LEZINGEN voor R. C. te Leiden.
Werkuians-Vereeniging „Nut en Genoegen".
666 a?47 NC69 lr-fl S 10504 12263 13940 15883 18853 18217 19747
in
s-
1s
e-
»-
le
jl
n
die ooit op een tooneei verscheen. Hij is de Satan in menscheiijke
gedaante. De heer Haspels sloot zich in die rol voortreffelijk aan de twee
vorige personen aan. Hij was niet slechter en gemeencr, dan zijn rol van
hem eischte. Zijn voorkomen teellende niet zoo op het eerste gezicht den
schurk, als men anders hij de röle marqué maar al le veel opmerkt. De
scène, waarin hij het eerst Otello jaloersch maakt, een scène die eer. waar
kunststuk mag hecten, werd zoowel door hem als door den heer Moor per
fect gespeeld.
Mej. Fuchs hebben wij nog nooit zoo goed zien spelenals nu in het
karakter van Emilia. De heer van Deem was een goede Cassio, maar we
begrijpen niet recht waarom hij altijd, zelfs in presentie van Desdemona,
zijn hoed op hield, alsof die op zijn hoofd gespijkerd was, terwijl Jago
altijd met ontbloot hoofd stond. Behoort dat zóó, of is dat eenvoudig wil
lekeur? Wij weten het niet.
De buitengewone toeloop overtuigde ons weer, dat hel Leidsch publiek niet
weg bljjft, als er iets vertoond wordt, dat aan waren kunstzin voldoet.
Leiden20 Jan. 1874.
Deze Vereeniging is haar achtsten jaarkring ingetreden en telde op
1 Jan. 1874 220 leden, benevens 6 eere-leden en 25 donateurs; ook werd
ons weder, even als voorgaande jaren, 50 gulden door de Maatschappij van
Nijverheid geschonken.
In de afgeloopen wintermaanden werden weder door belangstellende Heeren
buitengewone spreekbeurten vervuld, waar werklieden, geen leden zijnde,
ook toegang hadden en waar menig nuttig en genoegelijk uur werd gesleten.
In 1873 onderging deze Vereeniging verschillende veranderingen, die alle
strekten tot vooruitgang en verbetering.
Bij het ziekenfonds werd eene eerste klasse opgerigt, met het doel om
aan zieke leden een gulden per werkdag uit te keeren, het bestaande zie
kenfonds, waarhij 50 cents per werkdag werd uitbetaald, bleef van kracht,
onder de benaming van tweede klasse. Op 1 Jan. 1874 telde de eerste
klasse 82 leden en de tweede klasse 75 leden.
In de spaarkas, die weder van April October aan de leden gelegenheid
gaf gelden te besparen, werd dit jaar minder ingelegd dan het voorgaande
jaar, een gevolg van de duurte der levensmiddelen; toch mogtcn wij in Oc
tober weder eene flinke som met rente en premien uitbetalen.
Omtrent de bibliotheek, waar zooveel gebruik van wordt gemaakt en die
alzoo zeer nuttig werkt, werd besloten door aankoop uit de kas van ruim
70 boekdeelen deze verzameling uit te breiden, tot groot genoegen van
alle leden.
Er werd als geheel nieuw opgerigt eene inrigting van leden die zich
oefenen in de welsprekendheid, voornamelijk tot het houden van voordrag
ten op de gewone Zaterdagavond-bijeenkomsten.
liet teeken-onderwijs onderging eene groole verandering; vroeger werd
door het lid L. J. Engels aan de leden teeken-ondcrwijs gegevenmaar daar
het den Heer Engels door verschillende omstandigheden onmogelijk is voortaan
die taak op zich le blijven nemen, heeft het bestuur gemeend hem, die
zich jegens de vereeniging zoo verdienstelijk heeft gemaakt, niet algemeene
stemmen tot eere-lid le benoemen, met welke benoeming hij ook zeer ver
eerd is.
Het ledental, die genoemde teekcnlesscn genoten, was zoo gering geworden
dat men er moeijelijk mede voort kon gaan. Op eene buitengewone ver
gadering werd besloten voorlaan teekenonderwijs te geven aan kinderen
der leden en aan kinderen van weduwen van 12 -18-jarigen leeftijd, en
als teckenonderwijzer daartoe te verzoeken J. Goedeljec Jp., geexamineerd
teekenonderwijzer, die zulks bereidwillig en geheel gratis op zich heeft
genomen en thans aan 25 jongens teekenonderwijs geeft, tweemaal in de
week: welke vruchten dit oplevert, hopen wij aan het einde van den cursus
aan belangstellenden te laten bezigtigen.
