BUITKNLaNIUSÜHE KKiiif. I EN. begrooling voor zooveel zij rijksbestuur is, algemeen met genoegen werd gezien, dat ged. staten, hij vernieuwing en met klem hij den minister van binnenlandsche zaken op eene verhooging der jaarwedde van den griffier der staten hebben aangedrongen; men vleide zich niet minder dat, behalve de reeds plaats gehad hebbende kleine verhooging der jaarwedden van de vaste ambtenaren bij de prov. griffieverdere vermeerdering nu ook volgen zal. Het onderzoek der enkel prov. en huishoudelijke begrooting gal tot geene algemeene beschouwingen aanleiding. Wat de uitgaven betreft, in eene der afdeelingen werd bij de behandeling van den post: tegemoetkoming aan ge meenten in de kosten van het lager onderwijs, te kennen gegeven, dat de leden met groote ingénomenheid zien, datgedep. staten metvoorzigligemild heid ten opzigte van dezen post bandelen, en dat zij blijven hopen, dat hoe hoog het cijfer ook moge klimmen zulks zal worden bestendigd op grond der overtuiging dat geen geld nuttiger kan worden besteed, dan ten behoeve van het onderwjjs. In eene andere afdeeling besprak men de aan wijzing van gelden, ter bevordering en aanmoediging van bet schoolgaan en van het meer getrouw schoolbezoek. Een der leden was er sterk voor om eene poging in dien zin te doen, en daarvoor gelden beschikbaar testellen, al erkende hij ook de groote praetische moeijelijkheden. maar de andere leden verklaarden zich tegen de zaak. meenende dat het kceren van het schoolverzuim aan de belangstelling van bijzondere personen moet worden overgelaten, zoolang althans bij de wet geen algemeene leerpligt is ingevoerd. Naar aanleiding der postenbetrekkelijk de subsidiën ten behoeve van de eeredienst, werd ook nu weder in alle afdeelingen eene uitvoerige ge- dachtenwisseling gehouden, waarbij de gronden, die verleden jaar voor en tegen waren aangevoerd, andermaal ter sprake kwamen. In vier afdeelin gen was de meerderheid voor het beschikbaar stellen van gelden voor de eeredienst. in ééne was de meerderheid er tegen. 's GRAVEN11AGE 16 Julij. Tot lid van het hof van justitie iu de kolonie Suriname is benoemd de heer mr. J. Heyledy, thans griffier bij dat collegie; en tot griffier van hel hof van justitie in de kolonie Suriname de heer m'. A. C. Wesenhageii, thans regter te Nieuw-Roiterdam. Na afgelegd eind-examen zijn tol veeartsen, bevorderd de hh.J. N. Ballanché. te Utrecht-, 11. de .long. te Ridderkerk; li. J. C. llubenet. te Hoogeveen; H. C. lttmann. te Amersfoort; F. G. van ltijssel, te Poortvliet; A. J. Vlamings, te Dinteloord; A. van Charldorp, te Bergen op Zoom; W. 11. Mingels. te lvessel; allen leerlingen van 's rijks veeartsenijschool. Z. K. 11. prins Frederik is gisteren avond ten 8 ure uit Neuwicd al hier teruggekeerd. De minister van binnenlandsche zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor verleenen. Gisteren werd in liet hotel Bellevue de jaarlijksche algemeene verga dering gehouden van het Algemeen Nederlandsch Vredebond, onder voor zitterschap van den heer mr. D. van Eek. Zij werd bjjgewoond door het hoofdbestuur, verschillende afgevaardigden der afdeelingen en verscheidene leden der Ilaagsche afdeeling. De algemecncn secretaris, mr. G. Relinfante, bragl een breedvoerig verslag uit over hetgeen op het gebied van de zaak des vredes door de onderschei den, naar één grootsch doel strevende genootschappen of bijzondere perso nen. zoowel builen- als binnen 'stands sedert het jongste jaar merkwaardigs verrigt is. Daaruit bleek dat de regeringen der tide en nieuwe wereld, lol heil der volken, steeds dieper doordrongen worden van het nut. en de mogelijkheid der vredelievende boven gewelddadige beslechting. Wal het Algemeen Nederlandsch Vredebond betreft, welks toestand de secretaris in bijzonderheden schetste, zijn toestand mag stationair heeten. Het telt thans 15 afdeelingen. Mogt de finanliëele ondersteuning nog veel te wenschen overlaten, zoodat men beperkt was in middelen tot verspreiding van ge schriften en dergelijke, zedelijke ondersteuning