ontginning dier meststof concessie aangevraagd door de hoeren li. van der Biest c. s. Door particulieren zou eerlang met de ontginning der guano op hunne gronden een begin worden gemaakt. 's GRAVENI1AGE 16 fllaart. Aan den afgetreden minister van marine L. G. Brocx is een pensioen toegekend ten bedrage van 4000, en aan den gewezen inspecteur van financiëh bij het loodswezen bij het dep. van marine jhr. II. P. F. Hooft een pensioen ten bedrage van ƒ1939. Aan den klerk bij de directie der marine te Amsterdam J. Ruwers is, ter zake van ligchaamsgebrekendie hem voor de verdere vervulling zijner betrekking ongeschikt maken, eervol ontslag uit 's rijks dienst verleend. De dirigerende officier van gezondheid dr. F. J. van Leent, bij het hospitaal der marine te Willemsoord, wordt op non-activiteit gesteld. Voorts worden de officieren van gezondheid 2C kl. H. Moerman en P. C. Buyzet, respectivelijk geplaatst aan boord van den monitor IJeiltgerlee en gede tacheerd bij het hospitaal der marine te Willemsoord, op non-activiteit gesteld, terwijl worden geplaatst: bij het hospitaal der marine te Willemsoord, de officier van gezondheid 2e kl. W. 11. Visscher van Aalst; aan boord van den monitor üeiligerleede officier van gezondheid 2e kl. M. Steensma; in de rol van het wachtschip te Willemsoord, de officier van gezondheid 2* kl. A. Pieters en die der 3e kl. G. I'. J. Theunissen, en gedetacheerd respec tivelijk aan boord van de oefeningsvaartuigen Puihaan en Ternate. II. M. de koningin heeft Zaturdag-avond wederom eene luisterrijke soiree gegeven/welke werd bijgewoond door Uil. KK. 1111. den prins van Oranje, prins Hendrik en prins Frederik. Z. K. H. prins Hendrik vertrekt, gelyk is aangekondigd, morgen och tend ten 8 ure naar Tilburg. De heer m'. G. A. van Hamel, nieuw benoemd substituut-officier van justitie bij de arrond.-regtbank te Rotterdam, laatstelijk in gelijke betrek king te Heerenveen, heeft in de heden gehouden zitting van het provinciaal geregtshof in Zuidholland den bij de wet gevorderden eed afgelegd. Voor de feestviering van den 12den Mei aanstaande hebben burg. en welh. heden ten raadhuize, ten behoeve der gemeente, aanbesteed: het leve ren van 40 a 50000 illumineerglazen. Er waren 9 inschrijvingsbilletten in gekomen. Minste inschrijver was de heer E. de Lange, te Amsterdam, voor 0.06,Vit de gevulde en 0.02% de gebroken ol vermiste glazen per stuk. Voor de verpachting van den stal bij het gemeentebadhuis te Sche- veningen was lioogsie inschrijver de heer F. Beek te 'sllage, voor 2500'' per jaar. IJL'ITIÜN L A IN DSCi IE UKHIÜ l EtN. BKG BLAND. LONDEN, 15 Maart. Men spreekt van het voornemen van de tegenwoordige regering om eene commissie te benoemen ter voorbereiding van eene wettelijke regeling der arbeiders-quaestie. Die commissie zou een ontwerp van wet moeten op stellen tot regeling van de betrekkingen tusschen werknemers en werkge vers, en voorts een onderzoek moeten doen naar die wetten, welke met liet oog op de wenschen van de arbeiders-party zouden kunnen afgeschaft worden. De heer Gladstone heeft aan de leden zijner partij in het lagerhuis en lord Granville aan de lords der liberale partij de gebruikelijke circulaire gezonden, waarin hunne geestverwanten uitgenoodigd worden de zitting van 19 dezer, in welke de adressen van antwoord cp de troonrede zullen worden voorgesteld, bij te wonen. Te gelijk met deze circulaires maken de dagbladen een brief van den heer Gladstone aan lord Granville openbaar; waarbij de loopende geruchten worden bevestigd dat de lieer Gladstone zich gedeeltelijk aan de werkdadige politiek wil onttrekken. Hij laat zich in dien brief o. a. aldus nil: Om een aantal redenen van persoonlijken aard kan ik mij geene uitbreiding van deelneming aan de eigenlijke politiek laten welgevallen, en ik verzoek die mijner vrienden, met wie ik deel aan de regering heb genomen, wel