Te Amsterdam is gisteren avond brand ontstaan in de Lange Leidsche Dwarsstraat. In een oogwenk stonden de daken van vier percelen in vlam. De brandweer slaagde er in dien brand in betrekkelijk korten lijd te be dwingen en tot de bovenverdiepingen te beperken. Over de houding van bet publiek wordt met al keuring gesproken. Slechts met moeite kon men liet terrein afzetten en de brandweer werd in hare werkzaamheden belem merd. Men heeft personen op de slangen zien trappen en dansen. De politie heeft eenige arrestatiën gedaan. In de afgeloopen week had te Utrecht de openbare verkoop plaats van de uitmuntende verzameling van zeldzame planten en gewassen en eene prachtige collectie laurier- en oranjeboomen van den heer C. Glijm. Tal van liefheb bers trachtten als om strijd exemplaren aan te koopen uit de algemeen gunstig bekende bloemisterij. Onder de vele aankoopen, die gedaan wer- i den, behooren die voor Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden, terwijl de merkwaardige en zeidzame planten voor rekening van het rijk zijn aange kocht, bestemd voor den rijks akademietuin te Leiden. Twee spoorwagons met de mooiste oranjeboomen zijn naar Middelburg gegaan. Ook heeft de directie van den Kon. Zoöl. Botan. Tuin te 's Gravenhage zich voor hare tuinen eenige dier planten aangeschaft. De grootste verzameling zal weldra in den schoonen tuin van Natura Artis Magistra te Amsterdam en in dien van de Diergaarde te Rotterdam geplaatst worden. Eindelijk werd ook voor Duilschland eene grootc verzameling aangekocht. Onder de gemeente Leusden is gisteren morgen een hevige brand uit gebarsten op eene hoeve bewoond door J. Kraai ka nip. In weinige oogen- hlikken werd het woonhuis met alle have en inboedel, waaronder een ezel, drie jonge koebeesten en eenige kippen, eene prooi der vlammen. De be woners hebben zich niet dan met moeite en met achterlating van alles uit het brandende gebouw kunnen redden en met hen zijn slechts eene enkele koe en twee varkens gespaard gebleven. In het begin dezes jaars werd in de Limburgsche gemeente Vaals een dubbele moord gepleegd op de reeds bejaarde echtelieden S. Die misdaad scheen lot aanleidende oorzaak diefstal gehad te hebben; althans eene vrij beduidende som Pruissisch geld was verdwenen. Als vermoedelijke dader werd'aangewezen een knecht, die geruimen tijd bij de verslagenen 111 dienst was geweest en op den dag van den moord geheel onverwacht zijn dienst verlaten had en naar zijn geboorteland (l'ruissen) was wedergekeerd. Thans is liet de Pruissische politie gelukt dien persoon aan te houden, en wel te Dusseidorp. 's GRAVENHAGE 2 September. Z. M. heeft den heer mr. W. F. Rochussen, Ned. gezant te Berlijn, j bevorderd tot kommandeur der orde van den Nederl. Leeuw. Door Z. M. is vergunning verleend aan den voor de dienst in 0. I. bestemden soldaat J. M. Friedrich, van het koloniaal werfdepot, tot het dragen der Fransche medaille voor het deelnemen aan de expeditie tegen Mexico. Z. M. heeft, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan den heer mr. j V. J. A. M. van der Does de Willebois, minister van builenl. zaken, als commissaris des konings in Limburg. De ontvanger der loodsgelden te Maassluis P. Brouwer is, onder eervol ontslag uit die betrekking, benoemd tot adjunct-commissaris der loodsen te Botterdamde ontvanger der loodsgeldentevens adjunct-commissaris der loodsen te Rotterdam, J. S. Pisuisse, is, onder eervol ontslag uit laatstge noemde betrekking, als ontvanger der loodsgelden overgeplaatst naar Maas sluis, en de commissaris der loodsen te Rotterdam L. van Resteren is tevens benoemd tot ontvanger der loodsgelden aldaar. Door Z. M. is HD'. adjudant in buitengewone dienst de kapitein ter zee J. R. Koopman, op zijn verzoek, ter zake van langdurige dienst, op pensioen gesteld. De heer ,1. M. E. van Ooslerzee is erkend en toegelaten als vice-consul •van Italië te Batavia. Z. M. de keizer aller Russen heeft Z. M. onzen koning benoemd lot kolonel van een regiment der