bleek, dat er gegronde vermoedens bestonden, dat de sloker zelf, ten einde eene geldelijke belooning te verwerven, de rail op de baan had gelegd, echter zorgende, dat deze spoedig door een ander werd gevonden en weg geruimd. De sloker is in hechtenis genomen en de zaak wordt nader on derzocht. De geheele toeleg bestond naar het schijnt hierin om, zonder gevaar te veroorzaken, eene belooning magtig le worden. HC.) De heer J. J. du Saar, te Zaandam, heeft voor de benoeming tot directeur-boekhouder der gemeentereiniging le Arnhem bedankt. Uit Smilde meldt men dat in den laalsien lijd in die en in naburige ge meenten herhaaldelijk brand is ontstaan zoowel in te velde staande turf als in het gezaaide boekweilveen. Vooral in het laatste, onder de kolonie Veenhuizen gelagen, zijn eenige met boekweit bezaaide bunders ovcrgebrand, die op nieuw bezaaid moeten worden. Bij gebrek aan water moest men dien brand blusschen door het uitgraven van vochtig veen. In de vorige weck had in de gemeente Diessen een treurig ongeval plaats. Het huis van den metselaar Hendrikxin het gehucht Baarschot, werd geheel door brand vernield, en ongelukkig waren twee kinderen, van twee en vier jaren, in het huis gelaten. Verwonderlijk is het, dat men die kinderen niet gered heeft, dewijl de moeder in het huis was, en ook een timmerman daar eenig werk verrigtte. doch eenige meubels bragt men nog buiten en te laat dacht men aan die kleinen. Hartverscheurend waren de angst- en hulpkreten der kinderen; men hoorde het geroep van moeder! moeder! doch hulp konde niet meer opdagen, een dijk van brandend stroo belette den doortogt, en eene weenende menigte, eene wanhopende moeder (de vader was toevallig afwezig), die men met geweld uil de vlammen moest keeren, konden geen redding meer aanbrengen. Bij den gemeenteraad van Middelburg is ingekomen een adres van de hh. van Zeylen en Decker, scheepsreeders te Rotterdam, houdende verzoek om te mogen beschikken over de kade tusschen de üambrug en den Dam. ten einde aldaar een droog dok te bouwenmits de gemeente in de kosten daarvan bjjdraagt eene som van ƒ50000, te betalen c'én jaar na de vol- tooijing en proefondervindelijk bewezen deugdelijkheid van het dok. Voorts verbindt genoemde firma zich tevens eene werf te exploiteren op de ter reinen van de Commercie-Compagnie. In het verslag over de inlichtingen der regering op adressen uil Amster dam, over te late aankomst van de Noordduitsche en Engelsche posten, wordt door de commissie ad hoe uit de tweede kamer de aandacht meer speciaal gevestigd op de noodzakelijkheid, dat het rijk van de saldo's der post-administratie behoorlijk gebruik make om, waar dit niet in billijkheid aan de spoorweg-maatschappjjen kan worden opgedragen, de eischen van het postverkeer ten volle te bevredigen. Zoo noodig behoort een afzonder lijke posttrein geheel of gedeeltelijk uil de schatkist te worden bekostigd. Dat onafhankelijkheid der postverbinding tusschen Nederland en Engeland van de Belgische administration en van hare mailbooten tusschen Ostende en Dover eene dringende noodzakelijkheid is geworden, behoeft, zegt de commissie, geen betoog. Evenmin, dat die onafhankelijkheid, sedert de liaven van Vlissingen voor het verkeer is geopend, kan worden verkregen. De commissie stelt voor de ministers van binnenl. zaken en financien te verzoeken om ingevolge de in dit rapport voorgestane beginselentot ver betering der Nederl. postdienst, zoowel binnen 'slands als zooveel de aan sluitingen aan het buitenland betreft, te willen werkzaam zjjn. 's GRAVENHAGE19 Junij. Door Z. M. zjjn benoemd: tot vice-president van het prov. geregtshof in Groningen de heer mr. G. W. H. baron van Imhofï'. thans raadsheer in dat hof; tot president van de arrond.-regtbank te Gorinchem de heer mr. G. J. van Marle, thans regter in de arrond.