PER TELEGRAAF. I inbegrip van de ƒ740,000, waarmede hoofdsiuk II der Indische begrooling van 1874, bij wijze van credietopening, boven de begrooting door den gou verneur-generaal is verhoogdde krijg in het noorden van Sumatraboven de expeditiën op die begrooling uitgetrokken som van 2,500,000 nog p.m. 6% millioen zal kosten, dan zal er nog eene som van omstreeks 20 mil- Iioen overschieten. Die raming van 6& millioen is wel zeer onzeker en geheel voorloopig, maar de reserve is daarentegen wel zoo aanzienlijk, dat, ook met het oog op de prijzendie de gouvernementsproducien tot' nog toe hebben opgebragt, er geen vrees behoeft te bestaan, dat de bijdrage van Ned. Indie over 1873 niet in het geheel zal kunnen worden uitbetaald. De commissie van rapporteurs voor de wijziging der kieswet acht, na kennis genomen te hebben van de memorie van beantwoording, den 10dto Junij jl. door den minister van binnenlaiidsche zaken ingezonden, en van het daarbij gevoegd gewijzigd voorstel, geen nader onderzoek te dezer zake in de afdeelingen noodig, en zulks op grond dat de thans voorgestelde wij ziging van den census groolendeels overeenkomt met de denkbeelden, die daaromtrent in de afdeelingen voorgestaan en in het laatste voorloopig ver slag ontwikkeld zijn. Daar, naar het gevoelen der commissie, bij de rig- ting die de regering aan het onderzoek omtrent de verlaging van den cen sus heeft gegeven, dat onderzoek niet het noodige licht heeft verspreid over de aannemelijkheid der tegenwoordige voordragl. evenmin als daardoor het oorspronkelijke voorstel was gereglvaardigd, meent de commissie zich van het uitspreken van een eigen oordeel over het thans aanhangig wets-ont- werp te moeten onthouden. Zij acht evenwel met de regering dat wets ontwerp, na al wat daaromtrent is voorgevallen, rijp voor de openbare beraadslaging. 'sGRAVENHAGE15 Junij. Aan den heer J. H. C. Vermeer is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als adjunct-comnnes bij het dep. van binnenlandsche zaken. Door Z. M. isop daartoe gedaan verzoekingetrokken de bij het kon. besluit van fi Mei jl., gedane benoeming van den heer mr. M J. van Oosterzee tot griffier bij het kantongeregt te Ommen, en is benoemd tot griffier bij het kantongeregt te Ommen, dc heer mr. 11. J. Wiinder, thans plaatsvervangend kantonregler en advocaat te Wageningen. - Het schroefstoomschip Ainstel, liggende te llellevoetsluis, wordt met den 15d'n dezer builen dienst gesteld, en de kapitein-luit. ter zee J. W. F. Frucht eervol van het bevel over voornoemden bodem ontheven en op non activiteit gesteld. Voorts wordoi de luit. ter zee le kl. C. A. Woldringh, de luitt. ter zee 2C kl. ,1. P. Lubbe Bakker en V. C. Dijckmecster. de offi cier van gezondheid le kl. B. H. Tomson en de officier van administratie 3e kl. \V. E. Muller, allen dienende aan boord van genoemd stoomschip, op non-activiteit gesteld. Naar men verneemt is Z. M. de koning voornemens bij gelegenheid van IIIJ', reis naar Monlreux (Zwitserland) eenige uren in Ems te vertoeven tot het brengen van een bezoek aan den keizer van Duitschland: terwijl Z. M. welligt ook de keizerin te Coblenz zal ontmoeten en begroeten. H.' M. de koningin vertrekt aanstaanden Zaturdag des ochtends per trein van 6.15 min. langs den Rijnspoorweg met gevolg naar het buitenland. Gisteren ochtend is alhier gevankelijk binnengebragt en in hel huis van arrest opgenomen de schipper Z.die verdacht wordt van ïnoedwilligen manslag op een coliega, met wien hij te Overschie in twist was geraakt en die door zijn toedoen den dood in het water heeft gevonden. Sedert eenigen tijd worden hier ter stede, door toedoen der Vereeniging tot bescherming van dieren, proeven genomen met eene verbeterde slagtwijze voor het rundvee, uitgedacht door den heer F. Bruneau, directeur van dc groote abattoirs te Parijs, en aldaar ook ingevoerd; zie ook «Illustration", Fcbruarij 1874. Deze geschieden in dc 's Gravenhaagsche vleeschhouwcrij, waar welwillend daartoe de gelegenheid is verstrekt. Zij hebben ten doel het vee sneller en minder pijnlijk te dooden. De proeven ook in het bijzijn van doctoren, niet-leden der vereeniging, genomen, hebben het meest ge- wenschte resultaat opgeleverd; men was eenstemmig van gevoelen dat het doel goed bereikt was, en vond de invoering dier methode des te weiische- lijker nadat men een paar malen de gewone wijze van slagten had waarge nomen. De invoering dier nieuwe slagtwijze op andere plaatseno. a. in Amsterdam bij zes slaglers. bewijst voldoende dat zij ook "geen nadeeligen invloed op de waarde van het dier uitoefent. Met betrekking tot de havenquaestie van Scheveningen verneemt de Stoompost, dat de minister van binnenlandsche zaken zich in het algemeen bereid heeft verklaard tot liet verleene'n van rijkshulp mede te werken; ter wijl de minister van financiën brreid zou zijn den grond, noodig voor den haven en bijbehoorende werken, tegen le bepalen prijs af te staan. urmcM.AMLsciiE BEIJU; I E> E ïtf 44 ELA Ai LONDEN. 