HUITEN LAIN DSC! IE BEUIGTEN. van de lih. Schiinmelpenninck en van Houten, betreffende de orde van beraad slaging over het door de regering gesplitste art. 1 der wet, niet 40 tegen 29 stemmen aangenomen eene nieuwe motie van den heer Schimmelpenninck, om over art. 1 en 2 gelijktijdig te beraadslagen en de stemming te doen plaats hebben eerst over art. 2 en dan over art. 1 (gouden standaard). De heer Bredius lichtte zijn amendement toe tot feitelijke aansluiting aan het frankenstelsel der Lalijnsche unie. De heer Blussé stelde als amendement voor en verdedigde de feitelijke aansluiting aan het losgelaten stelsel, ook lol behoud van de eenheid met Nederl.-lndie. Nog werd een amendement voorgesteld en toegelicht door de hh. Kops en Mackay om den overgang tot het frankenstelsel gemakkelijk te maken. De minister heeft de beide eerste amendementen bestreden, het laatste laat hij over aan de beslissing der kamer, omdat het gehalte van den gulden zeer weinig verschilde met de wets-voordragt. Ten slotte werd het amendement Bredius verworpen met 56 tegen 13 stemmen; dat van den heer Blussé verworpen met 41 legen 28 stemmen; dal van de hh. Kops en Mackay verworpen met 37 legen 32 stemmen. Art. 2 der wet werd vervolgens mede verworpen met 40 tegen 29 stem men, waarna de minister de wet heeft ingetrokken. Z. Exc. de commissaris des konings in deze provincie, de heer Fock, geeft heden een diner, aangeboden aan terschillende autoriteiten en aan onderscheidene leden van het corps diplomatique. In eene Zalurdag gehouden vergadering van afgevaardigden der verschil lende commissièn in Zuidholland voor het nationaal geschenk aan Z. M. koning Willem UI bij het aanstaande 25-jarig feest, welke vergadering onder voorzitting van den burgemeester der residentie plaats had en waarop 82 algevaardigden tegenwoordig waren, zijn voor het doen der keuze en de aanbieding uit deze provincie van het geschenk aangewezen de heeren J. D. Preuyt, burgemeester van Geervliet, en A. van Driel, burgemeester van Puttershoek, terwijl als plaatsvervangers werden benoemd de heeren M.Bis- dom van Vliet, burgemeester van Haastrecht, en R. Blok, burgemeester van Lekkerkerk. Naar het Dr. 's Gr. verneemt, hebben de ambtenaren, bij de ver schillende depart, van algemeen bestuur werkzaam, in antwoord op het door hen ingezonden adres om verhooging hunner traelementen, de mede- deeling ontvangen dat in 1875 een algemeene promotie zal plaats hebben, waarin de minder bezoldigde ambtenaren het meest zullen deelen. Aan den Noordwal alhier is gisteren een 25-jarige wagenmakersknecht uit Delft in beschonken toestand in het water gevallen. Ofschoon hij, toen men hem er uit haalde, nog teeltenen van leven gaf, is hij eenige uren later overleden. ENGELAND. LONDEN, 1 Maart. De plegtige intogt van den hertog en de hèrtogin van Edinburgh in* de hoofdstad is thans bepaald op 12 Maart. De Times deelt nog het volgende berigt van de Goudkust mede: Tegen alle verwachting heeft sir Garnet Wolseley aan gene zijde van het Adansi- gebergte een dnchtigen tegenstand van de zijde der Ashantijnen ondervonden. Een hevige strijd had den 30sten Januarij plaats, welke 12 uren duurde, en I waarin de Ashantijnen veel moed en beleid aan den dag legden, doch zeer groote verliezen leden. Onder de gesneuvelden bevindt zich hun opperbevel hebber, Amanquatia, en men gelooft dat de koning zelf thans aan hel hoofd van het leger staat. Op onze verlieslijst komen 2 officieren als gesneuveld, en 8 officieren en 105 minderen als gewond voor. Onze troepen stonden op 20 mijlen afstand van Coomassie. en sir Garnet Wolseley dacht die stad i binnen vier o( vijf dagen te zullen bereiken. In het British Med. Journ. wordt een zeer donker tafercel geschetst van den gezondheidstoestand der expeditionaire en op de