LEIDSCHE OIIR A H T. VRIJDAG 19 JUNI J. STADS-BERICHTEN. binnenlandsche behigten. 1874 N°. 141. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars ƒ3.franco p. p. ƒ3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35franco p.p. f 3.85. Bet verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.60 'sjaars. buiten de expeditiekosten. afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentidn is van 1—4 regels 1.—iedere regel meer 25 cents. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien de circulaire van den Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland, van den 218len Augustus 1831 Provinciaalblad n°. 110), Doen te weten, dat ter voldoening aan liet Koninklijk besluit van den isten dier maand, n°. 72, de dankdag of godsdienstige viering der overwin ning van Waterloo, ditmaal op Zondag den 2lst,D dezer maand, zal wor den gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER. Burgemeester. Leiden, 18 Juni 1874. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEIDEN, ontvangen hebbende eene circulaire van den Commissaris des Konings in de Provincie Znidhol- land, van den 26,ten Januari jl{Provinciaal-Blad n°. 15), houdende uitnoodiging om, door het. aansporen der ingezetenen tot milddadigheid, zoo veel mogelijk het •welslagen te bevorderen der jaarlijksche Collecte, welke, ten gevolge van Zijner Majesteits dispositie, van den 16den November 1820, n°. 81 door de Districts-com missie tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Ne derlanden, za\ worden gehoudendoen te weten datingevolge het verlangen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gemachtigde personen, met geslotene bussen, op Maandag en Dinsdagden 228len en 23"tcn Jcini aanstaande, aanvangende 's morgens te negen uren, aan de huizen der ingeze tenen, die verzocht worden op de uitreiking hunner liefdegiften orde te stellen. Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende aan het verlangen in gemelde circulaire vervat, noodigen de ingezetenen dezer gemeente dringend uit, door onbe- kroinpene bijdragen krachtdadig mede te werken tot de ondersteuning der instelling, welke zij zoo zeer behoeft, maar gelooven tevens dat de bestem ming van de opbrengst dier Collecte reeds eene goede uitkomst verzekert en voor ieder rechtgeaard Nederlander, die in de geschiedenis van zijn eigen land geen vreemdeling is, alle verdere aansporing overbodig maakt. Het fonds, tot instandhouding waarvan die gelden worden ingezameld, strekt toch niet slechts in het belang der verminkten en infirmen van den gedenkwaardigen en beslissenden slag bij Waterloo (een dwaalbegrip dat hij velen heerscht), neen, ongelukkigen van iederen strijd, waarin ons vaderland gewikkeld was en nog is, onder vinden bet steeds, dat te hunnen behoeve een blijvend liefdewerk is gesticht: strijders van den Belgischen veldtochthandhavers onzer macht in Oost-en West- Indische bezittingenveteranen van 40jarigen dienst, genieten nu reeds, of heb* ben althans hel vooruitzicht te genieten, van hetgeen hunne landgenooten hebben weggelegd en thans nog afzonderen tot leniging hunner smarten, tot ondersteuning van hunnen gebrekkigen ouderdom. De Nederlanrlsche soldaat wete het, dat, zoo hij werkelijk in en door den dienst infirm is geworden, er een fonds bestaat, met het doel om door toelage, boven en behalve zijn pensioen, zijn ongeluk te verzachten; maar het Nederlandsche volk zij er dan ook, door dankbare belangstelling gedrongen, gedachtig aan die ondersteu ning met meer mildheid te verleenen, opdat het fonds aan al die billijke aanvra gen voldoe en de lijst der sollicitanten niet nog een aanzienlijk getal blijve aanwij zen, tot beschaming van den tijdgenoot, die aan het werk, eenmaal zoo krachtig aangevangen, slechts met slappe banden voortbouwt. Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan Burgemeester en Wethouders zich reeds vooraf overtuigd houdenhet doen zien dat deze Toepstem niet te ver geefs ook tot Leidens ingezetenen werd gebracht! Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELERBurgemeester. Leiden, 18 Juni 1874. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 18 Junij. De jaarlijksche vergadering van de alhier gevestigde maatschappij der Nederlandsche letterkunde werd heden in het gebouw der maatschappij tot Nut van 't Algemeen gehouden. De voorzitter, prof. de Vries, opende haar met eene toespraak, waarin op de lotgevallen der maatschappij in hel vorige jaar en op haren tegenwoordigen toestand een biik werd geslagen. Ofschoon de spreker erkende dat de maatschappij niet geheel en al zonder vrucht was "werkzaam geweest, aarzelde hij niet te verklaren, en loonde hij dit in cenige bijzonderheden aan, dat de maatschappij aan hare roeping niet be antwoordde en in eenen toestand van kwijning en werkeloosheid verkeerde. Voorts herdacht hij de 18 binnenlaudsche en 4 buitenlandschc aan de maat schappij door den dood ontvallen leden, inzonderheid stil staande bij den naam van Hoffmann von Fallersleben. In