bleef toch niet achter, menig hart en hoofd bleef voor de edele zaak in ons midden werkzaam, dieookin .ie tweede kamer hare voorstanders vond. Men streve dus voort, in weerwil van tegenwerking ol vooroordeel; de zaak kan niet in enkele jaren zege vieren, maar zij zal zegevieren. Na afloop van de vergadering verccnigden zich vele der aanwezige leden en afgevaardigden aan een diner in het hotel Bellevue, waar verschillende heildronken werden ingesteld op den vrede, de vrede-vereenigingen. de leden van het hoofdbestuur, enz. Door den voorzitter werd levens na eene harte lijke toespraak aan den wegens vertrek naar elders afgetreden secretaris der Ilaagsche afdeeling, m'. J. G. Vogel, die steeds groolen ijver in de be vordering der vredezaak heeft geloond, als blijk van achting en vriendschap een fraai en sierlijk gebonden album overhandigd, bevattende de portretten van het hoofdbestuur. K N>' «3 K S, A Nf Sï, BONDEN15 July. De werkstaking der mijnwerkers in het district Bristol is geëindigd; eene vermindering der werkloonen met 10 pCt. is aangenomen. Omtrent den te Chicago uitgebroken brand is berigt ontvangen dat men dien is meester geworden. Meer dan 20 blokken huizen liggen in de asch. Vier mcnschcn zijn bij deze ramp omgekomen. FKANHKIJH. Universwelk blad sedert de schorsing van 1'llnion als het orgaan der legitimistische partij wordt beschouwd, bevat de volgende, uit Versailles aan de redactie toegezondene medcdeeling: "Verschillende dagbladen hniine onbe grensde gehechtheid aan het zevenjarige gezag willende loonen. beweren dat de uiterste regterzjjdc met wantrouwen, zoo niet met bepaalde vijandschap jegens den maarschalk Mac Mahon bezield is. Hetzelfde gerucht gaat in de nationale vergadering van mond tol mond, vooral onder de afgevaardigden van het regter- en linker-cenlrum. Dit oordeel is geheel ongegrond. De uiterste regterzijde is niet vijandig jegens den maarschalk gezind en koestert jegens hem niet het minste wantrouwen. Zij zal hem gaarne de wapenen in handen geven, die hij behoeft om de maatschappelijke orde te verdedigen, en zoo zij op nieuw eenen gedelegeerde der nationale vergadering te ver kiezen had. zou zij hare keuze op hem vestigen. Wat meer is, zy betwist den wettigen duur van zijn gezag niet. Zij weet dat hij voor zeven jaren verkozen is en dat, naar de letter en den geest der wet. alleen zijn wil en de Voorzienigheid vóór het verstrijken van dien lijd een einde aan zijn mandaat maken kunnen. Wie het tegendeel beweert is verkeerd ingelicht of maakt zich aan opzettelijke vcrvalsching der waarheid schuldig. De uiterste regterzijde maakt echter eenig voorbehoud. Hare leden, die voor het zevenjarige presidentschap, hetwelk de maarschalk verlangde, hebben ge stemd, zullen niet toelaten dal men van den geest en de belcekenis hunner stem eene verkeerde opvatting maakt. Men kan zeggen dat zij hebben misgetast, maar zij kunnen niet dulden dat men hen voorstelt als met voor bedachten rade tot een besluit te hebben medegewerkt, hetwelk beweerd wordt met het prijs geven en zelfs met het veroordeelen van het koning schap gelijk te slaan. Het ministerie heeft vooral verkeerd gehandeld met deze opvatting ingewikkeld te verdedigen en haar zelfs aan de vergadering te willen opdringen. Op dat standpunt heeft het zich gesteld om bet manifest van den graaf van Chambord te kunnen treflen. Tegenover een zoodanigen maatregel was de uiterste regterzijde. die reeds reden had om zich te ver ontrusten, verpligt een luid protest te doen hooren. Zij heeft dit gedaan zonder zich met eene enkele partij te verbindenen zonder eene bepaald vijandige stelling tegen de regering van den maarschalk te willen innemen. Sedert eenige jaren hebben in het zuiden des lands de legitimisten telkens vergunning gekregen den naamdag van den graaf van Chambord plegtig te vieren. Doch dit jaar zal, volgens den Parijschen correspondent van de Times, geen enkele manifestatie van dien aard geduld worden. - Te Toulon is dezer dagen uit Cochinchina teruggekeerd de luitenant