keiz. garde. Dit eerebewijs is Z. M. geschon ken bij gelegenheid van het verblijf van Z. K. 11. prins Alexander aan hel Russische hof. Bij gelegenheid van het krooningsfeest op 12 Mei jl.besloot de rede- j Tijkerskamer "Aurora", te Kaapstadaan Z. M. den koning een stoffelijk i bewijs aan te bicden barer eerbiedige hulde. Dezer dagen werd dit hulde- j blijk, door tusschenkomst van den minister van builenl zaken, toegezonden aan baron van Heemstra van Froma en Eibersburen, eere-president der ge noemde kamer, ten einde het Z. M. den koning aan te bieden. Eergisteren j middag kweet genoemde heer zich van dien last, en overhandigde den koning een prachtig album, besloten in een sierlijk kistje, vervaardigd van Atrikaansch hout. üp den keurig gebonden band schilleren vier groole nog ongeslepen diamanten, ieder geplaatst in het midden eencr gouden kroon, en een zilveren plaat bevat de opdragt in nette gothische letters. Het in wendige bevat grootendeels een reuzenwerk van calligraphic, waarvoor den heer M. J. Brink, secretaris van "Aurora", de meeste lof toekomt Het daaronder voorkomend gedicht //Neêrland's feestlied in den vreemde", van Aurora's eerelid den heer ,1. W. Teengs. getuigt van opregle liefde en dank baarheid aan Z. M. den koning en zijn doorluchtig stamhuis. Met eenige photographischc platen en portretten wordt dit sierlijk album besloten. Wij vernemen, zegt hel D. r.'sGr., dat de heer baron van Heemstra van Z. M. den koning twee prachtige pbotographische portretten met bijschriften heeft ontvangen, waarvan een bestemd is voor dc rederijkerskamer //Aurora" te Kaapstad. De standbeeld-quaestie van wijlen mr. J. R. Thorbecke is na de beslis sing van den gemeenteraad albier, om door bet opstellen van een latwerk te onderzoeken of het beeld de communicatie op »de Plaats" niet zou belemme ren, niet meer in dc gemeentelijke vertegenwoordiging te berde gebragt en ook burg. en welh. hebben nog geen uitvoering aan dat besluit gegeven. Deze stilstand heeft het hoofdcomite' voor de oprigling van het huldeblijk aanleiding gegeven tot het indienen van een adres aan den gemeenteraad waarvan in dc gisteren gehouden vergadering mededeeling is gedaan en dat de strekking heeft om den raad te verzoeken eene beslissing te nemen omtrent de plaats waar het standbeeld zal verrjjzen. Het verzoek is in handen gesteld van het dagelijksch bestuur. -- Heden wordt de verjaardag van den slag van Sedan door de te Sche- veningen verblijvende Duitschp familien in het Oranje-hotel met veel geest drift gevierd. In de tweede Wagenstraat had heden middag een treurig ongeval plaatsdat gelukkig nog beter afliep dan men aanvankelijk dacht. Er pas seerde namelijk in volle vaart een trotiwrijtuig, waarmede een jeugdig echt paar ter kerke werd gebragt. Een bejaard persoon kon niet spoedig genoeg voor dat voertuig wijken, werd omver geworpen en bekwam met een der wielen eene vrij belangrijke verwonding aan hel hoofd. In een herberg in- gebragt, werd hem daar door dr. Sarluis geneeskundige hulp verleend, ter wijl hij. na eenigzins bekomen te zijn, huiswaarts werd geleid. UTITKM.A.MlSCIIK BKHIGTEN. E Rf «i E Sj A A IS. LONDEN, 1 September. De Times treedt, naar aanleiding van een schrijven uit Atchin, in eene vergelijking van den oorlog door de Engelschen tegen Ashantee en die door de Nederlanders tegen Atchin gevoerd. Daarbij wordt gezegd dat de Hol landers met een veel gcduchter vijand te doen hebben, dan die welken de Engelschen aan den Westkust van Afrika bekampen moesten. De Ashantij- nen waren in hun bosschen volstrekt geen te verachten vijanden; doch hadden zij de helft van de vastberadenheid en het krijgstalent der Atchine- zen bezeten, zoo zouden zij de Engelschen deerlijk in het naauw gebragt hebben. De lieden van Atchin weten hun land te beschermen met even goede (orlificatiën als die der Hollanders: fortificatiën, die, zoo zij met goed geschut bewapend waren, onneembaar zouden wezen. Ook man tegen man zijn de Atchinczen geduchte vechters; en