BUITKIN LAN USCIIË BKKHiTËN. - Aan den lieer E. Heukensfeldt Slaghek is eervol ontslag verleend als NederJ. consul te Shanghai en voor de havens aan de Yang-tze rivier. De luitt. ter zee 2de kl. P. Heyning, H. J. Ivleynhens, A. O. Feith en j B. J. G. Volck, dienende de beide eersten aan boord van het ramschip Buffel en wachtschip te Hellevoetsluis en de beide laatsten aan boord van den monitor Krokodil, de officieren van gezondheid 2dt kl. 51. Steensma en J. A. G. Hulst, dienende aan boord van de monitors Uciligerlee en Kro- kodilen de officieren van administratie 3de kl. P. K. S. 5Ietman en F. J. Olivier, dienende aan boord van den monitor Ueiligerlee en wachtschip te Amsterdam, worden op non-activiteit gesteld en vervangen respeclivelijk door de luitt. ter zee 2de kl. jhr. F. G. 51. van der NVijck, L. Dupper, J. L. Hordijk en J. van Scheers, de officieren van gezondheid lsle kl. N. C. Slegt en W. F. 51eyboom, den officier van administratie 2de kl. J. Gallas en dien j der 3de kl. J. A. 51. Korpershoek van der Kooy, welke laatste op het wacht schip te Hellevoetsluis vervangen wordt door den officier van administratie 3e kl. J. C. van Reyn. Voorts wordt op non-activiteit gesteld de adelborst le kl. D. A. Krayenhoff van de Leur, dienende aan boord van het wacht schip te "Willemsoord. De afgeloopen nacht kenmerkte zich door eene buitengewone drukte, veroorzaakt door de aankomst der nachttreinen met feestgenooten uit Rot terdam. Aan de beide stations Ilollandsche en Rijnspoor heerschle eene groote bedrijvigheid, die een einde nam toen de laatste trein, bij het Rijn- spoor, ten 3% ure was aangekomen. Ten drie ure arriveerde aldaar een trein met I1H. KK. HH. den prins van Oranje en den groothertog van Saksen-Weimar, benevens een aantal leden der diplomatie, die gisteren ochtend ter bijwoning der feesten naar de 51aasslad waren vertrokken. Z. 51. de koning en 11H. KK. IIH. de prinsen Alexander en Hendrik zijn heden middag ongeveer 2 ure langs den Rijnspoorweg via Utrecht uit Vlissingen alhier aangekomen. R0TTERDA5I, 22 Mei. Rotterdam vierde gisteren een feest, schoon en waardig als de geestdrift en liefde lot het vorstenhuis van Oranje, waarvan de goede burgerij de ondubbelzinnigste bewijzen heeft gegeven. De vrolijke zonnestralen verlichtten reeds vroeg in den morgen het feest- groen, de vlaggen- en bloementooi overal met kwistige hand in de feest vierende stad te voorschijn geroepen. De schepen op de 51aas, van den trotschen Oostinjevaarder af tol het kleinste marktschuitje toe, lieten al het dundoek, dat maar in de seinkist gevonden kon worden, langs stag en steng wapperen, met den oranjewimpel hoog in top geheschen. Geen stoom boot kwam er aan voor de stad, opgepropt met passagiers, van heinde en verre, zonder dat de matrozen de draaibussen hadden geladen en de vrolijke saluutschoten langs het water lieten knallen. Overal wapperde van toren spits of uit het vensterdak het gelielde oranje naast de vaderlandsche driekleur. Overal Weerklonk muziek, feestgedruischvrolijkheid. Nergens wanorde. Even voor tien ure bereikte de koninklijke trein de rijke handelsstad en stapten I1H. M5I. de koning, koningin, prins van Oranje, prinsen Hendrik •n Frederik, de groothertog van Saksen-Weimar en gemalinmet schitterend gevolg van grootwaardigheidbeklceders en diplomaten in de smaakvol ver sierde wachtkamer van het stationalwaar zij werden verwelkomd door het hoofd der gemeente, eene commissie van den gemeenteraad en eene schare der aanzienlijkste dames der stad, welke 1111. 5151. werden voorge steld. Een kostbaar bouquet werd der koningin door de dochter des burge meester, mejufvrouw 51. van Vollcnhoven, aangeboden en door 11. 