der marine Esmez, die aan het gevecht deelnam, waarbij kapitein Francis Garnier in Tonkin het leven verloor. De heer Esmez is op eene wonder dadige wijze aan de slaglingen ontsnapt, dié laatstelijk in het Anamitische gewest onder de Christenen zijn aangerigt. Volgens berigten uit Tonkin van 14 Mei, afkomstig van een der Fransche zendelingen, zag het er destijds voor de Christenen in Tonkin nog zeer donker uit. liet meerendeel hunner had liet gebergte, waarheen zij de wijk hadden genomen en dat geen ander voedsel dan kruiden en wilde wortelen opleverde, nog niet durven verlaten, en ook dat toevlugtsoord was nog geenzins veiligwant hunne heidensche landgenooiendie zich ditmaal veel vijandiger en wreeder jegens ben loon den dan bij vroegere vervolgingen, maakten gestadig met speurhonden jagt op hen. Te Aurillac, in Auvergne, heeft een brand plaats gehad, waarbij zes huizen, door vijftien gezinnen bewoond, in de asch zijn gelegd en waarbij elf menschen zijn omgekomen, waaronder vijf militairen behoorden, die hjj 'de remonte dienst deden. Een dier krijgslieden is met twee kinderen, die hij trachtte te redden, ten gevolge van het plotseling instorten van een vloer, in de vlammen omgekomen. Bovendien hebben zeven personen ern stige brandwonden bekomen; vier dezer laatsten verkeeren zelfs in een bc- denkelijken staat. De brand is op een zolder ontstaanwaarop hout en takkebossen geborgen waren. BUIT8CHLAX 19. Omtrent den aanslag op prins Bismarck verneemt men uit Kissingen de volgende meer uitvoerige bijzonderheden. Ten half twee ure reed de prins in een hofrijtuig naar het nabijgelegen gehucht-Saline. Het huis, waar hij Ie Kissingen zijn intrek heeft genomen, slaat aan den regterocver der Saaie, in de onmiddellijke nabijheid van den hoek bij de Saaier-brug. Op het oogenblik dat hij zou wegrijden stond aldaar eene talrijke menigte. Terwijl nu het rijtuig een draai nam om den hoek te passeren en Bismarck de hand opligtte om de aanwezigen Ie groeten, drong een der omstanders, in de kleeding van een geestelijke, eensklaps vooruit en bragt in de passage zulk eene belemmering te weeg, dat de koetsier de paarden even moest laten stilstaan. Dat oogenblik heeft de dader waargenomen om op Bismarck een pistool af te vuren. Vermoedelijk had hij op het hart gemikt, doch doordien Bismarck onder hel groeten naar de eene zijde overboog, raakte de kogel enkel langs den voorarm en was alzoo de toeleg mislukt. In het eerst was het alsof niemand begreep wat er gebeurde; iedereen stond ver steld en er heerschte zulk eene algemeene verbijstering, dat de dader zich reeds ongemerkt een eind had verwijderd eer iemand er aan dacht hem te grijpen. Eindelijk echter, toen hij op een draf begon te loopen om over de brug te komen, snelden eenigen hem achterna. Juist kwam een broeder van den tenorist Lederer van den overkant. Hij had daar het schot gehoord en nudoor het geroep en tumult opmerkzaam gewordenbegreep hij dat er onraad was en pakte den dader bij den kraag. Deze trachtte zich met geweld los te worstelen, beet hem in de vingers en greep hem bij de keel, maar de heer Lederer, ofschoon door den forschen greep half geworgd, hield hem stevig vast en zoo gelukte hel aan eenige heeren den vlugteling in handen te krijgen. Umtrent den dader was gemeld dat hij zou zijn lid der kath. gezellen- vereeniging te Salzwedel. Volgens een schrijven echter van den president der kalli. gezellen-vereeniging te Keulen, aan de Köln. Zeil., bestaat er te Salzwedel geene dergelijke vereeniging. Hij heeft bij herhaling gezegd dat hij vrijwillig en uit eigen beweging gehandeld had, maar uit sommige zijner uitdrukkingen maakt men met grond op dat hij medepligtigen heeft. De officieuse Nordd. sillg. Zeit., den moordaanslag op Bismarck be sprekende, zegt daaromtrent het volgende: Het gevoel van smartelijke ver ontwaardiging over het gebeurde wordt verhoogd door het beschamende bewustzijn, dat het eene Duitsche hand is, die zich tot het plegen van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2