LEIDSCHE 01 It A T. MAANDAG 16 FEBRUARI J. 39. STADS-BERECHTEN. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. 1874, 7)f Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaar» j 3.-- franco p. p. 3.50; met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 3.35f-;nuco p. p. f 3 85. Het verslag afzonderlijk is verkrijgbaar roor f 2.50 'sjaars. buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der CowmiI zijn verkrijgbaar voor 5 Cents, franco p. p. 6 Cents. De prijs der Advertentif-n is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cents. Bi) deze Courant behoort een BIJVOEGSEL. BURGEMEESTER es WETHOUDERS van LEIDEN', Gezien het adres van Cornelis Antonie Van Noort, broodbakker aliiier, waarbij hij verzoekt om een bakoven te mogen maken in zijn huis in het Noordcinde, n". 18; Gelet op art. 4 van hel Koninklijk besluit van 31 Januari 1824 (Staats blad n\ 19); Doen te weten, dat tot hethooren der eigenaars en bewoners van de naast b'j gelegene en belendende pandenten opzichte der information de commodo et incommodo, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer gemeente, op Donderdag den I9'lcn Februari aanst., 's voormiddags te elf uren-, zullende de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen dal verzoek op dien tijd in te brengenterwijl, bij ver zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich legen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELERBurgemeester. Leiden, 14 Februari 1874. E. KIST, Secretaris. Voorts mccnen Burgemeester en Wethouders er de aandacht op te moeten vestigen dat deze herziening niet moet dienen om meer opbrengst uit de grondbelasting aan de schatkist te verzekeren maar dal zij alleen ten doel heeft een meer billijken omslag van het tegcmcoordige belasting-bedrag ten gevolge van gelijkmatige schatting in het geheclc Rijk, te verkrijgen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. Leiden, 14 Februari 1874. E. KIST, Secretaris. KENNISGEVING. Herziening van de belastbare opbrengst der gebouude Eigendommen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen le weien; dat er krachtens de wetten dd. 26 Mei 1870 Staatsblad n". 82) en 22 Juli 1873 Staatsblad n*. 116), zal plaats hebben eenc herziening van d<- belastbare opbrengst der gebouwde eigeudommen, en dat de Commissie, daarmede binnen deze gemeente belast, hare werk zaamheden op den 16'" Februari ek. zal aanvangen en hare zittingen z 1 houden in een lokaal van het Raadhuis dezer gemeente. In verband met deze kennisgeving worden de ingezetenen, zooveel noodig, gewezen op de voorschriften vervat in de Wet van den 22c™ Juli 1873 Staatsblad n". 116), en voornamelijk op de volgende bepalingen, voorko mende in de artt. 9, 12, 13, 14 en 15 daarvan: Art. 9. Zij (de Commissie voor de herziening! is verplicht kennis te nemen van den inhoud der in de jaren 1868 -1872 verleden en geregistreerde huur- en koopacten van gebouwde eigendommen in de controle, blijkende uit de opgaven en uittreksels, door de ontvangers der registratie aan haar te verstrekken. Zij is bovendien bevoegd aan hem, die in gemeld tijdvak ten opzigle van een gebouw eene overeenkomst van jaarhuur heeft gesloten, inlichting te vragen omtrent de over elk der jaren 1863—1872 bedongen huurprijzen en de bijzonderheden daartoe betrekkelijk, bedoeld in art. 3 dezer wet. Tot dat einde doet zij aan diens woning door een gemagligde een daartoe strek kend, door Ons vast te stellen, lormulier van verklaring of biljet uitreiken. Art. 12. De commissie kan aan hem, die verzuimd of geweigerd heeft de opgaaf te doenin de twee voorgaande artikelen bedoeldof die er eene heeft gedaan, waarvan zij de juistheid betwijfelt, door een deurwaarder der directe belastingen kosteloos eene uitnoodigiug doen beteekenen om na ver loop van minstens acht dagen binnen de gemeente, ter plaatse en op den dag en hel uur, in de uitnoodiging aangewezen, voor haar le verschijnen, ten einde de op hel biljet gestelde vragen alsnog te beantwoorden of dien aangaande de noodige ophelderingen te geven. Art. 13. Indien de voor de commissie geroepene niet verschijnt of weigert le antwoordenwordt daarvan door de commissie proces-verbaal opgemaakt. Op dit proces-verbaal is art. 437 van hel Wetboek van Strafvordering van toepassing. Art. 14. Het niet verschijnen of het weigeren, in het voorgaand artikel vermeld, wordt gestraft met eene geldboete van minstens ƒ1 en hoogstens ƒ80, tenzij