51. met minzamen dank ontvangen. Daarna werd den koning de president der feestcommissie L. Pincofls voorgesteld, wien Z 51. het commandeurskruis der Eikenkroon vereerde. Vervolgens begaven de hooge gasten zich in de rijtuigen om hun inlogt in de stad te houden. De koning en de koningin met den groothertog van Saksen-Weimar en IID. gemalin namen in één rijtuig plaats, vervolgens de prins van Oranje met de prinsen Frederik en Hendrik in het tweede, daarna tal van autoriteiten, vervolgens verschillende Rotlerdamsche notabelen met hunne dames, in kostbaar bespannen equipage, een detachement cavalerie enz. De stoet werd geopend door den graaf van Randwijck. grootmeester van het koninklijk huis, daarna volgde het koninklijke rijtuig, voor en achter begeleid door een eerwacht te paard van 45 Rotlerdamsche heeren gekleed in wit leêren 1'ijbroek, rjjlaarzen, rok en hoed, allen uitstekende ruiters. De inlogt was een triomltogt; hier en daar, waar de ruimte niet groot was, langs een heg van wuivende, juichende menschen, doch nergens belemmerd. De ruime straten en kaden bragten er veel aan toe dat nergens behoefde te worden stil gehouden, doch den geheelen weg langs tot aan het Jachtclubgebouw toe wierden de vorsten begroet met ruikers en bloemen met de hartelijkste teckenen uit de geopende ramen en vensters. Mogt Z. 51. erkentelijkheid blijken uit zijn aanhoudenden groet, II. 51. de koningin won de harten door eenvoudige maar hartelijke wijze waarop zij met haar dankenden glimlach en bevallige buiging in het bijzonder de jonge cn deftige burgeressen begroette. Aan het gebouw, de Jachtclub gekomen, heette prins Hendrik aldaar als eerevoorzitter dier vereeniging zijn koninklijken broeder welkom. De koning sprak tot den prins zijn hartelijkcn dank uit, en lot allen, welke hem dit feest hadden bereid. Hij dankte zijnen broeder voor de trouwe liefde en toewijding aan hem steeds bewezen en eindigde met de bede: »I,cve het vaderland, leve het Ncderlandsche volk." Aldaar werd den vorstelijke gasten een lunch aangeboden. Vervolgens werd de roeiwed- strijd door de Jachtclub-vereeniging uitgeschreven aangevangen, terwijl op het feestterrein door Z. 51. audiëntie werd verleend, in tegenwoordigheid van de ministers, den commissaris des konings van Zuid-Holland, den voor zitter der tweede kamer en verschillende leden der kamers cn staten. Ver volgens sprak de president der feestcommissie, de heer Pinocils, tot Z. 51. De spreker wees op het feest en de iiefdc der bevolking. Hoe de feestcommissie, zamengcsteld uit alle rangen en standen, door der burgers steun cn mede werking er in geslaagd was een optogt te organiseeren zamengesteld van historische leiten en den roem van alle tijdperken evenals dien van het huis van Oranje. De spreker wees er verder op, hoe Nederland geen regt, geen reden had van bestaan zonder zijn stamhuis, lloe de hoofdstad en de residentie den voorrang hadden genoten van 's konings bezoek, maar in de gehechtheid aan en de liefde voor Oranje erkende Rotterdam dien voorrang niet. Z. 51. betuigde hartelijken dank. Waren zijne woorden gering, hij ge voelde des te meer en de koning dankte alle Rotterdammers voor dien dag hem en het huis van Oranje verschaft. Vervolgens defileerde de optogt langs de tribune van Z. 51. In het bijzon der verdienden de groepen Batavieren, daarin voorgesteld, de belangstelling, om het fantastisch schilderachtig en vrij wel historisch karakter daarin be waard. Verder volgden verschillende groepente veel om hier op te som men, in aanmerking genomen dat de trein een uur lang was. De allegorie, voorstellende de Unie van Brussel, trok zeer de opmerkzaamheid des konings. De allegorie van den land- en tuinbouw was schoon. Toen deze wagen Z. 51. voorbijging daalde Flora van haar troon en bood den vorst een bou quet aan. De allegorie van het koningschap was mede net, evenals die van handel en nijverheid. Neptunus, vergezeld van zeenimfen en toeterende tritons, was ook tegenwoordig. Wijn- en graanhandel en tal van indus- triên waren vertegenwoordigd. De steenlegging op Fijenoord had daarop plaats, waarbij bepaald werd, dat de haven aldaar «Koningshaven" zal worden genoemd en de brug «Wil lemsbrug." Intusschen eindigde de wedstrijd te water en werd de eerste prijs door de Frankfortsche roeiclub verworven. Tegen half zes vertrok H. 51. de koningin, tegen half zeven begon de feestmaaltijd, den koning in de sociëteit Harmonie aangeboden. Tegen 10 ure verscheen de koning in het park en