door den staat zij alsdan volgens de wet zouden hebben aan te vragen, met mededeeling van de godsdienstige beginselen en van de kerkelijke en burgerlijke voorschriften, waarop hun kerkgenootschap zou berusten. 8 P AIV J 15. Bij een besluit van 18 November is eene volledige en algemeene am nestie wegens alle sedert 3 Januarij jl. gepleegde drukpers-overtredingen uitgevaardigd. De reeds vermelde Alfonsisten, welke de regering verbannen heeft, zijn de luit.-generaal Gasset en de hh. BremonElola en Montenegro, welke naar de Canarische eilanden zullen worden overgebragt; de generaal de Valmaseda is naar Portollano verbannen. Te Cadix, Vigo en Santander is de eerste lading geweren22000 stuks, in Noord-Amerika vervaardigd, aangekomen. Door de republikeinsche troepen zijn twee dagbladcorrespondenten ge vangen genomen, de hh. Bnckland en Mac-Gahan. ofschoon zij van regel matige paspoorten waren voorzien. Naar Fonlarahia gebragt, werden zij aldaar in de stads-gevangenis opgesloten. Tusschenkomst van bevriende zijde had echter ten gevolge dat Buckland werd ontslagen; ook omtrent Mac-Gahan was bevel gegeven hem in vrijheid te stellen, maar verontwaar digd over de wijze, waarop hij behandeld was. uitte hij eenige bedreigingen tegen den alcade van Fontarabia. Deze hield hem toen ter zake dier be dreigingen gevangen, en heeft bovendien eene civiele actie tegen hem inge steld. Men verwacht echter dat deze zaak geene gevolgen zal hebben.-. DVITÜCHLAIVU. Naar men nit eene goede bron meldt zou het wel kunnen gebeuren dat dé behandeling der zaak van graaf Arnim, op 9 Dec. bepaald, nog werd uitgesteld. De graaf is lijdende en de geneesheeren houden het er voor, dat hij in 14 dagen niet zoover hersteld zal zijn om zich aan de inspanning eener verdediging te kunnen blootstellen. Want de advocaat Munkel zal voor de regtbank veel minder aau het woord komen dan de graaf, die zich omtrent de voornaamste punten zelf verdedigen wil. En is zijn toestand over 14 dagen niet beter dan thans, dan zullen de geneeshee ren niet kunnen nalaten de verdaging der zaak voor te stellen. 's GRAVENHAGE28 November. Z. M. heeft benoemd tot notaris in het arrondissement Leiden, standplaats Oudewetering, gemeente Alkemade, de heer P. van Greuningen, candidaat-notaris aldaar. BERLIJN, 27 November. De rijksdag heeft bij eerste lezing de voorge stelde wet op de burgerlijke regtsvordering gesteld in handen der reeds ge kozen commissie van 28 leden. Het voorstel van Lasker, om de wets voorstellen betreffende de regtspleging gezamenlijk te doen behandelen door eene permanente commissie, die ook na de sluiting van den rijksdag dili gent zou zijn, is met bijna algemeene stemmen aangenomen. ST. PETERSBURG, 27 November. De bank heeft het disconto voor wis sels verminderd van 6 op 5en voor beleeningen van 7 op 6% pCt. MADRID, 28 November. Het Spaansche Crédit mobilier heeft in alge meene vergadering goedgekeurd, eenstemmig en ongewijzigd, alle voorstellen door het Parijsche comité gedaan. Het rapport meldt een plus-waarde in portefeuille van 24/mm. francsen geeft aan als waarschijnlijk een dividend van 10 pCt. voor 1874. IlfGEZONDEN. JUBILEUM VA1V PROF. BE VRIES. Met een gevoel van eerbied, dankbaarheid en bewondering neem ik de laak op mij om te dezer plaatse het feest te herdenken voor welks viering geen oprecht Nederlander onverschillig mag zijn. Met die gevoelens bezield zal ik trachten in 't kort den werkkring te beschrijven, dien prof. De Vries als litterator en als Nederlander met zooveel eere heelt vervuld. Indien daarom deze beschouwing niet voldoet aan den gestelden eischzoo wijte men dit niet alleen den schrijvermaar lette vooreerst op 't moeilijke en omvangrijke van zulk een taak. Een kort geschiedkundig overzicht ga vooraf hij de bespreking van een man, wiens naam aan 't nageslacht zal worden overgebracht, en wiens groot ste lof daarin moet bestaan, dat een streng doch billijk vonnis naar dien maat staf worde geveld. En dat De Vries voor dien rechter zal bestaandaaraan twijfelen wij niet. In 1838 begon in deze stad de academische loopbaan van den tegen woor- digen