pesche ambtenaar gaat de rijen angs, omop het gezigt af te beslissen wie al dan niet van handenarbeid dienen vrijgesteld te worden. Een spra keloos tafereel van honger en ellende! In het front zijn de kinderen. Het zijn levende geraamten, wier groole, glazige oogen en ingevallen wangen zelfs de kracht tot uitdrukking van hun lijden verloren hebben. Zuigelin gen zijn er, door gebrek gebleekt, baast doorschijnend geworden. Eén legde ik op de schaal, het was een jongske van zes maanden en toch woog het nog geen vier Eng. ponden! Achter de kinderen, de moeders; en daarachter, de mannen. Sommigen liggen met het aangezigt tegen den grond, zacht- kens kreunend; anderen zitten ineengedoken, stom en roerloos; desterkslen strekken smeekend of half dreigend de ontvleeschde armen uit, aan knoken gelijk. Ginds zien we ook de gegoede inlandsche bewoners van het dorp. Die zijn tevreden en welgedaanhun rijslkelders zijn nog vol. Geen mede lijden met hun hongerende medemenschen spreekt uit hun oog. De armen verwachten van hen ook geen deernis. Niet tot hun rijke rasgenooten wen den zij den blik; maar tot de blanke meesters, die zij wel niet liefhebben, doch op wier almagt tot helpen zij onbegrensd vertrouwen. De heer Plimsoll is door de jury te Liverpool vrijgesproken van de be schuldiging van laster tegen hem ingesteld door de feeders Houghton en Smith. Plimsoll had een artikel geschreven over onzeewaardige schepen en daarbij als voorbeeld aangehaald het vergaan van de Satellite, een schip aan bovengenoemde reederij toebehoorende. Hij had zich daarbij gesteund op de verklaring door den heer Robins, voor de koninklijke commissie afge legd. Plimsoll had zich dus op een officiële verklaring beroependie was opgenomen in een officieel stuk, op last van het parlement in druk verschenen. De dagbladen van New-York maken melding van een treurig voorval, dat heeft plaats gehad in den Mexicaanschen staat Jalisco. Een katholiek priester had in zijne predikatie op Zondag 8 Maart de uitroeijing der pro testanten als een verdienstelijk werk voorgesteld en zijne hoorders in zulk eene opgewondenheid gebragt, dat 's avonds eene gewapende bende van ruim 200 man de woning van den protestantschen predikant John Stevens, zen deling van het zendinggenootschap te Boston, binnendrong, hem onder den kreet »leve de priesters!" dood sloeg en zijn lijk in stukken hakte, waarna het gehcele huis werd geplunderd en verwoest. Eerst na langdurig weifelen heeft de plaatselijke autoriteit aan het oproer een eind - gemaakt. De rege ring heeft eene afdeeling troepen deswaarts gezonden, een streng onderzoek ingesteld en voorloopig alle priesters, niet alleen daar ter plaatse, maar ook in bet naburige Tecusitan, in hechtenis doen nemen. F i» A ST K H J K. Omtrent de ontvlugting van Roehefort en andere gedeporteerden uit Nieuw-Calcdonië naar de Britsche koloniën in Australië, wordt in den offi- cieusen Francais het volgende gelezen: In eenige dagbladen wordt beweerd dat er over de ontvlugting van Roehefort eene wisseling van depêches tus- schen de Fransche en de Engelsche regering heeft plaats gehad. Men zegt dat de Fransche regering zich zou hebben beklaagd over de oogluiking der En gelsche regering, welke toegelaten heeft dat het voor de ontvlugting gebe zigde schip de Engelsche vlag voerde. Dit gerucht is geheel en al onge grond. De regering is trouwens nog niet bekend met de omstandigheden, onder welke de ontvlugting heeft plaats gevonden. Hetzelfde kunnen wij zeggen over hetgeen in andere dagbladen, met name in de Gironde. ge schreven is, dat namelijk langs den telegraphischen weg het ontslag verleend zou zijn aan den op het eiland bevelvoerenden officier, en last tot zijne inhechlenisstelling zou zijn gegeven. De Presse meldt dat er thans weder talrijke Pruissische spionnen in Frankrijk rondzwerven, zoogenaamde tourislen, maar eigenlijk officieren in dienst van keizer Wilhelm. Te Thonon werden dezer dagen