-regtbank te Hoorn; tot kan- tonregter te Sluis de heer mr. B. M. de Jonge van Ellemeet. thans kanlon- rcgler te Corlgene; tot kantonregter te Rauwerd de heer mr. L. R. Went- holt. thans plaatsvervangend kantonregter in dat kanton en advocaat te ■\yeidum; tot griffier bij het kantongeregt te Vlissingen de heer jhr. mr. J. F. Schuurbcqiie Boeye, advocaat, te Breda; tot procureur bij het prov. geregts hof en de arrond.-regtbank te Groningen de heer jhr. mr. W. II. de Savornin Lobman, plaatsvervangend kautonregter en advocaat aldaar. Tot adjunct-commies bij het dep. van oorlog is benoemd de schrijver 1« kl. bjj dat departement W. D. de Jager. Aan II. \V. Stam is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als con cierge bij het dep van binnenlandsche zaken, en als zoodanig is benoemd J. F. C. lluflërmanbuitengewoon opzigter van den waterstaat. In de zitting van de tweede kamer van heden zijn na verwerping van eene motie van den heer Begram, tol hel uitstellen van het census- ontwerp, de amendementen van de lib. Bredius en van den Berch van Heem stede, om het normaalcijfcr te bepalen op /28 en 24, verworpen en daarna is liet regeringsartikel eveneens verworpen met 39 tegen 32 stemmen. Door de afwezigheid des konings verklaarde de minister van binnenland sche zaken niet gemagtigd te zijn tot de intrekking der voordragt, maar verzocht hij de schorsing. Morgen is de behandeling van de begrooling voor het dep. van marine aan de orde. Vóór de wijziging der kieswet stemden de heeren: Mocns, de Bruyn Kops, van Kerkwijk. Mees, de Jong, Gratama. Bredius, Rombach, Brouwer, Len- ting. Dam, Idserda. Gevers Deynool, Mirandollc. van Akerlaken. Zijlker, Schepel, Wybenga, Storm, Godefroi, Cremcrs, van Houten. Blussé, Rutgers, de Lange. Teding van Berkhout, Smidl, Mackay, Kappeyne, Stieltjes, Tak en de voorzitter. Tegen slemden de heeren: van Zinnicq Bergmann, Schimmclpenninck, de Bieberstein, van Loon, lleydenrijck, Schimmelpenninck van der Oye, Insin- ger. Sandberg, Kerens, van Kuyk, van den Berch van Heemstede, van den Heuvel. Ilaffinans, Hingst, Bergsma, Biclion van Ysselmonde, van Baer, LnybenC. van Nispen. van Harinxma, Lambrechts, van Naamen, van Zuylen, Wintgcns, Jcnekbloet, Begram, van Eek, de Boo, Nicrslrasz. Kny- per, Kien, Smits, Arnoldls, Saaymans Vader, Fabius, van Reenen, Verheyen, 's Jacob en Viruly. Afwezig waren de heeren: Blom, Messchcrt, van Nispen van Sevenaer, van Lijnden, van Foreest.van Wassenaer, Borret en van der Does. •- Z. K. 11. prins Hendrik, die gisteren HD. zuster, de groothertogin van Saksen Weimar, tot Wezel heelt uitgeleide gedaan, is nog denzelfden dag, des middags ten 1 ure, in de residentie teruggekeerd. Dezer dagen is aan het hotel Paulez afgestapt de lieer W. S. Ruysse- naers, consul-generaal van Nederland te Alexandrie. Het heeft Z. M. den koning behaagd het hem door de leden van Arli et Amiciliae te Amsterdam op IID' jubilé aangeboden geschenk nog eenigen tijd aan zijne definitive beslemming te onttrekken, ten einde de ingezetenen der residentie in de gelegenheid te stellen kennis te maken met dit vorste lijk geschenk. De tentoonstelling heeft plaats in het lokaal der Loge, Flu- weelen Burgwal. In handen van den president van het hoogste regterlijke collegie heb ben ter teregtzitting van heden den eed als deskundigen afgelegd, de heeren J. G. W. Fijnje, W. Testas en J. W. Stous Sloot, die bij arrest van den hoogen raad van 14 Maart 1873 werden benoemd om als zoodanig werk zaam te zijn in de zaak van de Hollandsche ijzeren spoorwegmaatschappij, tegen den staat der Nederlanden, betreflende eene vordering tot schadever goeding van ongeveer ƒ6,000,000, ter zake van de toepasselijkverklaring van art. 56 der wet van 21 Aug. 1859 op gemelde maatschappij en het dientengevolge door haar gedongen van de aansluiting aan en doorsnijding door haren weg door de Nederlandsche Rijnspoorweglijn 's Hage—Gouda; welk arrest den 22s,tn Mei jl. in revisie werd bevestigd. Op de daartoe door den voorzitter gedane vraag gaven genoemde heeren te kennen, dat zij reeds overeengekomen zijn omtrent tijd en plaats wanneer en waar zij hunne werkzaamheden zullen aanvangen. Dit zal zijn op 4 Julij aanstaande, des middags ten 12 ure, in het bureau van den raad van toezigtop de spoorwe gen, op het Plein, te dezer stede. Voor de reglbank alhier werd gisteren een niet onbelangrijke vraag van staats- en strafregt behandeld. B., le Voorburg, stond teregt beklaagd we gens uitvoer aan 11 runderen op 11 Jan. jl. uit die gemeente, terwijl die gemeente bij resolutie van den minister van binnenlandsche zaken van 18 Dec. 1873, afgekondigd in de Staatscourant n". 