BUITEN LA NDSCHE BEKIGTEN. PER TELEGRAAF. staanden Woensdag het wets-ontwerp tot wijziging der kieswet aan de orde te stellen en later te bepalen wanneer het wets-ontwerp tot afschaffing van den accjjns op de zeep zal worden behandeld, dat, blijkens mededeeling van den voorzitter door de regering is gewijzigd en waarbij de regering hoogst gewigtige mededeelingen heeft gedaan omtrent de financiën van Indie en Nederland. Aan de receptie, welke ten 1 ure bij Z. K. H. prins Hendrik ter gele genheid van HU», verjaardag plaats had, namen deel 1111. MM. de koningen koningin, 1111. KK. Htl. de prinsen van Oranje, Alexander en Prederik, bene vens HU. kK. HH. de groothertog en groothertogin van Saksen-Weimar- Eisenach. Ten 12 ure hield het garnizoen der residentie onder bevel van den luit.-kolonel van Bel, van hel reg. grenadiers en jagers, in de Malie baan eene groote parade. De troepen werden geïnspecteerd door generaal- majoor, gouverneur der residentie. Wichelhof!, voor wienook, nadat door de verschillende wapens eenige bewegingen waren uitgevoerd, het gewone défilé plaats had. H. M. de koningin en Z. K. H. prins Alexander, die, van het Huis ten Bosch komende, de paradeplaats passeerden, werden met de gebruikelijke eerbewijzen begroet. Heden middag wordt op Buitenrust, het hotel van den groothertog van Saksen-Weimar, een groot diner gegeven. KNOELAIll. LONDEN12 Junij. Het lagerhuis verwierp Woensdag met 373 tegen 128 stemmen eene door den heer Richard ingediende bill tot wijziging der onderwijswet van 1870 door te verbieden dat aan gezindheidsscholen subsidien uit de open- i bare kas zouden worden verleend. Het wets-ontwerp vond weinig verdedi gers behalve den voormaligen minister Lowe, welke aanvoerde dat de aanneming in het geheel niet, gelijk beweerd was, den doodsteek aan de 1 gezindheidsscholen geven zou, omdat, wanneer de bijdragen in de kosten uit de schatkist ophielden te vloeijen. die even overvloedig door particulieren zouden worden verstrekt. De bill vond vooral bestrijding bij den laatslen en den tegenwoordigen minister van onderwijs, den heer Forster en lord Sandon, die het bedenkelijk achtlen dat het godsdienstonderwijs alleen aan de geestelijken zou worden overgelaten. FRANKRIJK. Aan de leden der nationale vergadering is rondgezonden het wetsont werp van den minister van financiën om het tekort op het budget te dek ken door de heffing van één halven opeent op de bestaande belastingen. «Deze heffing, zegt de memorie van toelichting, biedt het voordeel aan van zekere ontvangsten, zonder eenige verhooging der kosten van inning, terwijl het geringe bedrag der voorgestelde verhooging geen merkbaren invloed zal hebben op den prijs der voorwerpen van verbruik. Daar van den anderen kant de opbrengst dezer nieuwe belasting volledig het verwachte tekort dekken zal. zou de nationale vergadering, daaraan hare goedkeuring schen kende. terstond een einde maken aan de onzekerheid, waarvan sommige takken van njjverbeid de gevolgen ondervinden zoodra er wetsontwerpen worden aangekondigd of verwacht, waardoor zij zelve meer bepaaldelijk gedrukt worden, en welke zeer nadeelig op de belangen van de industrie en de geheele handelsbeweging terugwerkt. Naar aanleiding van den hevigen uitval door Gambetta gedaan tegen den heer Rouher bevat de Pays een artikel van den heer Paul de Cassag- nac tegen Gambetta en de mannen van 4 September, dat iu hevigheid alle palen te buiten gaat. Het is ten gevolge van dit artikel, dat de afgevaar digden Schoelcher en Testelin aan het bureau van den Pays zijn gekomen, i om namens Clémenceau, een ander afgevaardigde, die daartoe door de repu- blikeinsche partij was gemagtigd, de Cassagnac en eiken anderen redacteur van het blad tot een duel uit te dagen. De ministerraad heeft besloten de Pays, de Rappel en ie XIX' Siècle gedurende 14 dagen te schorsen. Volgens de Rép. Frang. heeft het gebeurde met den heer Gambetta aan het station St. Lazare zich volsender wijze toegedragen: Bij het binnen komen in de wachtkamer werd Gambetta door iemand aangesproken met de woorden: «Gij hebt gisteren gezegd dat de Bonapartisten ellendelingen zijn. Ik ben Bonapartist. Zoudi. gij tegenover mij wel durven herhalen wat grj gisteren hebt