'LEIBSCK
COURANT.
MSÈkÊkj*
M°. 204,
WOENSDAG 11 NOVEMBER.
'3T"
STADS-BER ICHTEN.
eV
1
BINNENLANDSCHE BEIUGTEiN.
.JS7-4.
iié
De Courant verschijnt dagelijks. Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50;
-'li niet het ferslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35, franco p. p. ƒ3.85. Del verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor ƒ2.50
I 'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents.
ïir De prjjs der Advertentiën is van 1—4 regels 1.— iedere regel "taeer 25 cents.
pt
Hij deze Courant
J) der Handelingen
taordl verzonden /V». 58 blad 64) en IV0. 59 blad
pan den Gemeenteraad.
i'
-13".
5 Vergadering van den Gemeenteraad van Leidenop Donderdag 12 November
874, 's namiddags te twee uren.
1». BeCediging en installatie van den lieer Dr. J. E. Van lterson J.Az. als
lid van den Gemeenteraad.
Benoeming van een llegent van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis. (250)
Idem van een hulponderwijzer aan de jongensschool 2dt klasse. (251)
f *4». Idem van cene onderwijzeres 2°' klasse aan de meisjesschool 2de klasse. (255)
5". Idem van eene onderwijzeres 2d» klasse aan de Tusschenschool. (256)
6». Idem van een hulponderwijzer aan voornoemde school. (261)
7°. Idem aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (262)
w<8«. Idem aan de school n°. 2 voor onvermogenden. (263)
D«0". Idem aan de school n°. 1 voor onvermogenden. (264)
"oiiO". Verzoek van J. Van der Togt .lz. om ontslag als kassier der bank van
»rt' leening en pensioen of wachtgeld. (257 en 270)
1°. Benoeming van een kassier der bank van leening. (257)
31112". Voordracht betrekkelijk de regeling der lessen in de nieuwe talen aan
iel de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (249)
i 13°. Verzoek van J. Vermey. ter bekoming van de stadswaterpoort aan de
Garenmarkt. (252 en 265)
c«t4". Idem van P. Van der Waals, ter bekoming van gemeentegrond aan den
eli Vliet. (253 en 266)
aas». Idem van D. M. Speijer, om een duiker te leggen naar de Mare. (254)
6°. Idem van Mr. C. G. Van Sandick en Dr. P. M. Brutel de la Rivière,
betrekkelijk de rooiing van hoornen aan het Gerecht. (258 en 271)
|7'. Idem van Mej. II. C. M. Mulder en andere dames, betrekkelijk de vast
stelling van bepalingen tegen het mishandelen van dieren. (259)
i8°. Idem van Mej. A. J. W. Renssen, om ontslag als hoofdonderwijzeres
la. der meisjesschool Is" klasse. (260)
')9». Voordracht tot het verlecnen van eene jaarljjksche toelage uit de ge-
meentekas aan Mej. Renssen voornoemd. (260 en 269)
20». Idem betrekkelijk den afstand in gebruik aan het Rijk van het zooge
naamd Schuttersveld. (268)
21°. Begrooling van het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis voor 1875. (267)
22°. Verzoek van het bestuur der Leidsche Bouwvereeuiging, om stoepen te
leggen voor de onlangs gebouwde huizen op de Otule Vest. (272)
23». Voordracht betrekkelijk de verbouwing der lokalen van de Bank van
Lcening. (273)
LEIDEN
- De minister van financiën heeft
Vesligd op
10 November.
de aandacht van belanghebbenden ge-
de gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nederl.
Indiii, door middel van het stoomschip Holland, van de maatschappij "Java",
2^waarvan het vertrek uit Rotterdam op den 289ltn November aanst. is bepaald.
-Daar door het gemelde stoomschip te Padang wordt aangelegd, zal er met
fÖezc gelegenheid, behalve voor Batavia, met eene brievenmaal naar Padang
jjworden verzonden.
De minister van binnenlandsche zaken heeft breedvoerig geantwoord
óop hel verzoek der tweede kamer om inlichtingen in de zaak van Strijp,
lOwegens de klagte over onbillijke toepassing der begrafeniswet. De minister
ftgceft een overzigt der feiten cn van het vroeger en later in deze gebeurde
-en verhandelde; hij onderzocht den oorsprong der wederzijdsche titels en
^beweringen en komt tot de slotsom: dat er goede redenen schijnen tebe-
siestaan om aan te nemen dat het kerkhof nabjj de r. k. kerk te Strijp
-aan dat kerkbestuur behoort en dat de bewering der adressantenals zou
-het kerkhof eigendom der burgerlijke gemeente zijn, niet bewijsbaar is, en
Jidat overigens adressanten in vele opzigten dwalen omtrent de' feiten en
-«omtrent het regt.
5 Bij de overweging in de afdeelingen der tweede kamer, van het wets
ontwerp lot regeling der ontvangsten en uilgaven van het pensioenfonds
';voor burgerlijke ambtenaren over het jaar 1875, werd in eene afdeeling de
'i wenschelijkheid uitgesproken, dat het pensioenfonds worde overgebragt in
's rijks schatkist. De ambtenaren zouden dan niet meer voor de pensioenen
behoeven bij te dragen, doch de staat verpligt zijn die uit te betalen. Deze
regeling, die ook in Belgie is aangenomen, achtte men verkieslijk boven de
H bestaande.
