De heer E. J. Erdmann is erkend als consul van het Duitsche rijk te
Samarang.
In de zitting van de tweede kamer van heden was aan de orde de
beraadslaging over het voorstel van den heer Gratama, in de zitting van
18 Februarij gedaan en toegelicht, »tol het riglen van een adres van hulde
aan den koning met de door leger en vloot betoonde dapperheid, en openlijk
den dank der vergadering te beluigen a n de troepen, de zecmagt en aan
den grijzen bevelhebber der expeditie.
De heer Gratama erlangde liet woorden zeide o. a.: De erkenning en waar
dering van de militaire deugden, de dapperheid, de volharding en het goede
krijgsbeleid van de troepende marine en den grijzen bevelhebber der expe
ditie tegen Atckin is voor ons een heilige pligt. En niet alleen dit, maar
de nagedachtenis van de dapperen, die gesneuveld zijn met het staal in de
vuist of die door ziekte zijn bezweken, ook die nagedachtenis eischt dat
hel Vaderland eene dankbare hulde brenge. Maar op dit altaar van vader
landlievende gevoelens moet alle onheilig vuur geweerd worden. Ik ben
overtuigd, dat mijn hart niet dan van warme dankbaarheid vervuld is en
ieder die mij kent moet wetendat het bij mij nimmer zou kunnen opkomen
aan de hulde en waardering, die ik wensch gebragt te zieneen politieke strek
king te verbinden. Maar men heeft mij gezegd, dat aan een adres aan de kroon
een verdere strekking zou kunnen worden gegeven; dat daaraan denkbeelden en
gevolgtrekkingen zouden kunnen worden verbonden, die niet in de bedoeling van
mijn voorstel lagen. Alleen het brengen van hulde en dank lag in mijne bedoeling
en moet ook in de bedoeling van elke zoodanige ovatie liggen Ik hoop, dat de
leden, die in het adres bezwaar hadden, de toenadering mijnerzijds (niet zonder
opoffering van overtuiging geschied) zullen op prijs stellen. Ik hoop dat de
vergadering na de/e wijziging van mijn voorstel, eenparig en met vader
landlievende gevoelens mijne motie zal aannemen.
Mijne motie luidt nu aldus: "Ik stel voor den dank der vergadering te
betuigen aan de troepen, aan de zecntagl en aan den grijzen bevelhebber
der expeditie tegen Atchin.
Deze motie werd, op voorstel van den voorzitter, bij acclamatie aan
genomen.
Daarna kwam in behandeling het wcts-onlwcrp tot regeling van hel Ne-
derlandsche muntwezen. De bh. Schimmelpenninckvan den Berch van
Heemstede en Bergmann voerden het woord tegen de wel, als zijnde die niet
noodzakelijk, ontijdig, onvoordeelig en verbrekende de munteenheid met
ISederl. Inditi. De heer Viruly. ofschoon liever de aansluiting aan de La-
tijnsche unie wenschende, zal, ter wille van de aanneming van den gouden
standaard, voor de wet stemmen. Morgen voortzetting.
Na ile gewone pauze heeft de voorzitter medegedeeld, dat onmiddellijk na
aanneming van de motie Gratama de inhoud er van aan den gouverneur-
generaal van Ned.-Indit! en aan generaal van Swieten is getelegrafeerd.
De hooge raad ikamer van strafzaken) behandelde in zijne zitting van
heden het beroep in cassatie, ingesteld door F. F. J. H. Bussel, drukker te
Maastricht, die bij vonnis der regtbank aldaar van den I3den October 1873
is schuldig verklaard aan mcdepligligheid van laster en te dier zake veroor
deeld tot gevangenisstraf van drie maanden, te ondergaan in eenzame op
sluiting en eene geldboete van ƒ500, of eene maand gelijke gevangenisstraf,
welk vonnis bij arrest van het hof in Limburg van den 19den December jl.
is bevestigd. De veroordeelde had bij het hof de vernietiging van het von
nis gevorderd, omdat mr. Gulikers als regter in deze zaak gezeten en tot
het vonnis medegewerkt had, zonder, zooals de veroordeelde beweerde,
daartoe bevoegd te zijn. De requirant was met een afgezet burgemeester
uil Limburg gedagvaard, ter zake van den commissaris des konings van dat
gewest te hebben gehoond, beleedigd en gelasterd in een in Maart jl. ver
spreid geschriftwaarvan R. 2000 exemplaren had gedrukt of die had doen
drukken.
Als verdediger voerde kortclijk het woord mr. J. van Gigch, die conclu
deerde tot vernieliging van liet arrest en verwijzing der zaak naar een
ander hof. De conclusie van liet openb. ministerie is bepaald op 2 Maart.