Door het jaarlijks toenemend aantal leden waren de localen te klein ge
worden om allen te bevatten. Onze weldoener, de Wel-Ed. Geb. Heer J.
Kneppelhout, voorzag in die behoefte en schonk er nog een locaal bij, groo-
ter als de reeds in gebruik zijnde en stond ons toe die veranderingen
daarin te maken die door ons nuttig en noodig werden geacht, zoodat wij
thans zeker het dubfiel aantal leden kunnen plaatsen.
Tot gerief der leden werd een bode aangesteld, belast met het innen der
contributie aan de woningen der ledendaar het eene verpligting was dezelve
op de Vereeniging te voldoen.
Ziedaar in korte trekken de geschiedenis der Vereeniging in het afge
loopen jaar. Mogt in het ingetreden jaar de belangstelling niet minder zijn, maar
meer en meer toenemendaardoor zal de lust om aan het doel der Vereeni
ging werkzaam te zijn, kracht en steun vinden.
J. GOEDELJEE, Paesident.
Leiden, Jan. 18/4. J. N. VAN DER MARK, le Secretaris.
INGEZOABElï.
PAARDENDEKENS.
Overgenomen uit Androcles, Maandschrift aan de belangen der dieren gewijd.
Betrekkelijk zeer weinig lieden verstaan de kunst om, op doelmatige wijze
een paard zijn dekkleed om te hangen. Gewoonlijk wordt het over den
rug van 'tdier gelegd, zoodat het afhangt langs de ribben en soms over
den staart, juist die lichaamsdeelen ongedekt latende, die 't meest benadeeld
worden door ruw weder of strenge koude. Hel is voornamelijk de horst
van hel paard, die, wijl zij de longen bevat, meer behoefte heeft aan be
schuttingen dan de rug en de zijde. Indien wij. menschen, aan een
scherpen noordenwind of lelie vorst zijn blootgesteld, zullen wij immers
instinctmatig borst, hals, nek en schouders tegen dien vcrklcumenden invloed
beveiligen, want zoodra die leere deelen voldoend verwarmd zijn, kan het
overige van 't lichaam veel meer koude verdragen, zonder daar schadelijke
gevolgen van te ondervinden, dan in geval de longen niet behoorlijk worden
warm gohouden. 't Zelfde nu geldt omtrent het paard. Zijn wollen kleed
moet den nek en de schoften omsluiten en over de borst dubbel worden
aangelegd, precies zoo als elk, die een overjas bezit, die op dc borst dicht
knoopt, wanneer hij storm of felle vorst moet trots/eren. En daarom is
het zaak, dal ieder, die zijn paard van een doelmatig dekkleed wil voorzien,
thans bij den aanvang van den winter er een aanschaffe dat borst en
schoften bedekt. Die uitgaaf zal goede renten opbrengen.
Vele voerlieden in Engeland hechten een dikken wollen lap of kraag van
achteren rond het haam van hunne paardenen laten die bedekkend tot
over de borst afhangen; deze handelwijze is excellent, vooral indien het
kleed van onder door riempjes of lussen rondom het bovenste gedeelte der
voorpooten bevestigd is en het opwaaijen aldus belet wordt. Eene dergelijke
verwarming zal het paard vrij wat nuttiger zijn dan de deken die hem ge
woonlijk vrij achteloos over den rug wordt geworpen, zoo als hier te lande
meestal geschiedt.
Het paard is niettegenstaande zijne groote lichaamskracht een teer dier,
zoodat zijne gezondheid vele voorzorgen vereischt. Even als een mensch
vat het zeer licht koude, en de gevolgen van gevalle koude openbaren zich
ook bij het paard in ongesteldheden der ademhalingswerktuigen, en boven
dien in stramheid der beenen. Zoo lang het paard in beweging blijft, zal
het zelden of nooit letsel ondervinden door strenge koude of hevigen wind.
maar zoodra het onder het werken en dus in meerdere of mindere mate
bezweet zijnde, stil staat, ook zelfs maar enkele oogenblikken, zal het den
nadeeligen invloed eener gestrenge temperatuur niet ontgaanen ten gevolge
daarvan is het oud dat is onbruikbaar vóór zijn tijd. Door bet paard
zorgvuldig te beschutten tegen het vatten van koude bevoordeelt de voerman
zijn beurs alzoo in dc eerste plaats.