in het oog te willen houden dat ik op mijnen leeftijd mij de volle vrijheid voorbehoude om mij binnen een niet te lang tijdsverloop geheel aan de verantwoordelijkheid van leider onzer partij te onttrekken. De door mij gevoelde behoefte aan rust zal mij gedurende den loop dezer zitting slechts veroorloven de vergaderingen van het lager huis ongeregeld en van tijd tot tijd bij te wonen. -- Berigten van de Goudkust van 22 Febr. melden het volgende: De Eugelsche troepen zijn bijna alle weder ingescheept. Generaal Wolseley zal den 7dcn Maart vertrekken, omdat hg eerst de aankomst van den nieuwen gouverneur Berkeley afwacht. De troepen hebben op den terug- togt van Coomassic met groote moeijelijkbeden te worstelen gebad, daar de rivieren door de regens sterk gezwollen waren. Omtrent de betaling in goud van een deel der oorlogskosten door den koning van Ashantee wordt gemeld: De regcrings goudwegcr zal, met zijn weegschalen, in de schaduw van een inlandsche hut. Onder hel vooruit stekend bladerdak van een andere hut stond Sir Garnet met zijn staf. Voor den goudweger lag een groot wit laken, met gouden franje door Ashantijnen gemaakt en aan de andere zijde van het laken zaten de zeven afgezanten van koning Coffie Calcali. liet laken was overdekt met gouden schotels en beeldjes, met goudklompen, armbanden, schellen, bekkeneelen en doods hoofden, alles van zuiver goud. Al deze voorwerpen waren doorboord, om aan een geregen te kunnen worden. Bovendien waren gouden spijkers en gouden versieringen op een gehoopt, die blijkbaar in de overhaaste vlugt van het palels waren losgebroken. Op plegtige wijze werd al dit goud ge wogen. Al de heuvelen in de buurt waren overdekt met inlanders. -- Bij den intogl vau den hertog en de hertogin van Edinburgh hebben weder, gelijk te verwachten was, ccnige ongelukken plaats gebad. Enkele balkons stortten naar benedendie overladen waren met menschen een tribune in Trafalgar-Square, waarop twintig menschen zaten, zakte ineen, en eenige kleine kinderen werden in Regenlstrcet doodgedrukt in de armen hunner moeders. F El V X H El IJ K. Bij de nationale vergadering is door de regering eene wetsvoordiagt ingediend lot verlenging van den duur van het mandaat der gemeenteraden, die, den 30s,en April 1871 verkozen, den 30sleD der volgende maand zouden moeten aftreden, maar volgens de thans ingediende wetsvoordragt in functie zullen blijven totdat de vergadering een besluit zal hebben genomen omtrent de dezer dagen bij haar ingediende nieuwe gemeentewet, of uiterlijk tot den lsteB Januari) 1875. Romdom Lyon zullen mede nieuwe vestingwerken worden aangelegd. De stad zal op grooten afstand met gedetacheerde forten worden omringd. De plannen zijn gereeden met de werken zal weldra een begin worden gemaakt. Te Parijs heelt het Dingsdag en Woensdag aanhoudend gesneeuwd en Donderdag ijzelde het zoo sterk, dat 's morgens van 9- 12 uur niet minder dan 157 paarden vielen. De optogt van de waschvrottwendie jaarlijks bij Halfvasten plaats vindt, kon niet doorgaan, omdat de //koningin der wasch vrottwen", toen zij op den eerewagen wilde klimmen, uitgleed en zich zoo ernstig aan den voet bezeerde, dat zij naar huis moest gedragen worden. «VITSCHLANI». De algemeene vergadering van afgevaardigden uit de Duitsche kamers van koophandel, van 8 tot 10 Maart te Berlijn gehouden, heeft zich ver klaard ten gunste der oprigtiug van regtbanken voor geschillen tusschen patroons en werklieden. Ten opzigte der werkcontracten acht zij het drin gend noodig, dat in de wet bepaalde vormen worden voorgeschreven, waar aan de contracterende partijen zich bij bet sluiten en ontbinden van con tracten zullen moeten honden. In onderscheidene plaatsen van Duitschland zijn de werkstakingen aan de orde, ten einde op die wijze hooger loon te verkrijgen. Te Hamburg is dit het geval met de bakkers, ofschoon die 8 th. per week ontvangen. O T - I Hf IS I E. BATAVIA. 