14 Junij. In het lagerhuis bad Donderdag de tweede lezing plaats van de door j de regering ingediende wel tot beperking van den arbeid van vrouwen en kinderen in fabrieken en werkplaatsen, in bet belang der gezondheid en van het onderwijs tot 50% werkuren 's weeks. De wet vond eene krach tige bestrijding bij den hoogleeraar Fawcctt. die beweerde dat de verminde ring der sterfte niet le bereiken was door het beperken der werkuren, i maar door directe sanitaire maatregelen, door het vaststellen van hygiënische voorschiften op de inrigting der als fabrieken en werkplaatsen gebezigde j localen en door het bevorderen van gezonde woningen. Met 295 tegen 79 stemmen besloot het huis tot de tweede lezing der wet óver te gaan. FKiLKKRlJ Si. Dc president van de linkerzijde der nat. vergadering heeft verslag gegeven van zijne bijeenkomst met de voorzitters der groepen van de regter- zoowel als de linkerzijde om over de interpellatie te onderhandelen. Hij zegt dal men om verschil in politieke opvattingen niet tot overeenstemming is kunnen komen, maar dat de voorzitters, zoowel van de regter- als van dc linker zijde, het verlangen hebben uitgedrukt om van de regering eene krachtige houding tegenover de Boriapartisten le eischeu, en de verzekering te vra gen, dat het dc vervallenverklaring van het keizerrijk zal weten te doen eerbiedigen. De beer de Sainte-Croixdie Gambelta aan het spoorwegstation St. La- zaire aanrandde, is tot 6 maanden gevangenisstraf, 209 fr. boete en in de kosten veroordeeld. Hij weigerde een advocaat te zijner verdediging te 5 nemen. De andere gevangengenomen personen zijn lot gevangenisstraf ver oordeeld, en wel van 8 dagen tot eene maand. De graal de Sainte-Croix heeft thans niet voor de eerste maal kennis gemaakt met den stralregler. Als onderofficier bij het leger werd hij in 1861 wegens slecht gedrag van sergeant tot korporaal gedegradeerd. Ver volgens naar de kolonie Senegal gezonden, werd hij wegens het toebrengen van een bajonetsteek aan een onderofficier door den krijgsraad ter dood veroordeeld. De raad van revisie veranderde dit vonnis in gevangenisstraf. Door de ijverige pogingen zijner familie, ondersteund door de lusschenkomst van den aalmoezenier, kreeg hij verligting van straf en naderhand gratie. Een jaar later ging hij als militair naar Algerië. maar hij bleef er niet lang. Nog binnen het jaar werd hij wegens voortdurende dronkenschap weggezonden. De heer Paul de Cassagnac heeft in een brief aan den heer Cle'men- ceau geantwoord op de tot hem op nieuw gerigte uitdaging om te duelleren. Minachtend weigert hij met hem te vechten. 9 P A jV .5 E. De Gnceta verzekert dat de vervallen coupons betaald zullen worden met nieuwe trapgewijs aflosbare schuldbrieven. Van de coupons, die nog vervallen moeten, zal de helft in zilver betaald worden; 600 millioen realen zullen daarvoor op de begrooling van 1875 worden aangewezen. O U 9 T E V K IA Ei. De afgevaardigde in den Oostenrijkschen rijksraad Prato, een katholiek priester, die voor de dezer dagen afgekondigde confessionele wetten gestemd had, is door den bisschop van Trente gedwongen geworden zijn votum openlijk te herroepen. Begrijpende dat hij na zulk eene handeling niet wel langer de betrekking van afgevaardigde kon blijven bekleeden, heeft hij zijn mandaat nedergeiegd, en daarvan bij twee bijna gelijkluidende brieven ken nis gegeven aan den burgemeester van Trente en aan den president van het huis van afgevaardigden des rijksraads, den heer Rechbauer. Het schrijven aan den laatstgenoemde is van den volgenden inhoud: «Mijnheer de president! Ten gevolge van mijne bekende vota vóór de confessionele wetten, werd mij door mijne geestelijke overheid de vergun ning tot het uitoefenen van priesterlijke functiën ontnomen. Op mijne daartoe betrekkelijke verklaring, dal ik bij het uitbrengen van mijne stem geenszins het oogmerk had de kerkelijke vrijheid aan te randen, antwoordde het vorstbisschoppelijke ordinariaat met de herhaalde uitnoodiging om of mijn votum te herroepen of mij als in de priesterlijke bediening geschorst te beschouwen. Daar mijn priesterlijk ambt mij boven alles ter harte