gezegd?" "Het doet er weinig toe, antwoordde Gambetta, of gij Bonapartist zijt. Neem het op zooals gij wilt". Daar de persoon in quaeslie door dit antwoord overbluft scheenvoegde Gambetta er dadelijk bij: "Arme man! Men laat u hier een rol spelen, waarvoor gij slecht be rekend zijt". Reeds dadelijk had dit voorval de aandacht van verscheiden omstanders getrokken en vormde zich een oploop. Toen naderde een ander persoon, nog wel iemand die gedecoreerd was. Gambetta en voegde dezen driftig toe: "Ook ik ben Bonapartist, en ik zal niet dulden, dat gij op zulk eene wijze eene partij, die eerbied verdient, aanvalt." Gambetta antwoordde: "Mijnheer! Laat mij met vrede, ik ken u niet. Die bedreigingen jagen mij j geen schrik aan, ik heb nog wel iets anders beleefd." Deze woorden, met verheffing van stem en met vuur uitgesprokenlokten dadelijk verschillende protesten uit en bragten de menigte in beroering. De heer Guyot-Monlpayroux had reeds de tusschenkomst van de politie ingeroepen. .De eerste persoon die gesproken had werd aan de politie aangewezen en gearresteerd, maar een minuut later weer losgelaten. Eenige vrienden van den heer Gambetta waren er bijgekomen en deden hun best hem uit de mmigte te verwijderen. Bij den oploop zag men verscheiden afgevaardigden, die zich beklaagden, j dat een hunner collega's aan een dergelijken aanval had blootgestaan. De hb. Edmond Adam, Laurenl-PichatOrdinaire en nog anderen hebben vrij heftig de flaauwe houding van de politie-dienaars gelaakt. Gambetta ver trok met den trein van t uur 25 en werd te Versailles door het meeren- deel zijner collega's met bewijzen van deelneming overladen. Berigten uit Algerië melden dat de sprinkhanen hunne verwoestende togten voortzetten over de velden, waarvan men den oogst weldra dacht binnen te halen. Ten gevolge der aanhoudende invallen dezer verschrikke lijke gasten en ten einde nog grooter verwoestingen te voorkomen, die dreigen wanneer de jongen uit de eijeren te voorschijn komen, welke over eene ontzettende oppervlakte gelegd zijnhebben rijks- en stedelijke bestu ren zich de zaak aangetrokken. De maires nemen krachtige maatregelen en doen een beroep op allen om iedereen te hulp te komen. De prefect van Algiers heeft aan alle gemeenten in zijn departement een schrijven ge- rigt, waarbij den landbewoners bevolen wordt een geregelde wachtdienst te organiseren, en de middelen worden aangewezen om de sprinkhanen te verzamelen, te vernietigen en te begraven, en eindelijk welke voorzorgen er moeten worden genomen, opdat de putten, drenkplaatsen en fonteinen niet door de opeenhooping van de lijken dezer insecten worden vergiftigd. BVITSCHLANB. Gelijk reeds met een enkel woord gemeld werd is de onlangs uitge vaardigde nieuwe wet betreffende de administratie van vacant geworden bisdommen den 9d'0 dezer in werking getreden, en is den eigen dag in Po sen een begin gemaakt met hare uitvoering. Des morgens ontving de voor zitter van het domkapittel, proost Brzezinski, een schrijven van den opper- president der provincie, waarbij het domkapittel werd uitgenoodigd om, naardien Re aartsbisschoppelijke stoel vacant geworden was, binnen tien dagen tot de verkiezing van eenen administrator over te gaan, bij gebreke waarvan de staatsregering eenen koninkljjken commissaris zou benoemen om het dioecesale vermogen te beheren. Tevens kondigde de opperpresident aan dat hij op grond der aangehaalde wet nu reeds door een specialen com missaris dat vermogen onder zijn toezigt zoti nemen. Werkelijk is nog dien dag door den landraad von Massenbach de kas van het consislorium van den wijbisschop Janiszewski overgenomen en een inventaris van de in het bisschoppelijke paleis aanwezige goederen opgemaakt. Gelijke maatregelen werden ter zelfder tijde in Gnesen genomen; daar, zoowel als te Posen, niet zonder dat daartegen van de zijde van het kapittel geprotesteerd werd. Het aantal personen, bij wie huiszoeking heeft plaats gehad, ten einde zich te vergewissen of zekere strafbare handelingen door de sociaal democratische partij worden gepleegd, is ongeveer twintig. De regering is van gevoelen, op grond van zekere inlichtingen, dat de Algemeene Duitsche Arbeidersvereniging, die in zelfstandige