zoodanige per sonen aangehouden en na onderzoek hunner papieren uitgenoodigd weder te vertrekken. Ook is last gegeven aan de zuidoostelijke grenzen slipt toe te zien op het overkomen van dergelijke personen. De Union berigtdat zij van het ministerie van binnenlandsche zaken officieus aanzegging heeft ontvangen, om hare polemiek over het »Septen- nium" te matigen. Aan de leden van den thans ontbonden gemeenteraad van Marseille wordt te laste gelegd dat zij zich voor hun eigen persoonlijk gebruik van de bons voor brood en vlcesch van de bureaux voor weldadigheid hebben meester gemaakt en meer andere feiten van dergelijken aard, en de Sema phore berigt, dat de leden van den ontbonden raad een protest hebben inge leverd legen de overwegingen van het ontbindings-besluit. Zij vragen tevens, onder bedreiging van den prefect met een laster-proccs, bewijs voor de bovenstaande bewering. Hier te lande waren in 1873 nog 423 gemeenten geheel zonder onder wijs, en in 5223 gemeenten van meer dan 500 zielen waren geen meisjes scholen. Van de 36000 onderwijzers ontvingen 13000 800 fr. 'sjaars en 23000 700 fr. De 11782 onderwijzeressen ontvangen gemiddeld 500 fr. De hulponderwijzers eerste klasse ontvangen 600, die der tweede k'tasse 500 fr.het salaris der hulponderwijzeressen is 450 fr. Uit Japan zijn twee prachtige vazen aangekomen bestemd voor den heer Thiers. Te Arcachon heeft een hevige boschbrand gewoed, ik welke G00 hectaren dennenboomen in de asch heeft gelegd. «f'AId E. Volgens de laatste tijdingen uit het leger nabij Bilbao werd van den driedaagschen wapenstilstand door beide partijen gebruik gemaakt om zich te versterken. De stemming in het regerings-Ieger was uitmuntend en de toebereidselen om San Pedro de Abanto en den berg Abanto op nieuw aan te tasten, zouden zich vooral bepalen tot het gereed maken van nieuwe batterijen. De Carlisten gingen voort den top van den berg Abanto, waar van de helling grootendcels in het bezit der republikeinen is, te versterken. De dienst van de ambulances laat in het leger der regering, niettegen staande den ijver van de officieren van gezondheid, veel te wenschen over; er heerscht nog aan vele zaken gebrek en vooral heeft men moeite de tal rijke gekwetsten te plaatsen. ITALIË. Uil Rome meldt men dal een geschil tusschen Italië en de kleine re publiek San Marino de aandacht begint te trekken. Dat geschil is daaruit ontstaan dat de regering van dien staat het met Italië geslotene verdrag omtrent de uitlevering van misdadigers niet naleeft, hetzij hem de kracht of de wil daartoe ontbreekt. In den laalsten tijd hebben 35 misdadigers, deels beschuldigden en deels veroordeelden, aldaar eene schuilplaats gevon den, en de Italiaansche politie, welke het regt heeft om op het gebied van San Marino huiszoekingen te doen, heeft die vlugtelingen nog niet kunnen opsporen. Daar zij echter zeker weet dat die personen zich aldaar bevin den, zoo heeft de Italiaansche regering een cordon om het gebied der repu bliek doen trekken, ten einde de schuldigen niet zouden ontsnappen. San Marino heeft daarop gezanten naar Rome afgevaardigd om aan de Italiaan sche regering te beduiden dat het de uilleveringsovereenkomst niet kan uitvoeren, dewijl het de daartoe noodige materiele magt niet te zijner be schikking heeft. De Italiaansche regering meent echter zich niet door die diplomatieke vertoogen te moeten laten paaijen, omdat San Marino niet enkel eene schuilplaats voor gewone misdadigers, maar ook het middenpunt van een uitgebreiden smokkelhandel geworden is, terwijl er ook ten nadeele van Italië Teel valsche munt geslagen wordt. Indien derhalve de regering van San Marino voortgaat al deze misdadigers en misdaden op haar gebied te dulden onder voorwendsel dat zij de magt niet bezit om maatregelen daartegen te nemen, dan zal ten laatste aan Italië niets anders overschie ten dan een detachement karabiniers af te zenden om de republiek te bezetten. OUITSCÏÏLAÏÏT». Vorst