redenen van verhindering werden aangevoerd, die door den regter als wettig of aannemelijk worden erkend. Art. 15. Tot het bepalen der belastbare opbrengst, het onderzoek der hierna genoemde bezwaren en het verrigtcn van herschattingen volgens de artt. 20 en 24, hebben de leden der commissie dagelijks, de zon- en alge meen erkende christelijke feestdagen uitgezonderd, van des voorniiddags 8 uur tot zonsondergang toegang tot de gebouwde eigendommen. Indien hun die toegang geweigerd of belet wordt, roepen zij de lusschen- komst in van den burgemeester of van den kanlonregter. op wiens bevel de toegang, ondanks den gebruiker van het gebouw, verschaft wordt. LEIDEN, 14 Februarij. De zangvereeniging "Caecilia" gaf gisteren wederom eenc harcr uil voeringen. Wanneer men op het programma toonwerken vermeld vindt als //de 42e Psalm" van Mendelssohn, «het Requiem" van Mozart, "die Wortc des Erlöscrs am Kreuze" van Haydn, en wij ons de vroegere uitvoeringen dezer zangvereeniging herinneren, die getuigden van goeden smaak en dege lijkheid van opvatting, dan konden wij ons ook nu weder een genotvollen avond voorspellen; en waarlijk onze verwachtingen werden ten volle ver wezenlijkt. Het eerste nommer, "de 42« Psalm" van Mendelssohn, werd, niettegen staande de vele nioeijelijkhedenwelke daarin te overwinnen zijn, uitste kend vertolkt, waartoe zeker de hulp eener dilettante, in Leiden reeds lang en teregt met roem bekend, niet weinig bijdroeg; wij vermelden slechts de keurige uitvoering der sopraan-aria »Meine Seele diirstct nach Gotl". "Die Worle des Erlöscrs am Kreuze" van Haydnwerden ten gehoore gebragt met den ernst, welken deze strenge toonschepping vereischt. Het geheel maakte een voortreffelijken indrukvooral wanneer men lette op de be waarde evenredigheid in kracht tusschen het solo-quartett en het choor. Ofschoon het oorspronkelijke plan bij de oprigting der zangvereeniging Cae- cilia het uitvoeren van andere dan kerkelijke muziek niet in zich sloot, was het ons toch ook nu weder aangenaam, door den geachten directeur met de "Friihlingsbotschafl" te worden bekend gemaakt; eene van die gees tige, ligt verstaanbare composition van Niels W. Gade. De tweede afdeeling werd door het publiek met ingespannen aandacht aangehoord, hetgeen dan ook trouwens niet anders mogelijk is, wanneer het "Requiem", een der meesterstukken van den grooten Mozart, aan zoo velen reeds bekend, wordt ten gehoore gebragt. liet diepe gevoel, dat uit iedere noot spreekt, gepaard met het hoog ernstige en zielverheffende van den tekst tevens, dwingt ons gemoed tot telkens vernieuwde aandacht en bewondering. Niet voor de eerste maal werden wij hier te Leiden op de uitvoering van het "Requiem" vergast, en juist door nogmaals dit te kiezen wist de zangvereeniging Caecilia den goeden smaak der Leidsche burgerjj op den waren prijs te stellen. De uitvoering van het choor zoowel als van het orchest liet niets te wenschen over. Onvergeeflijk zou net echter zijn, wanneer wij voor het solo-quartett niet eene afzonderlijke loftuiting overhadden. Het "Recordare" werd uitgevoerd op eene wijze zooals te verwachten was van zulke verdienstelijke dilettanten, waarvan sommigen zelfs op den naam "artist" aanspraak mogen maken. Wat het choor be treft, het beste bewijs van de degelijke studie is de onberispelijke uitvoe* ring der groote fuga "Kyrie eleison." Zulke gelukkige uitkomsten kunnen natuurlijk alleen dan verkregen wor den, waar eene dergelijke vereeniging, met lust en liefde voor de kunst bezield, zich ook in het bezit mag verheugen van een zoo verdienstelijk directeur als de heer Taylor, die nooit moeite of tijd heeft willen ontzien, om de zangvereeniging op die hoogte te brengen, waarop zij zich bevindt. Zijne verdiensten werden dan ook door het publick erkend, daar het den directeur onder daverend applaus nogmaals voor het orchest riep. De keurige bewerking van het tekstboekje verdient wel afzonderlijke ver melding. De Hollandsche overzetting van het Requiem, in hel bijzonder van den "Dies irac", mag werkelijk dichterlijk schoon worden genoemd. Met de beste wenschen voor den bloei der zangvereeniging "Caecilia" be sluiten wij, en roepen haar een spoedig «tot weerziens" toe. -- Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 115 tot 123 volwassen personen en 41 lot 55 kinderen. {Zie verder hel Bijvoegsel.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1874 | | pagina 1