5 Februarij. De Jav. C. deelt het volgende mede: Blijkens een rapport van den luitenant-generaal J. van Swieten is het aan drie der vier volgelingen, die Mas Soemo Widikdjo vergezelden bij zijne zending tot overbrenging van een blief aan den Sultan van Alchin, gelukt aan de handen der Atchinczen te ontkomen. Omtrent hun wedervaren wordt het volgende medegedeeld. Zij vertrokken den 23slt0 December uit hetbivouak; nabij de Missigit gekomen, werden zij aangehouden door een troep volk, dat, toen zij hun doel hadden bekend gemaakt, een der hoofden ging roepen. Weldra verschenen de panglima's der XXVI en der XXV Sagi's, benevens Toekoe Talang, die de brieven aannamen met de bewering, dat zij de radja's waren. Onder het omstaande volk gingen stemmen op om de gezanten te vermoorden en dat advies werd sterk ondersteund door een kettingganger, een Chinees en een Bataviaschen huisjongen, die van Poeloe-Nassi naar den vijand moet zijn overgeloopcn. Aan Mas Soemo Widikdjo werd zijn zilveren sirihdoos ont nomen. Gelukkig kwam er een hadji tusschen beiden, die zeide, dat ten tijde van den vorigen Sultan nooit leed mogt worden gedaan aan een bren ger van een brief. Zij werden hierop teruggezondenzelfs was er een jongmensch, die aan Mas Soemo Widikdjo zijn gouden kalkdoosje gaf, als vergoeding voor de hem afgenomen, zilveren sirihdoos. Zij hadden nog geen kwartier uurs den terug tog t aangenomen, toen Mas Soemo Widikdjo en de zijnen werden teruggehaald, van hunne wapens en kleinoodiën beroofd en gevankelijk opgebragt naar de kampong Batokwaar zij twee dagen ge vangen bleven in een soeran (langgar), die Tockoc Talang tot zijn tijdelgk verblijf scheen te hebben gekozen. In den laten avond van 25 December werd Mas Soemo Widikdjo van daar weggehaald; bij die gelegenheid werden alle gevangenen gebonden, maar, uitgenomen Widikdjo, die zóó weggevoerd werd, werden allen spoedig we der losgelaten. Toekoe Talang deelde hun mede, dat men lot den dood van Widikdjo besloten had, omdat hij een voornaam persoon was. Widikdjo lachte toen ongeloovig, maar den anderen dag kreeg zijn gevolg de tgding, dat hij verdronken was. Raden Tegoe werd eenige dagen later naar Panglima Polim's verblijf over- gebragt. De drie anderen bleven bij Toekoe Talang, dien hen als volgelin gen gebruikte om zijn geweer en sirihdoos te dragen. Zij kregen weinig en slecht eten, maar hadden geene bepaalde mishandelingen te ondergaan; alleen moesten zij van 's morgens tot 's namiddags in de zon zitten ten aan- schouwe van het publiek. Den ll,l,n Januarij werden zij ook gebonden, met de mededeeling, dat zij den volgenden dag zouden vermoord worden. Hunne welgeslaagde poging tot ontvlugling was daarvan het gevolg. Mas Kerta Soedira beet zijne banden stuk, maakte toen de beide anderen los, 'en omtreeks 7 uur 's avonds vlugtien zij in de rivier, die zij eerst den volgenden ochtend om 5 uur nabij onze voorposten verlieten. Alleen Soera Melangi waagde zich een oogenblik aan wal. maar had het ongeluk in han den van eenige Atchinezen te vallen, die hem weder naar de rivier braglen en onder water hielden, tot zij hem dood waanden. Zij gaven hem ten overvloede nog twee lanssteken in de borst, en legden hem vervolgens in een kuil, waarover eene laag aarde werd verspreid. Soera schijnt toen te zijn bijgekomen, verliet zijn graf, en haalde weldra zijne makkers in. Hij bereikte onze voorposten, waar hij uitgeput nederzeeg. Naar de hoofdambu- iance-overgebragt, stierf hij des anderen daags aan zijne wonden. De cholera is nog niet op geheel Java geweken, ten minste onder de inlandsche bevolking komen nog altijd gevallen voor. Ook op Bali begint hij zich te verloonen. In den nacht van 4 Februarij is het postkantoor te Ambarawa besto len. De dieven hebben een geldkist medegenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2