BUITENLANDSCÜE BERIGTEN.
PER TELEGRAAF.
door den minister van binnenlandsehe zaken, curatoren gehoord, vast te
stellen. Zij aan wie eene rijksbeurs is toegekend zijn van deze storting 1
vrijgesteld. De toegang tot de lessen, inrigtingen en verzamelingen wordt
bun kosteloos verleend. Ieder, die slechts enkele lessen van hoogleeraren
wenscbt te volgen, betaalt voor iedere les dertig gulden; zoo de les in een i
half jarigen cursus gegeven wordt, vijftien gulden.
Het beheer van iedere universiteit is opgedragen aan drie curatoren. Zij
worden door den koning benoemd en ontslagen. De werkzaamheden van
curatoren worden door den minister van binnenlandsehe zaken geregeld.
Curatoren worden bijgestaan door een bezoldigden secretaris. De secretaris
treedt om de vijf jaren af en is aanstonds weder benoembaar. Curatoren
genieten geen jaarwedde. Zij ontvangen vergoeding voor reis- en verblijf
kosten.
De gezamenlijke hoogleeraren vormen den senaat der universiteit. De
hoogleeraar, die het voorzitterschap bekleedt, draagt den titel van rector-
magnificus. Hij wordt voor den duur van elk studiejaar door den koning
benoemd uit eene door den senaat opgemaakte voordragt van drie hooglee-
raren, waarbij de aftredende rector-magnificus buiten aanmerking blijft.
Dij dén senaat is een secretaris. Elk hoogleeraar is op zijne beurt, volgens
een rooster door den senaat vast te stellengedurende een jaar met deze
betrekking belast.
De handhaving der tucht aan de universiteiten is opgedragen aan den
rector-magnificus. Ieder die voor het loopende studiejaar in het bij art. 37
bedoelde register is ingeschreven, is gehouden, zoodra de rector-magnificus
hem voor zich ontbiedt, te verschijnen. De straffen wegens overtredingen
der tucht, zijn: a. waarschuwing; b. berisping; e. wegzending (consilium
abeundi); d. vervallenverklaring (relegalie). [IVordt vervolgd.)
's GRAVENHAGE 17 Januarij.
Aan den len luit. G. Jesse, van het 4e reg. infanterie, is, op zijn ver
zoek, eervol ontslag uit de militaire dienst verleend.
Door den minister van koloniën is de hoofdonderwijzer J. W. Spek-
schot gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned. Indie,
om te worden benoemd tot onderwijzer 3e kl. voor de dienst daar te lande.
De eerste kamer heeft in hare gisteren avond gehouden zitting de be
handeling van het budget van het dep. van koloniën ten einde gebragt en
dat hoofdstuk met algemeenc stemmen aangenomen. Op gelijke wijze wer
den aangenomen het hoofdstuk Onvoorziene uitgaven en de credietwet voor
marine. Daarna is de kamer tot nadere bijeenroeping uiteengegaan.
Ter vervanging van den heer J. B. Maxwils, voormalig president en
lid van de kamer van koophandel en fabrieken alhier, is tot voorzitter van
dat collegie benoemd het lid de heer J. Th. Mouton.
De policie heelt gisteren in eene tapperij te dezer stede een diefstal
van gas ontdekt. Er is bevonden dat in de gasbuis nabij den meter, die in
den kelder geplaatst is. eene opening was gemaakt, waaraan klaarblijkelijk
was gesoldeerd eene leiding naar de bovenverdiepingen van de woning,
welke pijp bij nader onderzoek ook werkelijk ontdekt is, niettegenstaande
de uiteinden daarvan zorgvuldig, door metselwerk, aan liet bloote oog ont
trokken waren. Aanleiding tot de ontdekking heeft gegeven de omstandig
heid, dat men aan de directie der gasfabriek vermoeden had gekregen dat
er meer gas verbruikt werd, dan de meter aantoonde. Tegen den bewoner
is procesverbaal opgemaakt.