hoogleeraar, nadat hij zijn voorbereidend onderwijs onder de leiding van zijn geleerden vader en de beide Peerlkamps had genoten. De omvang van de vakken door hem bestudeerd was zoo groot, dat hij gerekend mag worden slechts onder 't bereik van zeer weinigen te vallen. Immers, aan zijne philologische studiën, van welke 't beoefenen der vader- landsche taal het hoofdonderwerp was, voegde hij onder leiding van den tcgenwoordigen Nestor der litterarische faculteit, ook nog die van het Sans- criel. Begaafd met een helderen blik en dorstend naar bijna alle wetenschap, ik met 'sjc De te w< En Leidi stelde hij zich niet tevreden met de philologie, maar woonde tevens de col- leges bij der hoogleeraren in wis- en natuurkunde en rechtsgeleerdheid. Lang duurde het dan ook niet of men hoorde van den levendigen talent; vollen jongen student. Door de Commenlatio de historici Poly bi i pragmatici verwierf hij de te Groningen uitgeloolde gouden medaille en promoveerde o; 't zelfde stuk twee jaren later, in 1843, tot doctor in de letteren. Na aldus der wereld getoond te hebben als student geen vreemdeling tij, zijn in wat men noemt klassieke litteratuur, bewees hij in 1842 wel geproi fiteerd te hebben van de uitstekende lessen van zijn hooggeachten leermeeste; Siegenbeek. In dit jaar bekroonde de Leidsche faculteit den litt. cand. met de goudtt medaille voor zijne Latijnsche verhandeling over de Warenar van Hooft, tf om dezen arbeid voor alle beoefenaars van onze taal geheel toegankelijk t maken, gaf hij daarvan een Nederlandsche bewerking in 't lie t (1845). Na zijne promotie bleef de jonge doctor zich wijden aan zijn lievelingsvak wat men gemakkelijk kan opmaken zoowel uit de talrijke berichten, recei siën en opmerkingen in den Konst- en'Letterbode of in den Referent, als ui de kritische bewerking van Der Leken Spieghel, terwijl verder de Jager Archief en Taalkundig Magazijn de onomstootelijke bewijzen leverde voor zijne grondige kennis onzer middelnederlandsche letterkunde Alzon derlijk dan ook al zijne geschriften op te noemen meenen wij achterweg te moeien laten, omdat dit buiten ons bestek ligt, te meer daar wij dt~ beoefenaar onzer taal den weg niet behoeven te wijzen tot de onmisbatj bronnen zijner studie. Na gedurende drie jaren privaat onderwijs te hebben gegeven, werd doek De Vries benoemd tot praeceptor aan 't Leidsch gymnasium, om na slechl] twee jaren eene betrekking te aanvaarden, waarvoor hii geboren scheen. Op 28 Nov. 1849 aanvaardde onze jonge groote taalkundige het professorai aan de hoogeschool te Groningen, met eene oratie, waarvan de titel eigenaard] was. De heerschappij over de taal het beginsel der welsprekendheidw; het onderwerp der uit te spreken redevoering, terwijl 't mij toeschijnt di de spreker aan zijne hoorders 't bewijs moet hebben geleverd dat hij zelf incarnatie was van dit begrip, Wie De Vries gehoord heeft wanneer oreerde, zal, dunkt mij, wel van de waarheid dezer woorden overtuigd zij:hand Alleszins had de Groninger academie reden met den nieuwen professor i ,oor vreden te zijn. 't Onderwijs in de Nederlandsche taal, letterkunde, welsprt kendheid en vaderlandsche historie was zijne taak en tevens verklaarde k;TOet t zich bereid aan hen, die 't zouden willen beoefenen, Sanscriet te doceeren. Door ongekenden gloed en liefde voor zijn vak scheen hij als het wat de studeerende jongelingschap te betooveren, terwijl zijn persoonlijkeomgai door allen sterk op prijs werd gesteld. 'l Dispuut Belgicis werd onder zijne leiding opgericht en schitterde ondr zijn pracsidium en dat van zijn opvolger, dr Jonckbloet, aan de Groningi academie. «Onmiskenbaar", zoo luidt't Groninger gedenkboek«was dan oi de invloed der oefeningen van dit gezelschap op veler vorming." Na alzoo der Groninger hoogeschool tot sieraad en der studeerende jongi lingschap tot groot nut te zijn geweest, werd hem in 1853 alhier de leefs stoel aangeboden. De faculteiten moesten bij die gelegenheid weer tot de treurige bekenteni komen dat veel uitstekends, in Gruno's oude veste gekoesterd, haar doo Leiden werd ontnomen. Zoo kwam dan