vereenigmgen over gansch Duitsch- land is verspreid, onder de leiding van een centraal bestuur slaat. Op grond van de gegevens bij de huiszoeking verkregen, zal de vereeniging waar schijnlijk ontbonden worden verklaard. Bij het veenbranden, dat dezer dagen in het noordwesten des lands plaats had, is onder Papenburg de vlam op andere gronden overgeslagen, met het gevolg dat er 60000 stuks turf verbrand zijn. Ook zijn in het Papenburger Veen 45000 stuks turf een prooi der vlammen geworden en ook in andere veenen hebben zich dergelijke gevallen voorgedaan. Op ver schillende plaatsen hebben bovendien de veldvruchten zware schade geleden. Omtrent eene gewone proeve met het verbranden vaB lijken wordt uit Dresden het volgende gemeld: Nadat het lijk van een paard, wegende 202 pond, twee uren aan den invloed der heete lucht was blootgesteld, bleef er 16 pond witte asch over. Van den zeer sterken ruggegraat en het bekken vond men slechts stukjes, die men met den vinger ineen kon drukken. Op grond der verkregen resultaten kan men voor de verbranding van een lijk van een mensch een maximum van l'A uur stellen, hetwelk naar gelang der gesteldheid van het Ijjk tot een korteren tijd kan worden verminderd. De verbranding geschiedde geheel en al reukeloos. Tegenwoordig waren: prof. Reclam, de hofraad prof. Fleck, de medicinalraad dr. Kiichenmeister en vele andere belangstellenden. In Stiermarken zjjn dezer dagen op verschillende plaatsen door wolk breuken groote verwoestingen aangerigt. VERSAILLES, 12 Junij. In de zitting der kamer verzocht de heer Fres- neau verlof om tot de regering eene vraag te rigten, naar aanleiding van het artikel in den Pays. De voorzitter, de heer Buffet, zeide het beter te oordeelen de vraag tot eene iulerpellatie te maken. De hb. de Malleville, Duclere en Cazot verzoeken verlof de regering te interpelleren over de houding, welke zij denkt aan te nemen tegenover eene partij, die de souvereine besluiten der nationale vergadering miskent. De vergadering beslist dat de interpellatie terstond geschieden zal, en nu I verklaart de minister van binnenlandsche zaken, dat hjj niets heeft te voe gen bij of terug te nemen van de woorden, gisteren door hem gesproken. De afgevaardigde, die gearresteerd werd, is niet onbetamelijk behandeld. De ambtenaren, die zich aan misbruik van hun gezag schuldig maken, zul len gestraft worden. Men vergete echter niet, dat de oorsprong van het incident alleen lag in het parlement, waar hoogst betreurenswaarde woor den gesproken waren. "Wij zijn," zegt de heer de Fourtou, "ministers van maarschalk Mac Mahon en moeten gedurende zeven jaren de openbare orde handhaven; wij zullen geen enkele aanranding van het gezag van den maarschalk of van de openbare orde dulden, leder, die ons in deze taak zal trachten te hinderenzal ons krachtig vinden en vast besloten aan onze roeping te beantwoorden." De heer Bethmont stelt voor, dat de kamer, de verklaring van den mi nister onvoldoende achtende, overga tot de orde van den dag. Doch met 377 tegen 326 stemmen wordt besloten eenvoudig tot de orde van den dag over te gaan. De minister van justitie, de heer Tailhand, deelt daarop mede, dat een strafregterlijke vervolging tegen den Pays is ingesteld. Wilt gij door 't geheele huis een heerlijke geur hebben, neemt dan een warm ijzer van een kagchel en giet er een soort Eau d'Anvers van AUG. DE MARBAIX van Antwerpen op. Om de thee warm te houden en als spiritus te gebruiken is het bijzonder aanbevelenswaardig. PROGRAMMA TAK MUZIEKUITVOERINGEN. Zomerzorg. Dingsdag 16 Junij, des avonds ten half zeven ure, directie H. Völlmah. Afd.: 1. «Le Iloyaume des Lis", Parade-Marche, van den Bogaerde; 2. Ouverture van de opera "Domino Néro", Rossi; 3. "Die erste Liebe", Concert-Walzer, Kegel; 4. Cavatine uit de opera "Le Trouvère", Verdi; 5. Fanlaisie sur des motifs de "La Bohémienne" de Balfe, Ileinze. 2" Afd.: 6. Ouverture zu "Athalia" von Racine, Mendelssohn; 7. Souvenir d'opéra par Dunkier: "Le Cheval de Bronze", Auber; 8. Lied: "Weiche nicht o siisser Traum", F. Abt; 9. Fantaisie sur des motifs de l'opéra de Ricci: "Le Docteur Crispin", Dunkier; 10. "Sullana-Polka", van Ilerzeele. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 6