EIÏGKLAIÏB.
LONDEN, 16 Januarij.
Dezer dagen is door de «Midland International Arbitration Union" eene
meeting gehouden, waarop de volgende resolutie werd aangenomen: «Dat
de vergadering ernstig verlangt dat eene poging gedaan worde om het ge
schil tusschen Engeland en het Ashantijnsche volk door middel van onder
handeling te vereflenen, en, indien doenlijk, door de arbitrage van een be-
vrienden vorst, zooals de koning der Nederlanden; en dat, indien deze
poging niet mogt gelukken, alles gedaan worde om den oorlog lot een einde
te brengen met zoo weinig bloedvergieten als mogelijk." Van deze reso
lutie is aan de hh. Gladstone en Bright schriftelijk kennis gegeven. Daarop
is door de Union van eerstgenoemde een schrijven ontvangen, waarin hij
het als zijn gevoelen uit, dat de Ashantijnsche oorlog het gevolg is van een
verkeerde politiek en jaren lang verzuim. Hij hoopt dat niemand in Enge
land het voortduren van dezen oorlog wenscht.
FRANKRIJK.
Het Journ, off. bevat een besluit van den presidentwaarbij de kie
zers in de beide departementen Pas-de-Calais en Haute-Saóne tegen 8 Fe
bruari] worden opgeroepen, om afgevaardigden te verkiezen.
Woensdag avond heeft de president der republiek een feest gegeven in
het paleis de l'EIysée. waartoe groote toebereidselen waren gemaakt. Naar
het getuigenis van hen, die weleer trouw de Tuileriën bezochten, was er
nimmer een hofbal geweest, zoo luisterrijk als dit eerste feest door den
tegenwoordigen president gegeven.
Aan de parlementaire commissie voor het regt van gratie .is eene op
gave gedaan van den stand der werkzaamheden bij de krijgsraden, belast
met het onderzoek der zaken van de deelnemers aaii den opstand der Com
nuine. Daaruit blijkt dat er over 49066 personen uitspraak gegeven is;
24000 werden van regtsvervolging ontslagen, 2300 vrijgesproken en 13000
veroordeeld. Thans bleven nog 1100 personen ter teregtstelling over, ter
wijl er 750, tegen wie regtsingang verleend was, niet te vinden waren.
Vermoedelijk zouden al deze zaken binnen drie maanden zijn afgeloopen.
De commissie voor het regt van gratie heeft lot- dus verre 6000 uitspraken
gegevenwaarvan er 2000 gunstig en 4000 ongunstig voor de veroordeelden
luidden.
I
De stad Marseille is veroordeeld om 40000 fr. als schadevergoeding te
voldoen aan de weduwe van een nationalen garde, die bij de in April 1871
in genoemde stad voorgevallen volksbeweging is omgekomen.
De autoriteiten te Oran hebben de Numancia aan den Spaanschen
admiraal Chicarro uitgeleverd.
DUIIICHLAND.
De Nordd. Allg. Zeit. bevatte dezer dagen een uitvoerig artikel over
de betrekkingen tusschen Frankrijk en Duitschland. Na de oorlogzuchtige
geruchten vermeld te hebben, welke dezer dagen te Parijs werden verspreid,
zegt dit blad o. a.: Van eene botsing van Fransche en Duitsche belangen
kan op zich zelf redelijkerwijze geen sprake zijn. Dat is de tegenwoordige j
staat der zaken. Onze antagonist is op dit oogenblik het geestelijke Rome.