-- Aanstaanden Maandag wordt door den heer Fock, commissaris des
konings in deze provincie, aan de leden van het corps diplomatique benevens
eenigc andere autoriteiteneen diner aangeboden.
lit i lïOM.AtNDSCIIK UKHIGTKN.
K 42 E I„ A S B.
LONDEN, 22 Februarij.
De Sun zegt. dal dr. Moffatt, de schoonvader van dr. Livingstone,
meent, dat er nog hoop beslaat, dat de groolc reiziger in leven is, en wel
op de volgende gronden: tot dusver heeft geen Europeaan een der inlanders
gezien, die van Livingstone's dood getuigen zijn geweest; het is bijna on
gelooflijk, dat Livingstone de plaats zon hebben bereikt, waar men zegt,
dat hij is gestorven; de bijvoeging, dat Livingstone gebrek aan levensmiddelen
had, wekt achterdocht op, omdat hij nog voor acht maanden levensmiddelen
moet gehad hebben; het verhaal is bijna eene herhaling van dat, hetwelk
vóór 12 jaren omtrent een ander Afrikaanse!) reiziger in omloop is geweest;
aan liet ministerie van builenlandsche zaken geloolt men het verhaal nog niet.
- Voor zijn aftreden heeft het ministerie nog eene opmerkelijke daad
verrigt. Mevrouw Nassau is benoemd tol iuspectrice der vrouwelijke ar
menscholen.
-- Berigten uit Japan melden het volgende: Iwakara, eerste minister
van den mikado, heeft ontslag gevraagd, dat hem echter geweigerd is. Het
volk wil oorlog tegen Corea. ofschoon Ie Nagasaki de burgerkrijg onver
mijdelijk zij. In het district Fizen is een ernstige opstand uitgebarsten.
FBllfKK IJ K.
De minister van binnenlandsche zaken heeft eene circulaire uitgevaar
digd aan de prefecten over den brief van den hertog van Padua, lot oproe
ping van alle voorstanders van het keizerrijk om zieh aan te sluiten aan
eenen logt naar Chislehurst, ter gelegenheid der meerderjarigheid van den
keizerlijken prins. In 's ministers circulaire wordt op den voorgrond ge
steld dat de regering niet in het minste het voornemen lieeft de vrijheid
van beweging der ingezetenen te verkorten, en er niet aan denkt het den
personen, welke verpliglingen hebben aan de familie van den ex-keizer,
euvel te duiden zoo zij den pligt der dankbaarheid jegens hunne weldoeners
vervullen, maar, zegt de minister: "dat men voor eene plegtige betooning
den dag heeft uitgekozenwaarop de zoon van den voormaligen keizer den
achttienjarigen leeftijd zal vervuld hebben, is, gelijk men mag aannemen,
geschied omdat de keizerlijke coustilutie dat tijdstip voorde meerderjarig
heid van den souverein vaststelde. Men kan daarin dus de ingewikkelde
erkentenis zien van des prinsen regtom, krachtens die constitutie, in Frank
rijk te regeren, en een protest tegen de daarmede strijdige besluiten der
nationale vergadering. Wel werd in de door de dagbladen openbaar ge
maakte circulaire niets van dezen aard gerept, maar liet publiek zal de
natuurlijkste uitlegging wel voor de ware houden. Gij zult begrijpen dat
de regeringmet het ten uitvoer leggen der besluiten van de nationale ver
gadering belast, geenerlei belooning kan dulden welke, met den aan die
besluiten verschuldigden eerbied in strijd is." De minister verzoekt om deze
reden de prefecten het oog te houden op het in hunne departementen aan
de bedoelde oproeping gegeven gevolg, en hem te waarschuwen zoodra po
gingen om het getal deelnemers aan den togt te doen toenemen het ka
rakter van een protest tegen den wil der nationale vergadering aannemen,
zullende de regering dan onmiddellijk de schuldigen straffen.
Onderscheidene bladen geven hunne goedkeuring over die circulaire te
kennen. liet Journ. des Déb. zegt: Indien de regering niet gerust is om- i
trent de Bonapartislische propaganda, dan heeft zij het aan zichzelve te
wijlen. Zij heeft den steun dier partij aangenomen; zij heeft er zelfs om
verzocht, ten einde aan het bewind te komen; en de belooning bleef niet
achterwege. De republikeinsche ambtenaren werden in massa ontslagen en i
Bonaparlislische er voor in de plaats gesteld. Trouwens, de regering had
geen keus. Nu wordt het corps Bonaparlislische ambtenaren uitgenoodigd,
de bedevaart naar Chislehurst legen te werken. Dat is eigenlijk eene in
consequentie. De minister heeft dit ook gevoeld; vandaar dat zijne circulaire
zoo gematigd is van toon. Het is alsof hij den imperialisten verschooning
vraagt wegens de "Stoutigheid," die hij begaat om hunne manoeuvres te
keer te gaan.