II. M. de koningin bevindt zich thans te Stuttgart, van waar zij voor-
1 ncmens is heden te vertrekken, om, na cenigc dagen in Zwitserland te
hebben doorgebragtnaar 's llage terug te keeren.
Naar men verneemt, meldt het llbl.zal de landbouwschool te Warf-
fuuiaan welke instelling door het rijk en de provincie subsidiën worden
verleend, spoedig worden opgeheven, wegens gebrek aan leerlingen en
onderwijzend personeel. Het plan moet bestaanom die school elders in de
provincie Groningen te vestigen, welligt in de hoofdstad dier provincie. De
inspecteur, dr. Salverda. heeft dezer dagen in de provincie en gemeente
Groningen een en ander onderzocht.
Door den fabrikant de Bruin, te Gouderak, is, naar men meldt, een
werktuig uitgevonden ten dienste der louwspinnerfj. Door de aanwending
van dit werktuig, hetwelk slechts ƒ1,25 kost, kan de arbeid der kinderen,
die tot zeer onlangs nog daarvoor noodig wasgeheel gemist worden.
Te Hellevoetsluis is Zondag nacht een marinier, als schildwacht aan
de noordwestzijde van 's rijks werf op post staande, door drie onbekende
personen aangevallen, die blijkbaar het voornemen hadden op 'srijks werf
diefstal te plegen. De schildwacht, niet van patronen voorzien, liet zich
van den wal alwerpen, zonder zelfs alarm te maken. De dieven schijnen
intusschen de zaak niet vertrouwd te hebben cn zijn onverrigler zake met
de sloep, waarmede zij gekomen waren, weggevaren.
Te Haarlem heeft de sociëteit /'Trou moet blijeken" aangekocht een
in haar perceel inspringend gebouw op den hoek van de Groote Houtstraat
cn Spckstraatwaarin sedert een aantal jaren eene tabaksafFaire werd uit
geoefend. De koopprijs bedraagt 26500. In 1815 werd dit perceel ver
kocht voor ƒ2200.
Te Gorinchem kocht dezer dagen een schipper van een aardappelkoop
man 50 mudden aardappelen; hjj zeide dat h(j hiervan 36 mud moest laden
in zjjn schuit, die aan de andere zijde der rivier lag. Daar h(j echter
steeds ontweek zjjn naam te noemen, wantrouwde de koopman hem en
stelde als voorwaarde dat zijn zoontje mede zou gaan. Dit geschiedde.
Aan de schuit gekomen wist de schipper den jongen echter met een bood
schap te verwijderen en vertrok daarop. De policie heeft hem echter te
Giessendam teruggevonden en tot betaling genoodzaakt.
De gemeenteraad van Arnhem heeft besloten zich per adres te wenden
tot den minister van binnenl. zakenten einde 1°. de aandacht des minis
ters nogmaals te vestigen op het adres van den raad, van I Fcbr. 1873,
waarbij het wenschclijke is betoogd van den aanleg van den spoorweg
Arnhem -Nijmegen aan de oostzijde der stad en 2". den minister worde
kenbaar gemaakt de bezwaren tegen eene overbrugging van den Rrjn bene
den de stad, waartoe thans b(j dë regering het voornemen bestaat.
Te Goes had Zaturdag 11. een treurig voorval plaats. De surnumerair
bij de staatsspoorwegen M.die ten huize van zijn oom aldaar verblijf
houdt, was bezig met in de woonkamer een revolver schoon te maken, die
hjj meende dat niet geladen was. toen onverwacht de haan neersloeg cn
het schot de vrouw des huizes in het onderlijf trof. De toestand der vrouw
is gelukkig niet hopeloos. Zij is moeder van een zevental jeugdige kinderen.
- Uit Padang meldt men van 7 Sept.Gisteren ochtend kon men van
hel zeestrand de stoomboot Atjeh van den heer Diemontbeladen met meer
dan 100 soldaten en den staf van het zesde bataillonzien liggen in de
branding langs het zeestrand. De boot verkeerde in nood, dat de boot
gered is, en geen tal van mensclienlevens te betreuren zijn, is te wijten:
niet aan de Atjeh, niet aan zijne bemanning, maar aan den havenmeester,
den heer van der Wedden. Des morgens te 5% ure was het ontschepen
der expeditionaire troepen gelastdoch toen de soldaten reeds aan de Moeara
waren, was noch van praauwen noch van stoomboot iets te bespeuren. De
stoomboot lag in rustige rust, zonder kapitein en zonder stoom. Ruim te
zeven uur begon het ontschepen. De staf van het zesde bataillon en 100
man aan boord van de Atjeh, en de rest in drie praauwen. De Atjeh zoude
die praauwen slepen. Zoodra de touwen waren losgeworpenbleek het dat
de schroef van de Atjeh onklaar was, doch dit schijnt den kapitein van de
Atjeh geen reden geweest te zijn om de praauwen cn de stoomboot op
nieuw te doen vastmeren. In eene treurige verwarring dreven kort daarna
de drie praauwen en de stoomboot zeewaarts. Weinig iater bevonden de
vier vaartuigen zich in de branding. Op dat oogen! lik kapten de praauwen
de touwen, waarmede zij aan de stoomboot verbonden waren, heschen de
zeilen cn zetten koers naar de reede. De Atjeh echter dreef meer en meer