kust gestationeerde troepen, waaronder dysenterie, andere ingewandsziekten en intermitterende koortsen vele slnglofl'ers maakten. Volgens de Globe is het zoo goed als zeker dal de Ashantijnen den wensch naar vrede hebben voorgewend totdal alle toebereidselen voor eene overrompeling gereed waren. De koning heeft blijkbaar lijd zoeken te win nen, ten einde de hinderlaag te kunnen leggen. Wetende, dal de troepen Coomassie alleen door de engte van Amoaful konden bereiken, heeft hij die engte met duizenden verborgen vijanden omzoomd, die gereed stonden om het vuur te openen zoodra de lange dunne linie behoorlijk in den val zou wezen. Er is thans uitspraak gedaan in het proces Tichborne, dat de gemoe deren gedurende zoo langen tijd in spanning heeft gehouden. De eischer is door de jury schuldig verklaard aan valschheid in het bijbrengen van getui genissen en veroordeeld lot 14 jaren dwangarbeid. Dit vonnis heeft diepen indruk gemaakt. Volgens beriglen van de Kaap de Goede Hoop was de oorlog in Natal geëindigd. De belhamels waren voor hel meerendeel gevangen genomen en zouden waarschijnlijk naar Robben-eiland verbannen worden. Het opper hoofd der oproerlingen had men echter nog niet in handen. De oorlogs kosten zouden gedeeltelijk gedekt worden door de opbiengst van het op de Kaffers buitgemaakte vee, hetwelk een waarde van p. m. 20000 ver tegenwoordigde. Van de goudvelden waren fabelachtige berigten ingekomen. Er werd gesproken van klompen goud van 13 pond zwaar, ja zelfs van 21 pond en nog daarboven. Uit New-York meldt men hel woeden van een brand te Panama, die eene schade van milliocnen dollars heeft veroorzaakt. F R A H !S I.? 14. Volgens Le Monde hebben er vele kuiperijen ter gunste van prins Napoleon plaats, vooral onder de ouvriers en de kleine winkeliers der voor steden. Rouher vreest om die reden, dat er een scheuring, in keizerlijken] der regterzijde en keizerlijken der linkerzijde, ontstaan zal, waardoor de partij zeer zou verzwakken. Die vrees is gegrond, want aanzienlijke per sonen trachten met p.rins Napoleon niet alleen een verbond te sluiten tegen] het beslaande bewind, maar zoeken ook de kloof tusschen hem en Rouher steeds te verbreeden. Men schrijft den prins het voornemen toe om stout en openlijk als mededinger van Napoleon IV op te treden en de kroon aan zijn neef te betwisten. En Rouher denkt er aan, zegt men, of het niet zaak is in de redevoering, door Napoleon IV op 16 Maart uit te spreken, een paragraaf op te nemen, die in de strengste termen het gedrag van prins Napoleon veroordeelt. Door den krijgsraad zijn Bonnard en Pelata, de twee beschuldigden van deelneming aan den moord, gepleegd op den politieagent Vincenzini, tijdens de dagen der Commune, tot de doodstraf veroordeeld. Dit vonnis werd op 26 Februarij uitgesproken, dat is op denzelfden dag, waarop in 1871 Vincenzini vermoord werd. De veroordeelden zijn in appèl gekomen. De heer Emile Ollivier heeft de redevoering, die hij bij zijne receptie als lid der Fransche academie zal uitspreken, volgens gebruik voorgelezen aan eene commissie, zamengesteld uit de hh. Charles de Rémusat, hertog de Noailles, Saint-René Taillandier en Guizot, alsmede de hh. Duvcrgier de Ilauranne, directeur, de Yiel-Castel, kanselier, en Patin, secretaris. Voor zooverre het betrof eene lofrede op Lamartine, maakte de commissie geene opmerkingen; anders was dit bij eene in de rede opgenomen lofspraak op hel keizerrijk. Dat gedeelte der rede zal zeker vervallen. Het berigt omtrent het houden eener tentoonstelling te Parijs in 1875 wordt weder tegengesproken. SPANJE. De Gaceta deelt telegrammen mede van Moriones, uit het hoofdkwar tier te Larigide van den 25sleD. De generaal zegt dat zijn leger de gere- tranchecrde redoutes van San Pedro niet heeft kunnen