Wij voeren eenen zwaren strijd tegen de pauselijke hecrschzucht in wereld-
sche zaken. De staat heeft al zijne krachten noodig om de voor den slaat I,
verderfelijke woelingen tegen te gaan dergenen, die onder den dekmantel
van de godsdienst naar het zeer ongodsdienstige doel streven om millioe-
nen godvruchtige staatsburgers om des gewetens wille aan het wankelen te
brengen in hunne trouw jegens koning en vaderland, en om voor den Paus,
als het hoofd van eene universele theocratie, troepen aan te werven tegen
de door God ingestelde overheid en het nationale staatsgezag. Wij hebben
genoeg met zulk eenen vijand te doen. Dat hij zich niet door bondgenoot
schappen versterke is voor ons een hoofdbelang. En hierin ligt het gevaai
voor onze betrekking tot Frankrijk, hierin alleen, dat de vijand, met wel
ken blijkens de ondervinding geen vergelijk en geene verzoening mogelijk
is, zich niet meester van Frankrijk make. Eene Fransche regering, welke
zich tot de dienares der roomsche prieslerpoliliek liet vernederen, zou. niet
omdat zij de regering vanFrankrijk, maar omdat zij de handlanger van
Rome ware, eene jegens ons vijandige regering zijn, met welke wij niet m
vrede zouden kunnen levenZoodra Frankrijk zich met Rome vereenzel
vigt, wordt het juist daardoor onze gezworen vijand. Eene zuiver Fransche
politiek laat zich met onze politiek des vredes voor eenigen tijd, zoo al niet
op den duur, wel overeenbrengen; een aan de kerkelijk-politieke theocratie
onderdanig Frankrijk is met den vrede der wereld onbestaanbaar. Afschei
ding der Fransche regering van de zaak van het ultramontanismus is het
zekerste onderpand voor de rust van Europa en voor de vreedzame en met
de menschelijke waardigheid overeenkomende ontwikkeling van het politieke
leven der volken aan deze en aan gene zijde der Vogesen.
De aartsbisschop van Posen heeft op de dagvaarding van het kerke
lijk geregtshof schriltelijk verklaard, dat hij die autoriteit niet erkent en
derhalve aan de oproeping niet zal voldoen, alsook dal elke bedreiging met
dwangmaatregelen vruchteloos zal zijn, daar hij vast besloten blijft, alle
verklaring of verantwoording bij dat ligchaam te weigeren.
BERLIJN, 16 Januarij. Blijkens de thans ingekomen berigten omtrent
den uitslag der verkiezingen voor den rijksdag, zullen er 46 herstemmingen
moeten plaats hebben. Die herstemmingen medegerekendkan men den
stand der partijen als volgt aannemen: de regeringgezinde meerderheid
beloopt 252, en de aan de regering vijandelijke minderheid is 116 sterk.
VERSAILLES. 16 Januarij. De nationale vergadering heeft het eerste
artikel van het wetsontwerp betreffende de maires aangenomen.
BERLIJN, 16 Januarij. In het huis van afgevaardigden heeft een debat
plaats gehad naar aanleiding der interpellatie van den heer Biesenbach over
het geheim onderzoek van regerings-autoriteiten naar de stemmen, die de
onderwijzers bij de verkiezingen voor den Pruisischen landdag hebben uit-
gebragt. In den loop van dat debat heeft de heer Mallinckrodt gezegd,
dat de ultramontanen geen minder getrouwe mannen des vaderlands waren
dan prins Bismarck. Toen die woorden in de vergadering eene algemeene
beweging hadden te weeg gebragt, vroeg de spreker, of zijne medeleden
indertijd tegenwoordig waren geweest bij zekere onderhandeling van Bis
marck, over atstand van een gedeelte grondgebied langs den linker Rijnoever.