diens voorbeeld alsmede in de reeds ge vierde of nog te vieren vaderlandschegedenkdagen, vond hij aanleiding, om tot meerdere werkzaamheid ten behoeve van en belangstelling in de maatschappij en de Nederlandsche taal, letterkunde en geschiedenis krachtig op te wekken. Op voorstel van den heer de Jager werd de voorzitter uitgenoodigd ep daartoe bereid bevonden zijne toespraak voor de Handelingen af te staan. Vervolgens deed de secretaris verslag van den staat der maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar, en de bibliothecaris van dien der boek- en andere verzamelingen gedurende hetzelfde tijdsverloop en legde de penningmeester zjjne rekening en verant woording over. Hierna nam de voorzitter het woord, om den heer Wtte- waall. die;bij het verlaten der stad, als penningmeester aftrad, voor zijne veeljarige diensten in hartelijke bewoordingen dank te zeggen. Op een ver volgens door den heer van Zinnicq Bergmann gedaan en door het bestuur overgenomen voorstel werd bij acclamatie besloten aan Z. K. II. prins Alex ander het eerelidmaatschap der maatschappij op te dragen. Omtrent de verslagen van de commissie voor taal- en letterkunde en aan die voor ge schied- en oudheidkunde werd als naar gewoonte goedgevonden die niet te laten voorlezen, maar in de Handelingen op te nemen. Uit het daarop door de commissie tot het opnemen der stemming over nieuwe leden uitgebragt verslag bleek dat tol binnenlandsche leden gekozen waren de heeren: mr. J. P. Amersfoordt, oud-burgemeester van Haarlem mermeer; dr. J. M. van Bemmelen, hoogleeraar te Leiden; dr. 11. P. Berlage, predikant te Amsterdam; J. L. Beijers. te Utrecht; dr. J. Bolhuys van Zee- burgh, te Amsterdam; dr. A. W. Bronsveld, predikant te Haarlem; dr. G. J. Dozy, te Deventer; dr. 0. Ekama, bibliothecaris van Teyler's stichting te Haarlem; Richard Hol, tc Utrecht; dr. J, J. de Hollander, hoogleeraar aan de militaire academie te Breda, m'. W. van der Kaay, kantonregter te Leiden; J. C. Kobus, emer. pred. van Bemmel, te Borculo; G. B. Lalleman, hoofdonder wijzer te Moordrecht; A. van Lommei. r. k. priester te Rotterdam; W. de Meijier, pred. te Wormerveer; dr. J. P. Muller, pred. te Embden; m'. S. Muller Fz., archivaris te Utrecht; W. F. G. Nicolaï, directeur van de ko ninklijke muziekschool te 'sGravenhage; jhr. m'. A. A. van Oldenbarneveld, genaamd Witte Tullingh, griffier bij het militair geregtshol, te Utrecht; J. C. C. den Beer Poortugael, te Breda, kapitein van den generalen staf; K. B. Pekelharing, pred. bij de doopsgezinde gemeente te Middelburg; dr. R. A. Soctbroodt Piccardt, pred. te Goes; dr. A. R. Ruitenschild, pred. teOegst- gcest; dr. C. Bellaar Spruit, leeraar in de scheikunde aan de hoogcre bur gerschool te Utrecht; dr. P. Steen, pred. te Dordrecht; dr. B. J. Stokvis, hoogleeraar in de physiologie te Amsterdam; Joh. H. Verhuist, te Amster dam; P. Ver Loren van Themaat, secretaris van de Duitsche Orde te Utreeht; dr. T. C. Winkler, conservator hij Teyler's museum te Haarlem, mr. W. Wintgens, lid van de 2' kamer der staten-generaalte'sGravenhage; en tot buitenlandsche leden, de heeren: F. Jozef van den Branden, adjunct archivaris van Antwerpen; dr. C. A. Cornelius, hooglceraar te Munchcn: G. D. Minnaerl, leeraar aan de normaalschool te Gent; K. F. W. Wander, te Quirl, bij Smicdeburg. Wat de beschikbare interessen van het fonds aangaat, werd het voorstel van het bestuur aangenomen om daarmede te bestrijden de kosten, verbon den: 1". aan de voortzetting van de uitgave der 2« Parlie van Maerlanl's Spiegel Ilisloriael en 2°. aan het begin van de uitgave der gedenkstukken van het Egmondsch archief. Met betrekking tot het punt van de plaatsing der bibliotheek werd voorgelezen eene missive van curatoren der booge- school, waarbij werd medegedeeld dat de minister van binnenlandsche za ken bereidwas aan de wetgevende magt eene som ten behoeve eener vergrooting van het gebouw der academische bibliotheek aan te vragen, om op die wijze voor de bibliotheek der maatschappij eene geschikte plaats Ie vinden. Nadat de verdere behartiging dezer zaak aan het bestuur was op gedragen, verklaarde de heer van Zinnicq Bergmann. van oordeel zijnde dat de maatschappij een eigen gebouw moest bezitten, zicli bereid zijn huis op de Breedestraat (naast de sociëteit Amieitia gelegen) op nader te stellen en van zijnen kant gemakkelijk te maken voorwaarden af te staan. Ook dit punt werd in handen van het bestuur gesteld. Verder werd tot lid van het bestuur gekozen de heer VV. Pleyte. lot secretaris de heer dr. J. Verdam en tot penningmeester de heer dr. W. N. du Rieu. en ontving de vergadering de mededeeling van den heer Rogge, dat iemand, die niet genoemd wenschte te worden, eene som van ƒ25 voor de bibliotheek geschonken had. Ten slotte tiragt de lieer ten Brink de zaak van het taal- en letterkundig congres ter sprake en deed hij het voorstel dat de maatschappij zich die mogt aantrekken. Na cenige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 1