von Bismarck heeft op 1 April zijn 59e jaar volbragt. De half- offieiële Prov. Corr. schrijft naar aanleiding daarvan: Werd dezer dagen de verjaardag van onzen keizer met blijdschap over het herstel van den hoog vereerden monarch gevierdop den geboortedag des Duitschen kanseliers zijn de blikken van de vrienden des vaderlands met bezorgdheid gevestigd op het ziekbed, waaraan de groole staatsman sedert weken gekluisterd is. Hoe dankbaarder het Duitsehe volk de onvergelijkelijke verdiensten des rijks kanseliers met betrekking tot de roemrijke ontwikkeling der laatste tien jaren vereert, des te inniger moet de deelneming zijn in het lijden, hetwelk juist een gevolg is van zijn werken en zwoegen voor het heil des vader lands. Maar niet minder berust die deelneming op het algemeene levendige besef, van welk beslissend gewigt de voortdurende persoonlijke werkzaam heid van den vorst von Bismarck is voor de ontwikkeling des rijks. Gelijk het oorspronkelijke ontwerp en de gestadige ontwikkeling van de staats regeling des Noord-Duitschen bonds en des Duitschen rijks schier uitsluitend een gewrocht is van het scheppend genie des kanseliers, zoo is zijn geest cn zijn streven voortdurend een rigtsnoer voor het gehcele nationele leven gebleven. Wanneer de kanselier op zijn ziekbed hoort van de gevaren waaraan de verdere ontwikkeling der rijkspolitiek door de dreigende ver brokkeling der meerderheid is blootgesteld, en wanneer hij op zulk een oogenblik de ziekte en de zwakheid, welke hem belet het gewigt van zijne overtuiging en van zijnen met veel moeite verkregen invloed in de schaal te werpen, dubbel smartelijk gevoelt, wie zou het dan niet natuurlijk vin den, dat hij van elke zich aanbiedende gelegenheid gebruik maakt om zich vermanend en waarschuwend tot diegenen te rigten, bij welken hij eene overeenstemming met zijn politieke streven en eene volle bereidvaardigheid om dat te ondersteunen onderstelt, of althans, naar de omstandigheden onder welke zij verkozen zijn, zou mogen onderstellen. De vorst heeft voor de stemmingen bij de jongste verkiezingen het regt erlangd zich op de goedkeuring van de groole meerderheid des Duitschen volks tc beroepen en bij de verantwoordelijkheid, welke de Duitsehe rijksconstitutie aan hem alleen voor den gang der politiek oplegt, betaamt het hem alleszins, de leden der rijksvertegenwoordiging met het oog op de eerlang te nemen ge- wiglige beslissingen te herinneren aan dien duidelijk geopenbaarden volkswil. Te Munchen blijft de cholera nog altijd stand houden. Dagelijks komen er nog gemiddeld drie gevallen voor. De dagbladen van St. Petersburg spreken van eene nieuwe poging dei- regering tot uitbreiding der handelsbetrekkingen met China. In het aan staande voorjaar zal een talrijke expeditie over land derwaarts vertrekken, onder de leiding van den heer Snosznoffski, kapitein bij de genie. De togt zal over Kiachta naar Peking geschieden; van daar zal men naar Hongkong reizen, den weg nemende langs de Jantsekiang; vervolgens oostwaarts gaande, zal men Kashgar aandoen cn door westelijk Siberië den tcruglogt aanvaarden. Men onderstelt, dal een handelsweg door Siberië veel beter cn veiliger zal zijn dan de tegenwoordig gevolgde weg. Ten einde zich zekerheid aangaande dit punt Ie verschaffeu, wordt de expeditie gedaan. Gewezen vonnissen in strafzaken door het Kantongeregt te Leiden, dd. 30 Maart 1874. 1 wegens hel visschen met schakels in de gemeente Zoeterwoude. 1 wegens het varen met opgehaald zeil in de gemeente Zoeterwoude. 1 wegens het werpen van bagger op de openbare straat. 4 wegens het baggeren in den Rijn, zonder vergunning van het Hoog heemraadschap van Rijnland. 3 wegens het maken van nachtelijk burengerucht. 3 wegens het spelen op straat om centen. i wegens het buiten eene openbare waterplaats (urinoir) verrigten van datgene, waartoe die inrigtingen bestemd zijn. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 6