forceren. Daarentegen was zijne linie geforceerd. Hij vraagt versterkingen en een anderen gene raal om het bevel op zich te nemen, liet leger behoudt zijne stellingen bij Somorrislro en de gemeenschap met Caslro. Een telegram van Moriones aan den minister van oorlog vraagt zes balail- lons en zeven batterijen geschut. De discipline bij het leger is uitmuntend. ZWITSERLAND. Volgens het laatste rapport, hetwelk de Berncr regering van haren naar den Jura gezonden commissaris ontvangen heeft, schijnen de laatst geno men maatregelen niet geheel zonder invloed op de bevolking aldaar geble ven te zijn. Sedert de reeds vermelde rustverstoringen te Saignelegier is in de laatste dagen niets van belang voorgevallen, en daar de gemeenteraad dier plaats in een schrijven aan den regeringscommissaris zijn leedwezen over het gebeurde betuigd en de verantwoordelijkheid voor elke verdere stoornis der orde en rust op zich genomen heeft, zoo heeft de regerings raad besloten, de militaire bezetting van dat gedeelte van het kanton voor- loopig weder op te heffen. De bondsraad heelt het verzoek van den abt Collet, om intrekking van het besluit tot zijne verbanning, van de hand gewezen. DUITSClILiAlVD. In sommige streken van Duitschland is het gebrek aan koperen pas munt zoodanig dat de kleinhandelaren, die daardoor de grootste bezwaren ondervinden, een hulpmiddel ter hand hebben genomen, om de bestaande moeijelijkheden te overwinnen. Zij hebben op koperen plaatjes zekere mer ken doen stellen en die als pasmunt in omloop gebragt. Vanwege de kan selarij is een aanschrijving gerigt aan de verschillende statenwaarbij de aandacht der Bondsregeringen op het onwettige en gevaarlijke van dit hulp middel wordt gevestigd, hetwelk in de eerste plaats inbreuk maakt op de muntwet, dat niet mag geduld worden. Te Munchcn acht men thans de cholera als geweken. De ziekte heeft aldaar ongeveer zes maanden gehecrscht. Van de 2900 ziektegevallen had den 1400 een doodelïjken afloop. GOST-INDIE. BATAVIA. 22 Januarij. Met de Padangboot vertrok den 25s,e° Januarij naar Atchin de luitenant J. J. van Oosterzee. Vroeger 2de luit. bij het N. Indische leger, vroeg en verkreeg hij een eervol ontslag, en begon na afgelegde examens een nieuwe carrière als ambtenaar. Voor weinige dagen nog 2dt commies bij de alge meene secretarie, bood hij, uithoofde van het zeer groote incompleet bij het corps officieren, zijn diensten weder aan en meldde zich bij den gouverneur-genenaal, om in de gelederen terug te keeren en naar Atchin te vertrekken. Zijn vaderlandlievende daad is boven lof verheven; zij wordt door een ieder op prijs gesteld, niet bet minst door den gouverneur-generaal. Omtrent den inlandsChen zendeling, door den luit.-generaal van Swieten belast met het overbrengen der brieven aan den Sultan, zegt de Javasche Cour. nader het volgende: "Door het telegram, opgenomen in het 16de bulletin der expeditie naar Atchin, heeft zich het vermoeden bevestigd, dat de zendeling door de Atchinezcn vermoord zou zijn. Deze persoon was een meer dan zeventigjarig grijsaard, mas ngabehi Soemo Widikdjo, in de residentie Kediri woonachtig, vader van den patih van Blitar mas ngabehi Soemo Dirdjo. De drie veldtogten naar Bali werden door hem in eene nagenoeg gelijke positie medegemaakt, en hij bewees daarbij zoo goede diensten, dat bij besluit van den 15d(,> Februarij 1850 hem de bronzen medaille voor moed en trouw werd toegekend. In 1860 vergezelde hij de 2de expeditie tegen Boni als hoofd der koelies uit de residentie Soerabaya en oogstte hij ook toen weder de tevredenheid zijner chefs en van de regering in, welke laatste hem ter belooning een geschenk toekende. Naau- welijks was hem bekend, dat zijn oude chef, de luit.-generaal J. van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 2