300, was verklaard voor gemeente waarin longziekte heerschte. Die resolutie was genomen ingevolge het kon. besluit van 3 October 1873 en krachtens art. 15 der wet op het vee-artsenijkundig slaatstoezigt en de vee-artsenijkundige policie van 20 Julij 1870. Het openbaar ministerie, waargenomen door den substituut-officier mr. J. A. Roest, requireerde, na het hooren van getuigen, gevangenisstraf van 1 maand op grond van gemelde resolutie, het kon. besluit en de wet. Tegen dit requisitoir voerde de verdediger van den beklaagde mr. A. W. Jacobson hoofdzakelijk aan dat het feit niet strafbaar was, omdat de mi nister van binnenlandsche zaken niet bevoegd was die resolutie le nemen krachtens het kon. besluit van 3 Oct. 1873. Immers de veeartsenijwet had aan den koning opgedragen de maatregelen te nemen tot uitvoering der wet en de koning mogt die magt of bevoegdheid niet overdragen op een ander, zonder dat hem die bevoegdheid bij de grondwet of eene andere wet was gegeven. Dit was o. a. wel het geval geweest bij de wet op de veetyphus van April 1867. Daar was uitdrukkelijk aan den minister van binnenland sche zaken opgedragen de gemeenten aan te wijzen. Pleiter wees ook op den twijfel of de koning bij het besluit wel zijn magt had overgedragen, omdat de woorden dit niet duidelijk aantoonden. Doch in ieder geval was een ministeriele resolutie geen grond van strafregt of van burgerlijk regt Pleiter concludeerde lot ontslag van regtsvervolging. Bij repliek wees de subst.-officier mr. Roest er op dat de ministeriële reso lutie was een deel van het gebod of verbod, in het kon. besluit van October 1873 en de wet van Julij 1870 bepaald, evenals zoovele andere verordenin gen b. v. provinciale reglementen, gemeente-verordeningentoestemmingen van hoofden van policie. Bij dupliek bestreed de verdediger die opvatting, omdat juist dit toonde dat in een strafwet of algemeenen maatregel van inwendig bestuur werd verwezen naar bepalingen door de daartoe bevoegde magt gegeven ol gemaakt, maar dat een minister van binnenl. zaken in die gevallen geen wetgevende magt of geen bevoegdheid heeft om zooals bij de resolutie was geschied de bepalingen van het kon. besluit toepasselijk te ver klaren op bepaalde gemeenten. Uit de debatten bleek het dat de reglbank te Leiden bij een paar vonnissen aan zulke ministeriële resoltitiën regls- kracht had ontzegd, terwijl het hof in Zuidholland die resoluliën als regls- geldig beschouwde. Den 24en Junij zal de reglbank uitspraak doen. BUIT KN LA N USCI IE B K lilGÏ&N. ESGELAN». LONDEN 18 Junij. Woensdag 11. is alhier geopend een internationaal congres van vereenigin- gen tot het voorkomen van wreedheid jegens dieren. Het moet gedurende drie dagen zitting houden: 18, 19 en 23 dezer. Sedert hare oprigting heeft de hier te lande bestaande vereeniging door haar toedoen niet minder dan 23939 personen wegens het mishandelen van dieren doen veroordeelen. Voortdurend breidt zij haren werkkring uit, rn vermeerdert zij het getal harer agenten. Zaturdag morgen teekende volgens officiële opgave de thermometer op het gras 5 graden vorst. Volgens de Bristol Times ondervond men in het district Somersetshire, op Zondag-morgen eene aardgolving. De toestand in Britsch Indië is nog verre van gunstig. Aan de Times wordt gemeld dat, volgens verslag van de zendelingen, vele lieden ten zui den van Calcutta op het punt zijn om van honger te bezwijken. De voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2