woonde het concert bij. Daar werd door Z. 51. tweemalen het woord gevoerd. Eens tot dank aan de Rotler damsche burgerij, een andermaal tot hulde aan de dapperhaid van zijnen vader Willem II en het Nederlandsche leger. Vervolgens werd wederom op het feestterrein tot Z. 51. eene feest-cantate gezongen door Rotte's 5Iannenkoor. Der burgerjj werd eene verrassing toebereid. Sinds weken stond tegen over Erasmus op de Groote Slarkt een houten kast goed digt gespijkerd, waarvan niemand de strekking begreep. In den avond was dat omhulsel verdwenen en een uitmuntend geslaagd standbeeld des konings in gips ver rezen, Z. 51. voorstellende als admiraal met den steek onder den regterarm en de linkerhand op het degengevest rustende. Naast het beeld staat op bet voetstuk een piëdestalwaarop 's lands wetten rustten. Het geheel was omgeven van een gazon met planten en gewassen, waartusschen duizen den lichten flikkerden. Alzoo verrees als bij verrassing het standbeeld van Willem 111 binnen Rotterdam. De verlichting der stad was schitterend maar hier en daar door den op gestoken wind werd menig licht uitgedoofd. In haar geheel was zij te uitgebreid om daarover in bijzonderheden le treden. Het vuurwerk slaagde goed en werd door eene ontzaggelijke menigte bewonderd; het eindigde om streeks 1 uur te middernacht. ENGELAND. LONDEN. 21 Mei. In het hoogerhuis heeft lord Stanley verlichtingen gevraagd over het gebeurde op het schiereiland 5Ialakka. Hij meende dat de gouverneur van de Straits Settlements zijne instructiên was te buiten gegaan, door zich, op grond van een zeer betwistbaar regt, ontleend aan een in 1826 gesloten, doch nooit door de Oost-Indische compagnie geratifieerd tractaat, in de inwendige twisten van Perak en Laroet te hebben gemengd, eene inmenging welke Engeland in het gevaar bragt van een gelijksoortigen oorlog te voeren als hel pas, met zoo vele offers, op de Kust van Guinea had te voeren gehad. De minister van koloniën antwoordde dat hij nog geen eindverslag van het door den gouverneur der Straits Settlements tot bevre diging van Perak en Laroet verrigte ontvangen had, cn dus nog geen ant woord kon geven op de vraag of de regering de handelingen van den gouverneur in alle opzigten goedkeurde. De minister voegde er echter bij, dat hij niet aarzelde de verklaring af te leggen dat die handelingenvoor zoo ver zij hem bekend waren, eene onverdeelde goedkeuring bij hem von den. Perak verkeerde in eencn slaat van gruwelijk wanbestuur, de handel was er belemmerd, en zelfs in de naaste omgeving van onze bezittingen bestond er vrees voor opstand. Onder dergelijke omstandigheden was het niets meer dan de pligt van eenen Brilschen gouverneur al het noodige te verrigten ten einde aan de bandeloosheid een einde te maken en de belangen der Britsche onderdanen le beschermen. De gewezen minisier van koloniën, lord Kimberley, sprak in denzelfden geest en prees mede de houding van den gouverneur, omdat hij vervulde hetgeen lord Kimberley noemde den eersten pligl der Britsche regering jegens de andere beschaafde natiën, bet voorkomen van zeeroof in de wateren van 51alakka. Nabij 51ile-End is een vrcesselijke moord gepleegd. Een geheclc fami lie, bestaande uit vader, moeder cn vier kinderen, werd dood in haar loge ment gevonden. 51en had de ongelukkigen de halzen afgesneden. Daar de man bekend was als een dronkaard, onderstelt men, dal hij eerst zijn vrouw en kinderen en vervolgens zich zelf van het leven heeft beroofd. FR ANK HIJ K. De heer d« Goulard ontmoet talrijke moeijelijkhedcn bij de zamenstel- Iing van een kabinet. Elke combinatie spat bij het bespreken over den te volgen weg uiteen. Naar men verneemt zou echter de volgende combinatie nog het meeste kans van slagen hebben: Decazes, buitenlandsche zaken en vice-president van den ministerraad; Audiffret Pasquier, minister zonder portefeuille; de Goulard, binnenlandsche zaken; Tailhandjustitie; Bollet, koophandel: Lavcrgne, financiën; Cézanne, openbare werken; Cumonton derwijs, de Cissev,'oorlog; Montagnal, marine.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2