bedenkt men daarbij, dat geen enkel gekleurd ras (dc Sikhs welligt uitgezonderd) hen in moed en taaiheid evenaart, dan wordt het duidelijk welk een zware taak de Hollanders aan vaard hebben. Artillerie en Europesche oorlogskunst, zoo niet een bepaald overwipt ten opzigle van physieke eigenschappen, moeten hun in hel eind de zege bezorgen; maar zeker is het, dat Engeland in Ashantee, behalve het klimaat, geen zulke moeijelijkheden te overwinnen had. Intusschen, zegt de Timesvalt het blijkens de beschrijving van onzen correspondent niet te betwijfelen, dat Nederland tot heden nog geenzins zoodanige energie heeft aan den dag gelegd, als noodig zou wezen tot de onderwerping van een zóó kloeken vijand, Telkens als de Hollanders hun vijand aanvallen, verslaan zij hem; doch zij vergenoegen zich, naar beweerd wordt, met voorwaartsche bewegingen, tusschen welke een week of langer verloopt. Dit nu is een manier van oorlogvoeren, die zoowel de hulpbronnen van Neder land als dc volharding zelfs van Nederlandsche soldaten uitputten moet, lang voordat de tegenstand der Atchinezen zal hebben opgehouden. De eenige wijze om een oorlog tegen zulk een vijand met succes te bckroonen is, de 'j worsteling kort en scherp, de nederlaag verpletterend te maken. Wat de Hollanders doen, doen zij goed; onze correspondent laat zich gunstig uit over de inrigting van hun kampement en hospitalen. Doch, daar wij niet wenschen dc Hollanders slechter te zien varen dan wij zelf bij onze jongste ruiling, zoo moeten wij vertrouwen dat zij hunne operaliën met wat meer energie zullen gaan doorzetten. Zij zijn in karakter naauw aan ons verwant; in sommige van onze eigenschappen, o. a. in de lang zaamheid waarmede zij zich van eene onderneming kwijten, overtreffen zij ons. Daar zij echter niet minder dan wij volharden hij het eens begonnene, verwachten wij spoedig van krachtiger stappen hunnerzijds te vernemen. De positie, die zij op Sumatra aanvaard hebben, zal hun wei- ligt even zwaar op de schouders wegenals sommige onzer koloniale be zittingen het ons doen. Maar zij zullen zich beloond zien, wanneer het hun gelukken mag een zoo krachtig volk als de Atchinezen onder hunne heerschappij en onder den invloed der beschaving te brengen. FRANHR SJ li. De reeds vermelde circulaire van den Bonapartistischen candidaat in het dep. Maiue-et-Loirc, den heer Berger, geeft het Journ. des Déb. aan leiding tot de volgende aanmerking: Wij ergeren ons aan de taal van den lieer Berger; wij betreuren het dat die taal gerigt wordt tot de kiezers van een departement, hetwelk de vlugt onzer legers heeft bijgewoond en de uhlanen van den vijand aan zijne grenzen heeft gezien. Maar wij zouden onbillijk zijn wanneer wij daarover verwijten tot den heer Berger rigtten. Hij is, aldus sprekende, in zijn regten zegt met reden alles wat hem op het harte ligt. Sedert de afspraak van Bordeaux niet meer bestaat en tot heden door niels anders dan eene voorloopige regeling vervangen is; sedert hel erkend is dat iedere partij op de toekomst mag rekenensedert de legitimistische partij ongestraft de met hare hulp gevestigde regering nil de hoogte en met minachting behandelt, zien wij geene reden, waarom de heer Berger zwijgen of zijne tncening verbloemen zou. Drie jaren lang hebben de Bonapartistenvolgens de lessen van den wijsgeer, zich den mond be toomd; zij gevoelen dat zij thans den toom kunnen afleggen; zij spreken dus en hebben gesproken. Wat is natuurlijker dan dit? Het gerucht dat de president weldra een reis zal doen naar het Zui den des lands wordt bevestigd. Volgens een der bladen zou hij den ]Od"1 dezer te Lyon aankomen en aldaar twee dagen doorbrengen. Volgens den Mon. Univ. heeft de minister van oorlog, op voordragt van den bevelvoerenden generaal van het 16de legercorps, aan den generaal Barry, kommandant van de 1de militaire afdeeling te Perpignan, last gege ven zich naar Bourg Madame, aan de Spaansche grenzen, te begeven. Tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2