«Ik ook niet!" vervolgde de heer Mallinckrodt; «maar ik heb dat alles toch
van geloofwaardige zijde vernomen!" Na eenige opmerkingen van andere
zijde werd het debat over de interpellatie gesloten en de beraadslaging over
de derde lezing der wet op het burgerlijk huwelijk voortgezet. Prins von
Bismarck, thans ter vergadering verschenen zijnde, nam toen het woord,
ter wederlegging van het tegen hem gerigt verwijt. Hij noemde de bewering
van den heer Mallinckrodt drieste leugentaal, een verzinsel, dat op de hate
lijkste en lasterlijkste wijze was uitgestrooid. «Nooit," zeide hij, «heb ik
zelfs met een enkel gesproken, of iets willen hooren van afstand, al ware
het van een enkel dorp, of een enkel stuk Duitschen grond. Dat alles is
louter een vermetel uitgedachte leugen, om mijn persoon in een ongunstig
licht te stellen. Ik verlang van een tegenstander geen bijzondere considera
tie; maar wel mag ik, met het oog op het buitenland, van hem meer be
scheidenheid eisehen legenoves 's lands overheid," De heer Mallinckrodt
antwoordde dat wat hij gezegd had, berustte op het boek van Lamarmora.
De daarin sprekende personen waren op eigen waarneming afgegaan, en het
boek was nog niet weerlegd, weshalve hij aan de daarin vermelde feiten
geloof meende te mogen slaan. De minister moest dus zijne beschuldiging
van leugenachtigheid aan den minister-president generaal Lamarmora adres
seren. Daarop zeide prins Bismarck dat het adres geheel onjuist was.
Lamarmora, was noch minister-president, noch generaal; ook werden in
Italië strafbepalingen in het leven geroepen op handelingen als die van
Lamarmora van wien hij (Bismarck) nog wel andere dingen aan het licht
zou kunnen brengen, dan Lamarmora van hem deed. Men had het regt
niet om van hem te verlangen, dat hij zich regtvaardigen zou tegenover
lasterlijke aantijgingen van de tribune tegen hem ingebragt. In de parle
mentaire taal ontbrak het aan woorden tot het qualificeren van dergelijke
handelingen.
PARIJS. 16 Januarij. De uitslag der verkiezingen voor den Duitschen
rijksdag hebben in de diplomatieke kringen een grooten indruk gemaakt.
Men vreest dat de binnenlandsehe moeijelijkhedenwelke dit resultaat aan
Bisuiarck voorspelt, dezen nog meer zullen aansporen om afwendingen te
zoeken in_de buitenlandsche quaestic.
In hier ontvangen berigten uit Rome wordt hel bestaan der bul regelende
de wijze van verkiezing van den nieuwen Paus geconstateerd, doch tevens
verzekerd, dat de inhoud van die bul in nigls gelijkt naar den tekst dooi
de Köln. Zeit. openbaar gemaakt. In de bul worden slecbts eenige punten
van ondergeschikt belang gewijzigd; zoo b. v. is verkort de tijd van dertien
dagen, gedurende welke de te Rome aanwezige kardinalen verpligt waren
op de afwezigen te wachten.
PETERSBURG, 16 Januarij. In een keizerlijk manifest aan het Russische
volk, bij gelegenheid van de invoering der algemeene dienstpligtigheid
komt o. a. het volgende voor: «Wij zijn niet voornemens af te wijken van
de baan des vredes, welke wij gedurende onze regering bewandelden, wij
streven niet naar krijgsroem en beschouwen het als het beste ons door God
beschoren lot, Rusland op den weg des vredes tot roem te voeren en aller-
wege de inwendige welvaart te bevestigen en uit te breiden".
Ter leregtzitting van de arrond.-reglbank te Leiden, van 16 Januarij, zijn
de volgende vonnissen uitgesproken: L. G. J. 11., te Soeterwoude, wegens
beleediging in het openbaar, tot geldboete van ƒ12 of subsidiaire gevange
nisstraf van twee dagen; M. v d. H. en J. S.te Leiden, wegens bedelarij
in vereeniging, ieder tot gevangenisstraf van drie dagen; C. V. en W. v. d.
B.te Katwijk aan Zee, de eerste, wegens gewelddadigheid en rebellie zon
der wapenen, tot cellulaire gevangenisstraf van vijftien dagen; de tweede,
wegens rebellie zonder wapenen, tot gevangenisstraf van zes dagen.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.