gaat, schoot mij niets anders over dan mij aan de herhaalde uitnoodiging te on derwerpen, hetgeen ik ook deed. Deze omstandigheid doet mij echter dui delijk inzien, dat een katholiek priester niet in het bezit van zijne volkomen vrijheid als afgevaardigde is; daarom leg ik bij deze mijn mandaat neder, en wend mij lol u met het verzoek om daarvan aan de regering kennis te geven, opdat dc noodige maatregelen voor het doen plaats hebben van eene nieuwe verkiezing genomen worden." UilTSCIILAN». Dc bondsraad heeft eene beslissing genomen omtrent het besluit van den rijksdag tot invoering van het burgerlijk huwelijk. Dc beslissing komt hierop neder, dat. de bondsraad zijne goedkeuring aan het besluit, zooals het daar ligt. moet onthouden, met verzoek aan den rijkskanselier, in overleg met de bondsregeringen een volledig ontwerp in te dienen. Volgens het IFextfM. Folksblatt is aan het kreilsgeregt aldaar door het provinciale hof van appèl last gegeven om voorloopig niet tot de gevan genzetting van den bisschop Martin over te gaan. Naar men verneemt is een request om gratie aan den koning ingediend, hetwelk om bcrigt aan het hof van appèl is verzonden. Tot dat omtrent dit verzoekschift beslist zal zijn, is de vervolging tegen den bisschop voorloopig geschorst. OOIT-ISBIE. BATAVIA. 6 Mei. Den 2den Mei in den laten avond arriveerde het stoomschip Prins Alexander, aan boord van welken bodem zich de opperbevelhebber van het expeditiounaire leger, de luit.-generaal van Swieten, met zijn staf bevond. Om acht uur den volgenden morgen begaf zich eene commissie, bestaande uit de commandanten der land- en zeemagt. met hunne respectieve adjudan ten, een gouvernements-secretaris, enz. naar de recde. om de aangekomenen welkom te heeten en naar den wal le geleiden. Aan den Kleinen Boom met guirlandes en vlaggen smaakvol versierd, hadden zich de raden van iVd.-Indië. een aantal officieren van verschillende wapens met hunne dames, een onafzienbare menigte particulieren van eiken rang en stand en een commissie uit het comité tot ontvangst der troepen verzameld. Ten hallelf uur stapte Z. Exc. de gouv.-generaal in hel vertrek aan den Boom af en kort daarop kondigde een salvo uit de welkomstbatlerij het naderen aan van den generaal en zijn staf. die zich aan boord van de Tjiliwoug bevon den. Onder een luid «hoera" en het spelen der nationale liederen zetten de generaals en andere officieren voet aan wal en begaven zich. door een digt opeengehoopte massa van belangstellenden, naar het vertrek, waar de gouv.-generaal en andere hooggeplaatsten hen opwachtten. De landvoogd heette allen met bewogen stem «welkom" en roemde den moed. de geest kracht en vaderlandsche gevoelens van hendie aan den krijg hadden deel genomen. Na een kort oponthoud vertrok de G. G.vergezeld van zijn adjudant, den generaal van Swieten en den luit. Sirtema van Grovestins. op eerbiedige wijze door de omstanders begroet. In het volgende rijtuig nam dc generaal Verspijck plaats; toen hij de verzamelde menigte verliet, werd 'e zijner eere een «hoera" en «leve Verspijck" aangeheven, aan welke kreten geen einde scheen te zullen komen en die eerst ophielden, toen het s rijtuig van den generaal uit liet gezigl verdwenen was. Ook generaal de Neve werd bij zijn vrtrek door de menigte toegejuicht. s Men leest in het Alg. Dbl. v. N. Een nog algemeener onderwerp van gesprek dan de inlogt der van Atchin teruggekeerde troepen verleden 1 Zondag, of het krooningsfeest van aanstaanden Dingsdag, is het dezer voor gevallene met den kapitein der infanterie van Daalen, die bij gelegenheid van het afstappen van generaal van Swieten aan den Kleinen Boom op jl. Zaturdag Z. Exc. den gouverneur-generaal in het openbaar heeft geïnsul- leerd. De genoemde subalterne officier, die als eliel van den staf der 2de brigade de jongste expeditie medegemaakt en zich daarbij onderscheiden heeft, werd door Zijne Exc. mr. Loudon beleefd toegesproken en met zijn herstel (want wegens eene bekomen wond was hij reeds vroeger hier terug- j, gekomen) gelukgewensehtdoch hoewel de gouverneur-generaal hem tot z tweemalen toe de hand reikte, weigerde hij met de meest in het oog Ioopende grofheid, en blijkbaar bij wijze van demonstratie, die aan le nemen. Vmch- b teloos verdiept men zich in het zoeken van redenen die kapitein van Daalen o bewogen hebben zich zoodanig aan te stellen. =1 d PARIJS, 14 Junij. De heer Clémenceau zegt in zijnen brief aan de C Cassagnac, dat hij hem genoegdoening gevraagd heeft, omdat zijne partij vj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2