OPGAVE VAN BRIEVEN,
welke in de tweede helft der maand December door het postkantoor te Leiden
zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wie zij
geadresseerd warenop de aangewezen plaatsen onbekend waren.
Geadresseerd aan: Mej. v. d. O. Romein, te Alblasserdam; E. Hclbos, N.
A. van Diemen, mej. N. F. van Tol, allen te Amsterdam; P. Ouhaam, le
Batavia; P. Borzel, van Doeveren, beiden te Dordrecht; M. v. Hartwig, te
Potsdam; A. Rietkerk, te Rhijnsburg; wed. den Brouwer, le Tiel; Rademas
Ismagoon, (niet vermeld). Briefkaarten: M. Zeegers, le Amsterdam; J. de
Vries, Hoep, beiden te Rotterdam.
283ilc Staats-LioteriJ.
lijfde Klasse. Trekking van 20 Janna rij.
Prijs van 10000: N°. 17626.
578 2818 3724 5813 6111.
75 3287 7409 7532 15967 18068.
2037 2595 5600 7478 10491 15899.
275 467 868 3681 5898 8428
9699 12856 14422 16423 17767 19249.
Prijzen van 70.
8835 10569 12432 14236 15749 16948 18352
8927 10600 12559 14249 15787 17024 18414
8963 10605 12576 14280 15848 17025 18445
9213 10625 12598 14542 15925 17058 18481
9362 10627 13076 14576 15957 17113 18554
9436 10656 13266 14674 16097 17196 18656
9al5 10697 13285 14722 16175 17368 18713
9608 10806 13289 14833 16200 17424 18736
9684 10895 13344 14973 16230 17697 18752
9734 10951 13454 15045 16321 17699 18758
9764 11036 13590 15222 16391 17705 18791
9900 11041 13667 15329 16409 17783 18873
9937 11048 13685 15352 16425 17902 19192
9985 11162 13688 15360 16465 17925 19351
701 9677 aVnn ««n 1248 13695 15364 16486 17988 19450
798 26/7 4503 6157 8350 10224 11386 13724 15399 16534 18000 19462
5n ~a°7 4524 6261 8587 18381 H490 13788 15451 16538 18155 19498
!aa 922 46"7 6266 8592 10388 11735 13838 15581 16664 18161 19605
1190 3085 4810 8583 8838 10390 12154 13895 15602 16749 18190 19696
rra r tail ofno 'a5 7 12279 14165 15887 18870 18318 19838
1603 3187 5028 /0/7 8.;08 10516 12346 14228 15702 16946
1000:
400:
200:
100:
64 1713 3217 5034 7143
120 1726 3290 5116 7361
174 1742 3338 5151 7487
175 1792 3384 5293 7557
292 1888 3594 5406 7616
314 1977 3Ó02 5454 7843
428 1990 3612 5577 7908
434 2034 3935 5626 8019
439 2038 3948 5677 8061
448 2222 3956 5688 8111
613 2285 4036 5785 8138
644 2315 4174 5926 8163
664 2406 4293 6060 8179
683 2431 4419 6063 8207
748 2578 4480 6093 8276
A I) V ERTKNTï EN.
Mevrouw de Wed. HOOG, geb. CARP, betuigt oprechten dank voor de
vele bewijzen van deelueming en blijken van belangstelling, ondervonden
bij bet overlijden van haar oudsten Zoon M'. 11. P. HOOG, in leven Kanton
rechter le Nijkerk.
Leiden, 19 Januari 1874.
Op DONDERDAG 22 .Januari) 1SM,
in dc STADS-GEHOORZAALdes avonds le zeven ure.
Spreker: de Zeer-Eerw. lieer J. BOS, R. K. Pr. en Rector te Rotterdam.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen le weten, dat
eerlang zal worden overgegaan tot de benoeming van een Hulponder
wijzer aan de openbare lagere school n*. 2 voor minvermogenden, aan welke
betrekking verbonden is eene jaarwedde van 4.5©, die kan vermeerderd
worden tol ƒ550, terwijl zij die in het bezit zijn van eene acte als Hoofd
onderwijzer daarenboven nog eene jaarlijksche toelage van f 50 zullen
ontvangen.
Zij, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen,
worden verzocht hunne bewijsstukken van bekwaamheid en goed zedelijk
gedrag portvrij in te zenden bij het bestuur dezer gemeente vóór of op
den 31ltc0 Januari e. k.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
Leiden, 20 Januari 1874. E. KIST, Secretaris.