In de zitting van de nationale vergadering van Donderdag kwam in j
behandeling het wetsontwerp lot verhooging van het successieregt in de
regie lijn, en hel daartegen ingediende voorstel van den heer de Belcastel
tot invoering eener belasting op de piano's. De budgetcommissie verzocht j
uitstel van behandeling, omdat het haar niet mogelijk was geweest eenige t
gegevens te vinden aangaande de vermoedelijke opbrengst der door den lieer
de Belcastel voorgestelde belasting, en ten slotte werd overeenkomstig dit j
verzoek beslist, echter niet dan nadat er over de belasting zelve eene vrij
uitvoerige beraadslaging had plaats gehad. Een voorstel van den heer Q
Lespinasse. om het voorregt van vrijdom van zegelregt op te heffen voor p
de bankbillettcn van de bank van Frankrijk, kwam daarop aan de orde. g
De voorsteller lichtte het toe, en deelde mede dat de aanneming van dat
amendement aan de schatkist eene ontvangst van 3 millioen bezorgen zou. j
ln de volgende zitting werd dat voorstel verworpen. v
Bij de nationale vergadering is ingekomen een ontw erp van wet, strek- j
kende om zeven millioenen beschikbaar te stellen voor het aanleggen van r
nieuwe verdediginswerken om Parijs, omtrent welker nuttigheid een gron
dig onderzoek uitspraak heeft gedaan. Volgens den Fran f ais. is dit wets
ontwerp, waarvan de urgentie is aangevraagd, hoofdzakelijk ingediend, ten
einde aan de behoeftige bevolking van Parijs onderstand in werk te ver-
schaffen. De toenemende armoede onder de bevolking der hoofdstad wekt
in de regeringskringen eene groole bezorgdheiden vele particulieren ver-
eenigen zich hetzij tot werken van philanthropischen aardhetzij tot maat-
regelen en ondernemingen ter verheffing van den handel en de kleine in-
dustrie. t
De lieer Led u-Rollin heeft liet bezoek ontvangen van drie republi-
keinschc leden van het wetgevend ligchaam: die hem, republikein, kwamen j
verzoeken niet aan te nemenof, zoo de aanneming reeds mogt zijn ge-
schied, in te trekken zijne candidaluur in het departement Vaucluse. Deze
drie heeren waardeerden zeer zijne bekwaamheden en goede eigenschappen en j
de vroeger door hem bewezen diensten, doch hielden hem voor oogen de ge-
varen,die, door de aan zijnen naam verbonden revolutionnaire herinneringen,
bij de weifelenden konden veroorzaakt worden voor de bevestiging der i
republiek. Ledru-Rollin gaf niet toe dat bedoeld bezwaar bestaat en deelde
volstrekt niet de vrees van zijne eventueel toekomstige medeleden, maar
verklaarde dat hij het zijn pligt achlle het bedreigde algemeen stemregt te
gaan verdedigenen dat het hem hiel moeijclijk zou vallen de vooroordeelen
en den laster, waarvan hij liet offer was, weg te nemen.
- De budgetcommissie heelt van den minister van landbouw en koophan
del, in overleg handelende met diens ambtgenoot van financien, een wets- 1
ontwerp ontvangen, waarbij een belasting wordt voorgesteld op den uitvoer
aan de landzijde van groote honden. Het doel is het smokkelen tegen te e
gaan. Tegenwoordig worden veel groole honden over de grenzen gebragt, i 1
die, met tabak of koloniale waren beladen, heimelijk naar Frankrijk terug-
kceren. Het regt van uitvoer is op 6 fr. per hond en de grootte dezer
dieren op minstens 325 mil. bepaald. ii
Door de gemalin van den president is in eene bijeenkomst van de ver
tegenwoordigers der drukpers voorgesteld, ten einde de behoefligen te Parijs
eenigzins te gemoet te komen, het getal der gaarkeukens aldaar, thans 40,
met 7 te vermeerderen. (In die gaarkeukens wordt iedere portie, 12% ten-
limes waarde, voor 5 centimes verkocht.) Eene som van 200,000 fr. zou, g
meende zij, voldoende zijn, om de kosten tot 1 Mei goed te maken. Et' B
zal thans een beroep gedaan worden op de algemeene liefdadigheid, ten 'R
einde aan dit plan gevolg te kunnen geven.