hier. na slechts korte afwezigheid, de man terug. va. wieu Holman Peerlkamp openlijk verkondigde dat hij was unus ex excellet tissimis Anademiae nostrae alumnis. Op 23 October 1853 hield prof. De Vries hier zijn inwijdingsredi «Over de Nederlandsche taalkunde in haren aard en hare strekking." werkkring waarin hij optrad was oorspronkelijk dezelfde als te Groningea optrei doch later werd hierin eene wijziging gebracht, door dat voor de vadei. landsche geschiedenis een afzonderlijke leerstoel werd opgericht en de zoi voor dat vak werd opgedragen aan onzen beroemden historicus Fruin. Te schitteren in eene faculteit als de litterarische, die door bijna drij eeuwen heen Leidens roem alom heeft gehandhaafd, is voorwaar het zekersl bewijs voor 's mans talent en onderwijs. Ik wil dan ook niet langer sl staan bij 't bespreken van zijn onderwijs en laat de waardeering daarvi gaarne aan meer bevoegden over. Het reuzenwerk wat De Vries zich hier ten doel stelde mag zeker gi noemd worden 't Woordenboek der Nederlandsche taal, en indien wezegged dat lot de voleindiging daarvan meer dan één menschenleven wordt ver- eischt, zoo moeten wij er openlijk bijvoegen dat het zeker niet beter kos zijn toevertrouwd dan aan 't vereende pogen van onzen hoogleeraar en det te vroeg gestorven dr. Te Winkel. Er rest ons nog te memoreeren na kortelings eenige punten zijner ge- schiedenis te hebben neergeschreven welken rol hij als Nederlander heel vervuld. Gloeijend van vaderlandsliefde, welbespraakt, welsprekend en wej< slepend tevens, voeg daarbij een grondig inzicht in de geschiedenis van ons volksbestaan, en men heeft de attributen waarmede de redenaar optrad o» in prachtige taal de studeerende jongelingschap toetespreken bij de Oranje feesten in 1883. Der vergetelheid ontrukt, ligt nog de toespraak daar at' een document van taal en welsprekendheid. Bij nog drie andere gelegenheden sprak De Vries met ongekend succes, i De feestrede in Brielle uilgesproken, zoowel als die bij de onthulling vai 't standbeeld voor Maerlant, te Damme, zijn getuigen, dat buiten deze stad' zijn naam als redenaar was gevestigd, en dan, wie denkt niet met wellust terug aan de schitterende redevoering, gehouden op 8 Februari 1874, waat hij bewees bij al zijn gaven nog die van een stalen memorie te bezitten. Zijn feest zij daarom ook een schitterend en vaderlandsch feest. Den hoogleeraar in zijn karakter te beschrijven is onnoodig, ieder kent hem of is in staat hem te leeren kennen als bij dat wil. De man ad quern facile aditiis pntet", is bemind door zijne leerlingen, ueacht door zijne vrienden en medeburgers, hooggeeerd door zijne collega'i Dat zoowel buitenland als moederland zijne verdiensleu wisten te schatten, bewijzen zijne twee decoraties, der Leopolds-orde en van den Ned. Leeuw. Zoo werd dan in onzen vorigen minister en zijn broeder de voorspelling bewaarheid dat zij beiden groote mannen zouden worden. Dat ieder beschaafd vaderlander, wien zijne moedertaal voor alles ter harte moet gaan dan een feest meeviere ter eere van den man die meer dan iemand 't zijne heeft toegebrachtopdat onze taal ten minste zou zijn «van vreemdt smetten vrij." Ik eindig dan ook mijne korte en onvolledige beschrijving, er echter bij voegende, dat, wat ook moge ontbreken, hel mijn doel is geweest openlijk mijne sympathie te beluigen in de viering van 't feest van heden. Lang blijve onze hooglecraar nog gespaard tot roem en nut van onze academie; zijn naam worde met dankbaarheid aan 't verre nageslacht over gebracht en strekke den naneef tot voorbeeld en tot spoorslag, wanneer het er op aankomt niet alleen de taal, maar ook den geboortegrond van vreemde indringers te zuiveren. Leiden, 28 November 1874. B. W. SGllULTETUS AENEAE. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J, C. DRABBE. Wo man onlaii: boud velen vrij gelegt bezit, nisma Vries, jubila van d van /2.9C behoi 200 100 t digd jaren Amst 's lan zegel sche de ƒ100 zijne bank! W. e overg waar deze de v aldaa opgei naar het blijve gered de p zich gesla het comn aangi derm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 6